DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.71€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 182-33
DROPS Design: Patroon nr. ee-617
Garengroep E van C + C
-----------------------------------------------------------
Voor de hele set heeft u ongeveer 250 g lichtgrijs en 200 g medium grijs nodig.
-----------------------------------------------------------

MUTS:
Maten: S/M - M/L
Voor hoofdmaat: 54/56 - 56/58 cm
Materiaal:
DROPS SNOW van garnstudio (behoort tot garengroep E)
100 g voor beide maten in kleur 53, lichtgrijs
50 g voor beide maten in kleur 46, medium grijs

Het werk kan tevens gehaakt worden met garen van:
"Alternatief garen (Garengroep E)" – zie link hieronder.

DROPS HAAKNAALD 7 MM - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 10 stokjes en 6 toeren is 10 cm breed en 10 cm hoog.
-----------------------------------------------------------

HALSWARMER:
Maat: Eén maat
Afmetingen: Omtrek op onderkant: 62 cm. Omtrek op de bovenkant: 58 cm.
Hoogte: 26 cm.
Materiaal:
DROPS SNOW van garnstudio (behoort tot garengroep E)
150 g kleur 46, medium grijs

Het werk kan tevens gehaakt worden met garen van:
"Alternatief garen (Garengroep E)" – zie link hieronder.

DROPS HAAKNAALD 8 MM - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 9 stokjes en 5 toeren is 10 cm breed en 10 cm hoog.
-----------------------------------------------------------

WANTEN:
Maten: S/M - M/L
Materiaal:
DROPS SNOW van garnstudio (behoort tot garengroep E)
150 g voor beide maten in kleur 53, lichtgrijs
50 g voor beide maten in kleur 46, medium grijs

Het werk kan tevens gehaakt worden met garen van:
"Alternatief garen (Garengroep E)" – zie link hieronder.

DROPS HAAKNAALD 6 MM - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 12 vasten en 12 toeren is 10 cm breed en 10 cm hoog.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.71€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van elke toer van vasten, vervangt u de eerste vaste door 1 losse. Eindig de toer met 1 halve vaste in de eerste losse op het begin van de toer.

Op het begin van elke toer van halve stokjes vervangt u het eerste halve stokje door 2 lossen. Eindig de toer met 1 halve vaste in de tweede losse op het begin van de toer.

Op het begin van elke toer van stokjes vervangt u het eerste stokje met 3 lossen. Eindig de toer met 1 halve vaste in de derde losse op het begin van de toer.

PATROON:
TOER 1: 1 half stokje in de achterste lus van elke vaste.
TOER 2: 1 vaste in de achterste lus van elk half stokje.
TOER 3: 1 stokje in de achterste lus van elke vaste.
TOER 4: 1 vaste in de achterste lus van elk stokje.
Herhaal toeren 1 - 4.

TIP VOOR HET WISSELEN VAN KLEUR (voor de muts):
Voor een mooie overgang bij het wisselen van kleuren, haakt u de halve vaste aan het einde van de toer voordat u begint met de nieuwe kleur als volgt: Voeg de haaknaald in de losse gehaakt op het begin van de toer, neem de nieuwe draad, maak een omslag met de nieuwe kleur en haal deze door de lus op de haaknaald.

HAAK 2 VASTEN SAMEN:
* Voeg de haaknaald in de volgende steek, neem de draad op (= 2 lussen op de haaknaald) *, haak van *-* een keer, maak een omslag en haal het door alle 3 lussen op de haaknaald (= 1 vaste geminderd).

TIP VOOR HET HAKEN (voor de wanten):
Wanneer u vasten haakt in de achterste lus van de steek, gebeurt het vrij makkelijk dat u de draad te strak aantrekt, de want verliest dan zijn elasticiteit en is dan te strak.
Zorg ervoor dat de vasten losjes worden gehaakt, dus als u de omslag maakt wanneer u vasten haakt, haal de omslag dan helemaal door de steek (en even een beetje verder).

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de muts):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, telt u het totaal aantal steken op de toer (dus 40 steken) en deelt u deze door het aantal te maken meerderingen (dus 10) = 4. In dit voorbeeld, meerdert u 1 steek na iedere 4e steek.
Meerder 1 steek door 2 steken in 1 steek te haken.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de wanten):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld mindert, telt u het totaal aantal steken op de toer (dus 20 steken) en deel deze door het aantal te maken minderingen (dus 4) = 5. In dit voorbeeld, haakt u iedere 4e en 5e steek samen zoals beschreven hieronder.
Minder 1 vaste door 2 vasten samen te haken als volgt: * Voeg de haaknaald in de volgende steek, neem de draad op *, haak van *-* een keer, maak een omslag en haal het door alle 3 steken op de haaknaald.
--------------------------------------------------------

MUTS:
De muts wordt in de rondte gehaakt, van boven naar beneden.

Haak een cirkel als volgt:
Haak 4 lossen met haaknaald 7 mm en lichtgrijs en vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN!
TOER 1: Haak 12-12 halve stokjes om de ring. Haak nu elke toer in de achterste lus van elke steek.
TOER 2: * Haak 1 vaste in het eerste halve stokje, 2 vasten in de volgende halve stokjes * haak van *-* tot het einde van de toer = 18-18 vasten op de toer.
TOER 3: * Haak 1 stokje in de eerste vaste, 2 stokjes in de volgende vaste * haak van *-* tot het einde van de toer = 27-27 stokjes op de toer.
TOER 4: * Haak 1 vaste in het eerste stokje, 2 vasten in het volgende stokje * herhaal van *-* tot het einde van de toer = 40-40 vasten op de toer.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Haak na de cirkel, verder in PATROON - zie uitleg hierboven. Meerder tegelijkertijd 10-13 halve stokjes verdeeld op de eerste toer – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 50-53 steken op de toer. Als het werk ongeveer 19-20 cm meet ga dan verder met medium grijs – lees TIP VOOR HET WISSELEN VAN KLEUR. Haak 4 toeren van vasten (haak in de achterste lus). Knip en hecht de draad af. De muts meet ongeveer 23-24 cm van boven naar beneden. Maak een grote pompon van ongeveer 9 cm met beide kleuren en hecht aan de bovenkant van de muts.
--------------------------------------------------------

HALSWARMER:
Haak losjes 56 lossen met haaknaald 8 mm en medium grijs en vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN! Haak 1 toer met 1 half stokje in elke losse. Haak het PATROON in de rondte beginnend vanaf TOER 2 in het patroon - zie uitleg hierboven. Minder TEGELIJKERTIJD op toer 6, 4 vasten verdeeld op de toer door iedere 13e en 14e vaste samen te haken – lees HAAK 2 VASTEN SAMEN = 52 vasten. Ga verder in patroon in de rondte tot het werk ongeveer 26 cm meet in de hoogte – eindig na een toer van vasten. Knip en hecht de draad af.
--------------------------------------------------------

WANTEN:
Het werk wordt in de rondte gehaakt. U haakt eerst een manchet in patroon, dan de rest van de want met vasten in de achterste lus.

MANCHET:
Haak enigszins losjes 21-23 lossen met haaknaald 6 mm en lichtgrijs en vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN!
Haak 1 toer met 1 half stokje in elke losse. Haak in PATROON in de rondte beginnend vanaf TOER 2 in het patroon – zie uitleg hierboven. Als het werk ongeveer 5 cm meet, is de manchet klaar – stop na een toer van vasten. Voeg 1 markeerdraad in – HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!

LINKER WANT:
Haak in de rondte met 1 vaste in elke vaste - lees TIP VOOR HET HAKEN en haak in de achterste lus van elke steek (doe dit voor de rest van de want). DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als u 1 toer van vasten heeft gehaakt na de markeerdraad, meerder dan 1 vaste voor de duim aan elke kant van de eerste steek op het begin van de toer – meerder 1 vaste door 2 vasten in dezelfde vaste te haken. Meerder op deze manier aan elke kant van deze eerste steek iedere 2e toer in totaal 3-4 keer = 27-31 vasten op de toer (7-9 van deze steken worden duimsteken). Knip de draad af.
Haak de volgende toer als volgt: Sla de eerste 4-5 vasten op de toer over, haak 1 vaste in elk van de volgende 20-22 vasten (haak in de achterste lus) = 3-4 vasten over op de toer. Ga nu verder met de volgende toer zonder de laatste 3-4 vasten op de toer te haken. LET OP: Markeer het begin van de toer met een markeerdraad tussen de laatste steek op de toer en de eerste steek op de volgende toer, neem de markeerdraad gaandeweg mee tijdens het haken.
Haak 1 vaste in elk van de 20-22 vasten (haak in de achterste lus) tot het werk 18-20 cm meet vanaf de markeerdraad. Minder dan als volgt:
TOER 1: Haak 1 vaste in elke vaste (in de achterste lus) en minder tegelijkertijd 4-5 vasten verdeeld op de toer - lees TIP VOOR HET MINDEREN = 16-17 vasten op de toer.
TOER 2: Haak 1 vaste in elke vaste en minder tegelijkertijd 4-5 vasten verdeeld op de toer = 12 vasten.
TOER 3: Haak 2 aan 2 vasten samen = 6 vasten over op de toer. Knip de draad af, rijg het op en neer door de overgebleven steken, trek aan en hecht goed af.

DUIM:
= 7-9 steken. De eerste toer wordt als volgt gehaakt: Haak 1 vaste in elke vaste (haak in de achterste lus), haak daarnaast 2 vasten precies in de overgang tussen duim en want = 9-11 vasten op de toer. Haak 4-5 toeren met 1 vaste in elke vaste. Haak op de volgende toer 2 aan 2 vasten samen tot er 1 vaste over is op de toer, haak de laatste vaste = 5-6 vasten over. Knip de draad af, rijg het op en neer door de overgebleven steken, trek aan en hecht goed af.

KOORDEN:
Knip 2 draden van medium grijs, elk 120 cm lang. Draai ze samen tot ze niet verder willen, vouw het koord dubbel, zodat deze vanzelf gaat draaien. Maak een knoop in ieder einde.
Maak 2 kleine pompons van ongeveer 2-3 cm in diameter. Naai 1 pompon aan het ene einde van het koord. Rijg het koord op en neer door de steken in de overgang tussen manchet en want (het koord begint en eindigt op de buitenkant van de want zodat de pompon niet bij palm zit). Naai de andere pompon aan het andere einde van het koord.

RECHTER WANT:
Haak de manchet en de want op dezelfde manier als de linker want, maar bij het meerderen voor de duim meerdert u aan elke kant van de laatste steek op de toer (in plaats van op elke kant van de eerste steek). De rest van de want en duim worden op dezelfde manier als de linker want gehaakt.

Maak koorden met pompons op dezelfde manier als voor de linker want.
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 182-33

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (4)

country flag Agnethe Markussen wrote:

Hei, hvordan skal jeg klare å få det til å se ut som en vitt, sto veldig vanskelig i oppskriften, er på den omg hvor man skal hoppe over masker (til tommel’n). Og ikke hekle de siste 4 maskene, men hvordan skal jeg klare å få den overgangen som skiller tommel til hånda?

08.11.2021 - 10:36

DROPS Design answered:

Hei Agnethe. Når du har økt alle maskene til tommelen og har 27 eller 31 fastmasker (avhengig av hvilken str. du hekler), skal du klippe tråden. Hopp over de første 4 eller 5 fastmaskene på omgangen (merketråden sitter i 1. maske). start med ny tråd. Hekle 1 fastmaske i hver av de neste 20-22 fastmaskene = 3 eller 4 fastmasker tilbake på omgangen. Nå hekler du i den første masken du startet i, på denne omgangen, altså det er 7 eller 9 masker det ikke hekles over. mvh DROPS Design

15.11.2021 - 08:37

country flag Tania wrote:

El patrón dice vuelta 1 punto medio, vuelta 2 punto bajo y vuelta 3 punto alto, y repetir las vueltas 1-4. pero el patrón sólo habla de 3 vueltas. me puedes explicar?

27.10.2020 - 18:55

DROPS Design answered:

Hola Tania. Tienes razón. Ha sidp una errata al publicar el patrón. VUELTA 4: Trabajar 1 punto bajo en el bucle posterior de cada punto alto.

01.11.2020 - 13:03

country flag Francesca wrote:

Grazie molto chiara mi ero persa in un bicchiere d'acqua ora mi sento più sicura...

06.01.2019 - 16:52

country flag Francesca wrote:

Ho comprato la lana e vorrei iniziare il berretto ma non ho capito al primo giro cosa significa 12/12 mezze maglie? Poi dice 18/18 maglie basse al secondo giro? Potete darmi dei chiarimenti vi ringrazio

06.01.2019 - 16:39

DROPS Design answered:

Buongiorno Francesca. I numeri fanno riferimento alle maglie da lavorare a seconda della taglia. Per la taglia S/M deve considerare il primo numero , per la M/L il secondo numero. Quindi se la sua taglia è la S/M, al primo giro lavora 12 mezze maglie alte e alla fine del secondo giro deve avere 18 maglie basse. Buon lavoro!

06.01.2019 - 16:49