DROPS Nord
DROPS Nord
45% Alpaca, 30% Polyamide, 25% Wol
vanaf 2.79 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 8.37€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Spring Brings

Gebreide sokken, vanaf de teen naar boven gebreid in DROPS Nord. Het werk wordt gebreid met strepen en 2-kleurige bloemp in Engelse patentsteek op de pijp. Maten 35 - 43.

DROPS 198-15
DROPS Design: Patroon nr. no-028
Garengroep A
-------------------------------------------------------

MATEN:
35/37 - 38/40 - 41/43
Voetlengte: ongeveer 22-24-27 cm. Pijphoogte vanaf de hiel naar boven: ongeveer 19-19-21 cm.

MATERIAAL:
DROPS NORD van garnstudio (behoort tot garengroep A)
100-100-100 g kleur 13, oudroze
50-50-50 g kleur 01, naturel

STEKENVERHOUDING:
26 steken in de breedte en 34 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 MM: voor tricotsteek en Engelse patentsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Nord
DROPS Nord
45% Alpaca, 30% Polyamide, 25% Wol
vanaf 2.79 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 8.37€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.1A, A.1C en A.1D).
A.1 meet in zijn geheel ongeveer 10 cm in de hoogte.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (voor de teen):
Begin 2 steken voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit in midden van deze 4 steken), 1 omslag. Herhaal bij de andere markeerdraad = 4 steken gemeerderd op de naald. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naalden (dus 52 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 4) = 13. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na elke 13e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

2-KLEURIG BLOEMPATROON IN ENGELSE PATENTSTEEK (in de rondte):
Het bloempatroon wordt gebreid in Engelse patentsteek zoals te zien is in het telpatroon A.1B. De overgebleven steken worden gebreid in tricotsteek met de verkeerde kant naar buiten, dus de steken worden averecht gebreid zoals beschreven in de tekst.
Om het 2-kleurig effect te krijgen, breit u strepen met afwisselend 1 naald naturel en 1 naald oudroze. A.1 begint op een naald met naturel zoals beschreven in de tekst. Elke keer dat u meerdert of mindert in A.1 gebeurt dit op een naald met oudroze.

TIP VOOR HET BREIEN-1:
Om gaatjes te voorkomen in de hoek van de hiel wanneer u de eerste naald van de pijp breit, zet u de horizontaal draad voor de volgende steek (in de overgang tussen de hiel en de andere steken), op de linker naald en plaats deze gedraaid op de naald. Brei deze draad samen met de volgende steek op de linker naald.

TIP VOOR HET BREIEN-2:
Alle opgegeven aantallen steken waar u het bloempatroon in Engelse patentsteek breit, zijn zonder de omslagen, omdat de omslagen bij de recht gebreide steken horen. Met andere woorden, een recht gebreide steek + omslag telt als 1 steek.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

SOK - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop vanaf de teen in de hoogte. De teen en de hiel worden in een kleur gebreid, de voet en de pijp worden gebreid in strepen. Daarnaast is er een 2-kleurig bloem patroon in Engelse patentsteek op de pijp.

TEEN:
Zet 8 steken op met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm en oudroze. Verdeel de steken naar 2 steken op elke naald. Brei 1 naald terwijl u 2 steken recht in elke steek breit = 16 steken. Voeg 1 markeerdraad in na de eerste 4 steken op de naald en 1 markeerdraad na de volgende 8 steken. Er zijn 4 steken over op de naald na de laatste markeerdraad en de markeerdraden zitten aan elke kant van de teen. Het begin van de naald = midden onder voet.
Brei in tricotsteek in de rondte. Meerder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere naald in totaal 2-4-6 keer en dan iedere 2e naald in totaal 7-6-5 keer = 52-56-60 steken. Ga verder met tricotsteek zonder verder te meerderen tot het werk 5-5-6 cm meet vanaf de opzetrand. Brei nu de voet zoals beschreven hieronder.

VOET:
Brei strepen in de rondte in tricotsteek met de verkeerde kant naar buiten, dus averecht afwisselend 1 naald met naturel en 1 naald met oudroze. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als het werk 17-19-21 cm meet vanaf de opzetrand, verdeel dan het werk voor de hiel als volgt: Laat de middelste 20-22-24 steken op de naalden (dus verdeel de steken met 10-11-12 steken op naalden 2 en 3). Verdeel de overgebleven 32-34-36 steken op naalden 1 en 4 met 16-17-18 steken op elke naald. Knip de draad af en brei de hiel zoals beschreven hieronder.

HIEL:
Brei tricotsteek heen en weer met oudroze als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 1 steek over is, keer het werk.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Haal de eerste steek averecht af, trek de draad aan en brei averecht tot er 1 steek over is, keer het werk.
NAALD 3 (= goede kant): Haal de eerste steek recht af, trek de draad aan en brei recht tot er 2 steken over zijn, keer het werk.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Haal de eerste steek averecht af, trek de draad aan en brei averecht tot er 2 steken over zijn, keer het werk.
Ga verder met keren op dezelfde wijze tot er 14-14-14 steken over zijn op de naald.
Ga verder heen en weer gebreid over de hiel op dezelfde manier, maar brei nu nog 1 steek op elke naald in plaats van 1 minder (zowel op de goede als de vereerde kant zoals hiervoor). Om gaatjes te voorkomen in de overgang bij het keren, tilt u de horizontaal draad voor de extra steek op de linker naald op en plaatst deze gedraaid op de naald. Brei deze draad samen met de volgende steek op de linker naald (brei aan de goede kant, de draad en de steek recht samen, brei aan de verkeerde kant de draad en de steek averecht samen). Brei zo tot u over alle steken op de hiel heeft gebreid. Knip de draad af, voeg een markeerdraad in het werk en brei de pijp zoals beschreven hieronder. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!

PIJP:
= 52-56-60 steken. Begin midden achter op de sok, dus tussen naalden 1 en 4. Brei 1 naald averecht met de volgende kleur in de strepen op de voet – lees TIP VOOR HET BREIEN-1 en meerder TEGELIJKERTIJD 4-0-2 steken verdeeld op deze naald – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 = 56-56-62 steken.
Ga verder in de rondte met strepen in tricotsteek met de verkeerde kant naar buiten zoals hiervoor.
Als het werk 3-3-4 cm meet vanaf de markeerdraad op de hiel, brei dan de volgende naald als volgt (pas zo aan dat de volgende naald wordt gebreid met naturel - strepen ga zo verder als hiervoor en de eerste naald in A.1 wordt gebreid met naturel): Brei A.1A (= 6-6-7 averechte steken), * brei A.1B (= 1 steek), A.1C (= 10-10-11 averechte steken) *, brei van *-* in totaal 4 keer, brei A.1B (= 1 steek) en eindig met A.1D (= 5-5-6 steken) = 5 herhalingen van bloemen op de naald. Ga verder met dit patroon – lees 2-KLEURIG BLOEMPATROON IN ENGELSE PATENTSTEEK en TIP VOOR HET BREIEN-2.
Als de eerste 6 naalden in A.1 zijn gebreid, zijn er 55-55-61 steken op de naalden. Ga verder met dit patroon. Als A.1 klaar is zijn er nog steeds 55-55-61 steken op de naalden en meet het werk ongeveer 13-13-14 cm vanaf de markeerdraad op de hiel.
Ga verder met strepen en averecht en meerder TEGELIJKERTIJD 5-8-5 steken verdeeld op de eerste naald = 60-63-66 steken. Als u ongeveer 3-3-4 cm strepen heeft gebreid na A.1, brei dan 1 naald recht met oudroze terwijl u 9-9-9 steken verdeeld meerdert = 69-72-75 steken. Brei boordsteek in de rondte (= 1 recht /2 averecht) voor ongeveer 2½ tot 3 cm. Kant dan losjes af met recht, maar om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u 1 omslag maken na elke 6e steek (kant de omslagen af als normale steken). De pijp meet ongeveer 19-19-21 cm vanaf de afkantrand naar beneden tot de hiel.

AFWERKING:
Naai het gaatje op de punt van de teen dicht.

Brei de andere sok op dezelfde manier.

Telpatroon

symbols = averecht
symbols = maak 1 omslag, 1 steek averecht afhalen op de rechter naald
symbols = brei de omslag en de steek recht samen
symbols = brei de omslag en de steek averecht samen
symbols = brei 5 steken in de rechte steek en de omslag als volgt: Brei de omslag en rechte steek samen, maar wacht met de steek van de naald af te laten glijden, * maak 1 omslag op de rechter naald en brei de omslag en de steek recht samen zonder de steek van de naald af te laten glijden *, brei van *-* in totaal 2 keer = 5 steken (dus 4 steken gemeerderd)
symbols = 2 averecht samen
symbols = minder 2 steken naar links als volgt: haal de eerste steek en de omslag op de rechter naald samen recht af, brei de volgende 2 steken recht samen (dus 1 averecht + steek en omslag), haal dan de afgehaalde steek en de omslag op de rechter naald over de samengebreide steken (= 2 steken geminderd)
symbols = minder 2 steken naar rechts als volgt: haal de eerste steek en de omslag op de rechter naald samen recht af, 1 averecht, haal de afgehaalde steek en omslag op de rechter naald over de averechte steek, zet de steek terug op de linker naald, haal de steek en de omslag op de linker naald over de steek die daar was vervangen en zet tot slot de overgebleven steek op de rechter naald (= 2 steken geminderd)
symbols = minder 4 steken als volgt: haal de eerste steek en de omslag op de rechter naald samen recht af, zet de averechte steek averecht op de rechter naald, plaats de volgende steek en de omslag op een extra naald/hulpdraad aan de voorkant van het werk, brei de volgende steek op de linker naald averecht, haal de afgehaalde averechte steek over de gebreide averecht steek, plaats deze steek terug op de linker naald, haal de volgende steek en de omslag op de linker naald over de steek die terug is gezet op de linker naald, zet dan deze steek op de rechter naald, haal de afgehaalde steek en de omslag op de rechter naald over deze steek, plaats de steek en de omslag van de extra naald terug op de linker naald, zet de steek op de rechter naald terug op de linker naald en haal tot slot de steek en de omslag (die op de extra naald stonden) over de laatste steek die op de linker naald is gezet en zet de overgebleven steek terug op de rechter naald (= 4 steken geminderd)
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 198-15

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (4)

country flag Mariete wrote:

Bij de pijp staat 1st: brei van *-* (bloempatroon) 4x. Daarna moet ik met 5 herh. van het patroon eindigen. Klopt dit wel? Worden naalden en toeren niet met elkaar verwisseld?

28.07.2022 - 09:53

DROPS Design answered:

Dag Mariete,

Met een naald breien wordt inderdaad een toer breien bedoeld.

07.08.2022 - 13:56

country flag Val wrote:

There is something wrong with the chart diagram explanations. On the chart, there is no white square contains a black square - you have charted it as a white square with a black circle. I also found the heel turning instructions to be too vague - it is not clear enough whether you are supposed to work the short rows on the 24 stitches or the 36. An inexperienced knitter would not be able to work this pattern!

14.02.2021 - 07:36

country flag María wrote:

Desde luego si seleccionáis el jersey v55 estos calcetines son un must para tener todo el conjunto. Me parecen encantadores

18.12.2018 - 08:06

country flag Rita Reimann wrote:

Dieses Modell möchte ich nacharbeiten. S it SHR schön.

16.12.2018 - 15:32