DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.20 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 28.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Talvik

Gebreide trui met ronde pas in DROPS Alpaca. Het werk wordt gebreid van boven naar beneden met Scandinavisch patroon. Maat: S - XXXL Gebreide muts met Scandinavisch patroon en pompom in DROPS Alpaca.

DROPS 197-10
DROPS design: Patroon z-831
Garengroep A
----------------------------------------------------------

GAREN VOOR DE HELE SET:
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Hoofdomtrek: 54/56 - 54/56 - 54/56 - 58/60 - 58/60 - 58/60 cm
Materiaal:
DROPS ALPACA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
250-300-300-350-400-400 g kleur 618, licht beige
50-50-50-50-50-50 g kleur 100, naturel
50-50-50-50-50-50 g kleur 607, licht beige bruin
50-50-50-50-50-50 g kleur 2020, licht camel
50-50-50-50-50-50 g kleur 403, bruin

GAREN VOOR DE TRUI:
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS ALPACA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
250-300-300-350-350-400 g kleur 618, licht beige
50-50-50-50-50-50 g kleur 100, naturel
50-50-50-50-50-50 g kleur 607, licht beige bruin
50-50-50-50-50-50 g kleur 2020, licht camel
50-50-50-50-50-50 g kleur 403, bruin

GAREN VOOR DE MUTS:
Maat: S/M – L/XL
Hoofdomtrek: ongeveer 54/56 - 58/60 cm
Materiaal:
DROPS ALPACA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
50-50 g kleur 618, licht beige
50-50 g kleur 100, naturel
50-50 g kleur 607, lichtbruin
50-50 g kleur 2020, licht camel
50-50 g kleur 403, bruin

----------------------------------------------------------
BENODIGDHEDEN VOOR HET WERK:

TRUI:

STEKENVERHOUDING:
24 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte in tricotsteek/Scandinavisch patroon = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 mm: voor tricotsteek/Scandinavisch patroon.
DROPS RONDBREINAALD 3 mm: lengte 40 en 80 cm voor tricotsteek/Scandinavisch patroon.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 mm voor de boordsteek
DROPS RONDBREINAALD 2.5 mm: lengte 40 en 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

MUTS:

STEKENVERHOUDING:
24 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte in tricotsteek/Scandinavisch patroon = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 mm: voor tricotsteek/Scandinavisch patroon.
DROPS RONDBREINAALD 3 mm: lengte 40 cm voor tricotsteek/Scandinavisch patroon.
DROPS RONDBREINAALD 2.5 mm, lengte 40 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.20 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 28.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

PATROON:
Trui: Zie telpatronen A.1 en A.2.
Muts: Zie telpatroon A.3.
Brei alle steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld mindert/meerdert, gebruik het totaal aantal van steken op de naald (dus 124 steken) en deel de steken door het aantal te maken minderingen/meerderingen (dus 20) = 6.2. In dit voorbeeld mindert u door ongeveer iedere 5e en 6e steek recht samen te breien.
Bij het meerderen maakt u een omslag na ongeveer iedere 6e steek. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid om een gaatje te voorkomen.

TIP VOOR HET BREIEN:
Om te voorkomen dat de stekenverhouding te strak wordt wanneer u in patroon breit, is het belangrijk om de draden niet te strak aan te trekken op de achterkant van het werk. Ga verder met een naald in een grotere maat wanneer u in patroon breit en het wordt wat te strak.

TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de zijkanten van het lijf):
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 recht (markeerdraad is in het midden van deze steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (geldt voor midden onder de mouw):
Minder 1 steek op elke kant van markeerdraad als volgt: Brei tot er 4 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 4 recht (de markeerdraad zit tussen deze 4 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

TIP VOOR HET MINDEREN-2 (geldt voor de muts):
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, brei de volgende 2 steken recht samen (= 1 steek geminderd). Herhaal op elk van de overgebleven markeerdraden.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald vanaf midden achter, brei van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald.

HALSRAND:
Zet 124-128-136-140-148-152 steken op een korte rondbreinaald 2.5 mm met naturel. Brei 1 naald recht. Brei nu 3 cm boordsteek (= 2 recht/2 averecht). Brei 1 naald recht en minder 20-20-20-20-20-20 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 104-108-116-120-128-132 steken. Brei 1 naald recht.

PAS:
Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Lees TIP VOOR HET BREIEN en DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Brei nu in patroon A.1 (= 4 steken) 26-27-29-30-32-33 keer in totaal op de naald. Op de naald met zwarte ster in A.1 meerdert u 20-24-20-24-32-36 steken verdeeld – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 228-240-252-264-288-300 steken (inclusief de 4 steken gemeerderd in iedere herhaling van A.1.
Brei nu in patroon A.2 in de rondte, en meerder TEGELIJKERTIJD verdeeld op de naald met pijl als volgt:
PIJL-1: Meerder 24-36-36-36-36-36 steken = 252-276-288-300-324-336 steken.
PIJL-2: Meerder 24-24-36-36-36-36 steken = 276-300-324-336-360-372 steken.
PIJL-3: Meerder 24-24-24-36-36-36 steken = 300-324-348-372-396-408 steken.
PIJL-4: Meerder 12-24-24-24-24-24 steken = 312-348-372-396-420-432 steken.
Als A.2 helemaal in de hoogte is gebreid, meet het werk 20 cm vanaf de opzetrand. Brei nu het werk in licht beige en tricotsteek, TEGELIJKERTIJD op de eerste naald
Meerdert u 14-10-14-17-20-14 steken verdeeld. Meerder zo iedere 4e-4e-5e-6e-8e-8e naald 1-2-2-2-2-4 keer in totaal = 326-368-400-430-460-488 steken. Brei dan tot het werk 22-24-26-28-30-32 cm meet vanaf de opzetrand. Brei de volgende naald als volgt: 49-54-58-64-70-75 recht (= helft van het achterpand), zet de volgende 64-75-83-86-90-93 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 10-10-12-12-14-16 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei 99-109-117-129-140-151 recht (= voorpand), zet de volgende 64-75-83-86-90-93 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 10-10-12-12-14-16 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw) en brei de overgebleven 50-55-59-65-70-76 steken recht (= helft van het achterpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER!

LIJF:
= 218-238-258-282-308-334 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 10-10-12-12-14-16 nieuw opgezette steken onder de mouwen. Neem de markeerdraden in de hoogte meet tijdens het breien. Ga verder in de rondte met licht beige en tricotsteek. Meerder bij een hoogte van 4 cm vanaf de scheiding, 1 steek op elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 8e naald 9 keer in totaal = 254-274-294-318-344-370 steken. Ga zo verder tot het werk 27 cm meet. Brei 1 naald recht en meerder 82-86-94-106-116-122 steken verdeeld - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 336-360-388-424-460-492 steken. Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm en brei 4 cm boordsteek = 2 recht/2 averecht. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht, maar om een strakke afkantrand te voorkomen maakt u 1 omslag na iedere 4e steek (kant de omslagen af als normale steken). De trui meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Zet de 64-75-83-86-90-93 steken vanaf de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald 3 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 10-10-12-12-14-16 nieuw opgezette steken onder de mouw = 74-85-95-98-104-109 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 10-10-12-12-14-16 steken onder de mouw. Begin de naald hier en brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 4 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN-1! Minder zo iedere 10e-8e-6e-6e-6e-4e naald 7-3-9-5-1-18 keer en iedere 8e-6e-4e-4e-4e-2e naald 4-12-10-14-20-4 keer = 52-55-57-60-62-65 steken. Als de mouw 38-36-35-33-31-30 cm meet vanaf de scheiding (minder voor de grotere maten vanwege een langere pas), brei dan 1 naald recht en meerder 16-17-19-20-18-19 steken verdeeld - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 68-72-76-80-80-84 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm en brei boordsteek in de rondte = 2 recht/2 averecht. Als de boordsteek 5 cm meet, kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht maar om een strakke afkantrand te voorkomen maakt u 1 omslag na iedere 4e steek (kant de omslagen af als normale steken). De mouw meet ongeveer 43-41-40-38-36-35 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

----------------------------------------------------------

MUTS - KORTE SAMENVATTING VAN HET KLEDINGSTUK:
Brei in de rondte op een korte rondbreinaald. Ga verder met breinaald zonder knop indien nodig.

MUTS:
Zet 120-132 steken op rondbreinaald 2.5 mm met naturel. Brei 1 naald recht. Brei dan 2 cm boordsteek (= 2 recht/2 averecht). Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei patroon A.3 (= 12 steken) 10-11 keer in totaal op de naald. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.3 in de hoogte is gebreid, meet het werk ongeveer 14-14 cm. Brei dan in tricotsteek in de rondte met licht beige. Voeg bij een hoogte van 15-15 cm, 6 markeerdraden in het werk, met 20-22 steken tussen elke markeerdraad. Minder op de volgende naald, 1 steek voor iedere markeerdraad – lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder zo om de naald 14-17 keer in totaal = 36-30 steken. Brei 2 recht en 2 steken samen tot er 9-8 steken op de naald zijn. Knip het garen af en haal het door de overgebleven steken, trek samen en hecht af. De muts meet ongeveer 24-26 cm. Maak een pompom ongeveer 6 cm in diameter. Gebruik 3 draden licht camel, 1 draad wit en 1 draad licht beige om de pompom te maken en hecht aan op de bovenkant van de muts.

Telpatroon

symbols = naturel
symbols = naturel
symbols = licht camel
symbols = licht beige
symbols = lichtbruin
symbols = bruin
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.
symbols = meerdernaald - lees uitleg in patroon
symbols = meerdernaald - lees uitleg in patroon
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Talvik

Cheryl, United States

Talvik

Antje, Germany

Talvik

Zsuzsa, Austria

Talvik

Bożena, Poland

a Talvik Sweater

Cindy, Netherlands

Laat een opmerking achter voor DROPS 197-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (80)

country flag Besson wrote:

Merci beaucoup pour vos explications.

08.04.2024 - 14:49

country flag Besson wrote:

Bonjour EMPIÈCEMENT: Continuer avec l'aiguille circulaire 3. Voir ASTUCE TRICOT et DIMINUTIONS/AUGMENTATIONS = 228-240-252-264-288-300 mailles (y compris les 4 mailles augmentées dans chaque A.1 – cf diagramme Comment on fais pour avoir 240 M c,est ce que je n,arrive pas comprendre. Merci

08.04.2024 - 10:30

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Besson, après le col, vous avez 108 mailles et vous tricotez 27 fois les 4 mailles de A.1 tout le tour, en même temps, dans A.1 vous allez augmenter comme le diagramme l'indique soit 4 mailles dans chaque A.1 = on a 27 x 8 mailles quand toutes ces augmentations sont faites soit 216 mailles, puis on va augmenter 24 mailles à intervalles réguliers (cf cette leçon) au tour avec l'étoile noire, on a ainsi: 216+24=240 mailles. Bon tricot!

08.04.2024 - 12:51

country flag Besson wrote:

Bonjour Pourriez vous me dire s’il vous plaît à quoi correspond les 240 mailles ( 128M-10M =108M ) ensuite j’augmente 24 Mailles il y a 136maillles et c’est à partir de là que je bloque merci de m’expliquer .

07.04.2024 - 20:10

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Besson, je ne suis pas bien sûre de comprendre à quel niveau/quelle taille vous en êtes, pouvez-vous nous donner ces précisions? Merci pour votre compréhension.

08.04.2024 - 08:25

country flag Josie wrote:

I just finished this talvik sweater, and I loved knitting it. It fits perfectly. I likely do it again with different colours.

10.03.2024 - 20:30

country flag Pernilla wrote:

Hej, Vill sticka detta mönster men färg 403 verkar ha utgått. Vilken färg skulle ni rekommendera istället?

25.01.2024 - 14:05

DROPS Design answered:

Hej Pernilla, du kan buge DROPS Nord farve 22 kastanje :)

02.02.2024 - 12:36

country flag Marja wrote:

Neuleen helmasta, resoriosasta, tulee kauniimpi, kun siihen ei lisätä silmukoita.

11.01.2024 - 15:42

country flag Elisavet Tsitiridou wrote:

Hi. I am confused with pattern A1. I can not find in the pattern the A1 diagram. Is there something I do not understand or is A1 diagram in the beginning rows of A2 diagram ?

19.11.2023 - 00:44

DROPS Design answered:

Dear Mrs Tsitiridou, you will find the diagram A.1 at the bottom of the page, beside the measurement chart (under sleeve). Happy knitting!

20.11.2023 - 10:32

country flag Anna wrote:

Jakim kolorem włóczki Alpaca najlepiej zastąpić odcień 403, który nie jest już dostępny w sprzedaży?

28.10.2023 - 12:15

DROPS Design answered:

Witaj Anno, w palecie Alpaki nie znajduję odpowiedniego zamiennika. Polecam włóczkę Nord, kolor nr 22, kasztanowy. Pozdrawiam!

30.10.2023 - 08:30

country flag Susi wrote:

Kann ich bei diesem Modell auch hinten eine Erhöhung am Ausschnitt machen? Welches Modell passt, wo kann ich mich orientieren?

30.08.2023 - 16:07

DROPS Design answered:

Liebe Susi, wahrscheinlich, dann sollen Sie sich von einem ähnlichen Modell mit der selben Maschenprobe inspirieren lassen. Viel Spaß beim stricken!

30.08.2023 - 16:17

country flag Kathie wrote:

Hi, I’m confused with pattern A.1 with regards to the increases. I understand that I’m starting with 104 stitches (small) and will end with 128, I see that the is one line with 20 increase, but it’s the other 4 and how it works into the pattern I can’t understand. If I just increase one stitch on row how do I get from 4 to 5 stitch pattern evenly throughout the pattern.?….

31.07.2023 - 21:35

DROPS Design answered:

Dear Kathie, you will increase in A.1 with a yarn over just as shown in the diagram (see 7th symbol under diagram text) on row 1, 3, 11 and 13 - there are then 8 sts in each A.1 and 208 sts on needle, then, on the row with a star you will increase 20 sts evenly (read more here) = 228 stitches when A.1 is finished in height. Happy knitting!

01.08.2023 - 09:20