DROPS Sky
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 3.78 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 11.34€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Agnes Sweater

Gebreide trui voor kinderen in DROPS Sky. Het werk wordt gebreid van boven naar beneden met ronde pas, kantpatroon, tricotsteek en ribbelsteek. Maat 3-12 jaar.

DROPS Children 34-10
DROPS design: Patroon sk-003-bn
Garengroep B
----------------------------------------------------------

MAAT:
3/4 - 5/6 - 7/8 - 9/10 - 11/12 jaar
De maten staat gelijk aan ongeveer de hoogte van het kind in cm:
98/104 - 110/116 - 122/128 - 134/140 - 146/152

MATERIAAL:
DROPS SKY van garnstudio (behoort tot garengroep B)
150-150-200-200-200 g kleur 13, denimblauw

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 mm
DROPS RONDBREINAALD 4 mm, lengte 40 en 60 cm.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Sky
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 3.78 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 11.34€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Kies het telpatroon voor uw maat. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 72 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 17) = 4.2.
In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na iedere 4e steek. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid om een gaatje te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (geldt voor de zijkanten van het lijf):
Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad is in het midden van deze steken), 1 omslag = 2 steken gemeerderd. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 steken recht (de markeerdraad zit tussen deze steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek = 2 steken geminderd.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Verdeel het werk voor het lijf en de mouwen, brei het lijf in de rondte op de rondbreinaald. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald.

PAS:
Zet 76-80-80-84-84 steken op rondbreinaald 4 mm met Sky. Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven. Brei 1 naald recht en meerder 2-4-10-14-21 steken verdeeld op de naald - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN! = 78-84-90-98-105 steken.
Brei 1 naald averecht. Voeg een markeerdraad in, in deze naald en meet het werk vanaf hier. Brei op de volgende naald volgens telpatroon A.1 (kies het telpatroon voor de juiste maat) 13-14-15-14-15 keer op de naald. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als telpatroon A.1 in de hoogte is gebreid, zijn er 208-224-240-252-270 steken op de naald. Meerder op de volgende naald 4-4-2-2-4 steken verdeeld op de naald = 212-228-242-254-274 steken.
Brei dan in tricotsteek tot het werk ongeveer 15-15-16-17-18 cm meet, vanaf de markeerdraad. Brei de volgende naald als volgt:
Brei 62-66-70-75-75 steken recht (= achterpand), zet de volgende 44-48-51-53-62 steken op een hulpdraad (= mouw), zet 6 nieuwe steken op onder de mouw, brei 62-66-70-74-75 steken recht (= voorpand), zet de volgende 44-48-51-53-62 steken op een nieuwe hulpdraad (= de andere mouw) en zet 6 nieuwe steken op onder de mouw.

LIJF:
Er zijn nu 136-144-152-160-162 steken op de naald. MEET NU HET WERK VANAF HIER! Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6 nieuw opgezette steken. Brei in tricotsteek in de rondte. Meerder bij een hoogte van 3 cm, 1 steek aan elke kant van elke markeerdraad (= 4 steken gemeerderd) - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2! Herhaal het meerderen iedere 3-4½-5½-6½-7½ cm 3 keer in totaal = 148-156-164-172-174 steken op de naald. Brei dan zoals hiervoor tot het werk ongeveer 15-17-20-23-26 cm meet (of tot de gewenste lengte, er is ongeveer 2 cm over tot de gewenste afmetingen). Brei 2 cm ribbelsteek. Kant dan losjes af. Knip en hecht het garen af.

MOUW:
Zet de steken van de ene hulpdraad op de hulpdraad terug op een korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 4 mm (= 44-48-51-53-62 steken), neem 1 steek op in elk van de 6 opgezette steken op het lijf (= 50-54-57-59-68 steken). Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van deze 6 steken. Brei in tricotsteek in de rondte tot de mouw 3 cm meet. Minder nu 1 steek aan elke kant van de markeerdraad - lees TIP VOOR HET MINDEREN! Ga verder in tricotsteek en herhaal het minderen iedere 4-4-4-4-3½ cm tot het minderen in totaal 5-6-7-8-10 keer is gedaan = 40-42-43-43-48 steken op de naald. Brei in tricotsteek tot de mouw in totaal 23-28-31-35-38 cm meet.
Brei 2 cm in ribbelsteek. Kant dan losjes af. Knip en hecht het garen af.

Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 10.04.2019
Correctie - LIJF Brei dan zoals hiervoor tot het werk ongeveer 15-17-20-23-26 cm meet (of tot de gewenste lengte, er is ongeveer 2 cm over tot de gewenste afmetingen).
Gewijzigd online: 04.11.2020
Correctie: PAS: PAS:
Zet 76-80-80-84-84 steken op rondbreinaald 4 mm met Sky. Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven. Brei 1 naald recht en meerder 2-4-10-14-21 steken verdeeld op de naald - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN! = 78-84-90-98-105 steken.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = 2 recht samen
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei de omslag op de volgende naald recht, zodat er een gaatje ontstaat
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei de omslag gedraaid op de volgende naald, zodat er geen gaatje ontstaat
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = haal 1 steek recht af, brei 2 steken recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 34-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (43)

country flag Katarina S wrote:

Hej, jag stickar Agnes t barn och har rivit upp oket minst 4 ggr,. Jag får inte hålen att komma på rätt ställe över varandra. Jag förstår inte vad jag gör för fel. Räknar och tycker att jag räknar rätt antal maskor. Men jag ser inte att det blivit fel förrän efter flera varv, när mönstret träder fram. Hur k an jag räkna så att jag vet att omtag etc ha bar på rätt ställe? Krångligt mönster. Jag är mkt van att sticka mönster stickning med flera färger, då. Hjälp!

03.04.2024 - 22:45

DROPS Design answered:

Hei Katarina. Sett maskemarkører mellom hvert diagram. Da har du god kontroll på at det blir riktig. Og så må du være obs når det skal gjøres økninger samtidig som det strikkes hullmønster, så ikke et økningskast blir til et "hullmønster". mvh DROPS Design

08.04.2024 - 13:52

country flag Karen wrote:

Could you please show me how to "knit from wrong side" in this sweater pattern. Thank you

01.03.2024 - 19:28

DROPS Design answered:

Dear Karen, this pattern is worked in the round, so you always work on the right side. You can adapt this pattern for working back and forth as indicated here: https://www.garnstudio.com/lesson.php?id=13&cid=19. Happy knitting!

03.03.2024 - 18:53

country flag Encarna wrote:

Hola creo q en el gráfico del calado hay una equivocación,en la fila 21a23creo q faltan por lo menos cuatro filas por qué eso de las dos hebras juntas entre pasar un punto sin hacer y montar y hacer dos juntos no se puede hacer tendría q haber algún punto del derecho en el centro,pero si lo haces ya no te coincide el dibujo. A la espera lo revise y me conteste si estoy equivocada o no

19.11.2023 - 20:42

DROPS Design answered:

Hola Encarna, no hay ningún problema en el diagrama. El símbolo de lazada implica que se trabaja siempre entre 2 puntos. Por lo tanto, no hay dos lazadas seguidas nunca; si hay dos símbolos de lazada seguidos siempre va a haber un punto de derecho o revés entre medio. No hay ningún problema si se trabajan disminuciones simples o puntos juntos de derecho antes o después de las hebras. Si tienes más dudas, ¿puedes indicar la fila exacta y la talla que estás trabajando (ya que el diagrama es distinto para las diferentes tallas) y los símbolos que no te cuadran? Así podemos confirmarte y aclararte tus dudas.

26.11.2023 - 22:58

country flag Ann McGinn wrote:

Your response is unhelpful. What is the equivalent of 200 g in terms of TOTAL YARDAGE required for the largest size. I am an experienced knitter, and your initial materials guide makes no sense to me. Please advise.

28.03.2023 - 16:46

DROPS Design answered:

Dear Mrs McGinn, the required materials is always given in grams - you can then just divide the total required for the size by the weight of the ball, ie for 200 g DROPS Sky/5O g = 4 balls DROPS Sky are required here. Read more about the yarn here and find how to order this yarn from US here. Happy knitting!

29.03.2023 - 09:32

country flag Ann McGinn wrote:

The pattern instructions do not include how many balls of 200 g yard are required for this pattern, Please advise.

28.03.2023 - 00:06

DROPS Design answered:

Hi Ann, You need 150-150-200-200-200 g yarn (depending on the size you are working). These amounts are under Materials at the top of the pattern. Happy knitting!

28.03.2023 - 06:51

country flag Florence Gough wrote:

I have bought your lovely yarn to make the Agnes pattern. Unfortunately I am finding it quite hard and wonder whether you can suggest a simpler pattern that may suit an girl of 13. Are all patterns knitted on circular needles? Many thanks

26.02.2023 - 08:59

DROPS Design answered:

Dear Florence, you can check here all of our sweater patterns for children worked with Group B yarns (like Sky): https://www.garnstudio.com/search.php?action=search&c=children-jumpers&yg=2&lang=en Most of our patterns are worked in circular needles, for more confort when knitting, but some may be adjusted to knit with straight needles; you can check the following lesson for more information: https://www.garnstudio.com/lesson.php?id=13&cid=19. Happy knitting!

26.02.2023 - 20:32

country flag Peyré wrote:

Bonjour, Pourquoi le texte des corrections apportées est le même que celui des explications ? Merci de votre aide

16.02.2023 - 22:56

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Peyré, la correction ne s'applique que si vous avez imprimé les explications avant cette date, sinon, les explications en ligne sont effectivement déjà corrigées (pour plus de simplicité). Bon tricot!

17.02.2023 - 11:50

country flag Sylvie DESOLLE wrote:

Bonjour, j'ai commencé à tricoter ce modèle mais je ne comprends pas à quel moment commencent les augmentations. De 78 mailles au départ on doit arriver à 208 mailles mais je ne vois pas les explications pour savoir comment on arrive à ce nombre !! Pouvez-vous me renseigner SVP. Merci d'avance Sylvie

26.01.2023 - 09:10

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Desolle, les augmentations de l'empiècement figurent dans le diagramme A.1, autrement dit, vous tricotez 13 fois les 6 mailles de A.1 tout le tour, puis vous augmentez (cf ovales noirs dans le diagramme) comme indiqué dans le diagramme (10 fois au total) et vous aurez ainsi 16 m dans chaque A.1 quand les augmentations seront terminées, soit 16 m x 13 fois le diagramme = 208 mailles. Bon tricot!

26.01.2023 - 10:15

country flag Chloe wrote:

I am working the yoke, in size 3-4. I have selected the correct size diagram but keep getting the wrong number of stitches left at the end of the round. Am I just making mistakes or is this something that happens when following diagrams in the round? I have been putting it right by making a stitch or two at the end of the round to keep the patterns lining up…or at least I think that is what will happen?! Thanks so much for your help.

22.08.2022 - 21:32

DROPS Design answered:

Hi Chloe, When you begin A.1 you have 78 stitches A.1 is 6 stitches in width, so you repeat the diagram 13 times on the round with no stitches left over. This should continue all the way through the diagram (13 repeats in width). The open circles in the diagram are yarn overs which are worked at the same time as decreases, so do not affect the stitch number. The filled-in circles at the edges of the repeats are yarn overs which give increases. Hope this helps and happy knitting!

23.08.2022 - 06:47

country flag Diana wrote:

Muchas gracias por responder siempre mis preguntas!

20.06.2022 - 20:13