DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 1.70 € /50g
DROPS Super Sale

Strawberry Delight

Gehaakte poncho-trui met kantpatroon. Maten S - XXXL. Het werk wordt van boven naar beneden gehaakt in DROPS Belle.

DROPS 190-9
DROPS Design: Patroon nr. vs-043
Garengroep B
-----------------------------------------------------------
Maten: S/M – L/XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BELLE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
400-400-450-500-550-600 g kleur 11, oudroze
350-400-400-450-450-500 g kleur 03, lichtbeige

Het werk kan tevens gehaakt worden met garen van:
"Alternatief garen (Garengroep B)" – zie link hieronder.

DROPS HAAKNAALD 4.5 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 16 stokjes en 9 toeren is 10 cm breed en 10 cm hoog.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 1.70 € /50g

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.5.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van elke toer van stokjes, vervangt u het eerste stokje met 3 lossen. De toer eindigt met 1 halve vaste in de losse op het begin van de toer. Telpatroon A.1 laat zien hoe elke toer begint en telpatroon A.4 laat zien hoe elke toer eindigt; de halve vaste wordt gehaakt in de 3e losse op het begin van de toer, de 3 lossen vervangt afwisselend de eerste en het laatste stokje op de toer.

STREPEN:
TOER 1: Haak met oudroze – lees WISSELEN VAN KLEUR!
TOER 2: Haak met lichtbeige
Herhaal toeren 1 en 2 in totaal 3 keer.
TOEREN 7 en 8: Haak met oudroze
TOEREN 9 en 10: Haak met lichtbeige
Haak dan als volgt:
Haak 3 toeren met oudroze, 3 toeren met lichtbeige.
Haak 4 toeren met oudroze, 4 toeren met lichtbeige. Ga zo verder, dus haak nog 1 toer van elke kleur tot de gewenste lengte.
Als de ruimte tussen elke streep te lang wordt, knip en hecht de draad dan af.

WISSELEN VAN KLEUR:
Om een mooie overgang te krijgen bij het wisselen van kleur, haakt u de laatste halve vaste op de toer met de nieuwe kleur als volgt: Voeg de haaknaald in de laatste losse vanaf het begin van de toer, neem de nieuwe draad op, maak een omslag met de nieuwe kleur en haal deze door de lus op de haaknaald.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Pas zo aan dat de minderingen op toer 1 of op toer 3 in A.2a gemaakt worden. Minder 1 stokjesgroep door de eerste losse in de eerste herhaling van A.2a over te slaan. De volgende toer wordt gehaakt zoals hiervoor, maar nu wordt er geen stokjesgroep gehaakt tussen de 2 stokjesgroepen waar u een losse heeft overgeslagen (= 1 stokjesgroep geminderd). De volgende keer dat u mindert, sla dan de laatste losse in de laatste herhaling van A.2a over. De volgende toer wordt gehaakt zoals hiervoor, maar er wordt geen stokjesgroep gehaakt tussen de 2 stokjesgroepen waar u een losse heeft overgeslagen (= 1 stokjesgroep geminderd). Minder zo in de hoogte, dus minder afwisselend op het begin en einde van de toer.
----------------------------------------------------------

PONCHO-TRUI:
Het werk wordt in de rondte gehaakt, van boven naar beneden. U meerdert midden voor en achter en in het midden van elke mouw. Het werk wordt verdeeld voor de mouwen en het lijf; het lijf wordt verder gebreid in de rondte met meerderingen midden achter en op de voorkant zoals hiervoor. De mouwen worden in de rondte gehaakt tot het einde.

PAS:
Haak 107-107-125-125 lossen met haaknaald 4.5 mm en oudroze en vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse.
TOER 1 (gehaakt met oudroze): Haak 3 lossen (= 1 stokje) in de eerste losse – lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN, haak 1 stokje in elk van de volgende 1-1-5-5 lossen, * sla 1 losse over, 1 stokje in elk van de volgende 6 lossen *, herhaal van *-*, en eindig met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer = 92-92-108-108 stokjes.

TOER 2 (gehaakt met oudroze – staat gelijk aan de eerste toer in A.1 tot A.5 gemarkeerd met een ster): (de toer begint in de overgang tussen de mouw en het achterpand) Haak * 1 stokje in elk van de volgende 38-38-46-46 stokjes (= achter/voorpand), haak 2 stokjes in elk van de volgende 8 stokjes (= 8 stokjes gemeerderd) *, haak van *-* 1 keer = 108-108-124-124 stokjes.

Ga verder met het haken van de STREPEN – zie uitleg hierboven, als volgt:
TOER 3 (staat gelijk aan toer 1 in de strepen en toer 2 in A.1 tot A.5): Haak A.1 over de eerste 4 stokjes, A.2 over de volgende 12 stokjes (= 3 keer in de breedte), haak A.3 over de volgende 3 stokjes (= punt midden achter), * A.2 over de volgende 24-24-28-28 stokjes (= 6-6-7-7 keer in de breedte), A.5 over de volgende 3 stokjes (= midden van de bovenkant van de schouder) *, A.2 over de volgende 24-24-28-28 stokjes (= 6-6-7-7 keer in de breedte), A.3 over de volgende 3 stokjes (= punt midden voor), haak van *-* 1 keer, haak A.2 over de volgende 4-4-8-8 stokjes en eindig met A.4 over de laatste 4 stokjes = 32-32-36-36 lossenlussen met 1 vaste tussen elk.

Ga zo verder met het patroon; als A.1 tot A.5 1 keer in de hoogte zijn gehaakt (dus in totaal 5 toeren) zijn er 44-44-48-48 stokjes op de laatste toer. Herhaal A.1a tot A.5a. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Meerder 1 stokjesgroep in elke A.3a op elke toer. Meerder 1 stokjesgroep iedere 3e toer in elke A.5a. Voor iedere 3e toer die u haakt, meerdert u in totaal 8 stokjesgroen en de gemeerderde steken worden gaandeweg in A.2a gehaakt. Ga zo verder tot u 20-23-26-29 toeren van stokjesgroepen in A.1a tot A.5a in de hoogte heeft gehaakt. Er zijn nu 84-92-104-112 stokjesgroepen/lossen op de toer. Het werk meet ongeveer 24-28-31-34 cm. Het werk wordt nu verdeeld voor het lijf en mouwen.

LIJF:
Knip de draad af. Tel 14-16-18-20 lossen vanaf het midden, aan de goede kant gezien, vanaf midden achter en naar buiten tot de zijkant/schouder (zonder de losse midden achter), haak 1 halve vaste om de 14e-16e-18e-20e losse, haak toer 2 van A.1a (= 3 lossen, haak 2 stokjes om dezelfde losse), haak 6 lossen (= onder de mouw), sla 13-13-15-15 lossen en 14-14-16-16 stokjesgroepen over (= mouw), om de volgende losse haak A.2a verder zoals hiervoor, haak A.2a en A.3a zoals hiervoor tot u om 14-16-18-20 lossen voorbij de middelste losse aan de voorkant heeft gehaakt, haak 6 lossen (= onder de mouw), sla 13-13-15-15 lossen en 14-14-16-16 stokjesgroepen over (= mouw), haak A.2a en A.3a zoals hiervoor tot er 1 losse over is, eindig met toer 2 van A.4a om dezelfde ruimte als de halve vaste op het begin van de toer = in totaal 60-68-76-84 stokjesgroepen (inclusief de stokjesgroep midden voor en midden achter) en 6 lossen onder elke mouw. Haak de volgende toer als volgt: Haak A.1a om de 6 lossen onder de mouw, ga verder met A.2a en A.3a zoals hiervoor tot de 6 lossen onder de andere mouw, haak 1 keer A.2a om de 6 lossen onder de mouw, haak dan in patroon als hiervoor tot het einde van de toer. Met andere woorden ga verder met meerderen midden voor en achter met A.3a; de toeren beginnen met A.1a en eindigen met A.4a en de overgebleven steken worden als A.2a gehaakt. Ga zo verder tot het werk ongeveer 89-91-93-95 cm meet, gemeten vanaf de schouder en naar beneden tot de punt in de voorkant van het werk. Knip en hecht de draad af.

MOUW:
De mouwen worden in de rondte gehaakt met lichtbeige.
Begin in de eerste losse die overgeslagen is toen de mouw en het lijf van elkaar gescheiden werd, haak 1 halve vaste om deze losse, haak toer 2 van A.1a (= 3 lossen, haak 2 stokjes om dezelfde losse), haak A.2a in elk van de 12-12-14-14 lossen/13-13-15-15 stokjesgroepen welke overgeslagen zijn, haak 6 lossen midden onder de mouw en eindig met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer. Ga verder met A.1a en A.2a op de volgende toer, eindig dan met een herhaling van A.2a en A.4a om de 6 gehaakte lossen onder de mouw = 14-14-16-16 herhalingen van A.1a/A.2a/A.4a. Ga verder met dit patroon. Als het werk 3 cm meet, minder dan 1 stokjesgroep onder de mouw na A.1/ voor A.4 – lees TIP VOOR HET MINDEREN! Minder zo iedere 3-3-2-2 cm in totaal 3 keer = 11-11-13-13 stokjesgroepen. Knip en hecht de draad af als de mouw 20-18-14-11 cm meet vanaf de scheiding. Haak de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de opening onder de mouwen dicht.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 07.03.2022
TOER 3:...haak A.2 over de volgende 4-4-8-8 stokjes en eindig met A.4 over de laatste 4 stokjes = 32-32-36-36 lossenlussen met 1 vaste tussen elk.

Telpatroon

symbols = vaste
symbols = stokje in de steek
symbols = stokje om losse/lossenlus
symbols = halve vaste
symbols = losse
symbols = eerste toer uitgelegd in de tekst
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 190-9

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (47)

country flag Maria wrote:

På slutet på varv 3 står det 32-32-36-36 stolpgrupper med 1 luftmaska mellan varje, men jag undrar om det inte ska stå 32-32-36-36 luftmaskbågar med 1 fast maska mellan. Hälsningar Maria

26.02.2022 - 19:49

DROPS Design answered:

Hej Maria, jeg forstår dit spørgsmål og sender det videre til design. Vi kommer tilbage så hurtigt som muligt.

02.03.2022 - 11:37

country flag Birthe Westergaard wrote:

Jeg er desværre der hvor jeg overhovedet ikke forstår, hvordan jeg skal læse diagrammet - lad os starte med A1-A5. Kan i forklare det fra maske til maske eller på anden måde (video)? Jeg har faktisk haft to meget øvede og dygtige kvinder til at læse disse diagrammer, de kan heller ikke forstå meningen? er ret trist hvis det ikke lykkes, da jeg er vild glad for denne model :) Håber virkelig på i kan hjælpe :) :)

13.10.2021 - 21:52

DROPS Design answered:

Hei Brithe. Ingen video på denne, men om du f.eks hekler str. S og har heklet 1. omg, har du 92 st (=stav). Du starter 2. omg med første rad i A.1 (sort stjerne) der det hekles 1 st i hver av de neste 38 st, hekle 2 st i hver av de neste 8 st, hekle 1 st i hver av de neste 38 st, hekle 2 st i hver av de neste 8 st = 108 st. På 3. omgang hekles A.1 over de første 4 st, A.2 over de neste 12 st, hekle A.3 over de neste 3 st, * A.2 over de neste 24 st, A.5 over de neste 3 st *, A.2 over de neste 24 st, A.3 over de neste 3 st, hekle fra *-* 1 gang til, hekle A.2 over de neste 4 st og avslutt med A.4 over de siste 4 st = 32 stgrupper med 1 luftmaske mellom hver. mvh DROPS design

18.10.2021 - 09:29

country flag Karin wrote:

Do you have a video for this pattern ? My around breast size is 45 inches. What size do you recomend i use ? My wool is 3 ply South African wool

29.09.2021 - 14:39

DROPS Design answered:

Dear Karin, measure a similar garment you have and like the shape and compare them to the measurements in chart (= in cm), this is the best way to find out the matching size, read more here. This pattern has been worked with a dk/worsted yarn: DROPS Belle, read more about alternative yarns here. Happy crocheting!

30.09.2021 - 09:25

country flag Aase Jacobsen wrote:

Jeg skal til 3. Omg. Hvor jeg skal begynde at tage ud for og bag jeg er nok kørt lidt fast . Jeg mener at der hvor du har taget 16 masker ud i de 8 masker det er til ærmerne.

02.06.2021 - 11:59

DROPS Design answered:

Hej Aase, ja du har taget 8 masker ud til hver skulder. Nu hækler du A.1 over de første 4 st, A.2 over de næste 12, så er du kommet til de 3 midterste masker midt bagpå, dem hækler du ifølge A.3 osv, vi beskriver når du er midt på skulderen og midt bagpå og foran, så prøv at følge 3.omgang maske for maske :)

02.06.2021 - 13:27

country flag Aase Jacobsen wrote:

Jeg må desværre give op. Jeg .ener at der er 46 masker til forstykket og jeg skal hækle 4 og 3x12 masker. Hvor er der så.midt på

01.06.2021 - 18:41

DROPS Design answered:

Hej Aase, hvilke størrelse hækler du, hvor langt er du kommet i opskriften, hvilket afsnit, hvor mange masker har du... ?

02.06.2021 - 11:36

country flag Aase Jacobsen wrote:

I 3 omgang står der over næste12 stangmasker = 3 gange i bredden det forstår jeg ikke hjælp.

30.04.2021 - 10:18

DROPS Design answered:

Hei Aase. Du skal da hekle diagram A.2 over de neste 12 stavene (= altså du hekler A.2 3 ganger. mvh DROPS design

03.05.2021 - 13:44

country flag Petra wrote:

Hi, I would be grateful for more spesific instructions how to proceed with the 6 chain stitches under the arm. I add one group of doubles under each arm? BR, Petra

10.04.2021 - 13:11

country flag Petra wrote:

Hi, I would be grateful for more spesific instructions how to proceed with the 6 chain stitches under the arm. I add one group of doubles under each arm? BR, Petra

10.04.2021 - 13:07

DROPS Design answered:

Dear Petra, for the extra 6 stitches that will form from the chain stitches, crochet the pattern so it would continue the pattern you were making before (on th body as well as on the sleeves. ) Happy crafting!

10.04.2021 - 18:43

country flag Ingrid wrote:

I don't understand round 3 of the yoke. It says that at the end of the round there are 32-32-36-36 double crochet groups with 1 chain stitch in between, but I read the second round of the diagrams A1 -A5 as chain stitches with a single crochet between them. Can you explain what I am seeing? Thank you.

18.12.2020 - 09:25

DROPS Design answered:

Dear Ingrid, the 1st row in diagram is the row with the black star - the 2nd row is the one with the chain spaces and sc, and the 3rd row ill be the one with 3 dc (= 1 double-crochet group) and 1 chain. Hope it will help. Happy crocheting!

18.12.2020 - 13:01

country flag Beatriz wrote:

Hola Tienen algún video tutorial para el patrón. No entiendo los diagramas porque son muy reducidos. Tienen el patrón completo del trabajo porfavor? Gracias

24.09.2020 - 20:39

DROPS Design answered:

Hola Beatriz. El patrón está completo. Los diagramas presentan una repetición del patrón que se repite a lo largo de la vuelta. Bajo el patrón tienes varios vídeos explicativos sobre cómo trabajar diferentes puntos/partes del patrón. No tenemos en este momento un vídeo sobre cómo realizar el vestido entero.

27.09.2020 - 19:01