DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 0.85 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.65€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Awakening Spring

Gebreide trui met raglan in DROPS Paris. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met kantpatroon. Maat: S - XXXL

DROPS 202-32
DROPS design: Patroon w-760
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL – XXXL

MATERIAAL:
DROPS PARIS van garnstudio (behoort tot garengroep C)
450-500-550-600-650-700 g kleur 27, perzik

STEKENVERHOUDING:
17 steken in de breedte en 22 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 mm
DROPS RONDBREINAALD 5 mm : Lengte 40 en 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 mm – voor de boordsteek
DROPS RONDBREINAALD 4 mm : Lengte 40 en 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 0.85 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.65€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4. Kies het telpatroon voor uw maat.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er geminderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 92 steken) en deel deze door het aantal te maken minderingen (dus 6) = 15.3.
In dit voorbeeld mindert u door ongeveer iedere 14e en 15e steek recht samen te breien.

TIP VOOR HET MINDEREN-2 (geldt voor de mouwen):
Minder 1 steek op elke kant van A.4 als volgt: Brei tot er 2 steken over zijn voor A.4 en brei 2 recht samen, brei A.4, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (geldt voor de zijkanten van het lijf):
Meerder 1 steek op elke kant van A.4 door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 170 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 34) = 5.
In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na iedere 5e steek. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

RAGLAN:
Meerder 1 steek aan elke kant van de 2 steken recht in iedere overgang tussen het voor-/achterpand en de mouwen (= 8 steken gemeerderd op de naald). Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steek in tricotsteek op de mouwen en brei in patroon op het voor- en achterpand.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald, van boven naar beneden.

HALSRAND:
Zet 92-96-104-108-116-120 steken op rondbreinaald 4 mm met Paris. Brei 1 naald recht. Brei dan boordsteek (= 2 recht/2 averecht) voor 2½ cm. Brei 1 naald recht en minder 6-10-10-14-14-18 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MINDEREN-1 (verdeeld) = 86-86-94-94-102-102 steken. Brei 1 naald recht.

PAS:
Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei PATROON - lees uitleg hierboven, als volgt (de naald begint midden achter): * A.1 over de eerste/volgende 10 steken, A.2 – kies het telpatroon voor uw maat over de volgende 5-5-7-7-9-9 steken, maak 1 omslag, 1 recht, voeg hier een markeerdraad in (= helft van het achterpand/voorpand), 1 recht, maak 1 omslag, 8 recht, maak 1 omslag, 1 recht, voeg hier een markeerdraad in (= mouw), 1 recht, maak 1 omslag, A.3 – kies het telpatroon voor uw maat over de volgende 6-6-8-8-10-10 steken, A.1 over de volgende 10 steken (= helft voor-/achterpand) *, brei van *-* 1 keer op de naald.
Er zijn 8 steken gemeerderd voor de RAGLAN - lees uitleg hierboven. Ga zo verder in patroon in de rondte en meerder om de naald 18-22-23-26-28-30 keer in totaal = 230-262-278-302-326-342 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING. Als de telpatronen in de hoogte zijn gebreid, ga dan verder in patroon op dezelfde manier. Dus brei volgens A.2/A.3 richting de raglanlijn op het voorpand en het achterpand, en er is nu ruimte voor nog 2 herhalingen van A.1 tussen A.2 en A.3 op het voorpand en het achterpand. Ga verder met de mouwen in tricotsteek. Als alle meerderingen voor de raglan klaar zijn, meet het werk ongeveer 21-23-25-27-29-31 cm vanaf de opzetrand en naar beneden midden voor.
LET OP: Brei een aantal steken (= 1-1-0-1-1-3 steken) op de mouwen op de naald voor het lijf, zodat de overgang tussen het lijf en de mouwen niet meer op de markeerdraden zijn.
Brei de eerste 35-39-41-45-49-53 steken (= helft van het achterpand), zet de volgende 44-52-56-60-64-64 steken op een hulpdraad (= mouw), zet 10-10-12-12-14-16 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei de volgende 71-79-83-91-99-107 steken (= voorpand), zet de volgende 44-52-56-60-64-64 steken op een hulpdraad (= mouw), zet 10-10-12-12-14-16 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei de overgebleven 36-40-42-46-50-54 steken (= helft van het achterpand). MEET NU HET WERK VANAF HIER!

LIJF:
= 162-178-190-206-226-246 steken. Brei A.4 (= 8 steken) over de middelste 8 steken onder de mouwen, en brei zoveel herhalingen van het kantpatroon als er passen richting elke zijkant (het patroon moet doorlopen vanaf de pas!), brei de overgebleven steken in tricotsteek.
Meerder bij een hoogte van 4 cm, 1 steek op elke kant van A.4 aan elke kant - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Meerder zo iedere 6 cm 2 keer in totaal in alle maten = 170-186-198-214-234-254 steken. Ga verder tot het werk 21 cm meet (pas aan op het einde na een kantpatroon in de hoogte + een aantal naalden in tricotsteek). Meerder nu 34-38-42-46-46-50 steken verdeeld – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 = 204-224-240-260-280-304 steken. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei 3 cm boordsteek (2 recht/2 averecht). Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht. Zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak is. Gebruik een naald in een maat groter bij het afkanten. De trui meet ongeveer 48-50-52-54-56-58 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Zet de 44-52-56-60-64-64 steken van de hulpdraad aan de ene kant terug op een korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 5 mm. Neem daarnaast 1 steek op in elk van de 10-10-12-12-14-16 steken onder de mouw = 54-62-68-72-78-80 steken. Ga verder in de rondte met tricotsteek en brei A.4 over de middelste 8 steken onder de mouw. Minder bij een hoogte van 4 cm, 2 steken onder de mouwen - lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder in de verschillende maten als volgt:
Maat S: Minder zo iedere 3 cm 5 keer en iedere 4 cm 4 keer (= 9 minderingen in totaal).
Maat M: Minder zo iedere 2 cm 6 keer en iedere 3 cm 6 keer (= 12 minderingen in totaal).
Maat L: Minder zo iedere 2 cm 14 keer in totaal.
Maat XL: Minder zo iedere cm 8 keer en iedere 2 cm 8 keer (= 16 minderingen in totaal).
Maat XXL: Minder zo iedere cm 9 keer en iedere 2 cm 9 keer (= 18 keer in totaal).
Maat XXXL: Minder zo iedere cm 10 keer en iedere 2 cm 8 keer (= 18 minderingen in totaal).
Als alle minderingen op de mouw klaar zijn, zijn er 36-38-40-40-42-44 steken op de naald. Ga verder tot de mouw 38-37-35-34-32-30 cm meet (minder voor de grotere maten vanwege een langere pas).
Meerder nu 8-6-8-8-10-8 steken verdeeld – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-2 = 44-44-48-48-52-52 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm. Brei 4 cm boordsteek (2 recht/2 averecht). Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht. Zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak is. Gebruik een grotere naald bij het afkanten. De mouw meet ongeveer 42-41-39-38-36-34 cm. Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 14.07.2021
PAS:... De zin "Brei de volgende naald aan de verkeerde kant als volgt" is verwijderd.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = 2 recht samen
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 202-32

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (13)

country flag Dorte Christensen wrote:

Hej det er den vanskeligste opskrift jeg har fulgt at det skifter mellem A2/og A 3 og tilsodst A1 og at du skriver halve for og bagstykke når man kun er nået til raglanærmerrene . Jeg giver op. Kh Dorte

17.05.2022 - 14:23

country flag Anna wrote:

Czy kropki wyrabiane są na przodzie i tyle? Nie widać tyłu bluzki.

21.02.2022 - 22:47

DROPS Design answered:

Witaj Aniu, ażurowe kropki są zarówno na przodzie jak i na tyle. Oczywiście jeśli chcesz możesz je wykonać tylko na przodzie. Pozdrawiamy!

22.02.2022 - 08:45

country flag Clàudia wrote:

En concreto, esto no tiene sentido: RAGLÁN:Aumentar 1 punto a cada lado de 2 puntos derechos en cada transición entre la pieza del frente/espalda y las mangas (= 8 puntos aumentados en la vuelta). No entiendo dónde aumentar. ¿Tengo que seguir el esquema entre * * de A.1 + A. 2 etc.?

08.10.2021 - 13:29

DROPS Design answered:

Hola Clàudia, A.1, A.2 y A.3 se trabajan como se indica en los diagramas, los aumentos se trabajan aparte. Los puntos de derecho a cada lado del marcapuntos no entran en los diagramas, van aparte. Hay que aumentar 1 punto antes de los puntos de derecho y después de ellos, por lo que al aumentar en las 4 transiciones se aumentan 8 puntos.

10.10.2021 - 23:13

country flag Clàudia wrote:

Hola, llegados a este punto no entiendo cómo continuar: Se ha aumentado 8 puntos para el RAGLÁN – leer explicación arriba. Continuar el patrón en redondo así y aumentar a cada 2 vueltas ¿Dónde tengo que aumentar y cómo? No entiendo, si se aumenta cada dos vueltas, ¿ tengo que tejer todo del derecho y a la siguiente aumentar?

08.10.2021 - 11:26

country flag Désirée Delsing wrote:

När oket är klart står det att jag ska sticka från avigsidan. Varför ska jag sticka från avigsidan och hur ska jag bära mig åt för att göra detta?

12.07.2021 - 21:10

DROPS Design answered:

Hej Desiree, det stemmer, det behøver du ikke gøre. Vi har taget bort det fra mönsteret. God fornøjelse!

14.07.2021 - 09:37

country flag Kristin Bergmann wrote:

Hvor mange masker skal det være på bærestykke mellom raglan fra A2? Skjønner ikkevoppskriften

17.03.2020 - 20:18

DROPS Design answered:

Hej Kristin, Du starter midt bagpå med 10 masker inden det antal masker du skal strikke i din størrelse i A.2. Det vil sige at du da får 20 masker imellem A2 både foran og bagpå. God fornøjelse!

19.03.2020 - 14:19

country flag Christa wrote:

Ich möchte den Pulli in M stricken. Welches Diagramm wähle ich für das Lochmuster, nachdem ich die 1. R. des Musters wie angegeben gestrickt habe (mit Markierung etc.)? A2 mit 5 M. oder A3 mit 6 M.? Und welche Rolle spielt dann A1? Danke!

08.12.2019 - 16:14

DROPS Design answered:

Liebe Christa, A.1 ist dasselbe für alle Grösse, A.2 und A.3 sollen Sie wählen je nach Ihre Grösse, dh S- M gilt für beide ersten Größen. A.1 = Lochmuster zwische A.2 und A.3 ; A.2 und A.3 = Lochmuster mit der Zunahmen für Raglan (= wie man diese Zunahmen strickt im Lochmuster). Viel Spaß bei stricken!

09.12.2019 - 09:31

country flag Francesca wrote:

Scusate, era rimasta la mia domanda nel modulo preposto e pensavo che non avesse funzionato l’invio. Se vi è possibile e per non appesantire la navigazione degli altri utenti con messaggi inutili, potreste rimuovere sia questa richiesta che il messaggio doppio che ho inviato? Grazie mille!

25.09.2019 - 16:34

country flag Francesca wrote:

Salve, sto lavorando la taglia M di questo graziosissimo golf, ma temo che ci sia un errore nella parte finale della descrizione dello sprone. Infatti io non ho 43 maglie nella prima parte del dietro, bensì 39; e il totale con le 79 maglie del davanti + le 40 dell’altra metà dietro più le 20 dei due sottomanica dà un totale di 178, come da voi indicato nella spiegazione relativa al corpo. Quindi credo che siano sbagliate le indicazioni del numero di maglie della prima parte del dietro

25.09.2019 - 16:28

country flag Francesca wrote:

Salve, sto lavorando la taglia M di questo graziosissimo golf, ma temo che ci sia un errore nella parte finale della descrizione dello sprone. Infatti io non ho 43 maglie nella prima parte del dietro, bensì 39; e il totale con le 79 maglie del davanti + le 40 dell’altra metà dietro più le 20 dei due sottomanica dà un totale di 178, come da voi indicato nella spiegazione relativa al corpo. Quindi credo che siano sbagliate le indicazioni del numero di maglie della prima parte del dietro

22.09.2019 - 19:09

DROPS Design answered:

Buongiorno Francesca. Abbiamo corretto il numero delle maglie nella parte da lei indicata. Per la taglia M, le maglie sono 39. La ringraziamo per la segnalazione. Buon lavoro!

22.09.2019 - 22:30