DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.15 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 16.10€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Queensland

Gehaakte jurk met raglan, kantpatroon en korte mouwen, van boven naar beneden gehaakt. Maten S - XXXL. Het werk wordt gehaakt in DROPS Safran.

DROPS 186-12
DROPS Design: Patroon nr. e-270
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maten: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS SAFRAN van garnstudio (behoort tot garengroep A)
700-750-800-900-1000-1050 g kleur 05, lichtblauw/paars

Het werk kan tevens gehaakt worden met garen van:
"Alternatief garen (Garengroep A)" – zie link hieronder.

DROPS HAAKNAALD 3.5 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 22 stokjes en 12 toeren is 10 cm breed en 10 cm hoog.

DROPS HAAKNAALD 3 MM – voor de korte mouwen.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.15 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 16.10€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van elke toer met stokjes vervangt u het eerste stokje met 3 lossen. De toer eindigt met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer.

TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert/mindert, tel het totaal aantal steken op de toer (dus 114 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen/minderingen (dus 29) = 3.9.
In dit voorbeeld, meerdert u ongeveer iedere 4e steek – lees TIP VOOR HET MEERDEREN.
Bij het minderen, haakt u iedere 3e en 4e steek samen – lees TIP VOOR HET MINDEREN.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 stokje door 2 stokjes in dezelfde steek te haken.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 stokje door de volgende 2 stokjes samen te haken als volgt: Haak 1 stokje, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling (= 2 lussen op de haaknaald), haak het volgende stokje, maar als bij de laatste doorhaling, haalt u de draad door alle 3 lussen op de haaknaald.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.5.
----------------------------------------------------------

JURK:
Het werk wordt in de rondte gehaakt, van boven naar beneden.

HALS:
Haak een beetje losjes 114-118-124-128-132-136 lossen met haaknaald 3.5 mm en Safran en vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse.
TOER 1: Haak 2 lossen (staat gelijk aan 1 half stokje), haak dan 1 half stokje in elke losse tot het einde van de toer, eindig de toer met 1 halve vaste in de 2e losse op het begin van de toer = 114-118-124-128-132-136 halve stokjes.
TOER 2: Haak 3 lossen (staat gelijk aan 1 half stokje + 1 losse), sla 1 half stokje over, * haak 1 half stokje in het volgende halve stokje, 1 losse, sla 1 half stokje over *, haak van *-* tot het einde van de toer en eindig met 1 halve vaste in de 2e losse op het begin van de toer = 114-118-124-128-132-136 steken op de toer.
TOER 3: Haak 3 lossen (staat gelijk aan 1 stokje), haak dan 1 stokje in elk half stokje en 1 stokje om elke losse – Meerder tegelijkertijd 29-25-30-26-33-29 stokjes verdeeld op de toer – lees MEERDER/TIP VOOR HET MINDEREN en TIP VOOR HET MEERDEREN = 143-143-154-154-165-165 stokjes. Eindig de toer met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer.
Lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN en haak A.1 in de rondte (= 13-13-14-14-15-15 herhalingen van 11 steken). Op de laatste toer in A.1 haakt u voor het grootste deel 15 stokjes in elke herhaling, maar in 5-5-6-10-7-11 herhalingen verdeeld op de toer, meerdert u dit naar 16 stokjes zodat er in totaal 200-200-216-220-232-236 stokjes op de toer zijn. Het werk meet nu ongeveer 7 cm vanaf de opzetrand. Haak nu de pas zoals beschreven hieronder. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

PAS:
Haak 1 toer van stokjes met 1 stokje in elk stokje. Voeg dan 4 markeerdraden in het werk als volgt (zonder de steken te haken): Tel 34-34-38-39-42-43 stokjes (= ½ achterpand), voeg 1 markeerdraad in het volgende stokje, tel 30 stokjes (= mouw), voeg 1 markeerdraad in het volgende stokje, tel 68-68-76-78-84-86 stokjes (= voorpand), voeg 1 markeerdraad in het volgende stokje, tel 30 stokjes (= mouw), voeg 1 markeerdraad in het volgende stokje. Er zijn 34-34-38-39-42-43 stokjes over op de toer na het laatste stokje met de markeerdraad.
Haak verder in stokjes in de rondte met 1 stokje in elk stokje - Meerder tegelijkertijd voor de raglan op elke markeerdraad als volgt:
TOER 1: Haak 1 stokje + 2 lossen + 1 stokje in elk stokje met een markeerdraad (= 4 stokjes gemeerderd op de toer) = 204-204-220-224-236-240 stokjes op de toer.
TOER 2: Om elke lossenlus met 2 lossen haakt u 1 stokje + 2 lossen + 1 stokje (= 8 stokjes gemeerderd op de toer) = 212-212-228-232-244-248 stokjes op de toer.
Herhaal toer 2 tot u in totaal 9-13-15-18-20-23 toeren met meerderingen heeft gehaakt (inclusief de meerderingen in toer 1) = 268-300-332-360-388-416 stokjes op de toer.
Haak op de volgende toer 1 stokje in elk stokje, maar om elke lossenlus met 2 lossen haakt u 2 stokjes (= 8 stokjes gemeerderd op de toer) = 276-308-340-368-396-424 stokjes op de toer.
Ga verder met stokjes zonder meerderingen tot het werk 19-21-23-25-27-29 cm meet vanaf de opzetrand midden voor.
Haak de volgende toer als volgt: Haak 40-44-48-53-59-65 stokjes (inclusief de 3 lossen op het begin van de toer = ½ achterpand), haak een beetje losjes 8-8-10-10-12-14 lossen, sla 58-66-74-78-80-82 stokjes over (= mouw), haak 80-88-96-106-118-130 stokjes (= voorpand), haak een beetje losjes 8-8-10-10-12-14 lossen, sla 58-66-74-78-80-82 stokjes over (= mouw) en haak de laatste 40-44-48-53-59-65 stokjes op de toer (= ½ achterpand). Knip de draad af.
Het lijf en mouwen worden apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!

LIJF:
Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-10-10-12-14 lossen onder de mouw aan de ene kant van het werk en begin de toer hier.
Haak 1 vaste in de eerste losse, 3 lossen (staat gelijk aan 1 stokje), haak dan 1 stokje in elke losse en 1 stokje in elk stokje tot het einde van de toer = 176-192-212-232-260-288 stokjes. Ga verder in de rondte met stokjes. Als het werk 2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 8-8-8-10-10-10 stokjes verdeeld op de toer = 168-184-204-222-250-278 stokjes – lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN. Herhaal de minderingen als het werk 6 cm meet vanaf de scheiding = 160-176-196-212-240-268 stokjes.
Als het werk 12 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 12-12-12-14-14-14 stokjes verdeeld op de toer = 172-188-208-226-254-282 stokjes.
Als het werk 18 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 12-12-12-14-14-14 stokjes verdeeld op de toer = 184-200-220-240-268-296 stokjes.
Als het werk 26 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 14 stokjes verdeeld op de toer in alle maten = 198-214-234-254-282-310 stokjes.
Als het werk 34 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 14 stokjes verdeeld op de toer in alle maten = 212-228-248-268-296-324 stokjes.
Als het werk 40-41-42-43-44-45 cm meet vanaf de scheiding, (het werk meet nu ongeveer 62-65-68-71-74-77 cm vanaf de schouder) meerder dan 40-48-40-44-40-48 stokjes verdeeld op de toer = 252-276-288-312-336-372 stokjes.
Haak A.2 in de rondte (= 21-23-24-26-28-31 herhalingen van 12 steken). Meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste toer in A.2 52-60-64-72-64-60 stokjes verdeeld op de toer = 304-336-352-384-400-432 stokjes.
Haak A.3 in de rondte (= 19-21-22-24-25-27 herhalingen van 16 steken).
Als A.3 klaar is, zijn er 475-525-550-600-625-675 stokjes op de toer. Haak nu A.X zoals te zien is in A.2 (= 2 toeren). Meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste toer 30-28-39-25-36-34 stokjes verdeeld op de toer = 505-553-589-625-661-709 stokjes.
Haak de volgende toer als volgt: A.4A (= 6 steken), haak A.4B over de volgende 492-540-576-612-648-696 stokjes (= 41-45-48-51-54-58 herhalingen van 12 steken), eindig met A.4C (= 7 steken). Als A.4 klaar is, knip en hecht de draad af. De jurk meet ongeveer 92-95-98-101-104-107 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-10-10-12-14 lossen onder de mouw aan de ene kant van het werk en begin de toer hier.
Haak 1 vaste in de eerste losse, 3 lossen (staat gelijk aan 1 stokje), haak dan 1 stokje in elke losse en 1 stokje in elk stokje tot het einde van de toer = 66-74-84-88-92-96 stokjes. Haak 1 toer van stokjes terwijl u 6-2-12-4-8-0 stokjes verdeeld op de toer mindert = 60-72-72-84-84-96 stokjes. Haak A.5 in de rondte (= 5-6-6-7-7-8 herhalingen van 12 steken). Als er 3 toeren over zijn in A.5 ga dan verder met haaknaald 3 mm. Eindig met A.5, knip en hecht de draad af. De mouw meet ongeveer 8 cm vanaf de scheiding.
Haak de andere mouw op dezelfde manier.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 27.04.2018
HALS:...Lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN en haak A.1 in de rondte (= 13-13-14-14-15-15 herhalingen van 11 steken). Op de laatste toer in A.1 haakt u voor het grootste deel 15 stokjes in elke herhaling, maar in 5-5-6-10-7-11 herhalingen verdeeld op de toer, meerdert u dit naar 16 stokjes zodat er in totaal 200-200-216-220-232-236 stokjes op de toer zijn. Het werk meet nu ongeveer 7 cm vanaf de opzetrand. Haak nu de pas zoals beschreven hieronder. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

PAS:
Haak 1 toer van stokjes met 1 stokje in elk stokje. Voeg dan 4 markeerdraden in het werk als volgt (zonder de steken te haken): Tel 34-34-38-39-42-43 stokjes (= ½ achterpand), voeg 1 markeerdraad in het volgende stokje, tel 30 stokjes (= mouw), voeg 1 markeerdraad in het volgende stokje, tel 68-68-76-78-84-86 stokjes (= voorpand), voeg 1 markeerdraad in het volgende stokje, tel 30 stokjes (= mouw), voeg 1 markeerdraad in het volgende stokje. Er zijn 34-34-38-39-42-43 stokjes over op de toer na het laatste stokje met de markeerdraad.
Haak verder in stokjes in de rondte met 1 stokje in elk stokje - Meerder tegelijkertijd voor de raglan op elke markeerdraad als volgt:
TOER 1: Haak 1 stokje + 2 lossen + 1 stokje in elk stokje met een markeerdraad (= 4 stokjes gemeerderd op de toer) = 204-204-220-224-236-240 stokjes op de toer.....

Telpatroon

symbols = stokje in de steek
symbols = stokje om losse/lossenlus
symbols = vaste in de steek
symbols = vaste om losse/lossenlus
symbols = 1 dubbel stokje in de steek
symbols = 1 driedubbel stokje in de steek
symbols = 1 losse
symbols = 2 lossen
symbols = 3 lossen
symbols = 4 lossen
symbols = 6 lossen
symbols = 7 lossen
symbols = haak 4 stokjes om de lossenlus (haak de stokjes niet samen)
symbols = haak 2 stokjes samen in dezelfde steek als volgt: Haak 1 stokje in de steek, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling (= 2 lussen op haaknaald), haak 1 stokje in dezelfde steek, maar haal nu de laatste omslag door alle 3 lussen op de haaknaald
symbols = haak 3 stokjes samen als volgt: Haak 1 stokje in elk van de volgende 3 steken, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling op alle van deze drie stokjes, maak 1 omslag en haal het door alle 4 lussen op de haaknaald
symbols = haak 4 stokjes samen als volgt: haak 1 stokje in elk van de volgende 4 steken, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling op alle vier stokjes, maak 1 omslag en haal het door alle 5 lussen op de haaknaald
symbols = 1 picot: haak 3 lossen, haak 1 halve vaste in de eerst gehaakte losse
symbols = toer 1 begint hier
symbols = deze toer is reeds gehaakt
diagram
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Queensland

Renata, Australia

Queensland

Mart-Mari Breedt, South Africa

Laat een opmerking achter voor DROPS 186-12

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (60)

country flag Jacqueline wrote:

Bonjour, est-ce que le diagramme 4A se crochète en allers et retours en rond? Merci!

23.03.2024 - 20:14

country flag Barbara wrote:

Hello, I don't understand the A4 pattern. Example in the 2nd row, at the end of 4C, there is a double crochet and at the beginning of row 3 (4A), there is also a double crochet. Should we knit the 2 double crochets? It the same in each row. It finishes one row with a symbol and starts with the same symbol the next row. Please answer me, because I'm stuck.

23.03.2024 - 18:59

DROPS Design answered:

Dear Barbara, work all stitches as shown in the pattern. Remember the CROCHET INFO: On beginning of each round with double crochets (US)/treble crochet (UK) replace first double/treble crochet with 3 chain stitches. The round finishes with 1 slip stitch in the 3rd chain stitch at the beginning of the round. This is also applied to treble (US)/ double treble(UK) crochet, which are replaced with 4 chain stitches and then you end the round with a slip stitch in the 4th chain stitch. Happy crochetting!

25.03.2024 - 01:01

country flag Jacqueline wrote:

Bonjour, je ne comprends pas le patron A4. Je sais qu'il ne faut crocheter 4A et répéter 4B jusqu'à arriver a 4C qu'on crochète une seule fois. C'est le patron que je ne comprends pas. Exemple dans la 2e rangée, a la fin du 4C, il y a une double bride et au début de la rangée 3 (4A), il y a une double bride. Faut-il faire les 2 doubles brides? Merci de me répondre, car je suis bloquée.

23.03.2024 - 15:52

country flag Jacqueline wrote:

Bonjour, je ne comprends pas le motif A3 a 16 mailles. Pouvez-vous S.V.P. me l'expliquer? En faisant les brides autour des mailles en l'air , j'obtiens un autre dessin. Merci!

19.03.2024 - 02:44

DROPS Design answered:

Bonjour Jacqueline, suivez attentivement chaque rang en le surlignant par exemple pour vous aider, et crochetez bien les mailles comme indiqué, entrainez-vous avec un autre fil avec moins de mailles, ce sera ainsi plus facile de le refaire pour la robe sur plus de mailles. Bon crochet!

19.03.2024 - 11:21

country flag Johanna Karlsson Jaredsson wrote:

Queensland by DROPS Design Jag är på A2 och har kommit till varvet där det står AX utanför. Förstår inte hur jag ska virka dem, Nedanför sen står det att på sista varvet på A2 skall det ökas 64 stolpar till 400. Sen står det att när A3 är färdigvirkat så är det 625 stolpar på varvet. Och då ska AX virkas som visat i A2. Tacksam för svar. Hanna

07.08.2023 - 19:19

DROPS Design answered:

Hej Johanna, førsta varvet i A.X är 1 stolpe, 1 luftmaska, 1 stolpe, 1 luftmaska osv. Andra varvet är 1 stolpa i varje maska :)

16.08.2023 - 10:12

country flag Dagmara wrote:

Witam, w rozmiarze M 34 oczka to jest połowa tyłu przy podziale na karczek. Potem w 13 rzędach należy dodać 1 oczko od strony połowy tyłu, jeszcze raz w miejsce łańcuszka, plus 1 miejsce markera; co daje łącznie 49 oczek. Skąd zatem liczba 44 jako połowa słupków tyłu przy zakańczaniu wyrabiania karczku? Zwłaszcza, że liczba oczek rękawa z kolei jest mniejsza. Pozdrawiam i z góry dziękuję za pomoc .

15.05.2023 - 16:37

DROPS Design answered:

Witaj Dagmaro, przy podziale sukienki, linie podziału nie idą równo wzdłuż linii reglanu (4 linie dodawania oczek na kształtowanie karczku). Jeśli przed podziałem masz finalnie 308 słupków, musisz je podzielić dokładnie tak jak jest w opisie do wzoru. Pozdrawiamy!

17.05.2023 - 09:00

country flag Ola wrote:

Witam, potrzebuję pomocy z rozliczeniem oczek dla rozmiaru M. Pomiędzy słupkami z dodawanymi oczkami jest 30 oczek. Po 13 okrążeniach będzie ich 56. Nawet przy zaliczeniu 2x po słupki z boków na rękawy i tak nie wyjdzie 66. Pozdrawiam i z góry dziękuję z pomoc:)

12.05.2023 - 17:33

DROPS Design answered:

Witaj Olu, do rękawa musisz jeszcze wliczyć oczka jakie zostaną dodane przy podziale robótki (8-8-10-10-12-14 oczek łańcuszka pod rękawem). Pozdrawiamy!

15.05.2023 - 08:54

country flag Ratna Tadepalli wrote:

I am lost on the stitch counts. Pls help. when we start with 68 stitches for body and 30 stitches for the sleeves, increasing 2 in each section in each row means that the the increases in all sections are equal. How then do you end up with 80 stitches for the body and 58 stitches for the sleeves? By the time I added 12 stitches to the body section, I only added 12 to the sleeve section. so, when I have 80 stitches for body, I have 42 for sleeves. Pls explain

18.03.2023 - 17:50

DROPS Design answered:

Dear Mrs Tadepalli, in size S you should have 49 sts for sleeve - there were 30 sts, you increase first 1 stitch, then 2 sts 9 times = 48 sts. And 87 sts for body (68 + 1 st + 9 x 2 sts) Then when dividing, some of the stitches on each side of front/back piece will be affected to the sleeves. Happy crocheting!

20.03.2023 - 08:53

country flag Ratna wrote:

FOund it. Sorry! Dah

27.02.2023 - 04:44

country flag Ratna wrote:

Hi -- is there a size chart that I am missing -- finished chest size measurement of S, M, L, etc?

27.02.2023 - 04:40

DROPS Design answered:

Dear Ratna, measure a similar garment you have and like the shape and compare these measurements to the measurements in the chart - that's the easiest way to find your size - read more here. Happy crocheting!

27.02.2023 - 11:11