DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.39 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 9.73€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Summer Lace

Gehaakte top in DROPS Cotton Light. Het werk wordt gehaakt van onder naar boven met kantpatroon. Maat: S - XXXL

DROPS 199-50
DROPS design: Patroon cl-099
Garengroep B
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS COTTON LIGHT van garnstudio (behoort tot garengroep B)
350-400-450-450-500-550 g kleur 02, wit

STEKENVERHOUDING:
18 stokjes in de breedte en 9 toeren in de hoogte = 10 x 10 cm.

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 4 mm
De haaknaald is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een kleinere haaknaald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.39 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 9.73€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van iedere toer vervangt u het eerste stokje met 3 lossen.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.17.

TIP VOOR HET MINDEREN:
* Maak 1 omslag, voeg de haaknaald in de volgende steek, haal het garen op, maak 1 omslag en haal het garen door de 2 eerste lussen op de haaknaald *, herhaal van *-* 1 keer, maak 1 omslag en haal het garen door alle 3 lussen op de haaknaald (= 1 stokje geminderd).

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Haak 2 stokjes in dezelfde steek (= 1 stokje gemeerderd).

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TOP - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt heen en weer gehaakt in verschillende delen en op het eind samengenaaid. Haak vanaf de taille, van onder naar boven. Haak dan vanaf de taille naar beneden. Haak de mouwen heen en weer, van boven naar beneden.

VOORPAND (bovenste deel):
Werk wordt van onder naar boven gehaakt.
Haak 90-98-108-121-131-144 lossen op haaknaald 4 mm met Cotton Light. Keer het werk en haak 1 stokje in de 4e losse vanaf de haaknaald (= 2 stokjes), haak 1 stokje in elk van de volgende 2-4-2-3-1-2 lossen, * sla 1 losse over, 1 stokje in elk van de volgende 5 lossen *, haak van *-* 14-15-17-19-21-23 keer in totaal = 74-81-89-100-108-119 stokjes.
Haak de volgende toer als volgt:
Haak 1 stokje in de eerste steek – lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN, haak A.1 over 8-10-14-18-22-26 steken (= 4-5-7-9-11-13 herhalingen van 2 steken), haak A.2 over 17 steken, A.3 over het volgende stokje, haak A.4 over 18-21-21-24-24-27 steken (= 6-7-7-8-8-9 herhalingen van 3 steken), haak A.5 over 3 steken, haak A.6 over 17 steken, haak A.7 over 8-10-14-18-22-26 steken (= 4-5-7-9-11-13 herhalingen van 2 steken) en eindig met 1 stokje in de laatste steek. Als telpatroon A.1 tot A.7 helemaal in de hoogte is gehaakt, herhaal dan de laatste 2 toeren steeds.
Minder bij een hoogte van 13-14-15-16-17-18 cm, voor de armsgaten, dus knip het garen af (geldt niet voor maat S). Haak de eerste toer aan de goede kant als volgt:
Sla 0-2-6-10-14-18 steken over voor het armsgat, hecht het garen aan met 1 halve vaste (geldt niet voor maat S) en haak 3 lossen (= 1 stokje) in de volgende steek, haak A.8 over 6 steken, haak A.1 over 2 steken, ga verder in patroon A.2 tot A.6 zoals hiervoor, haak A.7 over 2 steken, haak A.9 over 6 steken en eindig met 1 stokje in de volgende steek. Er zijn 0-2-6-10-14-18 steken over op de toer voor het armsgat. Als A.8 en A.9 in de hoogte zijn gehaakt, zijn er 3-4-6-8-10-12 herhalingen (van 2 steken) geminderd in totaal van A.1 en A.7 aan elke kant van het werk.
Ga verder zoals hiervoor, dus haak dan als volgt:
Haak 1 stokje in de eerste steek, haak A.1 over 2 steken, ga verder in patroon A.2 tot A.6 zoals hiervoor (komt overeen met 56-59-59-62-62 steken), haak A.7 over 2 steken en 1 stokje in de laatste steek. Ga verder met dit patroon tot het werk 21-23-25-25-27-29 cm meet, pas zo aan dat de volgende toer aan de goede kant is.
Haak nu de linkerschouder als volgt:
Haak 1 stokje, A.1 en A.2 zoals hiervoor, haak dan A.10. Als A.10 in de hoogte is gehaakt, ga dan verder met 1 stokje, A.1, A.2 en 1 stokje zoals hiervoor tot het werk 32-34-36-38-40-42 cm meet. Knip en hecht het garen af. Sla de middelste 3-4-4-5-5-6 lossenlussen (= hals) over.
Begin aan de goede kant en haak de rechterschouder als volgt:
Haak A.11 (= over 2 lossenlussen), haak A.6, A.7 en 1 stokje zoals hiervoor. Als A.11 in de hoogte is gehaakt, ga dan verder met 1 stokje, A.6, A.7 en 1 stokje zoals hiervoor tot werk 32-34-36-38-40-42 cm meet - pas aan volgens de linkerschouder. Knip en hecht het garen af.

VOORPAND (onderste deel):
Haak van boven naar beneden.
Haak 1 stokje in elk van dezelfde lossen zoals het bovenste deel van het voorpand (= dus 74-81-89-100-108-119 lossen) – Minder tegelijkertijd 4-3-5-6-4-3 stokjes verdeeld – lees TIP VOOR HET MINDEREN = 70-78-84-94-104-116 stokjes.
Haak de volgende toer als volgt:
Haak 1 stokje in de eerste steek, herhaal A.12 (= 2 steken) tot er 1 steek over is, eindig met 1 stokje in de laatste steek. Ga verder tot A.12 in de hoogte is gehaakt – meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste toer 4-10-4-8-12-14 stokjes verdeeld – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 74-88-88-102-116-130 stokjes.
Ga dan verder met haken als volgt:
Haak 1 stokje in de eerste steek, haak A.13 over 7 steken, haak A.14 over de volgende 56-70-70-84-98-98 steken (= 4-5-5-6-7-7 herhalingen van 14 steken), haak A.15 over 9 steken en eindig met 1 stokje in de laatste steek. Ga verder tot A.13 tot A.14 in de hoogte zijn gehaakt – pas TEGELIJKERTIJD op de laatste toer het aantal steken aan door verdeeld te meerderen/minderen naar 81-90-96-105-117-129 stokjes.
Ga dan verder met haken als volgt:
Haak 1 stokje in de eerste steek, A.3 over 1 steek, herhaal A.4 tot er 4 steken over zijn (= 25-28-30-33-37-40 herhalingen van 3 steken), haak A.5 over 3 steken en eindig met 1 stokje in de laatste steek. Als het hele telpatroon A.3 tot A.5 in de hoogte is gehaakt, herhaal dan de laatste 2 toeren verder. Als het onderste deel van de voorkant van het werk ongeveer 24 cm meet in alle maten (= ongeveer 53-55-57-59-61-63 cm vanaf de schouder), eindig na de laatste toer. Knip en hecht het garen af.

ACHTERPAND (bovenste deel):
Het werk wordt van onder naar boven gehaakt.
Haak op dezelfde manier als op het voorpand tot de steken voor het armsgat zijn geminderd. Haak tot het werk 25-27-29-31-33-35 cm meet, pas zo aan dat de volgende toer aan de goede kant is.
Haak nu de rechterschouder als volgt:
Haak 1 stokje, A.1 en A.2 zoals hiervoor, haak dan A.10. Als A.10 in de hoogte is gehaakt, ga dan verder met 1 stokje, A.1, A.2 en 1 stokje zoals hiervoor tot het werk 32-34-36-38-40-42 cm meet - pas aan volgens het voorpand. Knip en hecht het garen af. Sla de middelste 3-4-4-5-5-6 lossenlussen over (= hals).
Begin aan de goede kant en haak de linkerschouder als volgt:
Haak A.11 (= over 2 lossenlussen), haak A.6, A.7 en 1 stokje zoals hiervoor. Als A.11 in de hoogte is gehaakt, ga dan verder met 1 stokje, A.6, A.7 en 1 stokje zoals hiervoor tot het werk 32-34-36-38-40-42 cm meet - pas aan volgens de linkerschouder. Knip en hecht het garen af.

ACHTERPAND (onderste deel):
Haak op dezelfde manier als op het voorpand (onderste deel).

AFWERKING:
Naai de schoudernaad en naai de zijnaden dicht - naai in de buitenste lus van de buitenste steken zodat de naad plat wordt.

MOUW:
Wordt heen en weer gehaakt.
Begin in de zijkant onder de mouw, en haak verdeeld in de toeren om het hele armsgat (LET OP: Haak niet over de 0-4-12-20-28-36 steken midden onder de mouw op de pas, de mouw moet later in deze steken genaaid worden) als volgt: Haak * 1 stokje om de buitenste toer, 1 losse *, haak van *-* 33-33-36-39-39-44 keer in totaal, om het hele armsgat en eindig met 1 stokje – lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN = 67-67-73-79-79-85 steken. Ga dan verder met haken als volgt: Haak A.16 tot er 1 steek over is (= 11-11-12-13-13-14 herhalingen van 6 steken) en eindig met A.17 over de laatste steek. Herhaal A.16 en A.17 in de hoogte tot de mouw ongeveer 24-24-24-28-28-28 cm meet – eindig na de laatste toer. Knip en hecht het garen af.
Haak de andere mouw op dezelfde wijze.

AFWERKING:
Naai elke kant van de mouw aan lijf, en de naai de onderarmnaad - naai in de buitenste lus van de buitenste steken zodat de naad plat wordt.

HALSRAND:
Begin op een schouder en haak * 1 vaste om het buitenste stokje/toer, 3 lossen *, haak van *-* de over hele hals, en eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste op het begin van de toer.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 12.06.2019
Correctie - VOORPAND (onderste deel): Haak 1 stokje in de eerste steek, haak A.13 over 7 steken, haak A.14 over de volgende 56-70-70-84-98-98 steken (= 4-5-5-6-7-7 herhalingen van 14 steken), haak A.15 over 9 steken en eindig met 1 stokje in de laatste steek. Ga verder tot A.13 tot A.14 in de hoogte zijn gehaakt...

Telpatroon

symbols = Deze toer is reeds gehaakt. Begin op de volgende toer!
symbols = 1 losse
symbols = 5 lossen
symbols = 9 lossen
symbols = vaste om losse
symbols = halve vaste om de lossenlus
symbols = stokje in de steek
symbols = stokje om losse/lossenlus
symbols = 1 stokje in de steek, 1 losse, 1 stokje in de steek
symbols = 1 stokje om losse, 1 losse, 1 stokje om losse
symbols = dubbel stokje in de steek
symbols = driedubbel stokje in de steek
symbols = toer met minderingen/meerderingen
symbols = haakrichting
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 199-50

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (18)

country flag Jenny Mörling wrote:

Hej. Har kommit till A3 och kört fast där. Kan inte hitta symbolerna där i symbolförklaringen. Vad ska man göra vid A3

14.03.2024 - 14:54

DROPS Design answered:

Hej Jenny, jo A.3 består af luftmasker, for at komme op i højden :)

19.03.2024 - 11:45

country flag Marion Stensen wrote:

Hallo waarom zijn de aantal centimeter van het geschreven patroon anders dan op de het telpatroon gr marion

11.07.2023 - 18:55

DROPS Design answered:

Dag Marion,

Kan je aangeven waar er precies een verschil is tussen het geschreven patroon en de maattekening? |De totale lengtes van de mouw en de panden komen bijvoorbeeld overeen.

12.07.2023 - 16:27

country flag Edith wrote:

Ik heb echt problemen met de tekst bij de mouw: er wordt gezegd dat je om het hele armsgat moet haken, maar bij “afwerking” staat ook dat je elke kant van de mouw aan het lijf moet naaien. Hoe zit dit? Dat lijkt me dubbelop,,, de mouw zit al aan het lijf gehaakt. Komt daarbij nog dat de steken midden onder de mouw moeten worden vrijgelaten (zie mijn vraag hieronder). Het is één groot raadsel voor mij. Kunt u mij helpen? Alvast bedankt!

14.04.2022 - 23:19

DROPS Design answered:

Dag Edith,

Bij de beschrijving van de mouw staat in het begin dat je niet over de steken midden onder de mouw op de pas haakt en dat de mouw later aan deze steken genaaid worden. Dit is wat er bedoeld wordt me 'Naai elke kant van de mouw aan het lijf' bij onder de paragraaf afwerking. Echter als je maat S haakt gaat dit niet op omdat er 0 steken midden onder de mouw op de pas zitten.

20.04.2022 - 09:57

country flag Edith wrote:

Ik begrijp niet dat je bij de mouw 12 steken moet openlaten. Krijg je dan geen gat waar de oksel zit? Of worden die 12 steken een deel van de mouwnaad? Graag uw reactie.

14.04.2022 - 15:08

DROPS Design answered:

Dag Edith,

Nee, je krijgt geen gat hoor. Deze 12 steken zijn onderdeel van het armsgat en de mouw komt hier tegenaan. Niet de mouwnaad, maar de kop van de mouw.

19.04.2022 - 08:18

country flag Ulrika Tångring Guillou wrote:

Jag förstår inte vänster axel. Frågor inom parentes. "Virka 1 stolpe, A.1 och A.2 som förut" (menas det som de två sista varven på A1 och A2?). När "A.10 är färdigvirkat på höjden" (Ska den virkas fram och tillbaka eller fram till nästa "A1, A2 och sen tillbaka eller ska jag virka halva arbetet och sen vända? Om jag ska virka till uppnådd höjd, vilka rader ska jag då upprepa i A10, för det räcker ju inte med 3 rader?)

17.01.2022 - 15:31

DROPS Design answered:

Hei Ulrika. Ja, de 2 siste radene av A.1 og A.2. Du hekler A.10 på høyre skulder og A.11 på venstre skulder. Når du hekler A.10 og A.11 hekler du også A.1 og A.2 og når du hekler siste rad av A.10 og A.11 vil de skrå naturlig den den siden de skal og det fortsettes med 1 stav, A.1 og A.2 som før. Du hekler hver skulder hver for seg. mvh DROPS Design

18.01.2022 - 12:10

country flag Ulrika Tångring Guillou wrote:

Nu är jag fast igen för jag får inte raderna att stämma. Tänker jag fel då jag tänker att diagrammet ska läsas varannan rad från höger och varannan från vänster? Det blir fel på rad tre då inte mönstren är över varandra?

05.12.2021 - 10:37

DROPS Design answered:

Hei Ulrika. Første rad lese fra høyre til venstre. Andre rad fra fra venstre til høyre. Tredje rad fra høyre til venstre. Fjerde rad fra fra venstre til høyre, osv. Siden du hekler med flere diagrammer er det lurt å bruke maskemarkører mellom hvert diagram, da har du en bedre oversikt og det er lettere å se om diagrammene stemmer med hverandre i høyden (noe det skal gjøre). mvh DROPS Design

07.12.2021 - 14:20

country flag Ulrika wrote:

Mönster i varv 2. Jag har virkat en stolpe (3 lm) i första maskan och sen ska jag Virka A1 över 8 maskor. Första varvet är redan gjort säger diagrammet (fast det tycker jag inte, jag har ju bara virkat EN stolpe). Ska jag sedan gå uppåt och då virka 1 st, 1 lm och sen stolpe om lm/ lmb * 3 i de olika luftmaskbågarna från förra varvet? Sedan varv A3 så är det symboler som är snedstreck vilka inte är förklarade vad jag kan se.

10.11.2021 - 10:27

DROPS Design answered:

Hei Ulrika. Første rad som hekles er forklart i oppskriften og denne raden har også en sort stjerne tegnet inn i diagrammene. Så når du har heklet denne raden og har 74-81-89-100-108- 119 staver, skal du begynne på 2. rad og etter diagram A.1 til A.7 slik: Hekle 1 stav i første maske (=3 luftmasker), hekle A.1 over 8-10-14-18-22-26 masker, hekle A.2 over 17 masker, A.3 over neste stav, hekle A.4 over 18-21-21-24-24-27 masker, hekle A.5 over 3 masker, hekle A.6 over 17 masker, hekle A.7 over 8-10-14-18-22-26 masker og avslutt med 1 stav i siste maske. Når hele diagram A.1 til A.7 er heklet ferdig i høyden, gjentas de siste 2 radene videre. mvh DROPS Design

15.11.2021 - 08:58

country flag Paula wrote:

Miten ihmeessa taman mallin A3 ja A5 mallikertojen vinot viivat virkataan. ovat kuin ketjusilmukat, mutta vinossa, miksi niistä ei kerrota piirrosten listassa, miten menetellaan.

28.06.2021 - 09:23

country flag Tamara Weiße wrote:

Hallo, ich habe eine Frage: Ich habe jetzt das Vorderteil begonnen. 1. Reihe :108 Luftmaschen 2. Reihe: 5 Stäbchen, 1 Luftmasche 3. Reihe: Frage: sind die Muster A1 - A7 in einer Reihe zu häkeln? So dass in 1 Reihe die Muster A1 - A7 vorhanden sind? Ist zwischen den 5 Stäbchen in der 1. Reihe 1 Luftmasche zu häkeln? Vielen Danke für die Hilfe Tamara Weiße

06.02.2021 - 11:56

DROPS Design answered:

Liebe Frau Weiße, bei der 1. Reihe muss 1 Luftmasche übersprungen werden und nicht gehäkelt werden. Man überspringt in der ersten R in regelmäßigen Abständen 1 Lm, damit der Rand nicht zu stramm und eng wird und elastisch bleibt - in der Regel häkelt man die Lm etwas fester als später die M, um das auszugleichen, schlägt man mehr Lm an. Wenn Ihnen sehr lockere Luftmaschen anschlagen, können Sie auch nur die Anzahl der Lm anschlagen, die Sie in der 2. R für die Stb brauchen (wobei dabei zu beachten ist, dass das 1. Stb aus 3 Lm besteht). Viel Spaß beim häkeln!

08.02.2021 - 08:16

country flag Marianne wrote:

Jeg har brug for uddybning af hækleinformation 2 i forhold til ærmet. Hvor mange luftmasker tager man i begyndelsen af en dobbelt stangmaskerække og hvor mange luftmasker tager man i begyndelsen af en tre dobbelt stangmaske række? På forhånd tak.

20.07.2020 - 11:29

DROPS Design answered:

Hej Marianne, du erstatter begge med 3 luftmasker. God fornøjelse!

31.07.2020 - 09:49