DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 1.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Belladonna Skirt

Gehaakte rok met textuurpatroon. Maten S - XXXL. Het werk wordt gehaakt in DROPS Muskat.

DROPS 190-26
DROPS Design: Model r-730
Garengroep B
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS MUSKAT van garnstudio
350-350-400-450-500-550 g kleur 12, rood
Het werk kan tevens gehaakt worden met garen van:
"Alternatief garen (Garengroep B)" – zie link hieronder.

DROPS HAAKNAALD 4 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 17 stokjes op 10 cm in de breedte.

DROPS PARELMOERKNOOP, Gebogen (wit) NR 521: 5 knopen voor alle maten.
--------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 1.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. A.2 laat zien hoe de toer begint/eindigt als u in de rondte haakt.

TIP VOOR HET HAKEN - als u heen en weer haakt:
Haak 3 lossen aan het begin van de toeren die beginnen met stokjes (vervangt niet het eerste stokje). Haak 1 losse aan het begin van de toeren die beginnen met vasten. Vervang het eerste stokje op de toer door 3 lossen. (Vervangt niet de eerste vaste.)

TIP VOOR HET MINDEREN:
STOKJES:
Minder 1 stokje door 2 stokjes als volgt samen te haken:
Haak 1 stokje in de eerste steek, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling (= 2 lussen op de haaknaald), haak 1 stokje in de volgende steek/om de losse, haal de draad door alle 3 lussen op de haaknaald als u de laatste doorhaling maakt (= 1 stokje geminderd).
VASTEN:
Minder 1 vaste door 2 vasten als volgt samen te haken: Haak 1 vaste, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling (= 2 lussen op haaknaald), haak dan de volgende vaste, haal door alle 3 lussen op de haaknaald als u de laatste doorhaling maakt (= 1 vaste geminderd).

TIP VOOR HET MINDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld mindert, gebruik het totaal aantal steken (dus 156 steken) en deel deze door het aantal te maken minderingen (dus 6) = 26. In dit voorbeeld mindert u door iedere 25e en 26e steken samen te haken.
-------------------------------------------------------

ROK:
De rok heeft een split van 10 cm aan elke kant op de onderkant, het werk wordt eerst heen en weer gehaakt in 2 delen tot de splitten klaar zijn, haak dan in de rondte, maar keer het werk op iedere toer en haak heen en weer op de toer om ervoor te zorgen dat de textuur overal hetzelfde is. Als het werk wordt verdeeld om de knoop op de voorkant van de voorbies te maken, haak dan opnieuw heen en weer, maar over zowel het voor- en achterpand (om een split te maken in de zijkant).

VOORPAND:
Haak 90-97-104-111-125-139 lossen met Muskat op haaknaald 4 mm. Ga verder met 1 vaste in de 2e losse vanaf de haaknaald, haak dan 1 vaste in elk van de volgende 4 lossen, * sla 1 losse over, 1 vaste in elk van de volgende 6 lossen *, herhaal van *-* de hele toer = 78-84-90-96-108-120 vasten (de losse die gebruikt wordt om het werk mee te keren tellen ook mee als 1 vaste). Keer het werk en haak 1 vaste in iedere vaste. Haak nu volgens telpatroon A.1 (A.1 wordt in de hoogte herhaald tot de gewenste afmetingen) – lees HAAKTIP! DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Leg na 10 cm het werk terzijde en haak het achterpand.

ACHTERPAND:
Haak 90-97-104-111-125-139 lossen met Muskat op haaknaald 4 mm. Ga verder met 1 vaste in de 2e losse vanaf de haaknaald, haak dan 1 vaste in elk van de volgende 4 lossen, * sla 1 losse over, 1 vaste in elk van de volgende 6 lossen *, herhaal van *-* de hele toer = 78-84-90-96-108-120 vasten (de losse die gebruikt wordt om het werk mee te keren wordt ook meegeteld als 1 vaste). Keer het werk en haak 1 vaste in iedere vaste. Haak nu volgens telpatroon A.1. Ga verder tot het werk 10 cm meet – eindig op dezelfde toer zoals het voorpand.

ROK na de split:
Ga verder in patroon als volgt - haak de steken van het voorpand eerst, haak dan de steken van het achterpand, dan wordt de toer samengehaakt met een halve vaste in de 1e /3e steek op de toer, haak de steken in A.2, keer het werk. Ga zo verder met het patroon volgens telpatronen A.1 en A.2. Op de toeren met stokjes of vasten zijn er nu 156-168-180-192-216-240 steken op de toer (A.2 wordt niet meegerekend in het aantal steken). Als het werk ongeveer 13-14-15-16-17-18 cm meet – zorg ervoor dat de volgende toer een toer met stokjes of vasten is (gemarkeerd in telpatroon met een ster), minder dan 6 steken verdeeld – lees TIP VOOR HET MINDEREN en TIP VOOR HET MINDEREN (verdeeld). Herhaal het minderingen in totaal 6 keer op de gemarkeerde 6 toeren met stokjes of vasten = 120-132-144-156-180-204 steken op een toer met stokjes of vasten. Ga verder met A.1 en A.2. Als het werk 28-30-32-34-36-38 cm meet, haak dan verder heen en weer gehaakt, achteraf wordt een knoop op de voorkant van de voorbies gehaakt over de 12 cm op de bovenkant. Het werk wordt nu niet gekeerd met A.2, maar haak heen en weer in toeren om een opening te maken aan een kant op de bovenkant – gebruik HAAKTIP! Ga verder heen en weer gehaakt volgens A.1 tot het werk 40-42-44-46-48-50 cm meet, eindig met een toer gemarkeerd met een ster in het telpatroon. Knip en hecht de draad af.

KNOOPSGAT LUSSEN:
Haak knoopsgatlussen langs de zijkant van de opening welke een deel van het voorpand is, als volgt: (begin vanaf de onderkant): 2 vasten op een toer met stokjes/vasten, 3 lossen, sla 1 cm over, * haak 2 vasten om de volgende toer met stokje/vaste, 3 lossen, sla 1 cm over *, herhaal van *-* nog 3 keer en eindig met 2 vasten om de laatste toer van stokjes/vasten op de bovenkant, keer het werk en haak dan als volgt: 1 vaste in elke vaste en 3 vasten om iedere lossenlus. Knip en hecht de draad af.

KNOOP VOUWRAND:
Haak 5 toeren met vasten heen en weer gehaakt op de andere kant van de opening (Haak 2 vasten om ieder stokje en 1 vaste om iedere toer met vasten op de 1e toer), knip de draad af. Naai de knopen op de vouwrand.

DECORATIEVE RAND:
De decoratieve rand wordt gehaakt rondom de onderkant van de zoom van de rok – haak tevens bij de splitten op en neer
Haak e decoratieve rand als volgt: 1 vaste, * 3 lossen, 1 stokje in de 3e losse vanaf de haaknaald, sla ongeveer 1 cm over en maak 1 vaste *. Herhaal van *-* over hele toer en eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste vanaf het begin van de toer.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 06.09.2018
TIP VOOR HET HAKEN - als u heen en weer haakt:
Haak 3 lossen aan het begin van de toeren die beginnen met stokjes (vervangt niet het eerste stokje). Haak 1 losse aan het begin van de toeren die beginnen met vasten. Vervang het eerste stokje op de toer door 3 lossen. (Vervangt niet de eerste vaste.)
Gewijzigd online: 25.03.2019
Correctie - SYMBOOLVERKLARING Ster = op deze toeren worden verdeeld meerderingen/minderingen gemaakt - zie patroon

Telpatroon

symbols = losse
symbols = vaste in de steek
symbols = vaste in de achterste lus van de steek aan de goede kant en in de voorste lus aan de verkeerde kant
symbols = vaste om losse
symbols = stokje in de steek
symbols = stokje tussen 2 stokjes
symbols = stokje om losse
symbols = sla 1 steek over, 1 stokje in/om volgende vaste/losse, 1 stokje in/om de overgeslagen steek
symbols = stokjesgroep: Haak 1 stokje in het volgende stokje, maar wacht met de laatste doorhaling (= 2 lussen op de haaknaald), haak 2 stokjes in hetzelfde stokje op dezelfde manier, haal de draad door alle 4 steken op haaknaald
symbols = op deze toeren worden verdeeld meerderingen/minderingen gemaakt - zie patroon
symbols = deze toer wordt niet gehaakt, het is reeds gehaakt en laat zien hoe de volgende toer gehaakt wordt in de steken
symbols = halve vaste
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 190-26

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (8)

country flag Palina Wendel wrote:

Väldigt otydligt i beskrivningen vad det gäller om man ska virka runt eller fram och tillbaka. Ordvalet är otydlig. Samt NÄR man ska minska. Och om man kan gissa sig fram till när man ska virka fram och tillbaka och när man ska virka runt, så är det väldigt svårt att gissa sig fram när det gäller minskning. När man virkar första 10cm så ska man följa A1 där det står minskning redan på 4e raden. Det står inte hur många maskor. Otydlig instruktion!

06.07.2022 - 13:23

country flag Cecilia Espinosa Rebolledo wrote:

Hola!!! Si quisiera hacer una falda larga, hasta los tobillos, que me recomienda hacer para calcular numero de cadenas para el ruedo?

27.11.2019 - 01:17

DROPS Design answered:

Hola Cecilia. Esta falda se trabaja de abajo arriba. Para hacerla más larga solo tienes que trabajar según el patrón hacia arriba hasta la largura deseada, no tienes que montar más puntos.

30.11.2019 - 19:36

country flag Eija wrote:

Missä kerrotaan kavennusten määrä?

12.08.2019 - 14:32

DROPS Design answered:

Hei kavennusten määrä löytyy ohjeesta: "Kun työn pituus on n. 13-14-15-16-17-18 cm ja seuraavaksi virkattava kerros on pylväs tai kiinteä silmukka -kerros (merkitty piirrokseen tähdellä), kavenna tasavälein 6 silmukkaa (lue KAVENNUSVINKKI ja KAVENNUSVINKKI (kaventaminen tasavälein)). Toista tällaiset kavennukset yhteensä 6 kertaa, piirrokseen nuolilla merkityillä pylväs- tai kiinteä silmukka -kerroksilla = 120-132-144-156-180-204 silmukkaa pylväs- tai kiinteä silmukka -kerroksella." Eli työstä kapenee yhteensä 36 silmukkaa.

15.08.2019 - 14:28

country flag Eija wrote:

Edelliseen liittyen: huomasin videon, kun olin aikani yrittänyt ohjeen mukaan. Hyvin vaikeasti oli selitetty.

10.08.2019 - 07:55

country flag Eija wrote:

Uskomattomat käännökset! Esim. tuo 2. rivi: "= jätä 1 silmukka väliin, 1 pylväs seuraavaan kiinteään silmukkaan/seuraavan ketjusilmukan ympäri, 1 pylväs väliin jätettyyn silmukkaan/väliin jätetyn silmukan ympäri "

10.08.2019 - 07:32

country flag Ortuno Catherine wrote:

Je voudrais commander des pelotes Muskat rouge 12 avec un bain particulier 574. Comment faire? Je n'ai pas assez de laine pour finir mon ouvrage. Merci d'avance

03.08.2019 - 08:06

DROPS Design answered:

Bonjour Catherine! Vous devez vous adresser à votre magasin DROPS qui saura vous aider. Bon tricot!

03.08.2019 - 19:58

country flag Elke wrote:

In anderen Anleitungen steht aber: Maschenprobe 18 Stb = 10 cm (s.o. 17 Stb = 10 cm= Druckfehler?) Und, da A.1 zuerst in Reihen gehäkelt wird, beginnt Häkelschrift dann "rechts" bzw. beginnt die R immer abwechselnd einmal rechts und einmal links? und werden dann am Ende die Wende-Luftmaschen nicht gehäkelt, d.h. ausgelassen? (s. Häkeltipp: Am Anfang jeder Reihe mit Stb 3 Lm häkeln (ersetzen nicht das erste Stäbchen) Sorry, ich versteh's nicht richtig. Danke für Info!

04.06.2019 - 12:59

DROPS Design answered:

Liebe Elke, für dieses Modell muss Ihre Maschenprobe 17 M = 10 cm in der Breite sein. Häkelnadel ist nur einen Vorschlag, passen Sie die Größe an, damit die Maschenprobe richtig ist. Die Wende-Lufmaschen (= A.2) werden zusätzlich zu A.1 gehäkelt, dh sie werden nicht am Ende der Reihe gearbeitet. Viel Spaß beim häkeln!

04.06.2019 - 14:23

country flag Elke wrote:

Warum wird in vielen von euren Anleitungen die Maschenprobe NUR mit der Breite angegeben? Ist die Höhe nicht relevant? s.o. : 17 Stäbchen = 10 cm in der Breite.

03.06.2019 - 14:33

DROPS Design answered:

Liebe Elke, bei solchen Anleitungen ist die Länge immer in cm gegeben - und dann wird auch dazu geschrieben z.B. daran angepasst, dass die nächste Runde eine Runde mit Stäbchen oder festen Maschen. Bei den ählinchen Modellen (= mit der selben Häkelnadeln - können Sie auch dann eine Maschenprobe in der Reihen finden - hier zum Beispiel. Viel Spaß beim häkeln!

03.06.2019 - 15:23