Talvik |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||||
Gebreide trui met ronde pas in DROPS Alpaca. Het werk wordt gebreid van boven naar beneden met Scandinavisch patroon. Maat: S - XXXL Gebreide muts met Scandinavisch patroon en pompom in DROPS Alpaca.
DROPS 197-10 |
||||||||||||||||||||||||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- PATROON: Trui: Zie telpatronen A.1 en A.2. Muts: Zie telpatroon A.3. Brei alle steken in tricotsteek. TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld mindert/meerdert, gebruik het totaal aantal van steken op de naald (dus 124 steken) en deel de steken door het aantal te maken minderingen/meerderingen (dus 20) = 6.2. In dit voorbeeld mindert u door ongeveer iedere 5e en 6e steek recht samen te breien. Bij het meerderen maakt u een omslag na ongeveer iedere 6e steek. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid om een gaatje te voorkomen. TIP VOOR HET BREIEN: Om te voorkomen dat de stekenverhouding te strak wordt wanneer u in patroon breit, is het belangrijk om de draden niet te strak aan te trekken op de achterkant van het werk. Ga verder met een naald in een grotere maat wanneer u in patroon breit en het wordt wat te strak. TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de zijkanten van het lijf): Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 recht (markeerdraad is in het midden van deze steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. TIP VOOR HET MINDEREN-1 (geldt voor midden onder de mouw): Minder 1 steek op elke kant van markeerdraad als volgt: Brei tot er 4 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 4 recht (de markeerdraad zit tussen deze 4 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). TIP VOOR HET MINDEREN-2 (geldt voor de muts): Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, brei de volgende 2 steken recht samen (= 1 steek geminderd). Herhaal op elk van de overgebleven markeerdraden. ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald vanaf midden achter, brei van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald. HALSRAND: Zet 124-128-136-140-148-152 steken op een korte rondbreinaald 2.5 mm met naturel. Brei 1 naald recht. Brei nu 3 cm boordsteek (= 2 recht/2 averecht). Brei 1 naald recht en minder 20-20-20-20-20-20 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 104-108-116-120-128-132 steken. Brei 1 naald recht. PAS: Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Lees TIP VOOR HET BREIEN en DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei nu in patroon A.1 (= 4 steken) 26-27-29-30-32-33 keer in totaal op de naald. Op de naald met zwarte ster in A.1 meerdert u 20-24-20-24-32-36 steken verdeeld – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 228-240-252-264-288-300 steken (inclusief de 4 steken gemeerderd in iedere herhaling van A.1. Brei nu in patroon A.2 in de rondte, en meerder TEGELIJKERTIJD verdeeld op de naald met pijl als volgt: PIJL-1: Meerder 24-36-36-36-36-36 steken = 252-276-288-300-324-336 steken. PIJL-2: Meerder 24-24-36-36-36-36 steken = 276-300-324-336-360-372 steken. PIJL-3: Meerder 24-24-24-36-36-36 steken = 300-324-348-372-396-408 steken. PIJL-4: Meerder 12-24-24-24-24-24 steken = 312-348-372-396-420-432 steken. Als A.2 helemaal in de hoogte is gebreid, meet het werk 20 cm vanaf de opzetrand. Brei nu het werk in licht beige en tricotsteek, TEGELIJKERTIJD op de eerste naald Meerdert u 14-10-14-17-20-14 steken verdeeld. Meerder zo iedere 4e-4e-5e-6e-8e-8e naald 1-2-2-2-2-4 keer in totaal = 326-368-400-430-460-488 steken. Brei dan tot het werk 22-24-26-28-30-32 cm meet vanaf de opzetrand. Brei de volgende naald als volgt: 49-54-58-64-70-75 recht (= helft van het achterpand), zet de volgende 64-75-83-86-90-93 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 10-10-12-12-14-16 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei 99-109-117-129-140-151 recht (= voorpand), zet de volgende 64-75-83-86-90-93 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 10-10-12-12-14-16 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw) en brei de overgebleven 50-55-59-65-70-76 steken recht (= helft van het achterpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER! LIJF: = 218-238-258-282-308-334 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 10-10-12-12-14-16 nieuw opgezette steken onder de mouwen. Neem de markeerdraden in de hoogte meet tijdens het breien. Ga verder in de rondte met licht beige en tricotsteek. Meerder bij een hoogte van 4 cm vanaf de scheiding, 1 steek op elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 8e naald 9 keer in totaal = 254-274-294-318-344-370 steken. Ga zo verder tot het werk 27 cm meet. Brei 1 naald recht en meerder 82-86-94-106-116-122 steken verdeeld - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 336-360-388-424-460-492 steken. Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm en brei 4 cm boordsteek = 2 recht/2 averecht. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht, maar om een strakke afkantrand te voorkomen maakt u 1 omslag na iedere 4e steek (kant de omslagen af als normale steken). De trui meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder naar beneden. MOUW: Zet de 64-75-83-86-90-93 steken vanaf de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald 3 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 10-10-12-12-14-16 nieuw opgezette steken onder de mouw = 74-85-95-98-104-109 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 10-10-12-12-14-16 steken onder de mouw. Begin de naald hier en brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 4 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN-1! Minder zo iedere 10e-8e-6e-6e-6e-4e naald 7-3-9-5-1-18 keer en iedere 8e-6e-4e-4e-4e-2e naald 4-12-10-14-20-4 keer = 52-55-57-60-62-65 steken. Als de mouw 38-36-35-33-31-30 cm meet vanaf de scheiding (minder voor de grotere maten vanwege een langere pas), brei dan 1 naald recht en meerder 16-17-19-20-18-19 steken verdeeld - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 68-72-76-80-80-84 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm en brei boordsteek in de rondte = 2 recht/2 averecht. Als de boordsteek 5 cm meet, kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht maar om een strakke afkantrand te voorkomen maakt u 1 omslag na iedere 4e steek (kant de omslagen af als normale steken). De mouw meet ongeveer 43-41-40-38-36-35 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde wijze. ---------------------------------------------------------- MUTS - KORTE SAMENVATTING VAN HET KLEDINGSTUK: Brei in de rondte op een korte rondbreinaald. Ga verder met breinaald zonder knop indien nodig. MUTS: Zet 120-132 steken op rondbreinaald 2.5 mm met naturel. Brei 1 naald recht. Brei dan 2 cm boordsteek (= 2 recht/2 averecht). Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei patroon A.3 (= 12 steken) 10-11 keer in totaal op de naald. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.3 in de hoogte is gebreid, meet het werk ongeveer 14-14 cm. Brei dan in tricotsteek in de rondte met licht beige. Voeg bij een hoogte van 15-15 cm, 6 markeerdraden in het werk, met 20-22 steken tussen elke markeerdraad. Minder op de volgende naald, 1 steek voor iedere markeerdraad – lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder zo om de naald 14-17 keer in totaal = 36-30 steken. Brei 2 recht en 2 steken samen tot er 9-8 steken op de naald zijn. Knip het garen af en haal het door de overgebleven steken, trek samen en hecht af. De muts meet ongeveer 24-26 cm. Maak een pompom ongeveer 6 cm in diameter. Gebruik 3 draden licht camel, 1 draad wit en 1 draad licht beige om de pompom te maken en hecht aan op de bovenkant van de muts. |
||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (80)
Besson wrote:
Merci beaucoup pour vos explications.
08.04.2024 - 14:49Besson wrote:
Bonjour EMPIÈCEMENT: Continuer avec l'aiguille circulaire 3. Voir ASTUCE TRICOT et DIMINUTIONS/AUGMENTATIONS = 228-240-252-264-288-300 mailles (y compris les 4 mailles augmentées dans chaque A.1 – cf diagramme Comment on fais pour avoir 240 M c,est ce que je n,arrive pas comprendre. Merci
08.04.2024 - 10:30DROPS Design answered:
Bonjour Mme Besson, après le col, vous avez 108 mailles et vous tricotez 27 fois les 4 mailles de A.1 tout le tour, en même temps, dans A.1 vous allez augmenter comme le diagramme l'indique soit 4 mailles dans chaque A.1 = on a 27 x 8 mailles quand toutes ces augmentations sont faites soit 216 mailles, puis on va augmenter 24 mailles à intervalles réguliers (cf cette leçon) au tour avec l'étoile noire, on a ainsi: 216+24=240 mailles. Bon tricot!
08.04.2024 - 12:51Besson wrote:
Bonjour Pourriez vous me dire s’il vous plaît à quoi correspond les 240 mailles ( 128M-10M =108M ) ensuite j’augmente 24 Mailles il y a 136maillles et c’est à partir de là que je bloque merci de m’expliquer .
07.04.2024 - 20:10DROPS Design answered:
Bonjour Mme Besson, je ne suis pas bien sûre de comprendre à quel niveau/quelle taille vous en êtes, pouvez-vous nous donner ces précisions? Merci pour votre compréhension.
08.04.2024 - 08:25Josie wrote:
I just finished this talvik sweater, and I loved knitting it. It fits perfectly. I likely do it again with different colours.
10.03.2024 - 20:30Pernilla wrote:
Hej, Vill sticka detta mönster men färg 403 verkar ha utgått. Vilken färg skulle ni rekommendera istället?
25.01.2024 - 14:05DROPS Design answered:
Hej Pernilla, du kan buge DROPS Nord farve 22 kastanje :)
02.02.2024 - 12:36Marja wrote:
Neuleen helmasta, resoriosasta, tulee kauniimpi, kun siihen ei lisätä silmukoita.
11.01.2024 - 15:42Elisavet Tsitiridou wrote:
Hi. I am confused with pattern A1. I can not find in the pattern the A1 diagram. Is there something I do not understand or is A1 diagram in the beginning rows of A2 diagram ?
19.11.2023 - 00:44DROPS Design answered:
Dear Mrs Tsitiridou, you will find the diagram A.1 at the bottom of the page, beside the measurement chart (under sleeve). Happy knitting!
20.11.2023 - 10:32Anna wrote:
Jakim kolorem włóczki Alpaca najlepiej zastąpić odcień 403, który nie jest już dostępny w sprzedaży?
28.10.2023 - 12:15DROPS Design answered:
Witaj Anno, w palecie Alpaki nie znajduję odpowiedniego zamiennika. Polecam włóczkę Nord, kolor nr 22, kasztanowy. Pozdrawiam!
30.10.2023 - 08:30Susi wrote:
Kann ich bei diesem Modell auch hinten eine Erhöhung am Ausschnitt machen? Welches Modell passt, wo kann ich mich orientieren?
30.08.2023 - 16:07DROPS Design answered:
Liebe Susi, wahrscheinlich, dann sollen Sie sich von einem ähnlichen Modell mit der selben Maschenprobe inspirieren lassen. Viel Spaß beim stricken!
30.08.2023 - 16:17Kathie wrote:
Hi, I’m confused with pattern A.1 with regards to the increases. I understand that I’m starting with 104 stitches (small) and will end with 128, I see that the is one line with 20 increase, but it’s the other 4 and how it works into the pattern I can’t understand. If I just increase one stitch on row how do I get from 4 to 5 stitch pattern evenly throughout the pattern.?….
31.07.2023 - 21:35DROPS Design answered:
Dear Kathie, you will increase in A.1 with a yarn over just as shown in the diagram (see 7th symbol under diagram text) on row 1, 3, 11 and 13 - there are then 8 sts in each A.1 and 208 sts on needle, then, on the row with a star you will increase 20 sts evenly (read more here) = 228 stitches when A.1 is finished in height. Happy knitting!
01.08.2023 - 09:20