My Wildflower

Gehaakt lang vest in DROPS Big Delight. Het werk wordt gehaakt met strepen en gehaakte vierkanten. Maat: S - XXXL

DROPS 201-28
DROPS design: Patroon db-100
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
S/M - L/XL - XXL/ XXXL

MATERIAAL:
DROPS BIG DELIGHT van garnstudio (behoort tot garengroep C)
400-500-600 g kleur 02, zomerheide
300-400-500 g kleur 13, grijs

STEKENVERHOUDING:
4 herhalingen van A.3b in de breedte en 7 toeren van A.3b in de hoogte = 10 x 10 cm.
1 gehaakt vierkant meet 16 x 16 cm.

HAAKNAALD:
DROPS Haaknaald 5 mm
De haaknaald is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm haak dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm haak dan verder met een kleinere haaknaald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4.

HAAKTIP:
Als u driedubbele stokjes haakt op het begin van de toer, haak dan 5 lossen in plaats van 3 lossen op het begin van de toer.

STREPEN-1:
* Haak 1 toer met grijs, 1 toer met zomerheide *, haak van *-*.

STREPEN-2:
Toer aan de goede kant (3 stokjes + 1 losse): zomerheide.
Toer op de verkeerde kant (1 stokje + 4 lossen): grijs.

WISSELEN VAN KLEUR:
Als u telpatronen A.1 en A.2 haakt, haakt u strepen in de rondte, om en om in elke kleur. Om te voorkomen dat u de draad af moet knippen na iedere toer, kunt u de draad waar u op dat moment niet mee haakt laten zitten tot de volgende toer.
Als u strepen heen en weer haakt moet u de draad steeds afhechten en opnieuw aanhechten na iedere toer.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

VEST - KORTE SAMENVATTING VAN DE KLEDINGSTUK:
Haak eerst 12 vierkanten in totaal. Voor de voorpanden haakt u 4 vierkant samen tot een lange strip. Voor het achterpand haakt u 4 vierkanten samen tot een vierkant, haak dan naar beneden over het lijf en naar boven richting de schouders. Als de voor- en achterpanden klaar zijn, naai dan de schouder samen voordat u naar buiten toe haakt aan elke kant voor het lijf en de mouwen. Haak dan de kraag en de voorbies.

GEHAAKTE VIERKANTEN:
Haak 4 lossen met grijs op haaknaald 5 mm en vorm een ring met een halve vaste in de eerste losse. Haak nu STREPEN-1 - zie uitleg hierboven, en A.1 4 keer in totaal op de toer (A.2 laat zien hoe de toer begint en eindigt). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 en A.2 in de hoogte zijn gehaakt, meet het vierkant ongeveer 16 x 16 cm. Haak 12 gehaakte vierkanten in totaal.

VIERKANT AFWERKING:
Achterpand: Haak 4 gehaakte vierkanten samen tot een groot vierkant - zie afbeelding met zwarte punt. Plaats 2 gehaakte vierkanten met de goede kanten tegen elkaar en haak samen op de verkeerde kant door beide lagen met grijs als volgt: Hecht de draad aan met 1 vaste in de steek in de hoek, 2 lossen, 1 vaste om de volgende lossenlus, * 4 lossen, 1 vaste om de volgende lossenlus *, haak van *-* 5 keer in totaal, 2 lossen, 1 vaste in de steek in de hoek. 2 van de gehaakte vierkanten zijn nu samengehaakt. Haak de andere 2 samen op dezelfde manier. Haak nu de vierkanten samen zodat er 2 vierkanten in de breedte zijn en 2 vierkanten in de hoogte: Hecht de draad aan met 1 vaste in de steek in de hoek, 2 lossen, 1 vaste om de volgende lossenlus, * 4 lossen, 1 vaste om de volgende lossenlus *, haak van *-* 5 keer in totaal, 4 lossen, 1 vaste op het volgende gehaakte vierkant, * 4 lossen, 1 vaste om de volgende lossenlus *, haak van *-* 5 keer in totaal, 2 lossen, 1 vaste in de steek in de hoek.
Rechter en linker voorpand: Haak 4 gehaakte vierkanten tot een strip om 4 x 1 gehaakte vierkanten te krijgen - zie afbeelding met kruis. Plaats 2 gehaakte vierkanten met de goede kanten tegen elkaar en haak samen op de verkeerde kant door beide lagen met grijs als volgt: Hecht de draad aan met 1 vaste in de steek in de hoek, 2 lossen, 1 vaste om de volgende lossenlus, * 4 lossen, 1 vaste om de volgende lossenlus *, haak van *-* 5 keer in totaal, 2 lossen, 1 vaste in de steek in de hoek. 2 van de gehaakte vierkanten zijn nu samengehaakt. Haak de andere gehaakte vierkanten samen tot een lange strip van 1 x 4 gehaakte vierkanten. Haak het andere voorpand op dezelfde manier.

ACHTERPAND:
Haak het achterpand naar beneden als volgt:
Begin met zomerheide en aan de goede kant. Hecht de draad aan met 1 vaste in de hoek met de witte ster - zie tekening. Haak STREPEN-2 en patroon vanaf de eerste toer in A.3a tot A.3c als volgt: Haak A.3a om de eerste lossenlus, A.3b om elk van de volgende 11 lossenlussen, eindig met A.3c in de steek in de hoek. Ga verder heen en weer gehaakt en herhaal de 2 laatste toeren in A.3a - A.3c tot het werk 26 cm meet vanaf de gehaakte vierkanten – pas aan op het einde na een toer die overeenkomt met de 2e toer in A.3a - A.3c.
Haak nu de lossenlussen naar beneden over de zijkant van de toeren met A.3a op de verkeerde kant en met grijs als volgt: Haak * 3 lossen, sla ongeveer 2½ cm over, 1 vaste *, haak van *-* verdeeld tot er 10 lossenlussen zijn gehaakt over de zijkant op het achterpand tot het eerste gehaakte vierkant (met de witte ster). Knip het garen af en herhaal aan de andere kant.
Haak de schouder aan de tegenovergestelde kant van de 4 gehaakte vierkanten als volgt: Begin met zomerheide en aan de goede kant. Hecht de draad aan met 1 vaste in de hoek met de zwarte ster - zie tekening. Haak STREPEN-2 en patroon vanaf de eerste toer in A.3a - A.3c als volgt: Haak A.3a om de eerste lossenlus, haak A.3b om elk van de volgende 11 lossenlussen, eindig met A.3c in de hoek. Ga verder heen en weer gehaakt tot het hele telpatroon 1 keer in de hoogte is gehaakt. Haak nu de linkerschouder vanaf de 2e toer in de telpatronen als volgt: A.3c, A.3b 3 keer in totaal, A.3a. Keer het werk en haak de laatste toer aan de goede kant. Knip de draad af en haak de rechterschouder vanaf de 2e toer in de telpatronen als volgt: Sla 4 stokjesgroepen voor de hals over en hecht het garen (grijs) dan met 1 vaste om de volgende losse. Haak A.3c, A.3b 3 keer in totaal, A.3a. Keer het werk en haak de laatste toer aan de goede kant. Knip het garen af. Het achterpand is klaar.

RECHTER EN LINKER VOORPAND:
Haak nu 1 toer in de hoogte richting de schouder, over een vierkant aan het einde van de strip met 4 gehaakte vierkanten. Begin met zomerheide en haak aan de goede kant. Hecht de draad aan met 1 vaste in de hoek, haak A.3a om de eerste lossenlus, A.3b om elk van de volgende 5 lossenlussen, eindig met A.3c in de hoek. Knip en hecht het garen af. Haak het linker voorpand op dezelfde manier als op het rechter voorpand.

SCHOUDER AFWERKING:
Naai de schoudernaden dicht. Begin de naad op het buitenste einde van de schouder en naai richting de hals, een steek per keer.

RECHTER KANT EN MOUW:
Begin met zomerheide en aan de goede kant. Hecht de draad aan met een vaste in de hoek met de cirkel - zie tekening. Haak STREPEN-2 en patroon vanaf de eerste toer in A.3a - A.3c als volgt:
Haak A.3a om de eerste lossenlus, A.3b om elk van de volgende 9 lossenlussen, ga verder met A.3b om elke lossenlus over elk van de volgende 2 gehaakte vierkanten op het achterpand (= 12 herhalingen A.3b), haak 3 herhalingen A.3b verdeeld tot de schoudernaad en 1 herhaling A.3b in de laatste toer op het voorpand, ga verder met A.3b in iedere lossenlus over elk gehaakt vierkant op het voorpand (= 24 herhalingen A.3b), eindig met A.3c in de hoek op de onderkant van het voorpand. Er is nu 1 herhaling A.3a, 49 herhalingen A.3b en 1 herhaling A.3c langs de zijkant van het werk.
Als A.3a – A.3c helemaal zijn gehaakt in de hoogte, herhaal dan de laatste 2 toeren op dezelfde manier, maar op de 2e toer in de telpatronen haakt u de eerste 8 stokjes als driedubbele stokjes – lees HAAKTIP, haak de volgende 6 stokjes als dubbele stokjes, haak de volgende 22 stokjes als stokjes zoals hiervoor, haak de volgende 6 stokjes als dubbele stokjes, haak de laatste 8 stokjes als driedubbele stokjes (haak de 3e toer zoals te zien is in het telpatroon). Ga verder heen en weer gehaakt op dezelfde manier (dus: op toer 2 in het telpatroon haakt u driedubbele stokjes en dubbele stokjes aan het begin en einde van de toer zoals uitgelegd, en toer 3 wordt gehaakt zoals hiervoor) tot het werk 13-17-25 cm meet op de onderkant van het voor- en achterpand - pas aan op het einde na de 3e toer in het telpatroon. Knip het garen af.
Haak nu de mouw, begin op de verkeerde kant: Sla de eerste 15-15-14 stokjesgroepen over (= A.3a/A.3b). Hecht de draad (grijs) aan met 1 vaste om de volgende losse, haak 3 lossen, 1 stokje om dezelfde losse (= A.3c), A.3b 19 keer in totaal, A.3c. Keer het werk en haak de 3e toer terug aan de goede kant - ga verder met STREPEN-2 zoals hiervoor. Ga zo verder heen en weer gehaakt tot het werk ongeveer 48-50-52 cm meet vanaf de gehaakte vierkanten – pas aan op het einde na een toer aan de goede kant. Knip het garen af.

LINKERKANT EN MOUW:
Haak de linkerkant en de mouw op dezelfde manier als de rechter kant en de mouw maar begin aan de goede kant in de hoek op de onderkant van het voorpand in plaats van het achterpand - pas de afmetingen aan volgens de rechter kant en de mouw.

AFWERKING:
Vouw het vest zodat de goede kanten tegen elkaar aan zitten en haak door beide lagen op de verkeerde kant met zomerheide als volgt:
Begin op de onderkant van de mouw met een vaste, * haak 4 lossen, sla ongeveer 1 cm over, haak 1 vaste *, haak van *-* onder de mouw en naar beneden over de zijkant. Knip het garen af. Herhaal aan de andere kant.

RAND OP DE ONDERKANT VAN HET LIJF:
Begin aan de goede kant op de onderkant van het voorpand richting midden voor en haak met zomerheide als volgt:
Hecht de draad aan met 1 vaste in de steek in de hoek, haak A.3a om de eerste lossenlus, A.3b om elk van de volgende 5 lossenlussen, haak A.3b verdeeld 11-14-20 keer over het werk tot het deel op het achterpand dat naar beneden gehaakt is op de 4 gehaakte vierkanten op het achterpand, haak A.3b 12 keer in totaal zoals hiervoor over de volgende 12 herhalingen op het achterpand, haak A.3b 11-14-20 keer over de zijkant van het werk tot het gehaakte vierkant op het voorpand, haak A.3b 6 keer in totaal over het gehaakte vierkant en eindig met A.3c om de steken in de hoek. Er is nu 1 herhaling van A.3a, 45-51-63 herhalingen van A.3b en 1 herhaling van A.3c op de toer. Ga verder heen en weer gehaakt met de 2 laatste toeren in het telpatroon (ga verder met STREPEN-2 zoals hiervoor) tot de rand 4-8-12 cm meet vanaf de gehaakte vierkanten op het voorpand - pas aan op het einde na de laatste toer in de telpatronen. Knip het garen af.

KRAAG:
Haak de kraag heen en weer in 1 stuk vanaf het linker voorpand en naai aan de hals en het rechter voorpand als hij klaar is. Haak de hele kraag in zomerheide. Begin aan de goede kant met 1 vaste aan de binnenkant op de linkerschoudernaad (richting de hals) op het linker voorpand en haak vanaf de 2e toer in de telpatronen als volgt: A.4a, A.4b, A.4c (haak de 2e toer aan de goede kant en de 3e toer op de verkeerde kant). Ga zo verder heen en weer gehaakt en herhaal de laatste 2 toeren tot er 20 toeren in de hoogte zijn gehaakt. Haak dan de volgende tot de laatste toer in de telpatroon nog een keer. Knip het garen af. Naai de laatst gehaakte toer aan de rand op de bovenkant op het rechter voorpand en naai de kraag langs de achterkant van de hals (naai met kleine steken om een rommelige naad te voorkomen).

VOORBIES:
Begin aan de goede kant met zomerheide in de hoek op de onderkant van het voorpand. Haak 1 vaste om de onderste toer op de rand, haak 4 lossen, 3 stokjes om de volgende toer langs de rand (= A.3a), haak 0-1-2 herhalingen van A.3b verdeeld tot het eerst gehaakt vierkant, ga verder met A.3b om iedere lossenlus over elk van de 4 gehaakte vierkanten op het rechter voorpand (= 6 herhalingen A.3b over elk van de gehaakte vierkanten), ga verder met 1 herhaling van A.3b om iedere toer over de kraag (= 20 herhalingen), ga verder naar beneden over de linker voorbies op dezelfde manier als op de rechter voorbies. Als A.3a tot A.3b helemaal in de hoogte zijn gehaakt, is de voorbies klaar. Knip en hecht het garen af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 19.03.2019
Telpatroon A.4 is aangepast

Telpatroon

symbols = Begin hier - deze lossenring wordt uitgelegd in het patroon (4 lossen + 1 halve vaste in de eerste losse). Begin de eerste toer op de punt op de cirkel
symbols = 1 losse
symbols = 3 lossen
symbols = 4 lossen
symbols = 1 vaste om de lossenring/lossenlus
symbols = 1 half stokje om de lossenlus
symbols = 1 stokje om de lossenlus
symbols = 1 dubbel stokje om de lossenlus
symbols = haak 2 stokjes samen als volgt: * Maak 1 omslag, voeg de haaknaald in om de lossenlus, neem het garen op, maak 1 omslag en haal het garen door de 2 eerste lussen op de haaknaald *, herhaal van *-* 1 keer, maak 1 omslag en haal het garen door alle lussen op de haaknaald.
symbols = haak 3 dubbele stokjes samen als volgt: * Maak 2 omslagen, voeg de haaknaald in de steek, neem het garen op, maak 1 omslag en haal het garen door de eerste 2 lussen op de haaknaald, maak 1 omslag en haal het garen door de volgende 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* 2 keer, maak 1 omslag en haal het garen door alle lussen op de haaknaald.
symbols = haak 2 driedubbele stokjes samen als volgt: * Maak 3 omslagen, voeg de haaknaald in om de lossenlus, neem het garen op, maak 1 omslag en haal het garen door de eerste 2 lussen op de haaknaald, maak 1 omslag en haal het garen door de volgende 2 lussen op de haaknaald, maak een omslag en haal het garen door de volgende 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* een keer, maak 1 omslag en haal het garen door alle lussen op de haaknaald.
symbols = haak 2 vierdubbele stokjes samen als volgt: * Maak 4 omslagen, voeg de haaknaald in om de lossenlus, neem het garen op, maak 1 omslag en haal het garen door de eerste 2 lussen op de haaknaald, maak 1 omslag en haal het garen door de volgende 2 lussen op de haaknaald, maak 1 omslag en haal het garen door de volgende 2 lussen op de haaknaald, maak 1 omslag en haal het garen door de volgende 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* een keer, maak 1 omslag en haal het garen door alle lussen op de haaknaald.
symbols = toer begint met 1 losse (vervangt niet de eerste vaste) en eindigt met 1 halve vaste in de eerste vaste op het begin van de toer
symbols = toer begint met 1 losse (vervangt niet de eerste vaste) en eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste op het begin van de toer, haak dan halve vasten tot het midden van de eerste lossenruimte
symbols = toer begint met 1 losse (vervangt niet de eerste losse) en eindigt met 1 halve vaste in de eerste losse op het begin van de toer
symbols = toer begint met 3 lossen (vervangt het eerste stokje) en eindigt met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer, haak dan halve vasten tot het midden van de eerste lossenlus
symbols = toer begint met 3 lossen (vervangt het eerste stokje) en eindigt met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer
symbols = toer begint met 4 lossen (vervangt het eerste dubbele stokje) en eindigt met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer, haak dan halve vasten tot de eerste lossenlus
symbols = begin hier als u naar beneden haakt op het lijf op het achterpand
symbols = begin hier als u in de hoogte haakt richting de schouders op het achterpand
symbols = begin hier als de rechter kant en de mouw worden gehaakt
symbols = afbeelding laat zien hoe de 4 gehaakte vierkanten samengehaakt worden voor het achterpand
symbols = afbeelding laat zien hoe de 4 gehaakte vierkanten samengehaakt wordend voor de voorpanden
symbols = haakrichting
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 201-28

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (49)

country flag Sabine Liegl wrote:

Hallo zusammen, ich bin etwas unsicher bei den Seitenteilen.. Häkle ich einmal Reihe 1-3 und dann mehrmals Reihe 2- 3 mit Dreifachstäbchen an den entsprechenden Stellen? Ich bin etwas verwirrt. Danke!

30.11.2023 - 12:18

DROPS Design answered:

Liebe Frau Liegl, meinen Sie mit Diagram A.3? Dann ja man häkelt zuerst die 3 Reihen dann wird man nur die 2 letzten Reihen wiederholen., und gleichzeitig, bei der 2. Reihe (nicht bei der 3.) wird man die 8 ersten Maschen als Dreifachstäbchen (anstatt "normale" Stäbchen) häkeln, die anderen Maschen werden wie im Diagram gehäkelt. Viel Spaß beim häkeln!

30.11.2023 - 16:15

country flag Maria Alfonso wrote:

Hola, me encantaría hacer este patrón pero el hilo no está disponible. Me gustaría saber que hilos podria utilizar para que la gama de colores quede similar. Muchas gracias!

15.10.2023 - 23:20

DROPS Design answered:

Hola María Alfonso, podrías usar otro hilo del grupo C, pero no hay multicolores. Para usar hilos multicolores podrías usar 2 hilos de DROPS Fabel.

15.10.2023 - 23:41

country flag Alessandra wrote:

Nelle spiegazioni non vengono indicati tutti i colori utilizzati e in quale successione. E' possibie avere le spiegazioni anche di questo? grazie

19.11.2022 - 09:32

DROPS Design answered:

Buonasera Michela, il modello è lavorato con DROPS Big Delight, un filato che è variegato, quindi non ci sono gomitoli di colore diverso. Buon lavoro!

24.11.2022 - 20:04

country flag Marie Bäcke wrote:

Hej. Finns inte detta garn att köpa i dessa färger längre till denna kofta: DROPS BIG DELIGHT? Marie

01.08.2022 - 21:07

DROPS Design answered:

Hej Marie, nej desværre, men du kan hækle den i 1 tråd DROPS Delight eller DROPS Fabel sammen med 1 tråd DROPS Alpaca og få samme effekt :)

05.08.2022 - 09:01

country flag Macarena Domínguez Vinagre wrote:

Estoy teniendo mucha confusión con los cambios de colores

20.10.2021 - 06:36

country flag Madarena Domínguez Vinagre wrote:

Preguntó si es posible un tutorial video para la flor.

20.10.2021 - 06:34

DROPS Design answered:

Hola Madarena. Todos los vídeos que pueden ayudarte a realizar la labor se encuentran bajo el patrón. No realizamos vídeos personalizados.

20.10.2021 - 22:36

country flag Karen Hagen Liste wrote:

Oppskriften overfor (på nettet) mangler de første 4 symboler på diagramet for firkantene som er basisen for modellen. Kan dere være så snill å forteller meg hva de er og kanskje rette på oppskriften på nettet? Med vennlig hisen og takk for fine opskrifter. Karen

10.10.2021 - 16:44

DROPS Design answered:

Hei Karen. Litt usikker på hva du mener. Du starter med 4 luftmasker og hekler 1 kjedemaske i den 1. luftmasken. Se og les forklaringen til sirkelen med en sort prikk (første symbolet til diagrammene). Eller er det et annet diagram du mener, skriv gjerne hvilket diagram, så skal vi se på det. mvh DROPS Design

11.10.2021 - 13:10

country flag Alicja wrote:

Dostałam odpowiedź: "Witaj Alicjo, niekoniecznie. Możesz użyć po 2 moteczki każdego koloru, a później przesuwać nitkę z boku robótki, zobacz film TUTAJ. " Tutaj ta sytuacja nie może mieć miejsca, bo nitka kolor1 po przerobieniu pierwszego rzędu zawsze zostaje końcu (patrząc od prawej strony róbótki), a ja ja będę potrzebowała w 3 rzędzie na początku . Identycznie nitka kolor 2, zawsze kończę na początku (patrząc od prawej strony), a zaczynam na końcu.

22.09.2021 - 13:58

DROPS Design answered:

Witaj Alicjo, masz rację. Wykonujesz nieparzystą liczbę rzędów, więc niestety będzie trzeba odcinać nitki, a później je wrabiać. Pozdrawiamy!

22.09.2021 - 16:30

country flag Alicja wrote:

Robiąc paski 2, po każdym rzędzie muszę ciąć nitkę? Widzę, że zmiany koloru są co 1 rząd, nie wracam z kolorem na początek, nie ma więc chyba innego wyjścia?

22.09.2021 - 00:25

DROPS Design answered:

Witaj Alicjo, niekoniecznie. Możesz użyć po 2 moteczki każdego koloru, a później przesuwać nitkę z boku robótki, zobacz film TUTAJ. Pozdrawiamy!

22.09.2021 - 12:02

country flag Cristina wrote:

Tengo un cierto lío con las lanas propuestas. Hay dos colores el 02 y el 13, pero solo se especifica utilizar gris al Hacer los cuadros, lo que no casa con la fotografía. Que color ea para qué?

14.06.2021 - 14:43

DROPS Design answered:

Hola Cristina, en las explicaciones para el patrón, en el apartado Franjas-1 te dicen que se trabaja 1 vuelta con cada color. Cuando mencionan en el patrón trabajar en Franjas-1 quiere decir trabajar 1 vuelta de cada color.

27.06.2021 - 19:31