DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Spring Melt

Gebreid vest met ronde pas en korte mouwen in DROPS Safran. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met kantpatroon. Maten S - XXXL.

DROPS 199-41
DROPS Design: Patroon nr. e-291
Garengroep A
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS SAFRAN van garnstudio (behoort tot garengroep A)
250-250-250-300-300-350 g kleur 17, wit

STEKENVERHOUDING:
24 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: lengte 40 cm en 80 cm voor tricotsteek/patroon.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 MM: voor de randen in ribbelsteek.
DROPS RONDBREINAALD 2.5 MM: lengte 80 cm voor de randen in ribbelsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

DROPS PARELMOERKNOPEN, Gebogen (wit) NR 521: 6-6-6-6-7-7 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel in de hoogte = 2 naalden; brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel in de hoogte = 2 recht naalden.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.6. Kies het telpatroon voor uw maat. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 158 steken) minus de biezen (dus 10 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 5) = 29.6.
In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer elke 30e steek. Brei op de volgende toer de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen (meerder niet op de biezen).

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

KNOOPSGATEN:
Brei knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Brei aan de goede kant als er 3 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, 2 recht samen en brei de laatste steek recht. Brei op de volgende naald de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat.
Het eerste knoopsgat wordt op de eerste naald na de ribbelsteekrand voor de hals gebreid. Brei dan de andere 5-5-5-5-6-6 knoopsgaten met ongeveer 7-7-7½-8-7-7½ cm tussen elk.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt heen en weer gebreid met rondbreinaald, van boven naar beneden. De mouwen worden in de rondte gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop.

VEST:
PAS:
Zet 153-158-163-171-178-183 steken op (inclusief 5 voorbiessteken aan elke kant) met rondbreinaald 2.5 mm en Safran. Brei 2 RIBBELS – lees beschrijving hierboven. Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei dan 2 naalden tricotsteek met 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor, terwijl u TEGELIJKERTIJD 0-5-0-2-5-10 steken verdeeld meerdert op de eerste naald – lees TIP VOOR HET MEERDEREN en DENK OM HET KNOOPSGATEN = 153-163-163-173-183-193 steken. Brei nu in patroon als volgt: Brei 5 voorbiessteken in ribbelsteek, A.1 (= 12 steken), A.2 (= 10 steken) in totaal 13-14-14-15-16-17 keer, A.3 (= 1 steek), 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga zo verder heen en weer gebreid. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 tot A.3 klaar zijn, zijn er 321-343-343-365-387-409 steken op de naald. Het werk meet ongeveer 14 cm vanaf de opzetrand. Brei nu in patroon in de verschillende maten als volgt:

Maten S, XL en XXXL:
De volgende naald wordt als volgt gebreid: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, 2 steken in tricotsteek, A.5 over de volgende 22 steken, A.4 over de volgende 88-110-132 steken (= 4-5-6 herhalingen in de breedte). Brei A.4B (= 11 steken), A.5 over de volgende 66 steken (= 3 herhalingen), brei de laatste 11 steken in A.4, A.4 over de volgende 88-110-132 steken (= 4-5-6 herhalingen in de breedte), A.5 over de volgende 22 steken, 1 steek in tricotsteek, 5 voorbiessteken in ribbelsteek.

Ga zo verder heen en weer gebreid. Als A.5 klaar is, brei dan A.6 over elke herhaling van A.5; dus brei een herhaling van A.6 naast elke voorbies (+ 1 of 2 steken in tricotsteek) en 3 herhalingen van A.6 midden achter. Als A.4 klaar is zijn er 341-441-511 steken op de naald. Ga verder met tricotsteek, A.6 (+ 1 of 2 steken tricotsteek) en 5 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor tot het werk 15-21-25 cm meet.

Maten M, L en XXL:
De volgende naald wordt als volgt gebreid: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, 2 steken in tricotsteek, A.5 over de volgende 22 steken, A.4 over de volgende 110-110-132 steken (= 5-5-6 herhalingen in de breedte), brei A.5 over de volgende 66 steken (= 3 herhalingen), A.4 over de volgende 110-110-132 steken (= 5-5-6 herhalingen in de breedte), A.5 over de volgende 22 steken, 1 steek in tricotsteek, 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga zo verder heen en weer gebreid. Als A.5 klaar is, brei dan A.6 over elke herhaling van A.5; dus brei een herhaling van A.6 naast elke voorbies (+ 1 of 2 steken in tricotsteek) en er zijn 3 herhalingen van A.6 midden achter. Als A.4 klaar is, zijn er 373-413-469 steken op de naald. Ga verder met tricotsteek, A.6 (+ 1 of 2 steken in tricotsteek) en 5 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor tot het werk 17-19-23 cm meet.

Alle maten:
De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: Brei in patroon zoals hiervoor over de eerste 31 steken, brei de volgende 104-120-140-154-168-189 steken recht en meerder tegelijkertijd 5-5-5-5-11-13 steken verdeeld, brei in patroon zoals hiervoor over de volgende 72 steken, brei de volgende 104-120-140-154-168-189 steken recht en meerder tegelijkertijd 5-5-5-5-11-13 steken verdeeld, brei in patroon zoals hiervoor over de overgebleven 30 steken = 351-383-423-451-491-537 steken. Keer het werk en brei de laatste naald op de pas als volgt (aan de verkeerde kant): Brei in patroon zoals hiervoor over de eerste 54-59-64-69-75-82 steken, plaats de volgende 72-79-89-93-101-110 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 8-8-10-10-12-12 nieuwe steken op de naald, brei in patroon zoals hiervoor over de volgende 99-107-117-127-139-153 steken, plaats de volgende 72-79-89-93-101-110 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 8-8-10-10-12-12 nieuwe steken op de naald, brei in patroon zoals hiervoor over de overgebleven 54-59-64-69-75-82 steken.

LIJF:
= 223-241-265-285-313-341 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 8-8-10-10-12-12 nieuw opgezette steken onder de mouwen aan elke kant (= 4-4-5-5-6-6 nieuwe steken aan elke kant van de markeerdraad). Ga verder heen en weer gebreid met A.6, tricotsteek en 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor zoals hiervoor. LET OP: U breit 2 steken in tricotsteek tussen de eerste 5 voorbiessteken en A.6 op het begin van de naald (aan de goede kant gezien) en 1 steek tricotsteek tussen A.6 en de laatste 5 voorbiessteken aan het einde van de naald (aan de goede kant gezien). Als het werk 4 cm meet, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraden aan elke kant – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2 cm in totaal 5 keer = 203-221-245-265-293-321 steken. Als het werk 17 cm meet – pas zo aan dat u eindigt na een hele herhaal van A.6 in de hoogte (er is nu 6 cm over tot de gewenste lengte), ga verder met tricotsteek en 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant. Als het werk 22 cm meet ga dan verder met rondbreinaald 2.5 mm en brei 2 ribbels over alle steken. Kant af, maar om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u een omslag maken na elke 6e steek. Kant de omslagen af als normale steken.

MOUW:
Plaats de 72-79-89-93-101-110 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk terug op breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald 3 mm en neem 1 steek op in elk van de 8-8-10-10-12-12 nieuw opgezette steken onder de mouw = 80-87-99-103-113-122 steken. Brei in tricotsteek in de rondte voor 3 cm. Minder nu steken op het midden van de bovenkant van de mouw als volgt: Brei de eerste 30-33-35-37-41-45 steken, 2 recht en 2 steken samen over de volgende 20-20-28-28-30-32 steken (= 10-10-14-14-15-16 steken geminderd), brei de volgende 30-34-36-38-42-45 steken = 70-77-85-89-98-106 steken. Brei 2 naalden tricotsteek. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm en brei 3 ribbels. Kant af. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de knopen op de linker voorbies.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken. Brei op de volgende naald (aan de verkeerde kant) de omslag averecht – zodat er een gaatje ontstaat
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken. Brei op de volgende naald (aan de verkeerde kant) de omslag gedraaid averecht om een gaatje te voorkomen
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = 1 steek recht afhalen, 2 recht samen en haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 199-41

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (44)

country flag Queron wrote:

Je ne comprends pas comment faire après avoir terminé A1 et A2, il est très compliqué les explications ne sont pas clairs qu est ce que veut dire A5 au dessus des 22 mailles. A4 au dessus des 110 mailles suivantes

07.05.2021 - 17:10

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Queron, vous tricotez d'abord A.1- A.3 (en répétant A.2 entre A.1 et A.3) puis tricotez les diagrammes suivants ainsi (taille M par ex): 5 m point mousse, 2 m jersey, A.5 (= 22 m), 5 x A.4 (= 110 m), 3 x A.5 (= 66m ), 5 x A.4 (= 110m), 1 x A.5 (= 22 m), 1 m jersey, 5 m point mousse = 5+2+22+110+66+110+22+1+5= 343 m. Bon tricot!

10.05.2021 - 10:34

country flag Tabea Kaufmann wrote:

Hallo ich hätte eine Frage zu dem Strickmuster. Ich bin mit der Passé fertig und gerade in der Rückreihe, in der 72 Maschen für die Ärmel stillgelegt werden sollen. Mir ist nun nicht ganz klar an welcher Stelle 8 Maschen zugenommen werden sollen. Wie macht man das?

02.03.2021 - 19:32

DROPS Design answered:

Liebe Frau Kaufamann, dieses Video zeigt, wie man diese Maschen anschlägt, und auch in dieser Lektion sehen Sie, ab Bild 10, wie man die Maschen für die Ärmel stilllegt und wie man weiter strickt. Viel Spaß beim stricken!

03.03.2021 - 06:58

country flag Greetje Van Der Zee wrote:

Ik begrijp het stuk na de pas niet, wel het patroon maar er staat bij maat S dat het gebreid moet worden tot het werk 15 cm meet. 15 cm vanaf waar? De pas was 14 cm, moet ik dit stuk na de pas dan twee keer breien?

19.05.2020 - 21:46

DROPS Design answered:

Dag Greetje,

Nee, je breit de pas niet 2 keer , maar je breit tot de pas 15 cm meet vanaf de opzetnaald in maat S.

22.05.2020 - 10:00

country flag Marijke wrote:

Bij patroon A6 midden maak je 6 gaatjes door een omslag, dan heb je dus 12 steken(en minder je aan elke zijkant 2x3 steken) de volgende rij van 6 gaatjes kan je dan niet breien door om en om een omslag te maken omdat de voorgaande 6 steken er 12 zijn geworden. doe ik iets verkeerd ?

16.04.2020 - 08:34

country flag Grethe wrote:

Hej igen. Jeg har fundet ud af det. Jeg har gjort klar til ærmerne og den bliver rigtig flot. Passer godt til sommerkjolen. :-)

13.04.2020 - 09:20

country flag Grethe wrote:

Som nævnt, skal jeg i gang med mønster A6. Er det sådan her det skal strikkes: 5 kantm., 2 m. glatstrik, A6, A4, A6, A6, A6, A4, A6, 1 m. glatstrik, 5 kantm.

03.04.2020 - 15:41

country flag Grethe wrote:

Hej Jeg skal nu igang med mønster A6, hvor der skal strikkes en rapport på hver side af forkanten( + 1 eller 2 masker glatstrik)? hvor mange masker glatstrik skal jeg strikke i en str. M? 1 eller 2?

01.04.2020 - 15:49

DROPS Design answered:

Hej Så fint att du fant ut av det :)

16.04.2020 - 09:02

country flag Ann Veronica Marshall wrote:

Thanks for nothing !

30.03.2020 - 15:42

country flag Ann Veronica Marshall wrote:

Looking forward to knitting this pattern and it is useless . Have finished the yoke and from the start it was 2 stitches less for the medium size than was required . Now cannot continue as breaking for the next pattern just doesn’t have the required number of stitches . Please advise I would dearly love to complete this pattern for my daughter s birthday .

30.03.2020 - 15:40

DROPS Design answered:

Dear Mrs Marshall, not sure how to help you, the number of stitches in M is working: you work the 163 sts as follows: 5 front band sts, 12 sts (A.1), 140 sts (= 14 x 10 sts of A.2), 1 stitch (A.3), 5 front band sts = 5+12+140+1+5=163 sts and when diagrams are done, you have: 5 front band sts, 24 sts (A.1), 308 sts (14 x 22 sts in A.2), 1 (A.3), 5 front band sts = 5+24+308+1+5= 343 sts. Happy knitting!

30.03.2020 - 17:03

country flag Lone Bugge wrote:

Det ville være dejligt hvis modellen også kunne ses bagpå. Jeg er i tvivl om, der skal strikkes A6 mønster på ryggen i afsnittet : Ryg og forstykke. Eller er det kun på forstykkerne.

17.07.2019 - 23:14

DROPS Design answered:

Hei Lone. Vi har dessverre ingen bilder av ryggen av denne modellen, men i oppsrkiften står det: ......der strikkes 3 rapporter A.6 midt bag på ryggen. God Fornøyelse!

23.09.2019 - 08:18