DROPS Ull-Tweed
DROPS Ull-Tweed
100% puur wol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Out and About

Gebreide trui voor dames, heren en kinderen in DROPS Angora-Tweed met structuurpatroon. Damesmaten S/M - M/L. Herenmaten S/M - XXL. Kindermaten 2 - 13/14 jaar.

DROPS 59-1
DROPS Design: Patroon nr. i-002
Garengroep B
-------------------------------------------------------


MAAT DAMES EN HEREN:
Getallen in ( ) = herenmaten
S/M - M/L (S/M - M/L - L/XL - XXL)

MATERIAAL DAMES EN HEREN:
DROPS ANGORA-TWEED van garnstudio (behoort tot garengroep B)
650-700 (750-800-900-1000) g. Kleurnr. 11, beige

STEKENVERHOUDING DAMES EN HEREN:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.


NAALDEN DAMES EN HEREN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: lengte 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 2.5 MM: lengte 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

MAAT KINDEREN:
2 - 3/4 - 5/6 - 7/8 - (9/10 - 11/12 - 13/14) jaar

MATERIAAL KINDEREN:
DROPS ANGORA-TWEED van garnstudio (behoort tot garengroep B)
300-350-400-400 (450-500-550) g. Kleurnr. 11, beige

STEKENVERHOUDING KINDEREN:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN KINDEREN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: lengte 60 of 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 2.5 MM: lengte 60 of 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Ull-Tweed
DROPS Ull-Tweed
100% puur wol
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

BEGIN HET WERK HIER VOOR DAMES EN HEREN:

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON DAMES EN HEREN:

PATROON:
Zie telpatronen M.1 en M.2.

BOORDSTEEK:
* 2 recht / 2 averecht *. Herhaal van *-*.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht. 1 ribbel = 2 naalden recht.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. * Brei 1 naald recht en 1 naald averecht *, herhaal van *-*.

-------------------------------------------------------

Panden: Getallen tussen ( ) = herenmaat. Zet 244-260 (248-264-276-288) st op met rondbreinld 2.5 mm; Brei in het rond en plaats een merkdraad aan het begin van de toer. Brei 5-5 (6-6-6-6) cm boordsteek. Wissel naar rondbreinld 3.5 mm en brei 2 nld ribbelst, brei dan verder volgens Patroon 1. Brei bij een hoogte van 35-38 (42-43-45-47) cm de volgende nld als volgt: kant 2 st af voor het armsgat, brei 118-126 (120-128-134-140) st voor het voorpand, kant 4 st af voor het armsgat, brei 118-126 (120-128-134-140) st voor het achterpand, kant 2 st af voor het armsgat. Brei het voor- en het achterpand afzonderlijk verder.

Voorpand: = 118-126 (120-128-134-140) st. Kant af voor de armsgaten in elke 2e nld: 2-2 (1-2-2-2) x 2 st, 2-4 (2-2-4-4) x 1 st = 106-110 (112-116-118-124) st. Kant bij een hoogte van 49-53 (57-59-60-63) cm de middelste 10-10 (12-12-12-12) st af voor de hals. Kant hierna af aan weerskanten van de hals in elke 2e nld: 2-2 (2-2-2-2) x 3 st, 4-4 (4-4-4-4) x 2 st, 3-4 (4-4-5-5) x 1 st. Brei tegelijkertijd, bij een hoogte van ca 49-53 (57-59-61-64) cm Patroon 2 (d.w.z. na een volledige herhaling van Patroon 1) tot de vereiste afmetingen. Kant af. Het werk heeft een hoogte van ca 60-64 (68-70-72-75) cm.

Achterpand: = 118-126 (120-128-134-140) st. Kant af voor de armsgaten zoals beschreven voor het voorpand = 106-110 (112-116-118-124) st. Brei bij een hoogte van 49-53 (57-59-61-64) cm Patroon 2 (d.w.z. na een volledige herhaling van Patroon 1) tot de vereiste afmetingen. Kant tegelijkertijd, bij een hoogte van 58-62 (66-68-70-73) cm de middelste 40-42 (44-44-46-46) st af voor de hals. Kant hierna 2 st af aan weerskanten van de hals in de volgende nld. Kant af na Patroon 2. Het werk heeft een hoogte van ca 60-64 (68-70-72-75) cm.

Mouwen: Zet 52-56 (56-56-56-60) st op met sokkenbreinld 2.5 mm; brei rond en plaats een merkdraad aan het begin van de toer. Brei 5-5 (6-6-6-6) cm boordsteek. Wissel naar sokkenbreinld 3.5 mm en brei 2 nld ribbelst, en brei dan verder volgens Patroon 1. Meerder na de boordsteek, 27-27 (27-29-29-29) x 1 st aan weerskanten van de merkdraad:
Maat S/M+M/L (M/L+XL+XXL): in elke 4e nld
(Maat S/M): afwisselend in elke 4e en elke 5e nld
= 106-110 (110-114-114-118) st. Brei tegelijkertijd bij een hoogte van ca 42-43 (46-47-48-49) cm Patroon 2 (d.w.z. na een volledige herhaling van Patroon 1) tot de vereiste afmetingen, centreer het patroon op de mouw. Kant, als er nog 18-20 (14-18-20-20) nld van Patroon 2 gebreid moeten worden (het werk heeft een hoogte van ca 47-47 (52-52-52-53) cm 2 st af aan weerskanten van de merkdraad en brei de rest van de mouw heen en weer. Kant af voor de mouwkop aan weerskanten in elke 2e nld: 8-9 (6-8-9-9) x 4-4 (5-4-4-4) st. Kant af na Patroon 2. Het werk heeft een hoogte van ca 53-54 (57-58-59-60) cm.

Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem ca 124-136 st op (deelbaar door 4) langs de hals met breinld 2.5 mm. Brei heen en weer vanaf het middenvoorpand: 2 nld ribbelst, en dan boordsteek als volgt: 1 kantst (in ribbelst), * 2 r, 2 av *, herhaal van * - * tot er nog 3 st over zijn, 2 r, 1 kantst (die tot de vereiste afmetingen in ribbelst wordt gebreid). Meerder tegelijkertijd 1 st (naast de kantst) in elke 3e nld aan weerskanten op het middenvoorpand. Kant af bij een boordhoogte van 7 cm. Kant losjes af in patroon. Leg de linkerkant van het halsboord over de rechter en zet de delen vast aan weerskanten van het middenvoorpand. Zet de mouwen in de trui.




BEGIN HET WERK KINDEREN:

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON KINDEREN:

PATROON:
Zie telpatronen M.1 en M.2.

BOORDSTEEK:
* 2 recht / 2 averecht *. Herhaal van *-*.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht. 1 ribbel = 2 naalden recht.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. * Brei 1 naald recht en 1 naald averecht *, herhaal van *-*.

-------------------------------------------------------

Panden: Zet 156-168-180-192 (204-220-228) st op met rondbreinld 2.5 mm; brei rond en plaats een merkdraad aan het begin van de toer. Brei 4-4-4-4 (5-5-5) cm boordsteek. Wissel naar rondbreinld 3.5 mm en brei 2 nld ribbelst, en brei vervolgens Patroon 1. Brei bij een hoogte van 27-28-30-33 (34-35-37) cm de volgende nld als volgt: kant 2 st af voor het armsgat, brei 74-80-86-92 (98-106-110) st voor het voorpand, kant 4 st af voor het armsgat, brei 74-80-86-92 (98-106-110) st voor het achterpand, kant 2 st af voor het armsgat. Brei de rest van het voor- en achterpand afzonderlijk verder.

Voorpand: = 74-80-86-92 (98-106-110) st. Kant af voor de armsgaten in elke 2e nld: 2-2-2-2 (2-3-3) x 2 st, 3-2-2-2 (4-3-3) x 1 st = 60-68-74-80 (82-88-92) st. Brei bij een hoogte van ca 30-34-37-42 (44-46-49) cm verder volgens Patroon 2 (d.w.z. na een volledige herhaling van Patroon 1), begin bij het juiste pijltje op de teltekening. Kant bij een hoogte van 33-37-40-44 (46-48-51) cm de middelste 8-8-8-8 (10-10-10) st af voor de hals. Kant hierna af aan weerskanten van de hals in elke 2e nld: 2 x 3 st, 1-3-3-3 (3-3-3) x 2 st, 4-3-3-4 (3-4-4) x 1 st. Kant af na voltooiing van Patroon 2. Het werk heeft een hoogte van 41-45-48-53 (55-57-60) cm.

Achterpand: = 74-80-86-92 (98-106-110) st. Kant af voor de armsgaten zoals beschreven voor het voorpand = 60-68-74-80 (82-88-92) st. Brei bij een hoogte van 30-34-37-42 (44-46-49) cm door volgens Patroon 2 (d.w.z. na een volledige herhaling van Patroon 1), begin bij het juiste pijltje op de teltekening. Kant bij een hoogte van 39-43-46-51 (53-55-58) cm de middelste 28-34-34-36 (36-38-38) st af voor de hals. Kant in de volgende nld 2 st af aan weerskanten van de hals. Kant af als Patroon 2 voltooid is. Het werk heeft een hoogte van ca 41-45-48-53 (55-57-60) cm.

Mouwen: Zet 40-40-44-44 (48-48-52) st op met sokkenbreinld 2.5 mm; brei rond en plaats een merkdraad aan het begin van de toer. Brei 4-4-4-4 (5-5-5) cm boordsteek. Wissel naar sokkenbreinld 3.5 mm en brei 2 nld ribbelst, en ga hierna verder volgens Patroon 1. Meerder na de boordsteek, 9-16-16-20 (20-22-22) x 1 st aan weerskanten van de merkdraad:
Maat 2 jaar: in elke 6e nld
Maat 3/4 + 7/8 + 11/12 jaar: in elke 4e nld
Maat 5/6 + 9/10 + 13/14 jaar: afwisselend in elke 4e en 5e nld
= 58-72-76-84 (88-92-96) st. Brei tegelijkertijd, bij een hoogte van ca 21-24-28-31 (36-38-42) cm Patroon 2 (d.w.z. na een volledige herhaling van Patroon 1) centreer het patroon op de mouw. Kant, als er nog 18-18-18-18 (20-20-20) nld van Patroon 2 gebreid moeten worden (het werk heeft een hoogte van ca 26-29-33-36 (40-42-46) cm 2 st af aan weerskanten van de merkdraad en brei de rest van de mouw heen en weer. Kant af voor de mouwkop aan weerskanten in elke 2e nld: 8-8-8-8 (9-9-9) x 2-3-3-3 (3-3-3) st. Kant af als Patroon 2 voltooid is. Het werk heeft een hoogte van 32-35-39-42 (47-49-53) cm.

Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem ca 104-124 st op (deelbaar door 4) langs de hals met breinld 2.5 mm en brei heen en weer vanaf het middenvoorpand: 2 nld ribbelst, en dan boordsteek als volgt: 1 r (kantst in ribbelst), * 2 r, 2 av *, herhaal van * - * tot er nog 3 st over zijn, 2 r, 1 r (kantst). Meerder tegelijkertijd 1 st naast de kantst in elke 3e nld aan weerskanten op het middenvoorpand. Kant af als het halsboord een hoogte heeft van 5-5-6-6 (6.5-6.5-6.5) cm. Kant losjes af in patroon. Leg de linkerkant van de boord over de rechter en zet ze vast aan weerskanten van het middenvoorpand. Zet de mouwen in de trui.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = volwassene
symbols = kind
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 59-1

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (13)

country flag Brigitte Baur wrote:

Hallo, bei den Modell Nr.i-002 bin ich am Halsausschnitt vom Herrenmodell Grösse S. Könnten sie mir bitte einfach diese Maschen die ich abnehmen muss für den Abschnitt , nur diese angeben. Ich bin verwirrt da so viele Zahlen für die vielen Grössen sind. Einfach nur die Zahlen für die Mönnergrösse S. Für ihre Bemühungen ganz herzlichen Dank.

19.04.2024 - 19:03

DROPS Design answered:

Liebe Frau Baur, in S werden Sie die mittleren 10 Maschen beim Vorderteil abketten = es sind 48 M für jede Schulter, die jetzt separat gestrickt werden, dann ketten Sie für den Halsausschnitt am Anfang jeder Reihe ab Hals ab: 3 Maschen 2 Mal, 2 M 4 Mal und 1 Masche 3 Mal = es sind 31 Maschen übrig. Viel Spaß beim Stricken!

22.04.2024 - 07:42

country flag Menard wrote:

Je découvre pour le moment

04.12.2023 - 20:19

country flag Anke Keil wrote:

Hallo, ich habe jetzt folgendes Problem: gestrickt wurde ja die Größe XL. Die Größen stimmen genau für Rumpf-, Vorder-, und Rückenteil. Leider sind der Armausschnitt und die Ärmel viel zu groß. Was kann ich machen?

28.02.2023 - 10:26

DROPS Design answered:

Liebe Frau Keil, gerne können Sie sich von einem heutigen Modell mit der selben Maschenprobe inspirieren, um die Armausschnitte sowie die Ärmel anzupassen. Viel Spaß beim stricken!

28.02.2023 - 11:14

country flag Anke Keil wrote:

Hallo, Ich bin jetzt beim Ärmel. Für die Größe soll ich 56 Maschen aufnehmen und nach 2 Reihen Kraus rechts 2× 29 Maschen abnehmen? Wieso habe ich dann danach 114 M ? Es müssen also Maschen zugenommen werden?! Sicher ein Schreibfehler?

02.02.2023 - 22:25

DROPS Design answered:

Liebe Frau Keil, nach den 2 Krausrippen stricken Sie das Muster und dann nehmen Sie unter der Ärmel 2 Maschen (1 Masche beidseitig von der Rundbeginn) insgesamt 29 Mal in jeder 4. Runde. So sind es: 56 Maschen + (2 Maschen x 29) = 114 Maschen. Viel Spaß beim stricken!

03.02.2023 - 08:32

country flag Anke Keil wrote:

Hallo nettes Dropes-Team, ich komme einfach nicht mit dem Kragen weiter. Ich stricke Hin- und Rückreihen, nehme auch die Maschen in jeder 3. Reihe, rechts vor der Kraus re und links nach der Kraus re, zu. Auf dem Foto von dem Pullover sieht es so aus, als wenn die Zunahmen nach unten zeigen, bei mir gehen die Zunahmen nach oben rechts, bzw. links. Ich würde gerne ein Foto senden, damit ihr wisst, was ich meine.

29.01.2023 - 21:04

DROPS Design answered:

Liebe Frau Keil, beim Kragen soll man 1 Masche beidseitig innerhalb die Randmaschen zunehmen, diese Seite werden dann sich überlappen und an der Halskante genäht. Viel Spaß beim stricken!

30.01.2023 - 09:29

country flag Anke Keil wrote:

Ich verstehe leider auch die ganzen Zahlen unter Muster 2 (M2) nicht. Können Sie mir die erklären?

25.01.2023 - 14:21

DROPS Design answered:

Liebe Frau Keil, die Zahlen unter M.2 sind nur für den Kinder-Pullover, die zeigen wo M.2 angefangen wird - sollten Sie den Mann-Pullover stricken, dann stricken Sie enfach wie in der Anleitung beschrieben. Viel spaß beim stricken!

25.01.2023 - 16:53

country flag Anke Keil wrote:

Hallo, DROPS 59-1 DROPS Design: Modell Nr. i-002 Vielen Dank für die Antwort. Meine nächste Frage geht um M2. Warum hat man 118 Maschen auf der Nadel, der Rapport umfasst aber 10 Maschen? Dann hat man ja für einen Rapport nur 8 Maschen zur Verfügung. Dann heißt es, ein Rapport soll hinten mittig sein. Genau in der Mitte? Warum wird das extra erwähnt? Irgendwann kommt man doch sowieso in die Mitte?! Freue mich auf eine Antwort. Mit freundlichem Gruß Anke Keil

22.01.2023 - 17:07

DROPS Design answered:

Liebe Frau Keil, also M.2 soll am besten genau in der Mitte platziert, damit das Muster symmetrisch wird - diese Lektion kann Ihnen damit helfen. Viel Spaß beim stricken!

23.01.2023 - 10:05

country flag Anke Keil wrote:

Hallo, DROPS 59-1 DROPS Design: Modell Nr. i-002 Ich verstehe nicht, wie man M1 und M2 kombiniert, bzw. wird angepasst? Oder ist das Muster M1 beendet, sobald man mit M2 beginnt? Können Sie mir weiterhelfen? Mit freundlichem Gruß Anke Keil

19.01.2023 - 00:05

DROPS Design answered:

Liebe Frau Keil, hier sollen Sie nach einem ganzen Rapport M.1 anpassen, dh M.1 stricken Sie bis die letze Reihe (es kann dann so ein paar Reihen mehr oder weniger sein), dann stricken Sie M.2. Viel Spaß beim stricken!

19.01.2023 - 10:59

country flag Anke Keil wrote:

Sehr geehrte Damen und Herren, wegen der Maschenprobe muss ich das Rippenmuster mit 3,5 statt wie angegeben in 2,5 stricken. Laut Anleitung soll aber nach dem Bündchen (2,5) in Krausrippe mit 3,5 gestrickt werden. Zu welcher Nadelstärke soll ich denn nun wechseln? Ich bin ja schon mit 3,5 angefangen? Die Maschenproben sollen ja nur für glatt rechts und das Rippenmuster gemacht werden oder? Mit freundlichen Grüßen Anke

25.11.2022 - 22:33

DROPS Design answered:

Liebe Frau Keil, Maschenprobe wird mit Nadeln Nr 3,5 glatt rechts gestrickt (21 M x 28 Reihe glatt rechts); Anschlag und Rippenmuster wird mit kleineren Nadeln 2,5 gestrickt und dann Muster (M.1, M.2) mit den grösseren Nadeln gestrickt. Viel Spaß beim stricken!

28.11.2022 - 08:51

country flag Susan Leicester wrote:

Thank you so much for such a speedy response! Sl

26.09.2019 - 16:28