DROPS Delight
DROPS Delight
75% wol, 25% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Alberta Autumn

Gehaakte omslagdoek in DROPS Delight. Het werk wordt van boven naar beneden gehaakt met kantpatroon en waaiers.

DROPS 197-30
¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤

DROPS design: Patroon de-185
Garengroep A
----------------------------------------------------------

Afmetingen:
Breedte op de bovenkant: ongeveer 148 cm. Lengte op het midden: ongeveer 59 cm
Materiaal:
DROPS DELIGHT van garnstudio (behoort tot garengroep A)
300 g kleur 18, herfstbos

----------------------------------------------------------
BENODIGDHEDEN VOOR HET WERK:

STEKENVERHOUDING:
22 stokjes in de breedte en 12 toeren in de hoogte = 10 x 10 cm.

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 3.5 mm
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm haak dan verder met een kleinere haaknaald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Delight
DROPS Delight
75% wol, 25% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.6.
A.5a en A.6a laat zien hoe de toer begint. LET OP: Begin op de toeren die over elkaar getekend zijn in hetzelfde telpatroon, hoewel ze afwisselend aan de rechter- en linkerkant van de omslagdoek worden gehaakt en niet boven elkaar.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt heen en weer gehaakt, van boven naar beneden.

Haak 5 lossen op haaknaald 3.5 mm met Delight en vorm een ring met 1 halve vaste in de eerst gemaakte losse. Begin op de toer met een ster en haak het patroon volgens telpatroon A.1 heen en weer gehaakt. Als het telpatroon is gehaakt, ga dan verder als volgt: A.2a, A.2b en A.2c. Als de telpatronen in de hoogte zijn gehaakt, zijn er 17 lossenlussen op de toer. Het werk meet ongeveer 8 cm vanaf de eerste lossenring en naar beneden over het midden van de omslagdoek. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Haak nu in patroon aan de goede kant als volgt: Haak A.3a om de eerste lossenlus, A.3b om elk van de volgende 7 lossenlussen, A.3c om de volgende lossenlus (= de middelste lossenlus op de omslagdoek), A.3b om elk van de volgende 7 lossenlussen, A.3d om de laatste lossenlus. Als A.3a tot A.3d zijn gehaakt in de hoogte, herhaal dan de laatste 4 toeren in de telpatronen 3 keer in de hoogte. Het werk meet ongeveer 37 cm vanaf het begin en naar beneden over het midden van de omslagdoek. Haak nu een toer met lossenlussen op de verkeerde kant als volgt: Haak A.4a over A.3a, A.4b over A.3b, A.4c over A.3c, A.4d over A.3d. Er zijn nu 84 lossenlussen op de toer.
Voeg nu 12 markeerdraden in het werk. Dit wordt gedaan om het makkelijker te maken om steken verdeeld te meerderen. Voeg de markeerdraden in het werk als volgt: Voeg de eerste markeerdraad in het stokje na de 4 lossenlussen, * sla 7 lossenlussen over en voeg de volgende markeerdraad in het volgende stokje *, herhaal van *-* 11 keer in totaal, er blijven 3 lossenlussen over op de toer.
Haak dan patroon A.5b (A.5a laat zien hoe iedere toer begint en wordt aanvullend gehaakt op de steken in A.5b), meerder TEGELIJKERTIJD op de toeren met een pijl steken verdeeld als volgt:
PIJL-1: Meerder 2 vasten aan elke kant van markeerdraden door 1 extra vaste te haken om elk van de 2 lossenlussen voor en na de markeerdraden (= 48 steken gemeerderd) = 300 vasten.
PIJL-2: Meerder 1 vaste aan elke kant van de markeerdraden door 2 vasten te haken in een steek (= 24 steken gemeerderd) = 324 vasten.
PIJL-3: Meerder 1 stokje aan elke kant van de markeerdraden door 2 stokjes in een steek te haken (= 24 steken gemeerderd) = 348 stokjes.
PIJL-4: Meerder 2 stokjes aan elke kant van de markeerdraden door 1 extra stokje om elk van de 2 lossenlussen voor en na de markeerdraden te haken (= 48 steken gemeerderd) = 396 stokjes.
Haak de overgebleven toeren in de telpatronen.
Het werk meet ongeveer 51 cm vanaf het begin en naar beneden over het midden van de omslagdoek. Er zijn nu 66 waaiers (= 33 herhalingen van A.5b) op de toer.
Vouw de laatste toer in A.5a/A.5b naar beneden zodat de goede kant tegen de goede kant is en haak op de verkeerde kant om de toer met het zwarte vierkant in A.5b (= toer met: 1 half stokje, 3 lossen, etc.) als volgt: Haak de eerste toer in A.6b als volgt (A.6a laat zien hoe de toer begint en wordt aanvullend gehaakt op A.6b): 4 lossen, 1 vaste om het eerste halve stokje, haak (3 lossen, 1 vaste om het volgende halve stokje), haak zo over de hele omslagdoek. Meerder tegelijkertijd 2 lossenlussen aan elke kant van de markeerdraden door 1 extra lossenlus in elk van de 2 lossenlussen voor en na iedere markeerdraad te haken (= 48 lossenlussen gemeerderd) = 180 lossenlussen. Ga verder heen en weer gehaakt met A.6a en A.6b tot het hele telpatroon in de hoogte is gehaakt en eindig met 1 stokje in de kantsteek op de vorige toer. Als A.6a en A.6b helemaal zijn gehaakt in de hoogte, zijn er 90 waaiers op de toer. De omslagdoek meet ongeveer 60 cm vanaf het begin en naar beneden over het midden van de omslagdoek. Hecht af.

Telpatroon

symbols = haak 5 lossen en vorm een ring met 1 halve vaste in de eerst gemaakte losse. De zwarte punt is het begin van de toer
symbols = 1 losse
symbols = 3 lossen
symbols = 1 vaste om lossenring/lossenlus/losse
symbols = aan de goede kant: 1 vaste in de achterste lus van de steek. Op de verkeerde kant: 1 vaste in de voorste lus van de steek.
symbols = 1 half stokje om de lossenlus
symbols = 1 stokje om losse/lossenlus
symbols = aan de goede kant: 1 stokje in de achterste lus van de steek. Op de verkeerde kant: 1 stokje in de voorste lus van de steek.
symbols = 1 dubbel stokje om de losse/lossenlus
symbols = haak een bobbel om de lossenlus als volgt: Haak 1 stokje maar wacht met de laatste omslag en doorhaling, haak 3 dubbele stokjes om dezelfde lossenlus, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling op elk van de stokjes, haak 1 stokje om dezelfde lossenlus, en haal bij de laatste doorhaling de draad door alle lussen op de haak.
symbols = meerder om deze lossenlus 1 lossenlus door 2 lossenlussen te haken zoals te zien is in het telpatroon
symbols = begin op deze toer (de vorige toer is reeds gehaakt – geldt voor A.3 en A.5)
symbols = meerder op de toeren met een pijl aan elke kant van de markeerdraad - lees uitleg in patroon
symbols = haak op het begin van de toer 3 lossen. Eindig de toer met 1 stokje in de laatste steek
symbols = haak op het begin van de toer 1 losse. Eindig de toer met 1 vaste in de laatste steek
symbols = haak op het begin van de toer 4 lossen. Eindig de toer met 1 dubbel stokje in de laatste steek
symbols = haak op het begin van de toer 2 lossen
symbols = haak om deze toer als A.6a en A.6b worden gehaakt - lees uitleg in patroon
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 197-30

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (42)

country flag Eveline wrote:

Bonjour, je veux faire le châle 197-30, mais la laine delight est en rupture. Quand en recevrez vous ? Sinon, par quelle laine je peux la remplacer, et en quelle quantité avec quel crochet ? Merci pour votre réponse.

02.04.2024 - 09:33

DROPS Design answered:

Bonjour Eveline, DROPS Delight n'est plus disponible, mais vous pouvez la remplacer par une autre laine du groupe de fils A, utilisez notre convertisseur pour voir les alternatives possibles et les quantités correspondantes. Votre magasin pourra également vous conseiller, même par mail ou téléphone si besoin. Bon crochet!

03.04.2024 - 08:09

country flag Melanie wrote:

Hallo, ich habe soeben 5b finalisiert und stelle fest, dass ich viel zu viele Fächer habe. Leider finde ich aber meinen Fehler nicht. Könnten Sie bitte konkretisieren, wie viele Maschen/Bogen/Noppen in den Reihen nach Pfeil 4 vorgesehen sind? Ich persönlich würde mich generell darüber freuen, wenn ihr das häufiger in eure Anleitungen schreibt. Ich kann mich dann deutlich besser orientieren. Besten Dank!

17.11.2023 - 15:55

DROPS Design answered:

Liebe Melanie, bei der Reihe mit dem Pfeil -4 sollen Sie insgesamt 396 Stäbchen: 348 Stäbchen hatten Sie nach Pfeil -3, dann haben Sie 116 Mal (1 Stäbchen, 2 Luftmaschen, ie A5b wird 29 Mal wiederholt; und bei dem Pfeil-3 haben Sie 116 Mal 3 Stäbchen + 48 Zunahmen = 396 Stäbchen. Viel Spaß beim häkeln!

20.11.2023 - 09:05

country flag Cecile wrote:

Bonjour. J en suis au diagramme A6. A6a nous dit comment commencer chaque rang et comment le finir. Mais dans les explications il est écrit que chaque rang doit se terminer par une bride dans la maille du bord du rang précédent. Du coup à la fin du rang on termine comme sur la legende du diagramme ou par une bride quoiqu'il arrive? Merci.

27.03.2021 - 16:22

DROPS Design answered:

Bonjour Cecile, les memes techniques sont utilisee dans le chal Magic Summer, regarde le video ici Bon crochet!

30.03.2021 - 16:11

country flag Cécile wrote:

Bonjour. Je reviens vers vous au sujet du passage des 4 fois A3 vers le rang A4. J avais fait mon échantillon. J ai du prendre un crochet 2,5 . J hésite entre deux choix. Je refais les 4 derniers rangs A3 afin d avoir les dimensions. Mais je n aurai plus du tout le bon nombre d arceaux, j\'ai peur de me perdre ensuite. Ou je continue comme si il ne me manquait pas de cm. Et j ajoute des rangs à la fin. Qu en pensez vous ? Merciprvosreponses

05.03.2021 - 12:14

DROPS Design answered:

Bonjour Cécile, nous ne sommes malheureusement pas en mesure de pouvoir adapter chacun de nos modèles à chaque demande - une autre version de ce châle avait été faite en version DROPS Along, Magic Summer, cela pourra peut-être vous inspirer. Bon crochet!

05.03.2021 - 13:17

country flag Cecile wrote:

Bonjour. Je viens de finir la partie A3. J ai fait une première fois les diagrammes puis encore 3 fois en hauteur les 4 derniers rangs. J'ai bien l équivalent des 84 futurs arceaux qui seront créés avec A4. Par contre je n'ai pas du tout les 37 cm entre l anneau de départ du chale et le milieu du dernier rang. Il me manque bien 6cm. Que faire.? Continuer le chale ou ajouter une autre fois les 4 derniers rangs de A3 ? En vous remerciant.

04.03.2021 - 17:01

DROPS Design answered:

Bonjour Cécile, si vous n'avez pas les 12 rangs de brides = 10 cm de hauteur de l'échantillon, essayez de bloquer votre échantillon pour voir combien de centimètres vous pouvez étirer, sinon l'idéal est d'utiliser un crochet plus gros pour avoir l'échantillon et donc les bonnes mesures. Retrouvez plus d'infos sur l'échantillon ici. Bon crochet!

05.03.2021 - 06:57

country flag Cécile wrote:

Bonjour. Je souhaiterais faire ce châle mais un peu plus long. Auriez-vous une idée afin de garder l effet du dernier rang qui fait des "vaguelettes". Merci

01.02.2021 - 18:59

DROPS Design answered:

Bonjour Cécile, une version similaire de ce châle a été réalisé lors d'un DROPS A-long "Magic Summer - vous y trouverez peut être l'inspiration. Bon crochet!

02.02.2021 - 09:48

country flag Denise wrote:

Bonjour, J'ai fini l'ouvrage crocheté dans la laine et la couleur d'origine. Le mélange de points est très joli. Mais ce modèle se pose juste sur les épaules. Donc pour qu'un châle couvre bien et se rejoigne au milieu de la poitrine il faut choisir un modèle en 3/4 de cercle! Il me reste plus d'une pelote de laine, je vais augmenter avec deux ou trois rangées! Merci des conseils reçus au cours de la confection.!

25.12.2020 - 10:56

country flag Gabriella wrote:

Buongiorno, bisogna ripetere i diagrammi A5 e A6 più volte per avere la grandezza desiderata? Li ho fatti tutti e due una volta, lo scialle dovrebbe essere finito ma è largo solo ca100cm invece di 148cm? La prova delle maglie 22 maglie alte in larghezza e 12 righe in verticale = 10 x 10cm è corretta. Grazie in anticipo

17.12.2020 - 12:43

DROPS Design answered:

Buongiorno Gabriella, la lunghezza dello scialle è corretta? Probabilmente ha cambiato la tensione durante la lavorazione. Ha provato a bloccare lo scialle dopo la lavorazione? Buon lavoro!

17.12.2020 - 13:19

country flag Denise wrote:

Bonjour, J'en suis à la partie A.5b et au début du rang "maille serrée - 3 mailles en l'air - maille serrée" qui suit le rang de la 4ème augmentation: j'ai bien mes 396 mailles. Mais est-ce que je ne vais pas perdre 48 mailles si je ne dois faire que 3 mailles en l'air au dessus des groupes de 5 brides qui correspondent aux augmentations du rang précédent) ? L'ouvrage prend forme et je voudrais le terminer, merci d'avance!

09.12.2020 - 13:11

DROPS Design answered:

Bonjour Denise, quand vous crochetez le rang juste après la flèche 4 (et les augmentations), vous devez sauter 2 mailles pour chaque arceau de 3 mailles en l'air et entre chaque maille serrée, ainsi vous conservez bien les augmentations et votre nombre de mailles "aquis". Bon crochet!

09.12.2020 - 16:10

country flag Denise wrote:

Bonjour, j'en suis à l'étape des 84 arceaux. Pour placer le premier fil marqueur, après les 4 premiers arceaux , je suis sur une maille serrée pas sur une bride. Pourquoi? Ou est-ce que je me suis trompée?

27.11.2020 - 15:44

DROPS Design answered:

Bonjour Denise, il semble effectivement que vous pouvez voir votre marqueur soit dans une maille serrée soit dans une bride, mais ce qui compte ici c'est de bien avoir le bon nombre d'arceaux entre chaque marqueur. Bon crochet!

30.11.2020 - 07:49