DROPS Melody
DROPS Melody
71% alpaca, 25% wol, 4% polyamide
vanaf 4.37 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.11€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Miss Lemon

Gebreide trui met raglan in DROPS Melody. Het werk wordt gebreid van boven naar beneden met kantpatroon. Maat XS – XXL.

DROPS 200-28
DROPS design: Patroon ml-035
Garengroep D of B + B
-------------------------------------------------------

MAAT:
XS - S- M - L - XL - XXL

MATERIAAL:
DROPS MELODY van garnstudio (behoort tot garengroep D)
150-200-200-200-250-250 kleur 14, vanillegeel

STEKENVERHOUDING:
12 steken in de breedte en 14 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 8 mm
DROPS RONDBREINAALD 8 mm, lengte 40 en 60 of 80 cm voor het kledingstuk in tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 7 mm
DROPS RONDBREINAALD 7 mm: lengte 40 en 60 of 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Melody
DROPS Melody
71% alpaca, 25% wol, 4% polyamide
vanaf 4.37 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.11€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert/mindert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 50 steken) en deel de steken door het aantal te maken meerderingen/minderingen (dus 6) = 8.3.
In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer iedere 8e steek. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid om een gaatje te voorkomen.
Bij het minderen in dit voorbeeld breit u ongeveer iedere 7e en 8e steek recht samen.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. Kies het telpatroon voor uw maat.

RAGLAN:
Meerder 1 steek aan elke kant van de 2 steken recht in iedere overgang tussen het lijf en de mouwen (= 8 steken gemeerderd op de naald). Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, brei op de volgende naald de omslagen recht zodat er gaatjes ontstaan.

Brei dan de nieuwe steken in patroon (in tricotsteek op de mouw, tricotsteek op het achterpand en in patroon/tricotsteek op het voorpand).

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van markeerdraad als volgt: Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, 3 steken recht samen = 1 steek (verplaats de markeerdraad tot vóór deze steek na iedere mindering).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden.
Na de pas breit u het lijf in de rondte op de rondbreinaald. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald.

HALSRAND:
Zet 50-50-52-56-58-60 steken op rondbreinaald 7 mm. Brei 3 cm in boordsteek = 1 recht / 1 averecht, brei dan 1 naald recht en meerder 6-6-8-4-6-0 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 56-56-60-60-64-60 steken. Ga verder met rondbreinaald 8 mm.

PAS:
Voeg hier 1 markeerdraad in - MEET NU HET WERK VANAF HIER!
Voeg nu 4 markeerdraden in het werk ZONDER te breien - voeg de markeerdraden als volgt in: Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (= in de overgang tussen de mouw en het achterpand), voeg 1 markeerdraad in na een andere 19 steken (= achterpand), voeg 1 markeerdraad in na een andere 9-9-11-11-13-11 steken (= mouw), voeg 1 markeerdraad in na een andere 19 steken (= voorpand), er zijn nu 9-9-11-11-13-11 steken over tot de eerste markeerdraad (= mouw).
Brei de volgende naald als volgt: Begin de naald bij de eerste markeerdraad, dus op het achterpand. Brei 1 recht, maak 1 omslag, brei 17 steken in tricotsteek (= achterpand), maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), maak 1 omslag, brei 7-7-9-9-11-9 steken in tricotsteek (= mouw), maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), maak 1 omslag, brei A.1 (= 17 steken voorpand – kies het telpatroon voor uw maat), maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), maak 1 omslag, brei 7-7-9-9-11-9 steken in tricotsteek (= mouw), maak 1 omslag, 1 recht.
Dit was de eerste meerdering voor de RAGLAN - lees uitleg hierboven.
Ga verder in A.1 en tricotsteek en meerder iedere andere naald 15-17-18-19-20-22 keer in totaal (inclusief de eerste meerdering uitgelegd hierboven).
Na A.1 breit u A.2 over dezelfde steken zoals voor A.1, en brei de laatste meerderingen in tricotsteek aan elke kant van A.2. Herhaal telpatroon A.2 in de hoogte tot de gewenste afmetingen. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als alle meerderingen voor de raglan gemaakt zijn meet het werk ongeveer 21-24-26-27-29-31 cm vanaf de markeerdraad aan het begin van de pas. Indien nodig breit u in patroon zoals hiervoor zonder te meerderen tot de juiste afmetingen.
Na de pas breit u de volgende naald als volgt:
Brei 50-54-57-60-63-68 steken in tricotsteek (= op het achterpand), zet de volgende 37-41-43-43-45-45 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 4-4-4-6-8-10 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei 4-6-8-10-8-11 steken in tricotsteek, ga verder met A.2 (= 43-43-43-43-51-51 steken) en brei 4-6-8-10-8-11 steken in tricotsteek (= voorpand), zet de volgende 37-41-43-43-45-45 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 4-4-4-6-8-10 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei de laatste 1-1-2-3-4-5 steken (= op het achterpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER!

LIJF:
= 110-118-126-138-150-166 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 4-4-4-6-8-10 nieuwe steken die zijn opgezet onder de mouw aan elke kant. Begin de naald op een van de markeerdraad en neem de markeerdraden mee tijdens het breien. Ga verder met tricotsteek en patroon A.2. Bij een hoogte van 25-24-24-25-25-25 cm vanaf de scheiding (ongeveer 49-51-53-55-57-59 cm vanaf schouder), breit u 1 naald recht en meerder 16-18-18-20-22-24 steken verdeeld = 126-136-144-158-172-190 steken.
Ga verder met rondbreinaald 7 mm en brei 3 cm boordsteek = 1 recht/1 averecht. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht (om een strakke afkantrand te voorkomen gebruikt u naald 8 mm). De trui meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf de schouder.

MOUW:
Zet de 37-41-43-43-45-45 steken vanaf de hulpdraad aan een kant van het werk op rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 8 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 4-4-4-6-8-10 nieuw opgezette steken onder de mouw = 41-45-47-49-53-55 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 4-4-4-6-8-10 steken en begin de naald hier. Brei in tricotsteek. Minder bij een hoogte van 2 cm vanaf de scheiding, 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 4-3½-2½-2½-2-2 cm 7-8-9-9-11-11 keer in totaal = 27-29-29-31-31-33 steken. Ga verder tot de mouw 36-33-32-31-30-28 cm meet vanaf de scheiding (minder voor de grotere maten vanwege een langere pas). Brei 1 naald recht en meerder 5 steken verdeeld = 32-34-34-36-36-38 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 7 mm en brei 5 cm boordsteek = 1 recht/1 averecht. De mouw meet ongeveer 41-38-37-36-35-33 cm vanaf de scheiding. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht (om een strakke afkantrand te voorkomen gebruik naald 8 mm). Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 16.04.2021
Telpatroon A.2 in maat XL-XXL aangepast. Er miste 1 herhaling van het kantpatroon in naald 8 van het telpatroon.
Gewijzigd online: 03.09.2021
Correctie: Er zijn aanpassingen in de afmetingen gemaakt

Telpatroon

symbols = recht
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = haal 1 steek recht af, brei 2 steken recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Miss Lemon

Sylwia, Norway

Miss Lemon

Daniela, Norway

Laat een opmerking achter voor DROPS 200-28

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (26)

country flag Ana Orleans wrote:

Hola, acabo de empezar pero tengo una duda, el dibujo del raglan A1 solo se hace en el delantero y la espalda es punto Jersey derecho con lazadas? Muchas gracias

22.03.2024 - 21:34

country flag María wrote:

Hola! Me encanta este jersey y la lana Melody! Lo estoy tejiendo en la talla L. Tengo una duda con el canesú: en el canesú comienzan los aumentos ranglan desde la primera vuelta, es decir: lazada, punto derecho, deslizar marcador, p derecho, lazada y después los puntos de espalda, mangas, etc. Cuando comienza el delantero, pone “trabajar 9 p jersey (=manga), hacer una lazada y trabajar A.1 (=17 puntos), .. “ pero entonces no se hace aquí el aumento ranglan? Gracias!

23.05.2023 - 16:45

DROPS Design answered:

Hola María, se trataba de un fallo en el patrón, ya está corregido. Muchas gracias.

28.05.2023 - 18:24

country flag Lotekky wrote:

How am I supposed to make two yarn overs right next to each other? Is this supposed to make two holes side by side? If not, won’t my stitch count be off?

05.09.2022 - 20:46

DROPS Design answered:

Hi Lotekky, The 2 yarn overs are separated by 1 knitted stitch. Happy knitting!

06.09.2022 - 06:56

country flag Debra Jean Bright wrote:

Hello. I read Elaine's question, and your answer, but I am still confused regarding making the last increases in stockinette stitch on either side of A2. I am making size Medium. When I finish A1, I will still need to make more increases. Where do I put them in the pattern? Do the last increases refer to the last rows of A2 after I have made all of my increases? Thank you

31.10.2021 - 06:40

DROPS Design answered:

Dear Debra, the increases for the front and back are included in A.1. For the sleeves, the increases are worked in stocking stitch and are worked independently of A.1. These increases are on each side of the stitches of the raglan (= 2 stitches). Happy knitting!

01.11.2021 - 13:30

country flag Joan wrote:

Bonjour, Que signifie "commencez le tour à un fil marqueur et faites suivre les fils marqueurs" ? Merci

30.10.2021 - 12:01

DROPS Design answered:

Bonjour Joan, lorsque vous avez divisé les mailles de l'empiècement et monté les mailles sous la manche, vous tricotez jusqu'au milieu des premières mailles montées sous la 1ère manche, autrement dit à l'un des fils marqueurs; les tours commencent désormais ici. Faites suivre vos fils marqueurs au fur et à mesure que vous tricotez pour bien conserver leur emplacement (cf vidéo). Bon tricot!

02.11.2021 - 13:47

country flag Claire wrote:

Merci pour votre réponse. Petite précision : A1 n'est à tricoter que sur le devant ou sur le dos également ? Merci... Bonne après midi C

21.10.2021 - 14:49

DROPS Design answered:

Bonjour Claire, on ne tricote A.1 que sur le devant - (le paragraphe RAGLAN a été corrigé, consultez la correction en rouge en bas de page si besoin); le dos se tricote en jersey. Bon tricot!

21.10.2021 - 16:05

country flag Claire wrote:

Bonjour, Pouvez vous me confirmer qu\'il devrait y avoir un jeté et une maille de chaque côté de A.1 tout le long ? Je suis au tour 8 de A.1 et j\'ai, depuis le marqueur : 1maille, 1 jeté que je tricote avec le brin arrière, puis A.1, sauf que sur l\'ouverture la fin de A.1 se termine au marqueur suivant (c\'est à que la maille torse et la maille d\'avant le marqueur sont intégrés dans A.1) Y a t'il une erreur ? J'espère avoir été assez claire, merci pour votre aide

21.10.2021 - 11:59

DROPS Design answered:

Bonjour Claire, vous devez effectivement avoir 1 jeté de chaque côté de A.1 car vous augmentez pour le raglan - cf RAGLAN, ces jetés se tricotent à l'endroit au tour suivant, pas torse, pour qu'ils forment un trou. Autrement dit, vous augmentez de chaque côté des 2 mailles jersey à chaque transition dos/devant et manches, donc avant A.1 et après A.1 sur le devant/le dos. Bon tricot!

21.10.2021 - 13:17

country flag Diane wrote:

Bonjour, Quand vous mentionnez des aiguilles no8, voulez-vous dire 8 mm ou 4mm? Merci beaucoup, Diane

29.01.2021 - 14:13

DROPS Design answered:

Bonjour Diane, la taille des aiguilles dans les modèles français est toujours indiquée en mm, autrement dit, il faut ici des aiguilles 8 mm et 7 mm. Bon tricot!

29.01.2021 - 14:59

country flag Elaine wrote:

I am making size L. I do not understand this section, "Continue A.1 and stockinette stitch while increasing every other round 15-17-18=19-20-22 times in total." Does this mean I start working on A.2 after finishing row 19 or do I work Chart A.1 until there are 43 stitches and then start Chart A.2? Also, what are the "last increases in stockinette stitch on each side of A.2"?

25.01.2021 - 02:35

DROPS Design answered:

Dear Elaine, you have already worked the first increase for raglan (yarn overs explained on previous section). You now continue working with established pattern (diagrams and stocking stitch) increasing for raglan 18 more times on every other round. see RAGLAN. when A.1 is done in height, work A.2 over A.1 and work now the new stitches in stocking stitch (the last increases on raglan will be worked in stocking stitch, not in lace pattern). Happy knitting!

25.01.2021 - 11:39

country flag Catherine wrote:

Please confirm diagram A2 for XL-XXL on line 8, one pattern "k2 tog yo k1 yo sks" is missing. Thank you for your help.

06.03.2020 - 05:49

DROPS Design answered:

Dear Catherine, it looks like yes, our design team will check and edit diagram. Thanks for your feedback. Happy knitting!

06.03.2020 - 09:18