DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 34.93€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Blushing Embers

Gehaakte trui met ronde pas in DROPS Air. Het werk wordt van boven naar beneden gehaakt met kabellussen. Maten S - XXXL.

DROPS 206-33
DROPS Design: Patroon nr. ai-222
Garengroep C of A + A
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL – XXXL

MATERIAAL:
DROPS AIR van garnstudio (behoort tot garengroep C)
350-350-400-450-500-550 g kleur 23, koraal

STEKENVERHOUDING:
13 stokjes in de breedte en 8 toeren in de hoogte = 10 x 10 cm.

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 5.5 MM.
De haaknaald is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere haaknaald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 34.93€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

LOSSE:
Als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak; 1 losse zou even lang moeten zijn als 1 vaste breed is.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van elke toer van vasten haakt u 1 losse (vervangt niet de eerste vaste). De toer eindigt met 1 halve vaste in de eerste vaste van de toer.
Op het begin van elke toer van stokjes vervangt u het eerste stokje met 3 lossen. Eindig de toer met 1 halve vaste in de derde losse.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4. Kies het telpatroon voor uw maat.

HAAKTIP (voor de lossenringen):
Als u 8 lossen in A.1, A.2 en A.3 haakt, het is belangrijk om de stekenverhouding aan te houden, anders wordt het patroon te krap in de hoogte. 8 lossen meten ongeveer 6 cm in lengte (zonder het werk uit te rekken). Als u deze afmetingen niet krijgt, haak dan zo veel lossen als nodig is om 6 cm in lengte te krijgen.

TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, tel het totaal aantal steken (dus 200 steken – de lossenring wordt als 1 steek geteld) en deel door het aantal te maken meerderingen (dus 14) = 14.3.
In dit voorbeeld meerdert u door 2 stokjes in ongeveer ieder 14e stokje te haken, maar haak, indien nodig, 2 stokjes in een vaste over de lossenring.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder 1 stokje door 2 stokjes samen te haken als volgt:
* Maak 1 omslag, voeg de haaknaald in bij de volgende steek, neem de draad op, maak 1 omslag en haal de draad door de eerste 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* 1 keer, maak 1 omslag en haal de draad door alle 3 lussen op de haaknaald (= 1 stokje geminderd).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt in de rondte gehaakt, van boven naar beneden. De kabellussen (textuurpatroon) op de pas bestaat uit lossenringen, welke samen worden gehaakt als de pas bijna klaar is.

PAS:
Haak 63-66-69-71-73-78 lossen met Air en haaknaald 5.5 mm en vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse – lees LOSSE! De eerste toer wordt als volgt gehaakt in de verschillende maten:

Maten S, M, L, XXL:
Haak 1 losse – lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN, haak A.1a over de eerste 52-52-52-65 steken (= 4-4-4-5 keer in de breedte), A.1b over de volgende 6-6-6-6 steken (= 2-2-2-2 keer in de breedte), A.1c over de volgende 2-2-2-2 steken (= 1-1-1-1 keer in de breedte), en dan A.1b over de volgende 3-6-9-0 steken (= 1-2-3-0 keer in de breedte).

Maten XL en XXXL:
Haak 1 losse – lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN, haak A.1a over de eerste 65-78 steken (= 5-6 keer in de breedte), en dan A.1b over de volgende 6-0 steken (= 2-0 keer in de breedte).

Er zijn 48-50-52-54-56-60 vasten (+ 24-25-26-27-28-30 lossenringen) op de toer. Haak nu in patroon A.2 (kies het telpatroon voor uw maat) in totaal 24-25-26-27-28-30 keer op de toer. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.2 klaar is, zijn er 168-175-182-189-196-210 steken op de toer (de lossenringen tellen als 1 steek). Het werk meet ongeveer 16 cm. Ga verder met A.3 over elke herhaling van A.2 – kies het telpatroon voor uw maat. Als de volgende tot laatste toer in A.3 klaar is, zijn er 192-200-208-243-252-270 steken op de toer (de lossenringen tellen als 1 steek). Het werk meet ongeveer 19-19-19-27-27-27 cm. Als het werk korter is dan dit, haak dan verder zonder verdere meerderingen tot de juiste lengte. Haak nu de lossenringen op de pas samen (in de hoogte) als volgt:
Voeg de haaknaald in aan de goede kant door de eerste lossenring op de hals, haal de 2e lossenring door de eerste lossenring, voeg in de haaknaald door de 2e lossenring en haal de 3e lossenring door de 2e lossenring. Ga zo verder tot alle lossenringen samen zijn gehaakt.
Haak de laatste toer in A.3 en meerder tegelijkertijd 0-14-20-1-6-8 steken verdeeld op de toer – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 192-214-228-244-258-278 steken. Nu zijn alle lossenlusringen vast gemaakt, zodat ze er niet uit komen. Ga verder met 1 stokje in elke steek tot de pas 22-24-26-28-30-32 cm meet.
Haak de volgende toer als volgt: Haak 1 stokje in elk van de eerste 28-31-33-36-39-43 stokjes (= helft van het achterpand), sla de volgende 39-44-48-50-51-53 stokjes over voor de mouw, haak 5-5-7-7-9-9 lossen (= in zijkant onder de mouw), haak 1 stokje in elk van de volgende 57-63-66-72-78-86 stokjes (= voorpand), sla de volgende 39-44-48-50-51-53 stokjes voor de mouw over, haak 5-5-7-7-9-9 lossen (= in zijkant onder de mouw), haak 1 stokje in elk van de overgebleven 29-32-33-36-39-43 stokjes (= helft van het achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN.

LIJF:
Haak 1 stokje in elk stokje en 1 stokje in elk van de 5-5-7-7-9-9 lossen onder de mouwen = 124-136-146-158-174-190 stokjes op de toer. Ga verder met 1 stokje in elk stokje tot het werk 25 cm meet vanaf de scheiding in alle maten. Haak 1 toer terwijl u 1-1-2-2-0-1 stokjes mindert = 123-135-144-156-174-189 stokjes. Haak nu een rand als volgt: Haak A.4 op de hele toer – lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN. Als de rand 3 cm meet, knip en hecht de draad dan af. De trui meet ongeveer 55-57-59-61-63-65 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Begin midden onder de mouw en hecht de draad aan met 1 halve vaste in de 3e-3e-4e-4e-5e-5e losse onder de mouw, haak 3 lossen – denk om HAAKTIP, ga verder met 1 stokje in elke losse en 1 stokje in elk stokje = 44-49-55-57-60-62 stokjes. Voeg een markeerdraad in op het begin van de toer (= midden onder de mouw); neem de markeerdraad mee tijdens het haken in de hoogte. Als de mouw 4 cm meet, minder dan 1 stokje aan elke kant van de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3e-2e-2e-2e-1e-1e toer in totaal 6-8-10-10-11-11 keer = 32-33-35-37-38-40 steken. Ga verder met stokjes tot de mouw 39-38-36-35-33-31 cm meet vanaf de scheiding. Haak 1 toer terwijl u 5-6-5-7-5-7 stokjes verdeeld mindert = 27-27-30-30-33-33 stokjes. Haak nu een rand als volgt: Haak A.4 op de hele toer – lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN. Als de rand 3 cm meet, knip en hecht de draad dan af. De mouw meet ongeveer 42-41-39-38-36-34 cm vanaf de scheiding. Haak de andere mouw op dezelfde manier.

HALS:
Haak 1 vaste in elke losse gehaakt op het begin van het werk. Knip en hecht de draad af.

Telpatroon

symbols = 1 losse – als u aan de buitenkant van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak; 1 losse zou even lang moeten zijn als 1 vaste breed is.
symbols = 1 vaste in de steek
symbols = 1 stokje in de steek
symbols = haak 8 lossen - lees HAAKTIP, haak dan 1 halve vaste in de eerste van deze 8 lossen om een ring te maken
symbols = haak 1 halve vaste om de lossenlusring
symbols = begin op deze toer; de vorige toer is reeds gehaakt
symbols = 1 stokje om het stokje in de voorkant (reliëf-stokje): voeg de haaknaald in aan de goede kant, steek het om het stokje en terug naar de goede kant, haal de draad terug door en haak zoals een normaal stokje
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Blushing Embers

Lucienne Brokerhof, Netherlands

Blushing Embers

Ines, Ireland

Blushing Embers

Ines, Ireland

Embers sweater

Marina, Croatia

Laat een opmerking achter voor DROPS 206-33

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (38)

country flag Handan wrote:

Merhabalar, bu kazak modelin video anlatımlı yok mudur? Benim için daha kolay oluyor... Ben sadece okuyup la anlamıyorum... Görüpte anlıyorum

17.11.2022 - 23:42

country flag Karin wrote:

Wordt het werk na elke tour gekeerd of haak je telkens in dezelfde richting?

03.10.2022 - 18:02

DROPS Design answered:

Dag Karin,

Dat staat inderdaad niet aangegeven. Om te voorkomen dat het werk scheef trekt, kun je het beste telkens het werk keren. Op de teruggaande toer haak je dan de telpatronen in tegenovergestelde richting. En let erop dat je de lossenlussen alvast aan de goede kant van het werk hangt.

04.10.2022 - 19:14

country flag Wiktoria wrote:

Dziękuję za odpowiedź. Chodzi mi jednak o to, że niejasny jest dla mnie schemat A1.a. Pod oczkami ścisłymi są zaznaczone oczka łańcuszka. Co w momencie gdy nad oczkiem łańcuszka jest puste pole? Powinnam zrobić oczko łańcuszka i przeskoczyć jedno oczko? Czy zignorować to puste pole i przejść do oczka ścisłego?

28.12.2021 - 12:53

DROPS Design answered:

Witaj ponownie Wiktorio, te oczka łańcuszka pokazane na schemacie A.1a to są oczka łańcuszka początkowego (w rozmiarze S jest to 63 oczka). Teraz przerabiaj 2-gi rząd schematu A.1a. Tam gdzie jest przerwa, omijasz oczko łańcuszka i przechodzisz do kolejnego, w które wykonujesz oczko ścisłe. Miłej pracy!

28.12.2021 - 12:57

country flag Wiktoria wrote:

Wykonuję rozmiar S i niestety utknęłam już na pierwszym rzędzie ;)

28.12.2021 - 12:30

DROPS Design answered:

Pierwsze okrążenie w rozmiarze S przerabiasz następująco: 1 oczko łańcuszka - patrz WSKAZÓWKA, A.1a ponad 52 pierwszymi oczkami (= 4 razy na szerokość), A.1b ponad 6 następnymi oczkami (= 2 razy na szerokość), A.1c ponad 2 następnymi oczkami (= 1 raz na szerokość), A.1b ponad 3 następnymi oczkami (= 1 raz na szerokość). Jak przerabiać schematy w robótce na szydełku znajdziesz TUTAJ - patrz fragment ‘Kilka schematów przerabianych kolejno po sobie w rzędzie/okrążeniu’. Pozdrawiamy!

28.12.2021 - 12:41

country flag Wiktoria wrote:

Hi. Could you please clarify what should exactly be done in A.1? dc, 8ch, dc, dc, 8ch, dc and then what? Should I do a ch and then dc? Thanks!

28.12.2021 - 12:06

DROPS Design answered:

Witaj Wiktorio, jaki rozmiar wykonujesz?

28.12.2021 - 12:25

country flag Gerda Van Walsem wrote:

Ik snap patroon A2 niet, De 1e toer in elke vaste 2 stokjes haken behalve de 1e? En is dit voor alle maten hetzelfde? Mvg Gerda van Walsem

15.02.2021 - 22:00

DROPS Design answered:

Dag Gerda,

Je haakt 1 stokje in de eerste vaste, dan 8 lossen en een halve vaste in de eerste van deze 8 lossen (sterretje), dan 2 stokjes in de volgende vaste. Dit herhaal je steeds en het geldt inderdaad voor alle maten.

16.02.2021 - 14:18

country flag Marie Pergeline wrote:

Bonjour, le modele206-33 se crochete en rond; est ce que le 1er rang de mailles en l'air que l'on ferme par une maille coulée correspond a la ou passera la tete de la personne qui portera le pull ? mon echantillon est conforme mais le rond formé par les 66 mailles ne me permettent pas de passer la tete dedans ?? ou est l'erreur ?? merci de votre aide

24.01.2021 - 19:32

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Pergeline, si votre tension est juste, essayez de crocheter la chaînette de base plus souplement ou bien essayez avec un crochet plus gros pour que ce tour reste bien souple. Bon crochet!

25.01.2021 - 10:43

country flag Mira wrote:

Na het haken van de boord, blijft die niet plat maar krult de onderzijde enorm om. Tips of enig idee hoe ik dit kan verhelpen/ voorkomen?

10.12.2020 - 22:53

DROPS Design answered:

Dag Mira,

Dit kun je verhelpen door het werk heel voorzichtig op te persen met een natte doek en een strijkijzer. Leg het werk op de strijkplank, maak een theedoek nat en leg deze op de rand. Dep heel voorzicht met de strijkbout om de natte doek. Let erop dat je dit heel, heel voorzicht doet, om de breistructuur niet te 'vernielen' dus kijk steeds tussendoor even hoe het gaat.

23.02.2021 - 13:23

country flag Esme Thwaites wrote:

Hey! The pattern says to repeat A2 for a total of 26 times for size large, but the diagram only shows up to 13 rows of the pattern. Do I just repeat the last row of the diagram until I reach the needed amount of rows and then continue on to A3? Thanks :)

01.12.2020 - 21:28

DROPS Design answered:

Dear Mrs Thwaites, you repeat A.2 a total of 26 times in width = in the round (on a same round), but you will work A.2 only one time in height, this means when you have worked the last round in diagram A.2 piece should measure approx. 16 cm and you will now work A.3 over A.2. Hope this helps. Happy crocheting!

02.12.2020 - 07:46

country flag Emma wrote:

Hej Jeg har hæklet en sweater før ‘sunny trails’, det gik fint. Men jeg har virkelig svært ved at tyde diagram 2.a på denne model, samt forstå overgangen fra første omgang til anden omgang? Måske nogle billede af processen undervejs ville hjælpe mig. Mvh Emma

28.06.2020 - 16:24

DROPS Design answered:

Hej Emma, har du set vores video ?

How to crochet a texture cable from Garnstudio Drops design on Vimeo.

30.06.2020 - 13:52