DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.25 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Birch Woods

Gebreide trui met ronde pas in DROPS Air. Het werk wordt gebreid met kantpatroon. Maat: S - XXXL

DROPS 202-11
DROPS design: Patroon ai-176
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS AIR van garnstudio (behoort tot garengroep C)
300-300-350-350-400-450 g kleur 02, tarwe

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 20 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.
16 steken in de breedte en 23 naalden in de hoogte met kantpatroon = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5.5 mm
DROPS RONDBREINAALD 5.5 mm, lengte 40 en 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 mm
DROPS RONDBREINAALD 5 mm: lengte 40 en 80 cm voor de randen in ribbelsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.25 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.5. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.4 en A.5).

TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de mouwen):
Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, 1 omslag, 2 recht (markeerdraad is in het midden van deze 2 steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek/patroon.

TIP VOOR HET MINDEREN (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er geminderd moet worden, gebruik het totaal aantal steken op de naald (dus 238 steken) en deel deze door het aantal te maken minderingen (dus 38) = 6,3.
In dit voorbeeld mindert u door afwisselend ongeveer iedere 5e en 6e steek samen te breien.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei in de rondte op de rondbreinaald vanaf midden achter, brei van onder naar boven tot de armsgaten. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald, van onder naar boven. Breng dan het lijf en de mouwen samen en eindig de pas in de rondte.

LIJF:
Zet 160-170-190-200-220-240 steken op rondbreinaald 5 mm met Air. Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven. Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm en brei dan als volgt: Brei A.2 over alle steken (= 16-17-19-20-22-24 herhalingen van 10 steken). Ga verder tot A.2 in de hoogte is gebreid. Brei dan in tricotsteek tot het werk 12-12-13-14-13-13 cm meet (of tot de gewenste afmetingen - pas de lengte van het kledingstuk hier naar wens aan) - DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei de volgende naald als volgt: Brei A.4 over alle steken (= 16-17-19-20-22-24 herhalingen van 10 steken). Ga verder met dit patroon tot A.4 in de hoogte is gebreid.
Herhaal A.4 1 keer in de hoogte, maar brei de laatste naald als volgt: Brei 37-39-43-46-50-54 steken zoals hiervoor (= helft van het achterpand), kant de volgende 6-6-8-8-10-12 steken af voor het armsgat, brei 74-80-88-92-100-108 steken zoals hiervoor (= voorpand), kant de volgende 6-6-8-8-10-12 steken af voor het armsgat en brei de laatste 37-39-43-46-50-54 steken zoals hiervoor (= helft van het achterpand) = 148-158-174-184-200-216 steken. Het werk meet ongeveer 32-32-33-34-35-35 cm. Leg het werk terzijde en brei de mouwen.

MOUW:
Zet 31-33-35-37-39-41 steken op breinaalden zonder knop maat 5 mm met Air. Brei 2 ribbels. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald en neem de markeerdraad mee in de hoogte tijdens het breien. Gebruik de markeerdraad later bij het meerderen midden onder de mouw. Brei verder met breinaalden zonder knop/rondbreinaald 5.5 mm.
Brei de volgende naald als volgt: Brei 0-1-2-3-4-0 recht, A.1 over de volgende 10 steken, herhaal A.2 tot er 1-2-3-4-5-1 steken over zijn op de naald (= 2-2-2-2-2-3 herhalingen van 10 steken), A.3 over volgende steek, eindig met 0-1-2-3-4-0 recht. Ga verder tot A.1 tot A.3 in de hoogte zijn gebreid. Brei dan in tricotsteek - DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Meerder bij een hoogte van 7-7-8-7-9-8 cm, 1 steek aan elke kant van markeerdraad midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere 3½-2½-2-2-1½-1½ cm 10-12-14-15-16-16 keer in totaal = 51-57-63-67-71-73 steken. Brei tegelijkertijd bij een hoogte van 21-19-19-18-16-14 cm (of de gewenste afmetingen - pas de mouwlengte hier naar wens aan), brei A.4 over alle steken – pas zo aan dat de steek met de ster in het midden op de bovenkant van de mouw zit, en pas het patroon naar elke kant toe aan. Dus als de meerderingen onder de mouw klaar zijn, brei dan als volgt: Brei 0-3-1-3-0-1 recht, A.4 (= 5-5-6-6-7-7 herhalingen van 10 steken) en 1-4-2-4-1-2 recht. Brei de steken die niet in het patroon passen in tricotsteek, en brei de gemeerderde steken in patroon A.4 (zorg ervoor dat u hetzelfde aantal minderingen en omslagen in het patroon heeft). Ga verder met dit patroon tot A.4 in de hoogte is gebreid. Herhaal A.4 1 keer in de hoogte, maar brei de laatste naald als volgt: Kant de eerste 3-3-4-4-5-6 steken af voor het armsgat, brei 45-51-55-59-61-61 steken zoals hiervoor en kant de laatste 3-3-4-4-5-6 steken af voor het armsgat = 45-51-55-59-61-61 steken. Het werk meet ongeveer 41-39-39-38-38-36 cm (minder voor de grotere maten vanwege een langere pas). Leg het werk terzijde en brei de andere mouw op dezelfde manier.

PAS:
Zet de mouwen op dezelfde rondbreinaald 5.5 mm als het lijf waar de armsgaten zijn afgekant = 238-260-284-302-322-338 steken. MEET NU HET WERK VANAF HIER!
Brei A.5 over alle steken – minder TEGELIJKERTIJD verdeeld op de naald gemarkeerd met een pijl in A.5 zoals uitgelegd hieronder:
PIJL-1: Minder 38-40-44-42-42-38 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MINDEREN = 200-220-240-260-280-300 steken.
(Brei nu A.5 20-22-24-26-28-30 keer in de breedte).
PIJL-2: Minder 40-50-50-50-40-40 steken verdeeld = 160-170-190-210-240-260 steken.
(Brei nu A.5 16-17-19-21-24-26 keer in de breedte).
PIJL-3: Minder 40-40-40-40-40-40 steken verdeeld = 120-130-150-170-200-220 steken.
(Brei nu A.5 12-13-15-17-20-22 keer in de breedte).
PIJL-4: Minder 28-30-42-30-40-40 steken verdeeld = 92-100-108-140-160-180 steken.
PIJL-5: Minder 16-20-18-28-42-30 steken verdeeld = 76-80-90-112-118-150 steken.

MAAT: XL-XXL:
PIJL-6: Minder 18-20 steken verdeeld = 94-98 steken.

MAAT XXXL:
PIJL-6: Minder 28 steken verdeeld = 122 steken.
PIJL-7: Minder 20 steken verdeeld = 102 steken.

ALLE MATEN:
Als A.5 helemaal is gebreid, meet de pas ongeveer 20-22-23-24-25-27 cm en zijn er 76-80-90-94-98-102 steken op de naald. Ga verder met rondbreinaald 5 mm en brei 2 ribbels. Kant dan losjes af maar zorg ervoor om een strakke afkantrand te voorkomen (neem een naald in een maat groter indien nodig).

AFWERKING:
Naai de opening onder de mouwen dicht.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken (= gaatje)
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald de omslag gedraaid (= GEEN gaatje)
symbols = 2 recht samen - LET OP: Op de naald met het zwarte vierkant verplaatst u het begin van de naald 1 steek naar links, dus zet de eerste steek op de rechter naald zonder deze te breien, brei dan de herhaling in de rondte. Brei de afgehaalde steek op de rechter naald in de laatste herhaling. Brei op de volgende naald alle steken en begin op de volgende naald weer zoals hiervoor
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = naald waar het begin van de naald verplaatst wordt
symbols = 2 averecht samen
symbols = 3 averecht samen - LET OP: Op de naald gemarkeerd met de zwarte vierkanten verplaatst u het begin van de naald 2 steken naar links, dus zet de eerste 2 steken op de rechter naald zonder ze te breien, brei dan de herhaling in de rondte. Brei de 2 afgehaalde steken op de rechter naald in de laatste herhaling. Brei op de volgende naald alle steken recht en op de naald daarna begint u de naald weer zoals hiervoor.
symbols = minderdnaald
symbols = middelste steek midden op de bovenkant van de mouw
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 202-11

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (25)

country flag R C Andersson wrote:

Hej, jeg har fundet løsningen= a.5 er 2x a.4 i højden, så se bare bort fra mit tidliger spørgsmål. God dag til jer. MVH

12.04.2023 - 10:05

DROPS Design answered:

Godt at høre :)

13.04.2023 - 11:22

country flag Cathie Castaneda wrote:

Hello! I am making pattern 202-11 for the second time & I just noticed something. Under the “Yoke” instructions it says to decrease 38 stitches on the A.5 stitch chart on Row 2. But then on A.5, Row 3 you increase 40 stitches. I’m confused because it just seems easier to increase just 2 stitches on Row 3. Let me know what you think. Thank you!!! I’m trying to happy knit haha.

11.10.2022 - 01:27

DROPS Design answered:

Dear Mrs Castaneda, the stitches increased on row 3 in A.5 will be decreased on row 11, since they belong to the pattern - decrease 38 sts on row with the arrow (row 2), then work pattern as shown in diagram (increasing 2 sts in each repeat then decreasing these 2 sts in each repeat) and continue decreasing evenly on each row with an arrow as explained in the written pattern. Happy knitting!

11.10.2022 - 08:04

country flag Cathie Castaneda wrote:

Hello again! I didn’t state my previous question good enough. The decreases I am wondering about are in the yoke section. I am supposed to decrease 38-40 stitches and I don’t know where to decrease them in the design of the lacework without it affecting the look of the lacework pattern. I see that the lacework sections decrease each time the decreases are made . I know how to calculate how to calculate how often to do the decreases

10.08.2022 - 17:57

DROPS Design answered:

Dear Mrs Castaneda, you have to decrease the stitches evenly on a same round - read more here. This means the pattern won't repeat in height exactly over each other as in the diagram but you will then have the correct number of stitches to repeat the diagrams in width. Happy knitting!

11.08.2022 - 10:35

country flag Cathie Castaneda wrote:

Hello! Regarding the yoke decreasing in pattern 202-11. I understand how to calculate how often to decrease the stitches. I’m not understanding how to decrease in the lacework charts A5. Decreasing in the charts doesn’t leave me enough stitches to do each repetition. I understand that the number of repetitions will be decreased, I just don’t get how to work A5 pattern with less stitches.

10.08.2022 - 09:24

DROPS Design answered:

Dear Mrs Castaneda, you should have enough stitches in each size to repeat A.5 as explained, please note that you should increase 2 sts in each A.5 before working the lace pattern (with the purled stitches), then decrease 2 sts in each A.5 on the last row of this section. Hope it can help, happy knitting!

10.08.2022 - 16:12

country flag Cathie Castaneda wrote:

Previous question correction haha! What is the vertical height of A4? And the vertical height of A5? And how many vertical times is the A4 section repeated on the body and the sleeves? Thank you!

06.08.2022 - 07:06

DROPS Design answered:

Dear Cathie, A.4 is repeated twice in the body and the sleeves vertically. Its length depends on the size: for size XXL A.4 is longer than for size S. For sizes S-XL it's 24 rows; for sizes XXL and XXXL it's 25 rows. Remember to work with the correct gauge so that you will have enough cm to reach the armhole with just 2 repeats of A.4. A.5 measures between 20 and 27 cm depending on the size (the number of rows to work will depend on the size you are working). Happy knitting!

07.08.2022 - 23:00

country flag Cathie Castaneda wrote:

Another question on pattern 202-11. What is the of A4 ? And A5?

06.08.2022 - 07:00

DROPS Design answered:

Dear Cathie, please see answer above.

07.08.2022 - 23:00

country flag Cathie Castaneda wrote:

202-11: In the body, it appears A4 is only worked twice (which equals approximately 12 1/2”) before combining the body with the sleeves. In the sleeve directions it states to work A4 three times on the sleeves before working the yoke & sleeve together. In the 202-11 photo there are 3 sections of A4 on the body (not 2), not 3 like the sleeves. Am I missing working a 3rd repitition of A4 on the body?

05.08.2022 - 22:10

DROPS Design answered:

Dear Cathie, you work A.4 twice in the sleeves and body (in the sleeves it says to work A.4 until finishing vertically and then repeat 1 more times = 2 in total). Remember that you start working A.4 in the body when the piece measures approx. 12 cm (in size S). One repeat is approx. 10 cm in vertical (24 rows for size S, for example), so 2 repeats are 20 cm approx. As you can see, the body up to the yoke measures 31 cm for size S (see measurements schematic below the pattern charts) so with 2 repeats of A.4 you have already reached the armhole. Happy knitting!

07.08.2022 - 23:00

country flag Cathie Castaneda wrote:

I have been trying to get the correct knitting gauge. I have had to knit this pattern with size 11 needles to get the gauge. which seems way too big. The gauge works out to 4 stitches per inch. I think 4 stitches per inch is too few stitches with using ‘C’ weight yarn. That gauge is more when using bulky weight yarn. Any answers? I’m wondering if there could be an error in the printing of the knitting gauge. Thank you!

22.07.2022 - 22:43

DROPS Design answered:

Hi Cathie, the pattern is correct. Please remember there is no correct needle size; everyone’s knitting is different. Needle size is only a suggestion! If you have too many stitches on 10 cm switch to larger needles. If you have too few stitches on 10 cm switch to smaller needles. For more information please see the lesson Drops HERE. Happy knitting!

24.07.2022 - 14:32

country flag Eva Skytte wrote:

Jeg skal gentage mønster diagram A4, men skal tage masker ud på 5 pind i diagrammet, hvis jeg gør det i gentagelsen, så bliver hver diagram på 12 masker i stedet for de 10 masker som diagrammet er på, det kommer jo ikke til at passe sammen, så hvad gør jeg , tager masker ud og strikker dem ret på hver side af diagrammet, eller skal jeg ikke tage ud, så diagram stadig passer i maskeantal

29.05.2021 - 23:38

DROPS Design answered:

Hei Eva. Du øker med 1 kast, slik det er beskrevet i diagrammet, du vil da på neste omgang ha 12 masker pr rapport av diagram A.4. De nye maskene strikkes som vist i diagrammet (vrang). Ved 13. omg (str. L+XL) minskes maskeantallet og du vil igjen ha 10 masker pr rapport. Bruk gjerne maskemarkører (tråd) mellom hver rapport, så får man en bedre oversikt. mvh DROPS design

31.05.2021 - 09:53

country flag HilaryHilary wrote:

Hi I have this pattern and bought 350g of Drops Big Merino group C yarn - to knit the large size. The tension is fine based on 17 x 22 on the yarn with 5mm needles and 16 x 20 on the pattern with 5.5. needles. However, I have already used up 2 balls and have barely started. Just a few rows past the bottom patterned piece. Is this weight correct? If I need to buy more I will need to do it soon to hopefully get the same dye lot.

26.01.2021 - 12:31

DROPS Design answered:

Dear HilaryHilary, both yarn have different meterages, you have to calculate the total amount of yarn required from the total meterage in Air and the meterage of Big Merino - use our yarn converter or read more here. So that in size L you need 350 g DROPS Air but 700 g DROPS Big Merino - 1 ball Air is approx. 150 m while 1 ball Big Merino is approx. 75 m. Happy knitting!

26.01.2021 - 14:47