DROPS Nord
DROPS Nord
45% Alpaca, 30% Polyamide, 25% Wol
vanaf 2.79 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.11€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Mina

Top met ronde pas, Scandinavisch patroon en A-lijn, gebreid van boven naar beneden. Maat: S - XXXL Het werk wordt gebreid in DROPS Nord.

DROPS 191-17
DROPS design: Patroon nr. no-008
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS NORD van garnstudio (behoort tot garengroep A)
250-250-300-300-350-400 g kleur 03, parelgrijs
50-50-50-50-50-50 g kleur 01, naturel
50-50-50-50-50-50 g kleur 06, antraciet
50-50-50-50-50-50 g kleur nr 16, denimblauw
50-50-50-50-50-50 g kleur nr 13, oudroze

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep A)” - zie link hieronder.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 + 60 of 80 cm) MAAT 3 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 steken en 32 naalden in tricotsteek = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 + 60 of 80 cm) MAAT 2.5 mm voor de boordsteek – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 26 steken en 34 naalden in tricotsteek = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.

----------------------------------------------------------
De kleurcombinaties die te zien zijn:
A) DROPS Nord 07, 01, 16, 08, 13.
B) DROPS Nord 03, 08, 17, 01, 16.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Nord
DROPS Nord
45% Alpaca, 30% Polyamide, 25% Wol
vanaf 2.79 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.11€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN (verdeeld):Om uit te rekenen hoe u verdeeld mindert/meerdert op de naald, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 114 steken) en deel deze steken door het aantal te maken minderingen (dus 10) = 11.4.
In dit voorbeeld mindert u door afwisselend ongeveer iedere 10e en 11e steek en iedere 11e en 12e steek recht samen te breien. Bij het meerderen maakt u 1 omslag na afwisselend ongeveer iedere 11e en 12e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Kies het telpatroon voor uw maat.

TIP VOOR HET BREIEN:Om te voorkomen dat de stekenverhouding te strak wordt wanneer u in patroon breit, is het belangrijk om de draden niet te strak aan te trekken op de achterkant van het werk. Gebruik, indien nodig, een grotere naald wanneer u in patroon breit.

RAGLAN:
Meerder voor de raglan aan elke kant van de 4 markeerdraden in iedere overgang tussen de mouwen en het lijf als volgt: Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 2 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Meerder 8 steken in totaal op iedere meerdernaald.

TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de zijkanten van het lijf): Brei tot er 8 steken over zijn voor de markeerdraad in de zijkant, maak 1 omslag, 16 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 16 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei de gemeerderde steken in tricotsteek.
----------------------------------------------------------

TOP:
De pas en het lijf worden in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei de mouwranden in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald, van boven naar beneden.
Er kan een verhoging in de achterkant van de hals worden gebreid voor een betere pasvorm, zodat de pas een beetje hoger in de hals is. Deze verhoging kunt u ook overslaan, zodat de hals op de voor- en achterkant even hoog is - zie uitleg bij verhoging in het patroon.

HALSRAND:
Zet 114-117-123-129-135-141 steken op de rondbreinaald 2.5 mm met parelgrijs. Brei 1 naald recht. Brei dan 3 cm boordsteek in de rondte (= 1 recht/2 averecht). Als de boordsteek klaar is, brei dan 1 naald recht terwijl u tegelijkertijd 10-9-11-9-7-9 steken verdeeld mindert - lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 104-108-112-120-128-132 steken. Ga verder met rondbreinaald 3 mm.
Brei nu de verhoging in de achterkant van de hals of begin met de pas als u geen verhoging wilt.

VERHOGING IN DE ACHTERKANT VAN DE HALS:Sla deze paragraaf over als u geen verhoging wilt.
Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald = midden achter. Begin aan de goede kant met parelgrijs en brei 9-10-11-12-13-14 steken recht voorbij de markeerdraad, keer het werk, trek de draad aan en brei 18-20-22-24-26-28 steken averecht. Keer het werk, trek de draad aan en brei 27-30-33-36-39-42 steken recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 36-40-44-48-52-56 steken averecht.
Ga zo verder met heen en weer breien door 9-10-11-12-13-14 steken meer te breien iedere keer dat u het werk keert, totdat de middelste 72-80-88-96-104-112 steken zijn gebreid en brei de laatste naald op de verkeerde kant. Keer het werk, trek de draad aan en brei recht tot midden achter.

PAS:
= 104-108-112-120-128-132 steken. Lees TIP VOOR HET BREIEN en brei A.1 in de rondte (= 26-27-28-30-32-33 herhalingen van 4 steken). Meerder TEGELIJKERTIJD verdeeld op iedere naald gemarkeerd met een pijl in A.1 zoals uitgelegd hieronder – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN en DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Pijl-1: Meerder 20-24-24-32-32-32 steken verdeeld = 124-132-136-152-160-164 steken.
Pijl-2: Meerder 4-4-4-16-14-16 steken verdeeld = 128-136-140-168-174-180 steken.
Er is nu ruimte voor 32-34-35-28-29-30 herhalingen van 4-4-4-6-6-6 steken. Meerder dan volgens het telpatroon.
Pijl-3: Er zijn nu 256-272-280-280-290-300 steken op de naald en iedere herhaling gaat over 8-8-8-10-10-10 steken. Meerder TEGELIJKERTIJD 8-4-8-14-16-12 steken verdeeld op deze naald = 264-276-288-294-306-312 steken. De meerderingen in S, M en L zijn nu klaar.
Pijl-4 (geldt alleen voor XL, XXL en XXXL): Meerder 10-6-8 steken verdeeld.
Er zijn nu 264-276-288-304-312-320 steken op de naald.
Brei tot A.1 is gebreid. Brei dan 1 naald recht met parelgrijs en meerder 4-0-4-4-4-0 steken verdeeld = 268-276-292-308-316-320 steken.
Voeg nu 4 markeerdraden in het werk als volgt (zonder de steken te breien):
Voeg de eerste markeerdraad in na de eerste 40-41-43-47-50-53 steken op de naald (= ½ achterpand), voeg de 2e markeerdraad in na de volgende 54-56-60-60-58-54 steken (= mouw), voeg de 3e markeerdraad in na de volgende 80-82-86-94-100-106 steken (= voorpand) en voeg de vierde markeerdraad in na de volgende 54-56-60-60-58-54 steken (= mouw). Er zijn 40-41-43-47-50-53 steken over op de naald na de laatste markeerdraad (= ½ achterpand).
Ga verder in de rondte in tricotsteek met parelgrijs. Meerder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald voor de RAGLAN – zie uitleg hierboven (= 8 steken gemeerderd). Meerder zo iedere andere naald 5-9-11-13-16-19 steken aan elke kant van de 4 markeerdraden = 308-348-380-412-444-472 steken.
Brei zonder meerderingen tot het werk 22-24-26-28-30-32 cm meet vanaf de opzetrand midden voor. Brei de volgende naald als volgt: 45-50-54-60-66-72 steken recht (= ½ achterpand), zet de volgende 64-74-82-86-90-92 steken op 1 hulpdraad voor de mouwranden, zet 10-10-12-12-14-16 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei 90-100-108-120-132-144 steken recht (= voorpand), zet de volgende 64-74-82-86-90-92 steken op 1 hulpdraad voor de mouwranden, zet 10-10-12-12-14-16 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw) en brei de overgebleven 45-50-54-60-66-72 steken zoals hiervoor (= ½ achterpand). Brei het lijf en de mouwranden apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER!
LIJF:= 200-220-240-264-292-320 steken. Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant, in het midden van de 10-10-12-12-14-16 opgezette steken = 100-110-120-132-146-160 steken tussen de markeerdraden op het voor- en achterpand. Begin de naald op een van de markeerdraden.
Ga verder in de rondte in tricotsteek met parelgrijs. Meerder bij een hoogte van 2-2-2-3-3-3 cm vanaf de scheiding, 2 steken aan elke kant - lees TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 3½-3½-3½-2½-2½-2½ cm 10-10-10-12-12-12 keer in totaal aan elke kant = 240-260-280-312-340-368 steken.
Brei bij een hoogte van 35 cm vanaf de scheiding, 1 naald recht en meerder 48-52-56-60-68-76 steken verdeeld = 288-312-336-372-408-444 steken.
Brei de volgende naald als volgt: * 1 recht, 2 steken in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven *, brei van *-* de hele naald. Ga zo verder met boordsteek voor 3 cm. Kant dan af met recht maar zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak is. De top meet ongeveer 60-62-64-66-68-70 cm vanaf de schouder naar beneden.
MOUW RAND:Zet de 64-74-82-86-90-92 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op een korte rondbreinaald 3 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 10-10-12-12-14-16 nieuw opgezette steken onder de mouw = 74-84-94-98-104-108 steken. Brei 2-2-3-3-4-4 naalden recht en meerder TEGELIJKERTIJD 1-0-2-1-1-0 steken op de eerste naald = 75-84-96-99-105-108 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald 2.5 mm. Brei boordsteek in de rondte = 1 recht/2 averecht voor 3 cm. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht. Brei de andere mouwrand op dezelfde manier.

Telpatroon

symbols = naturel
symbols = parelgrijs
symbols = antraciet
symbols = denimblauw
symbols = oudroze
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken met parelgrijs. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.
symbols = meerdernaald
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Mina

Anette Jensen, Denmark

Mina

Khairieh, Jordan

Laat een opmerking achter voor DROPS 191-17

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (7)

country flag Anette Jensen wrote:

Lad være med at følge pilene. De passer ikke med mønsteret. Følg i stedet de prikker der i diagrammet, så passer det :-)

13.08.2022 - 16:58

country flag Astrid wrote:

Beste mensen ik ben aan het breien en nu bijna bij de onderkant aangekomen, mijn vraag is is dat ook de boordsteek. Ik snap het niet helemaal met ribbel/ribbelsteek. Kunt u het duidelijker omschrijven. M vr gr astrid

03.04.2019 - 22:29

DROPS Design answered:

Dag Astrid,

De boordsteek bestaat uit het herhalen van steeds 1 steek recht en 2 steken in ribbelsteek. Omdat je in de rondte breit, brei je de steek recht op elke toer recht en de ribbelsteken brei je de ene toer averecht en de andere toer recht en averecht.

04.04.2019 - 07:57

country flag Agnès wrote:

Hallo, ich verstehe die Zunahmen beim Pfeil 3 nicht. Welches Diagramm ist gemeint? Bei Pfeil 1 und 2 steht die Anzahl der Maschen, bei Pfeil 3 habe ich zuerst 128 und dann auf einmal 256. Bitte helfen Sie mir weiter! Herzlichen Dank, Agnès

20.08.2018 - 08:48

country flag Monika Ölén Krüger wrote:

Jag har DROPS ♥ You #6 kan jag anväda det till denna fina jumper

14.06.2018 - 11:53

country flag Tessa Gotiet wrote:

Si vous pouviez le faire avec les manches longues ce serait génial merci

19.12.2017 - 14:25

country flag Laila wrote:

Jeg vil virkelig gerne lave denne her

11.12.2017 - 18:02

country flag Claudia wrote:

Please also with long sleeves

11.12.2017 - 14:18