Green Luck Cardi |
|||||||||||||
|
|
||||||||||||
Gebreid aansluitend vest in DROPS Flora. Het werk wordt gebreid met kantpatroon, raglan en korte mouwen. Maten S - XXXL.
DROPS 196-12 |
|||||||||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): 1 ribbel = 2 naalden recht. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.5. Kies het telpatroon voor uw maat. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant gezien. KNOOPSGATEN (van onder naar boven): Brei knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 KNOOPSGAT = Kant de derde en vierde steek vanaf de rand af. Zet op de volgende naald 2 nieuwe steken op over de afgekante steken. Brei knoopsgaten als het werk meet: S: 4, 12, 20, 28, 35, 42 en 49 cm M: 4, 12, 20, 28, 36, 44 en 51 cm L: 4, 12, 20, 28, 36, 44 en 53 cm XL: 4, 12, 20, 27, 34, 41, 48 en 55 cm XXL: 4, 12, 19, 27, 35, 43, 50 en 57 cm XXXL: 4, 12, 20, 28, 36, 44, 52 en 59 cm LET OP: De laatste van deze 7-7-7-8-8-8 knoopsgaten wordt op de hals gebreid. TIP VOOR HET MINDEREN-1 (voor de zijkanten van het lijf): Alle minderingen worden aan de goede kant gebreid! Begin 5 steken voor de markeerdraad, 2 recht samen, 6 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 6 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). TIP VOOR HET MINDEREN-2 (verdeeld voor de mouwranden): Om uit te rekenen hoe u verdeeld mindert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 84 steken) en deel deze door het aantal te maken minderingen (dus 8) = 10.5. In dit voorbeeld, mindert u door afwisselend iedere 9e en 10e steek en iedere 10e en 11e steek samen te breien. TIP VOOR HET MINDEREN-3 (verdeeld op de pas): Om uit te rekenen hoe u verdeeld mindert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 124 steken) minus de biezen (dus 10 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken minderingen (dus 26) = 4.4. In dit voorbeeld, mindert u door afwisselend iedere 3e en 4e steek en iedere 4e en 5e steek samen te breien. Minder niet over de biezen. TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de zijkanten van het lijf): Alle meerderingen worden gebreid aan de goede kant! Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 6 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 6 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslag recht gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. RAGLAN: Alle minderingen worden aan de goede kant gebreid! Minder voor de raglan in elke overgang tussen het lijf en de mouwen (dus minder aan elke kant van A.5) = elke keer 8 steken geminderd. Minder als volgt voor A.5: Brei tot er 2 steken over zijn voor A.5, 2 recht samen (= 1 steek geminderd). Minder als volgt na A.5: 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER ------------------------------------------------------- VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het werk wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald, van onder naar boven tot de armsgaten. De mouwranden worden in de rondte gebreid met korte rondbreinaald. Dan wordt het lijf en de mouwen op dezelfde rondbreinaald geplaatst en wordt de pas heen en weer gebreid vanaf midden voor. LIJF: Zet 286-314-334-374-414-446 steken op met rondbreinaald 2.5 mm en Flora. Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant). De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 5 voorbiessteken in RIBBELSTEEK - lees de beschrijving hierboven, Brei A.1A (= 33-33-33-45-45-45 steken), * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* in totaal 52-59-64-68-78-86 keer, 2 recht, brei A.2A (= 33-33-33-45-45-45 steken) en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga zo verder met de boordsteek voor 4 cm. De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: Brei 5 voorbiessteken in ribbelsteek, maar brei 1 KNOOPSGAT op de voorbies – lees beschrijving hierboven, brei A.1B (= 33-33-33-45-45-45 steken welke minderen naar 29-29-29-39-39-39 steken), brei tricotsteek tot er 38-38-38-50-50-50 steken over zijn op de naald en minder tegelijkertijd 40-46-50-54-62-68 steken verdeeld over deze steken (brei ongeveer iedere 4e en 5e steek recht samen), brei A.2B (= 33-33-33-45-45-45 steken welke minderen tot 29-29-29-39-39-39 steken) en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek = 238-260-276-308-340-366 steken. Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei de teruggaande naald met ribbelsteek over ribbelsteek, recht boven recht en averecht boven averecht. De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, brei A.3 (= 29-29-29-39-39-39 steken), brei tricotsteek tot er 34-34-34-44-44-44 steken over zijn op de naald, brei A.4 (= 29-29-29-39-39-39 steken) en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als het werk 6 cm meet in alle maten, voeg dan 1 markeerdraad in 66-72-76-86-94-100 steken vanaf elke kant (= 106-116-124-136-152-166 steken tussen de markeerdraden op het achterpand). Minder op de volgende naald aan de goede kant 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MINDEREN-1 = 4 steken geminderd. Minder zo iedere 2 cm in totaal 5 keer aan elke kant = 218-240-256-288-320-346 steken op de naald. Als het werk 20 cm meet, meerder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 4 steken gemeerderd. Meerder zo iedere 2 cm in totaal 5 keer aan elke kant = 238-260-276-308-340-366 steken. Ga verder tot het werk 30 cm meet in alle maten. Kant op de volgende naald (verkeerde kant) 10-10-12-12-14-16 steken af aan elke kant voor de armsgaten (dus kant 5-5-6-6-7-8 steken af aan elke kant van beide markeerdraden). Er zijn nu 61-67-70-80-87-92 steken op elk voorpand en 96-106-112-124-138-150 steken op het achterpand. Laat het werk rusten en brei de mouwranden zoals beschreven hieronder. MOUW RAND: Zet 84-92-104-108-116-120 steken op met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm en Flora. Brei 1 naald recht. Brei dan 2-2-2-3-3-3 cm boordsteek in de rondte (= 2 recht / 2 averecht). Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm en brei 1 naald recht terwijl u 8-6-8-8-10-10 steken verdeeld op de naald mindert - lees TIP VOOR HET MINDEREN-2 = 76-86-96-100-106-110 steken. Brei de volgende naald als volgt: Kant 5-5-6-6-7-8 steken af voor het armsgat, brei 66-76-84-88-92-94 steken tricotsteek en kant de overgebleven 5-5-6-6-7-8 steken af voor het armsgat. Knip de draad af. Laat het werk rusten en brei de andere mouwrand op dezelfde manier. PAS: Plaats de mouwranden op dezelfde rondbreinaald als het lijf, waar u steken heeft afgekant voor de armsgaten (doe dit zonder de steken te breien) = 350-392-420-460-496-522 steken op de naald. Voeg 1 markeerdraad in, in elke overgang tussen het lijf en de mouwen = 4 markeerdraden. De eerste naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, ga verder met A.3 zoals hiervoor, brei tricotsteek tot er 4 steken over zijn voor de eerste markeerdraad, brei A.5 (= 8 steken – de markeerdraad zit in het midden van deze 8 steken), brei tricotsteek over de mouw tot er 4 steken over zijn voor de volgende markeerdraad, brei A.5 (= 8 steken), brei tricotsteek over het achterpand tot er 4 steken over zijn voor de volgende markeerdraad, brei A.5 (= 8 steken), brei tricotsteek over de mouw tot er 4 steken over zijn voor de volgende markeerdraad, brei A.5 (= 8 steken), brei tricotsteek tot A.4, ga verder met A.4 en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon. TEGELIJKERTIJD als u 2 naalden heeft gebreid nadat het lijf en de mouwen bij elkaar zijn gebracht, mindert u voor de raglan op de volgende naald aan de goede kant – lees beschrijving hierboven. Ga verder met minderen voor de raglan iedere 4e naald in totaal 3 keer in alle maten en dan iedere 2e naald in totaal 22-26-29-33-36-38 keer. Na de laatste mindering zijn er 150-160-164-172-184-194 steken over op de naald. Het werk meet ongeveer 48-50-52-54-56-58 cm vanaf de opzetrand naar beneden midden voor. Brei 1 naald recht terwijl u 26-32-32-32-40-42 steken verdeeld op de naald mindert - lees TIP VOOR HET MINDEREN-3 = 124-128-132-140-144-152 steken. Brei dan de hals zoals beschreven hieronder. HALS: Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant. Brei 1 naald recht aan de goede kant en brei het laatste knoopsgat op deze naald. De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de verkeerde kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, * 2 averecht, 2 recht *, brei van *-* tot er 7 steken over zijn op de naald, 2 averecht en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga zo verder met de boordsteek voor 2 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Het vest meet ongeveer 54-56-58-60-62-64 cm vanaf de schouder naar beneden. AFWERKING: Naai de openingen onder de mouwen dicht. Naai de knopen op de linker voorbies. |
|||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (1)
Annika Johansson wrote:
Jag undrar om diagram A1B och A2B. I diagrammet ser det ut som en del avigmaskor blir rätmaskor och tvärsom på andra varvet. Men i texten står det att man ska sticka rätmaskor på rätmaskor och avigmaskor på avigmaskor. Jag blir lite förvirrad. Vilket är rätt?
28.10.2018 - 19:15DROPS Design answered:
Hei Annika. Der det strikkes etter diagram skal du følge diagrammet som anvist. Når det står i oppskriftsteksten at du skal strikke rett over rett, vrang over vrang og rille over rille gjelder dette de maskene som ikke inngår i noen av diagrammene. Når det er sagt strikkes det for det meste rett over rett og vrang over vrang 2. omgang i A.1b og A.2b - det ser ikke sånn ut pga fellingene 1. omgang. Men du begynner 2. omgang på samme måte som du alltid har gjort. Det er bare at annenhvert parti med 2 vranagmasker har blitt til 1 vrangmaske. God fornøyelse
29.10.2018 - 09:27