DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 17.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Purple Way

Gebreide muts in DROPS Alpaca met mozaiekpatroon en ribbelsteek. Gebreide omslagdoek in DROPS Alpaca met mozaiekpatroon, ribbelsteek en strepen.

DROPS 197-29
DROPS design: Patroon z-837
Garengroep A
----------------------------------------------------------

GAREN VOOR DE HELE SET:
Maat (op muts): S/M – M/L
Hoofdomtrek: 54/56 - 56/58 cm
Materiaal:
DROPS ALPACA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
100 g kleur 3800, oudroze
50 g kleur 2020, licht camel
50 g kleur nr 3770, donkerroze
50 g kleur 100, naturel

GAREN VOOR DE MUTS:
Maat: S/M – M/L
Hoofdomtrek: 54/56 – 56/58 cm
Materiaal:
DROPS ALPACA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
50-50 g kleur 3800, oudroze
50-50 g kleur 100, naturel

GAREN VOOR OMSLAGDOEK:
Afmetingen: Lengte op de bovenkant: ongeveer 138 cm, lengte in het midden: ongeveer 26 cm
Materiaal:
DROPS ALPACA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
50 g kleur 2020, licht camel
50 g kleur nr 3770, donkerroze
50 g kleur 3800, oudroze
50 g kleur 100, naturel

----------------------------------------------------------
BENODIGDHEDEN VOOR HET WERK:

MUTS:

STEKENVERHOUDING:
23 steken in de breedte en 45 naalden in de hoogte in ribbelsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 3.5 mm, lengte 60 of 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3 mm, lengte 60 of 80 cm voor rand in ribbelsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

OMSLAGDOEK:

STEKENVERHOUDING:
23 steken in de breedte en 45 naalden in de hoogte in ribbelsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 3.5 mm, lengte 60 of 80 cm.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 17.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

PATROON:
Muts: Zie telpatronen A.1 en A.2. Kies het telpatroon voor uw maat.
Omslagdoek: Zie telpatronen A.3 tot A.6.

MOZAIEKPATROON:
Zie telpatroon A.1 en A.2 voor de muts en A.3 tot A.6 voor de omslagdoek en lees uitleg voor de techniek hieronder.
Op alle naalden aan de goede kant, houdt u het garen achter het werk (dus op de verkeerde kant van het werk) wanneer u een steek afhaalt.
Op alle naalden op de verkeerde kant, houd u het garen aan de voorkant van het werk (dus naar u toe en nog steeds op de verkeerde kant van het werk) wanneer u een steek afhaalt.
Zorg ervoor dat het garen niet te strak is op de verkeerde kant van het werk!
Om overzicht te houden over het patroon voegt u een markeerdraad in tussen iedere patroonherhaling.
Brei het patroon in ribbelsteek.
A.1/A.3 laat zien welke kleur u moet gebruiken op de naald.
Op iedere patroonnaald die begint en eindigt met een zwart vierkant in A.1/A.3 (kleur B), breit u alle steken met kleur B recht en sla alle steken met kleur A over.
Op iedere patroonnaald die begint en eindigt met een leeg vierkant in A.1/A.3 (kleur A), breit u alle steken met kleur A recht en slaat u alle steken met kleur B over.

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de muts):
Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Zo berekent u hoe vaak er geminderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 122 steken), minus de kantsteken (2 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken minderingen (dus 12) = 10. In dit voorbeeld breit u ongeveer iedere 9e en 10e steek recht samen.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

MUTS - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei het werk heen en weer op de rondbreinaald.

MUTS:
Zet 112-122 steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant van het werk) op rondbreinaald 3 mm met oudroze. Brei 4 ribbels in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven.
Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm en brei in patroon - lees MOZAIEKPATROON, als volgt:
Brei A.1 (= 1 steek), brei A.2 (= 11-12 steken) over de volgende 110-120 steken (= 10-10 keer in de breedte) en A.1 over laatste steek.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Ga verder in patroon tot het werk 17-18 cm meet. Brei dan het werk in ribbelsteek met oudroze. Minder dan als volgt:
Minder 11-12 steken verdeeld 9 keer in totaal op iedere 4e naald - lees TIP VOOR HET MINDEREN = 13-14 steken. Knip het garen af en haal het door de overgebleven steken, trek samen en hecht af. De muts meet ongeveer 25-26 cm. Naai de muts samen aan de binnenkant van de 1 kantsteek met oudroze.

----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald, diagonaal van hoek tot hoek in delen met ribbelsteek, strepen en mozaiekpatroon.

OMSLAGDOEK:
Zet 3 steken op rondbreinaald 3.5 mm met licht camel. Brei 1 ribbel in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven.

DEEL-1 (ribbelsteek in licht camel):
NAALD 1 (= goede kant): 1 steek averecht afhalen, brei recht tot er 1 steek over is op de naald, brei 2 steken in de laatste steek (= 1 steek gemeerderd).
NAALD 2 (= verkeerde kant): 2 recht, brei de lus voor de volgende steek op de linker naald gedraaid recht (= 1 steek gemeerderd), brei recht tot er 2 steken over zijn op de naald, 2 steken gedraaid recht samen (= 1 steek gemeerderd en 1 steek geminderd).
Herhaal de 1e en 2e naald tot er 63 steken op de naald zijn (= 61 ribbels in totaal). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Het werk meet ongeveer 56 cm gemeten over de eerste steek aan de goede kant.

DEEL-2 (strepen):
Ga verder met meerderen en minderen zoals hiervoor maar brei nu strepen als volgt:
Knip het garen af als meer dan 2 ribbels over zijn voordat dezelfde kleur opnieuw gebruikt wordt.
Brei * 1 ribbel in donkerroze, 2 ribbels met licht camel *, brei van *-* 3 keer in totaal (= 9 ribbels) = 72 steken op de naald.
Brei dan strepen als volgt:
* Brei 1 ribbel met donkerroze, 2 ribbels met licht camel, 1 ribbel met donkerroze, 1 ribbel met oudroze, 2 ribbels met licht camel, 1 ribbel met oudroze, 2 ribbels met licht camel *, brei van *-* 2 keer in totaal (= 20 ribbels) = 92 steken op de naald.
Het werk meet ongeveer 88 cm, gemeten over de eerste steek aan de goede kant.

DEEL-3 (mozaiekpatroon met donkerroze en licht camel):
Ga verder met meerderen en minderen zoals hiervoor maar brei nu in patroon als volgt:
Brei 1 ribbel met donkerroze = 93 steken. Brei dan MOZAIEKPATROON - lees uitleg hierboven, met donkerroze en licht camel als volgt:
Brei A.3 (= 1 steek), A.4 (= 18 steken), brei A.5 (= 12 steken) over de volgende 72 steken (= 6 keer in de breedte), A.6 (= 1 steek) en A.3 over laatste steek (dit is de steek waarin u 2 steken breit aan de goede kant. Op de verkeerde kant breit u de eerste steek zoals A.3 en brei de 2e steek in patroon A.6). De lussen die tussen 2 steken op iedere naald op de verkeerde kant opgenomen zijn, worden in A.6 gebreid.
Als A.3 tot A.6 een keer in de hoogte zijn gebreid (= 12 ribbels), zijn er 105 steken op de naald. Het werk meet ongeveer 100 cm gemeten over de eerste steek aan de goede kant.

DEEL-4 (strepen):
Ga verder met meerderen en minderen zoals hiervoor maar brei nu strepen als volgt:
Brei 1 ribbel met donkerroze, 2 ribbels met licht camel, 1 ribbel met donkerroze, 1 ribbel met oudroze, 2 ribbels met licht camel, 1 ribbel met oudroze, 2 ribbels met licht camel, 1 ribbel met oudroze (= 11 ribbels) = 116 steken op de naald. Het werk meet ongeveer 110 cm gemeten over eerste steek aan de goede kant.

DEEL-5 (mozaiekpatroon met oudroze en naturel):
Ga verder met meerderen en minderen zoals hiervoor maar brei nu in patroon als volgt:
Brei 1 ribbel met oudroze = 117 steken.
Brei dan mozaiekpatroon met oudroze en naturel als volgt:
Brei A.3 over de eerste steek, A.4 over de volgende 18 steken, brei A.5 over de volgende 96 steken (= 8 keer in de breedte), A.6 over 1 steek en A.1 over laatste steek (dit is de steek waarin 2 steken gebreid worden aan de goede kant. Op de verkeerde kant brei de eerste steek zoals A.3 en brei de 2e steek in patroon A.6 De lussen die tussen 2 steken op iedere naald op de verkeerde kant opgenomen zijn, worden in A.6 gebreid. Als A.3 tot A.6 een keer in de hoogte zijn gebreid, herhaal dan het patroon in de hoogte en iedere keer dat het patroon herhaald wordt breit u nog 1 herhaling meer van A.5 in de breedte.
Als A.3 tot A.6 2 keer in de hoogte zijn gebreid (= 48 ribbels), zijn er 165 steken op de naald. Het werk meet ongeveer 135 cm gemeten over de eerste steek aan de goede kant (er is ongeveer 3 cm over). Als u een grotere omslagdoek wilt, herhaal dan A.3 en A.6 in de hoogte tot de gewenste afmetingen.

DEEL-6 (strepen):
Ga verder met meerderen en minderen zoals hiervoor maar brei nu strepen als volgt:
Brei 2 ribbels met licht camel, 1 ribbel met donkerroze, 1 ribbel met oudroze en kant dan af met oudroze. Zorg ervoor dat u een strakke afkantrand voorkomt, kant, indien nodig, af met een naald in een grotere maat.

Telpatroon

symbols = Kleur A - naturel/licht camel
symbols = Kleur B - oudroze/donkerroze
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 197-29

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (51)

country flag Maria wrote:

Dónde está la segunda parte del vídeo ?????????

06.07.2019 - 22:52

country flag Mc wrote:

Puis je encore vous soumettre une question ? (toujours pour le point mosaïque) J'ai bien compris que le carré de départ du rang, donne la couleur à tricoter à l'endroit et à l'envers on est bien obligé de garder la même couleur, ou faut il couper le fil pour démarrer sur un autre coloris ?

20.06.2019 - 11:12

DROPS Design answered:

Bonjour Mc, on ne coupe pas le fil, on tricote d'abord le rang sur l'endroit (= ex. rang 1: on lit les diagrammes de droite à gauche), puis on tourne et on tricote le rang sur l'envers (= ex. rang 2: on lit les diagrammes de gauche à droite). On tourne, on change de couleur et on répète ces 2 rangs (à suivre dans cet exemple le rang 3 (= de droite à gauche) et le rang 4 (= de gauche à droite)). Bon tricot!

20.06.2019 - 14:14

country flag Mc wrote:

Merci pour votre patience et votre sens de la pédagogie ! Je veux réaliser un échantillon parfait avant de me lancer. Les vidéos sont très explicites et aident à la compréhension.

18.06.2019 - 18:30

country flag Mc wrote:

Bjr, Merci pour votre aide. Je rencontre beaucoup de difficultés ! Pour le diagramme A1 et A3 vous dites : lorsque le rang commence par un carré noir, tricotez avec le coloris B et inversement pour la case blanche. Doit on respecter ceci pour les autres diagrammes : A6, A5 et A3 ,

18.06.2019 - 11:27

DROPS Design answered:

Bonjour Mc, c'est la maille de A.1 et de A.3 qui va déterminer la couleur des mailles à tricoter sur ce rang, ainsi, les 2 premiers rangs de A.3 (et des autres diagrammes du même rang) vont se tricoter en coloris A (on glisse alors les autres mailles sans les tricoter), aux 2 rangs suivants, on tricote en coloris B (on glisse alors les autres mailles sans les tricoter) et ainsi de suite. Avez-vous regardé la vidéo? Elle montre comment tricoter A.1 et A.2 (ce sera la même chose ensuite, juste avec des diagrammes différents: A.3 pour commencer au lieu de A.1). Bon tricot!

18.06.2019 - 13:51

country flag Mc wrote:

Bonjour, Je suis en train de tricoter un échantillon du point mosaique avant de me lancer dans le tricotage du châle. Petit souci, lorsque sur un rang pair, je tricote à l'endroit les mailles glissées précédemment , ave le fil devant, je me retrouve, au rang suivant, avec un jeté ! Qu'est ce que je n'ai pas compris ?

16.06.2019 - 18:24

DROPS Design answered:

Bonjour Mc, quand vous tricotez le rang sur l'endroit, gardez le fil de pelote derrière quand vous glissez les mailles, et quand vous tricotez le rang sur l'envers, passez le fil devant avant de glisser les mailles non tricotées, il doit être également sur l'envers. cette vidéo montre comment tricoter le diagramme A.2 de ce châle. Bon tricot!

17.06.2019 - 08:15

country flag Mc wrote:

Bonjour, A la fin du premier rang du châle, il est demandé de tricoter 2 fois la dernière maille. Comment cela est il possible ? Merci

14.06.2019 - 17:49

DROPS Design answered:

Bonjour Mc, on va tricoter la même maille alternativement dans le brin avant et le brin arrière. Bon tricot!

17.06.2019 - 06:51

country flag Heidi Luneng wrote:

Det står på pinne to på sjalet,strikk lenken før neste maske.Hva vil det si?

25.05.2019 - 16:36

DROPS Design answered:

Hei Heidi, Det betyr at du øker en maske ved å strikke i tråden som fører til nest masken, før du strikker selve masken. Håper dette hjelper og god fornøyelse!

27.05.2019 - 08:37

country flag Ute Paul wrote:

Anleitung und Vidio sieh sehr erständlich und anschaulich. Vielen Dank dafür.

17.05.2019 - 01:38

country flag Marie-Noëlle wrote:

Bonjour, est-il possible de tricoter le bonnet en rond ? si oui, j'enlève 2 mailles au total et je ne tricote que A2 ? Merci de vos conseils.

28.03.2019 - 14:33

DROPS Design answered:

Bonjour Marie-Noëlle. Oui, pour travailler le bonnet en rond, vous enlevez 2 mailles et tricotez seulement A2. Le point mousse sera tricoté en rond : 1 tour end, 1 tour env. Bon tricot !

29.03.2019 - 09:08

country flag Julie Beardwell wrote:

Thank you for your response to my question. However, following the pattern, I have only increased 1 stitch every 2 rows - on row 1 I increased 1 stitch and on row 2 I increased 1 stitch and decreased 1 stitch. Have I misunderstood?

04.03.2019 - 09:39

DROPS Design answered:

Dear Mrs Bearwell, that's right, on row 1 you inc 1 st, on row 2 you inc 1 st and dec 1 st = after 2 rows 1 st has been increased. Repeat these 2 rows a total of 24 times following the diagrams = 48 sts have been increased, 117+48= 165 sts. Happy knitting!

04.03.2019 - 11:40