DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 187-5
DROPS design: Patroon r-720
Garengroep B
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL- XXXL
Materiaal:
DROPS MUSKAT van garnstudio
600-650-700-750-850-950 g kleur 12, rood
Het werk kan tevens gehaakt worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep B)” - zie link hieronder.

DROPS HAAKNAALD 4 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 17 stokjes = breedte 10 cm.
--------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

PATROON:
Zie telpatronen A.1, A.2 en A.3. A.2 laat zien hoe de toer begint/eindigt als u in de rondte haakt.

TIP VOOR HET HAKEN - als u heen en weer haakt:
Haak 3 lossen aan het begin van de toeren die beginnen met stokjes (vervangt niet het eerste stokje). Haak 1 losse aan het begin van de toeren die beginnen met vasten. Vervang het eerste stokje op de toer door 3 lossen. (Vervangt niet de eerste vaste.)

TIP VOOR HET MINDEREN:
STOKJE:
Minder 1 stokje door 2 stokjes samen te haken als volgt:
Haak 1 stokje in de eerste steek, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling (= 2 lussen op de haaknaald), haak 1 stokje in de volgende steek/om de losse, maar op de laatste doorhaling haalt u het garen door alle 3 lussen op haaknaald (= 1 stokje geminderd).
VASTE:
Minder 1 vaste door 2 vasten samen te haken als volgt: Haak 1 vaste maar wacht met de laatste omslag en doorhaling (= 2 lussen op de haaknaald), haak dan de volgende vaste maar haal op de laatste doorhaling het garen door alle 3 lussen op de haaknaald (= 1 vaste geminderd)

TIP VOOR HET MINDEREN (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er geminderd moet worden, gebruik het totaal aantal steken (dus 156 steken) en deel deze door het aantal te maken minderingen (dus 6) = 26. In dit voorbeeld haakt u ongeveer iedere 25e en 26e steek samen.
--------------------------------------------------------

JURK:
Er is een split van 10 cm aan de onderkant van de jurk, haak eerst het werk heen en weer tot het split klaar is, haak dan het werk in de rondte maar keer het werk op iedere toer en haak terug op de toer tot zodat het textuurpatroon steeds hetzelfde wordt. Als het werk verdeeld wordt bij het armsgat, haak dan opnieuw heen en weer.

VOORPAND:
Haak 90-97-104-111-125-139 lossen met Muskat op haaknaald 4 mm. Ga verder met 1 vaste in de 2e losse vanaf de haaknaald, dan 1 vaste in elk van de volgende 4 lossen, * sla 1 losse over, 1 vaste in elk van de volgende 6 lossen *, herhaal van *-* de hele toer = 78-84-90-96-108-120 vasten (de losse om het werk mee te keren wordt ook als 1 vaste gerekend). Keer het werk en haak 1 vaste in iedere vaste. Haak nu volgens telpatroon A.1 - lees TIP VOOR HET HAKEN! DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Let het werk na 10 cm aan de kant en haak het achterpand.

ACHTERPAND:
Haak 90-97-104-111-125-139 lossen met Muskat op haaknaald 4 mm. Ga verder met 1 vaste in de 2e losse vanaf de haaknaald, dan 1 vaste in elk van de volgende 4 lossen, * sla 1 losse over, 1 vaste in elk van de volgende 6 lossen *, herhaal van *-* de hele toer = 78-84-90-96-108-120 vasten (de losse om het werk mee te keren wordt ook als 1 vaste gerekend). Keer het werk en haak 1 vaste in iedere vaste. Haak nu volgens telpatroon A.1. Ga verder tot het werk 10 cm meet - eindig op dezelfde toer als op het voorpand.

JURK na het split:
Ga zo verder in patroon - haak eerst de steken over het voorpand, haak dan de steken over het achterpand, haak dan de toer samen met een halve vaste in de 1e/3e steek op de toer, haak de steek in A.2, keer het werk en haak terug.
Voeg 1 markeerdraad in, in de overgangen tussen voor- en achterpand = zijkanten.
Ga zo verder met heen en weer haken met patroon volgens telpatroon A.1 en A.2. Op de toeren met stokjes of vasten zijn er nu 156-168-180-192-216-240 steken op de toer (A.2 is wordt niet meegeteld in het aantal steken). Als het werk ongeveer 30-31-32-33-34-35 cm meet - pas zo aan dat de volgende toer een toer met stokjes of vasten is (gemarkeerd op telpatroon met ster), minder dan 6 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MINDEREN en TIP VOOR HET MINDEREN (verdeeld). Herhaal het minderen 6 keer in totaal op de 6 gemarkeerde toeren met stokjes of vasten = 120-132-144-156-180-204 steken op een toer met stokjes of vasten.

Na de laatste toer met minderingen haakt u in patroon zoals hiervoor voor ongeveer 3 cm – pas zo aan dat volgende toer een toer is gemarkeerd met ster (het werk nu meet ongeveer 48-49-50-51-52-53 cm). Meerder nu 6 steken verdeeld op de toer door 2 steken in 1 steek te haken. Herhaal het meerderen 4 keer in totaal in de hoogte op de toeren gemarkeerd in telpatroon = 144-156-168-180-204-228 steken op een toer met stokjes of vasten na de laatste meerdering. Als het werk ongeveer 60-61-62-63-64-65 cm meet – pas aan na een toer gemarkeerd met ster, eindig dan de jurk volgens telpatroon A.3 (keer het werk zoals hiervoor met telpatroon A.2). Bij een hoogte van 62-63-64-65-66-67 cm, deel het werk op voor het voor- en achterpand op de armsgaten.

VOORPAND:
Haak halve vasten over de eerste 4-5-4-5-6-7 steken, haak dan tot er 4-5-4-5-6-7 steken over zijn voor de markeerdraad aan de andere kant, keer het werk. Haak op de volgende toer de 4 buitenste steken aan elke kant 2 aan 2 samen – lees TIP VOOR HET MINDEREN! Herhaal het minderen op iedere toer 0-0-1-1-2-3 keer. Haak op de volgende toer de 2 buitenste steken samen, herhaal het minderen op iedere toer 2-2-2-3-4-5 keer.
Als alle minderingen gemaakt zijn, zijn er 54-58-62-64-68-72 steken over op de toer.
Eindig bij een hoogte van 70-71-73-74-76-77 cm, elk schouder apart.

SCHOUDER:
Ga verder met stokjes over de eerste 17-19-21-22-23-24 steken aan de goede kant van het werk, keer het werk en haak de eerste 4 steken 2 aan 2 samen voor de hals, haak dan de rest van de toer. Keer het werk en haak tot er 4 steken over zijn voor de hals, haak deze 2 aan 2 samen, keer het werk. Haak op de volgende toer de eerste 2 steken samen, haak dan de rest van de toer. Keer het werk en haak tot er 2 steken over zijn, haak deze samen. Keer het werk, haak de eerste 2 steken samen, haak de rest van de toer = 10-12-14-15-16-17 steken over op de schouder. Ga verder tot het werk 80-82-84-86-88-90 cm meet, hecht af.
Haak de andere schouder op dezelfde manier, maar dan omgekeerd. Dus begin vanaf de rechter kant en haak de minderingen voor de hals aan het eind van de toeren op de verkeerde kant.

ACHTERPAND:
Haak halve vasten over de eerste 4-5-4-5-6-7 steken, haak dan tot er 4-5-4-5-6-7 steken over zijn er voor de markeerdraad aan de zijkant, keer het werk. Haak op de volgende toer de 4 buitenste steken aan elke kant 2 aan 2 samen – lees TIP VOOR HET MINDEREN! Herhaal het minderen op iedere toer 0-0-1-1-2-3 keer. Haak op de volgende toer de 2 buitenste steken samen, herhaal het minderen op iedere toer 2-2-2-3-4-5 keer. Als alle minderingen gemaakt zijn, zijn er 54-58-62-64-68-72 steken over op de toer. Ga verder met haken tot het werk ongeveer 78-80-82-84-86-88 cm meet. Eindig dan elk schouder apart als volgt: Haak 1 toer over de eerste 12-14-16-17-18-19 steken, keer het werk, haak de eerste 2 steken samen, haak de rest van de toer. Keer het werk en haak tot er 2 steken over zijn, haak deze samen. Keer het werk, haak de rest van de toer, hecht af. Herhaal op de andere schouder.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden rand tot rand.

DECORATIERAND:
Haak een decoratierand rondom de hals, elk armsgat en op de onderkant van het lijf – en tevens op en neer bij elke split.
Haak de decoratierand als volgt: 1 vaste, * 3 lossen, 1 stokje in de 3e losse vanaf de haaknaald, sla ongeveer 1 cm over en maak 1 vaste *. Herhaal van *-* en eindig met 1 halve vaste in eerste vaste vanaf het begin van de toer.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 06.09.2018
Correctie - TIP VOOR HET HAKEN als u heen en weer haakt:
Haak 3 lossen aan het begin van de toeren die beginnen met stokjes (vervangt niet het eerste stokje). Haak 1 losse aan het begin van de toeren die beginnen met vasten. Vervang het eerste stokje op de toer door 3 lossen. (Vervangt niet de eerste vaste.)
Gewijzigd online: 25.03.2019
Correctie - SYMBOOLVERKLARING Ster = meerder/minder verdeeld op deze toeren - zie patroon

Telpatroon

symbols = losse
symbols = vaste in de steek
symbols = vaste in de achterste lus van de steek aan de goede kant en in de voorkant van de lus van de steek op de verkeerde kant
symbols = vaste om losse
symbols = stokje in de steek
symbols = stokje tussen 2 stokjes
symbols = stokje om losse
symbols = sla 1 stokje over, 1 stokje in/om volgende vaste/losse, 1 stokje in de steek die overgeslagen was
symbols = stokjesgroep: Haak 1 stokje in het volgende stokje maar wacht met de laatste doorhaling (= 2 steken op de haaknaald), haak 2 stokjes in hetzelfde stokje op dezelfde manier, haal het garen door alle 4 steken op de haaknaald
symbols = meerder/minder verdeeld op deze toeren - zie patroon
symbols = deze toer wordt niet gehaakt, het is reeds gehaakt en laat alleen zien hoe de volgende toer gehaakt moet worden in de steken
symbols = halve vaste
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 187-5

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (99)

country flag Dagmar wrote:

Why do I have a chain of 104 and reduce in the next row to 96? Why can’t I chain 96 right away?

20.02.2021 - 16:52

DROPS Design answered:

Dear Dagmar, most of the time the foundation chains tends to be too tight, reason why you crochet here more chains and then skip chains evenly on first row (= to get 96 sts). Happy crocheting!

22.02.2021 - 10:08

country flag Susana wrote:

Hola, cuando dice "cuando la labor mida..."se refiere al vestido entero desde el inicio o se refiere a la labor después de la apertura? Gracias!

27.01.2021 - 19:33

DROPS Design answered:

Hola Susana, el largo se mide a partir del punto más alto en el hombro (usualmente lo más cerca al escote), y en línea recta hasta la parte de abajo de la prenda. NO se mide a partir de la punta del hombro. Buen trabajo!

28.01.2021 - 10:14

country flag Chris Harings wrote:

When you start a to or dress, how many do you chain in order to start?

30.12.2020 - 16:58

country flag Sirkka Persson wrote:

Varför har ni tagit bort virkmönstret? Maskförklaringen finns men ej i vilken ordning de virkas.

06.10.2020 - 20:05

DROPS Design answered:

Hej Sirkka. Diagrammet finns precis under symbolförklaringen (över måttskissen). Eller är det något annat du menar saknas? Mvh DROPS Design

07.10.2020 - 08:36

country flag Sara wrote:

Very beginning of pattern, I'm on the A1 row with 7 dc fan, skip 2, sc, skip 2, 7 dc fan.... problem is the edges are not straight as the row begins and ends with a fan so it extends over the straight edge. Should i be starting with an sc?

03.06.2020 - 20:28

DROPS Design answered:

Dear Sara, on this row, you will start with 1 chain to replace 1st sc and finish with 1 sc in the last st on row. You can always make a small crocheted edge along vents at the very end if you like to (like the one worked over armholes and neck). Happy crocheting!

04.06.2020 - 08:44

country flag Sylva wrote:

Hallo, ich kann die Häkelschrift von A3 nicht finden. Wie wird an diesem Punkt weiter gehäkelt? Vielen Dank

16.05.2020 - 23:20

DROPS Design answered:

Liebe Sylva, A.3 besteht aus den 6 letzten Reihen im Diagram. Viel Spaß beim stricken!

18.05.2020 - 08:23

country flag Catharine wrote:

Can someone please explain what the treble between 2 trebles exactly is. I can't find it anywhere to understand what is required. Thanks

05.05.2020 - 00:16

DROPS Design answered:

Dear Catharine, on row before you worked crossed treble crochets, on next row you will crochet 2 trebles between the 2 crossed trebles (ie you won't insert hook in the stitches from previous row but in the small hole between the 2 trebles that you worked crossed). Hope this helps. Happy crocheting!

05.05.2020 - 11:24

country flag Anneli wrote:

Did anyone make this model into a long dress? How did you increas each row?

11.04.2020 - 06:43

DROPS Design answered:

Dear Anneli, you could maybe ask other DROPS fans in our DROPS Workshop. Happy crocheting!

14.04.2020 - 10:56

country flag Anna wrote:

Dopiero zaczynam sukienkę i nie rozumiem wskazówki. Czy ona oznacza że jeśli oczka ścisłe i słupki nie liczą się jako słupki i oczka ścisłe to w pierwszych oczkach rzędu mamy 2 słupki lub dwa oczka ścisłe?

24.03.2020 - 17:54

DROPS Design answered:

Witaj Anno. Schemat A.2 pokazuje jak zaczynać i kończyć okrążenia, gdy przerabiamy na okrągło (na początku okrążenia wykonujesz dodatkowo 1 lub 3 oł, a na końcu oczko zamykające). Przerabiając w tę i z powrotem zawsze wykonujesz na początku rzędu 1 lub 3 oł i następnie przerabiasz schemat A.1 czy A.3, dzięki temu brzeg będzie prosty. Pozdrawiamy!

25.03.2020 - 12:52

country flag Katho wrote:

Hi, ich hab eine Frage zu der Schulter. Im Text steht, dass Stäbchen gehäkelt werden sollen. Aber etwas weiter vorher stand, dass nach Diagramm A3 zu Ende gehäkelt werden soll. Wird die Schulter nur mit Stäbchen oder nach Diagramm gehäkelt? Vielen Dank für die ansonsten sehr tolle Anleitung :)

24.03.2020 - 08:08

DROPS Design answered:

Liebe Katho, die Schulter häkeln Sie nur mit Stäbchen. Viel Spaß beim häkeln!

24.03.2020 - 10:18