DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.39 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Miles Away

Gehaakte trui met kantpatroon. Maten S - XXXL. Het werk wordt gehaakt in DROPS Cotton Light.

DROPS 187-2
DROPS Design: Patroon nr. cl-084
Garengroep B
-----------------------------------------------------------
Maten: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS COTTON LIGHT van garnstudio (behoort tot garengroep B)
500-550-600-650-750-800 g kleur 21, lichtbeige

Het werk kan tevens gehaakt worden met garen van:
"Alternatief garen (Garengroep B)" – zie link hieronder.

DROPS HAAKNAALD 4.5 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 16 stokjes en 8 toeren is 10 cm breed en 10 cm hoog.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.39 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.5.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van elke toer van stokjes, vervangt u het eerste stokje door 3 lossen.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Het werk wordt heen en weer gehaakt. Haak eerst de voor- en achterpanden apart en haak dan de mouwen. Alle delen worden aan het einde samengenaaid. Haak tot slot een rand rondom de hals.

ACHTERPAND:
Haak 94-101-108-122-129-143 lossen met haaknaald 4.5 mm en Cotton Light. Haak 1 stokje in de 4e losse van de haaknaald (= 2 stokjes), 1 stokje in elk van de volgende 5 lossen, * 1 stokje in elk van de volgende 6 lossen, sla 1 losse over *, haak van *-* tot er 1 losse over is, 1 stokje in de laatste losse = 80-86-92-104-110-122 stokjes. Haak dan als volgt aan de goede kant: Haak A.1 – lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN, A.2 (= 6 steken) in totaal 13-14-15-17-18-20 keer in de breedte en eindig met A.3 over het laatste stokje. Ga verder met dit patroon in de hoogte. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! A.1 tot A.3 worden in de hoogte herhaald.
Als het werk 36-37-38-39-40-41 cm meet, haak dan de armsgaten als volgt: Knip de draad af, sla 6-6-6-12-12-12 steken over (= armsgat), haak 1 halve vaste in de volgende steek, 3 lossen, A.2 over de volgende 66-72-78-78-84-96 steken en eindig met A.3 over de volgende steek (er zijn nu 6-6-6-12-12-12 steken over voor het andere armsgat = in totaal 68-74-80-80-86-98 steken op de toer. Haak op de volgende toer A.1 in het laatste stokje. Ga zo verder in patroon.
Als het werk 52-54-56-58-60-62 cm meet, pas zo aan dat de laatste toer aan de verkeerde kant is gehaakt, eindig dan elk schouder apart. Haak 1 stokje in elk van de eerste 20-23-24-24-25-31 stokjes (= schouder). Haak 2 toeren met 1 stokje in elk stokje. Knip en hecht de draad af. Het werk meet in totaal 54-56-58-60-62-64 cm. Sla 28-28-32-32-36-36 steken voor de hals, haak 1 halve vaste in de volgende steek en 3 lossen (= 1 stokje), haak 1 stokje in elk van de laatste 19-22-23-23-24-30 steken. Eindig de schouder op dezelfde manier als de andere schouder.

VOORPAND:
Haak zoals voor het achterpand tot het werk 42-44-44-46-46-48 cm meet, pas zo aan dat de laatst gehaakte toer de eerste toer van A.2 is (de laatste toer wordt gehaakt aan de goede kant).
Verdeel nu het werk en elk schouder wordt apart verder gehaakt als volgt:

RECHTER SCHOUDER (als het kledingstuk gedragen wordt):
De eerste toer wordt gehaakt aan de verkeerde kant. Haak A.3 over de eerste 1-1-2-2-3-3 steken (haak om de lossen en in de stokjes), haak A.2 over de volgende 15-18-18-18-18-24 steken, haak A.4 over de volgende 12 steken, keer het werk. Ga verder in patroon en met de minderingen voor de hals volgens telpatroon A.4. Als A.4 1 keer in de hoogte is gehaakt, zijn er 20-23-24-24-25-31 stokjes op de laatste toer. Haak in patroon tot het werk 52-54-56-58-62 cm meet, pas zo aan dat u eindigt met 1 toer van stokjes aan de verkeerde kant. Haak 1 stokje in elk stokje tot het werk 54-56-58-60-62-64 cm meet. Knip en hecht de draad af.

LINKER SCHOUDER (als het kledingstuk gedragen wordt):
Haak nu de linkerschouder als volgt (eerste toer = verkeerde kant):
Sla 12-12-16-16-20-20 stokjes over vanaf waar A.4 is gehaakt (= voor de hals), haak 1 halve vaste in de volgende steek, haak dan A.5 over dezelfde steek en de volgende 11 steken (= in totaal 12 steken), haak A.2 over de volgende 15-18-18-18-18-24 steken en eindig met A.1 over de laatste 1-1-2-2-3-3 steken (haak om de lossen en in de stokjes). Ga verder in patroon en met het minderen volgens telpatroon A.5. Als A.5 1 keer in de hoogte is gehaakt, zijn er 20-23-24-24-25-31 stokjes op de laatste toer. Haak in patroon tot het werk 52-54-56-58-62 cm meet, pas aan zodat het overeenkomt met de rechterschouder. Haak 1 stokje in elk stokje tot het werk 54-56-58-60-62-64 cm meet. Knip en hecht de draad af.

MOUW:
Het werk wordt heen en weer gehaakt. Haak 45-45-49-49-52-52 lossen met haaknaald 4.5 mm en Cotton Light. Haak 1 stokje in de 4e losse van de haaknaald (= 2 stokjes), 1 stokje in elk van de volgende 5-5-7-7-5-5 lossen, * 1 stokje in elk van de volgende 6 lossen, sla 1 losse over *, haak van *-* tot er 1-1-3-3-1-1 lossen over zijn, 1 stokje in elk van de laatste 1-1-3-3-1-1 lossen = 38-38-42-42-44-44 stokjes.
Haak A.1 over de eerste 1-1-3-3-1-1 stokjes, A.2 tot er 1-1-3-3-1-1 stokjes over zijn (= 6-6-6-6-7-7 keer in de breedte), A.3 over de laatste 1-1-3-3-1-1 stokjes. Haak A.1 tot A.3 in de hoogte tot de gewenste lengte. Als het werk 10 cm meet, meerder dan 1 stokje aan elke kant van het werk door 2 stokjes in de eerste en het laatste stokje op de toer te haken (= 2 stokjes gemeerderd). Meerder zo iedere 4-3½-3½-2½-2½-2 cm in totaal 10-11-11-13-13-15 keer = 58-60-64-68-70-74 steken. De gemeerderde steken worden gaandeweg in A.2 gehaakt. LET OP: Er is altijd 1 stokje (of 3 lossen = 1 stokje) aan elke kant van het werk. Als het werk 48-48-47-44-44-41 cm meet, voeg dan 1 markeerdraad in op het begin van de toer; de mouwnaden worden later genaaid tot de markeerdraad en de overgebleven toeren worden samengenaaid met de 6-6-6-12-12-12 stokjes op het voor-/achterpand welke overgeslagen zijn om het armsgat te maken aan elke kant van het werk (= midden onder de mouw). Ga verder met heen en weer haken tot het werk 52-52-51-51-51-48 cm meet (kortere afmetingen in de grotere maten vanwege bredere schouders). Knip en hecht de draad af. Haak nog 1 mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden in de buitenste lus van de buitenste steek. Naai de mouwen in, de markeerdraad op de mouw markeert de zijnaad op de voor- en achterpanden en de toeren gehaakt na de markeerdraad worden aan de 6-6-6-12-12-12 overgeslagen steken voor de armsgaten op het voor- en achterpand genaaid. Begin aan de onderkant van de mouw en naai de mouwnaad in de buitenste lus van de buitenste steek, ga verder met de zijnaad op de voor- en achterpanden. Knip en hecht alle draden af.

HALS:
Haak een rand om de hals als volgt vanaf het midden van de bovenkant van de schouder: Haak 1 vaste, * 3 lossen, sla ongeveer 1 cm over, 1 vaste *, haak van *-* rondom de hele hals en eindig met 3 lossen en 1 halve vaste in de eerste vaste op het begin van de toer, zorg ervoor dat de rand niet strak is. Knip en hecht de draad af.

Telpatroon

symbols = 1 losse
symbols = 1 stokje in het stokje
symbols = 1 stokje om de losse
symbols = deze toer is reeds gehaakt; het laat zien hoe de volgende toer wordt gehaakt in/om de steken
symbols = haak 1 stokje in elk van de volgende 2 steken, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling, haak nog 1 stokje in de volgende steek en haal de laatste omslag door alle 4 lussen op de haaknaald (als de toer zo begint, vervang dan het eerste stokje met 3 lossen)
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Miles Away

Georgia, Canada

Miles Away

Purebeck, Germany

Miles Away

Diane, United Kingdom

Miles Away

JMFS, United States

187-2 Miles Away

Nathalie, France

Laat een opmerking achter voor DROPS 187-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (90)

country flag Christine wrote:

Hallo Drops-Team, wie erkenne ich beim häkeln, die rechte bzw. linke Seite? Welches Merkmal gibt es? Viele Grüße Christine

09.09.2021 - 12:15

DROPS Design answered:

Liebe Christine, die 1. Reihe wird hier eine Rückreihe, dann beginnen Sie mit Diagramme: A.1, A.2 wiederholen und mit A.3 enden (bei Rückreihen: A.3, A.2 wierdholen (links nach rechts lesen) und mit A.1 enden). Gerne können Sie dann eine Markierung bei den ungeraden Reihen = Hinreihen einsezten, so wissen Sie welche Seite ist die Außenseite. Viel Spaß beim häkeln!

09.09.2021 - 17:15

country flag Hélène wrote:

J’ai la même question que Chistine du 10 août 2021. Il est dit pour faire le devant de crocheter comme le dos jusqu'à ce que l’ouvrage mesure 42-44-44-46-46-48 et on commence les épaules. Mais le dos on commence les épaules à 36-37-38-39-40-41. Donc pas la même hauteur.

17.08.2021 - 00:39

DROPS Design answered:

Bonjour Hélène, pour le dos, vous avez formé les emmanchures à 36-41 cm (cf taille); et les épaules (= l'encolure) à 52-62 cm (fin des épaules à 54-64 cm). Pour le devant, vous crochetez comme pour le dos jusqu'à ce que l'ouvrage mesure 42 à 48 cm, autrement dit, vous formez les emmanchures à 36-41 cm comme pour le dos, la hauteur de 42-48 cm du devant correspond à celle l'encolure devant, les emmanchures sont déjà faites à ce moment là vu que vous avez crocheté comme pour le dos. Bon crochet!

17.08.2021 - 10:09

country flag Christine wrote:

Hallo, ich komme mit der Anleitung Vorderteil nicht klar. Hier kann ich nicht die Armausschnitte finden. Können Sie mir helfen? Viele Grüße Christine.

10.08.2021 - 23:12

DROPS Design answered:

Liebe Christine, die Armausschnitte häkeln Sie wenn die Arbeit (siehe unter Rückenteil) 36-37-38-39-40-41 cm misst, dh: Faden abschneiden, die ersten 6/12 M (siehe Größe) überspringen (= die sind für Armausschnitt), und wie zuvor häkeln bis 6/12 M am Ende der Reihe übrig sind. Viel Spaß beim häkeln!

11.08.2021 - 09:37

country flag Christina wrote:

Alle delen heb ik volgens de beschrijving gehaakt. De afmetingen, verhoudingen en steken voor mast L kloppen exact. Toch zijn de mouwen te smal voor de mouwruimte. Waar kan het hier zijn misgegaan?

08.08.2021 - 22:59

DROPS Design answered:

Dag Christina,

Heb je er rekening mee gehouden dat de mouw a.h.w. een stukje in de panden schuift? Dus dat het eerste stukje van de naad aan de onderkant van de mouw tegen de afgekante steken op de panden komen? Zie ook de tekening onderaan.

18.08.2021 - 17:21

country flag Christine Gundlach wrote:

Hallo, ich möchte Drops 187-2 häkeln. Im Diagramm A2 ist für mich nicht erkennbar, ob in der 1. Reihe nach den 6 Stäbchen eine Luftmasche oder eine Masche übersprungen wird? Wird die se Reihe immer wieder mit gehäkelt?

26.07.2021 - 16:59

DROPS Design answered:

Liebe Frau Gundlach, wenn mann A.2 häkelt beginnt man bei den Hinreihen mit A.1, und endet mit A.3, dh am Ende der 1. Reihe in A.2 endet man mit 1 Stb in das Stb, 1 Lm, 1 Stb überspringen (A.2) und 1 Stb in das letzte Stb (= A.3). Viel Spaß beim häkeln!

27.07.2021 - 09:42

country flag Veerle wrote:

Laatst gehaakte rij van voorpand moet eerste toer van A2 zijn (dus alternerend stokje en losse) en moet aan goede kant gehaakt zijn volgens patroon. Echter : de eerste rij van A2 wordt niet aan de goede kant maar aan de verkeerde kant gehaakt. De goede kant van het haakwerk is toch de kant waar de opzetdraad zich links onderaan bevindt? Wel, aan deze kant wordt de tweede en vierde rij van A2 gehaakt en niet de eerste. Of zie ik dit verkeerd ?

26.05.2021 - 09:08

DROPS Design answered:

Dag Veerle,

Volgens de beschrijving haak je een ketting van lossen en haak je de eerste toer van stokjes aan de verkeerde kant. De opzetdraad bevindt zich daardoor dus aan de rechterkant van het werk.

31.05.2021 - 10:54

country flag Nadia Trappeniers wrote:

Ik heb ong 10 cm gehaakt maar is het normaal dat deze draad zo "splitst"? Het werk ziet er echt niet netjes uit, allemaal draadjes. Ik gebruik haaknld 4,5 in metaal. En het is ook moeilijk om zo te haken want het werk gaat niet vooruit door die gesplitste draad

22.04.2021 - 11:04

DROPS Design answered:

Dag Nadia,

Cotton Light heeft inderdaad meer de neiging om te splitsen vergeleken met bijvoorbeeld Muskat. Het is een kwestie van goed opletten hoe je de naald insteekt.

25.04.2021 - 14:16

country flag Laura wrote:

Leuke trui, heb hem in turkoois (kleur code 14) gemaakt. Alleen aantal bollen katoen is te weinig, ondanks dat ik mouwen al wat korter heb gelaten kom ik bij 2de mouw niet verder dan 7x vermeerderen tot ik door alle garen heen ben.

30.03.2021 - 14:19

country flag Coco wrote:

Mir fällt gerade noch eine Unklarheit auf. Wir befinden uns in der ersten Reihe für die rechte Schulter (woher weiß ich überhaupt, wo getragen rechts und getragen links ist?). Dies ist eine Rückreihe. Ich soll dann A.4 häkeln nach 2M A.3 und 18M A.2. Die erste Reihe A.4 wäre aber eine Hinreihe. Mit welcher fange ich also an, damit ich im Muster bleibe??

21.03.2021 - 17:28

DROPS Design answered:

Liebe Coco, legen Sie die Arbeit über Sie, wie Sie den Vorderteil tragen würden = die linke Seite (von der Vorderseite gesehen) wird die rechte Seite (wenn man der Pullover trägt). Die 1. Reihe in A.4 ist eine Rückreihe, die wird links nach rechts gelesen. Viel Spaß beim häkeln!

22.03.2021 - 08:41

country flag Coco wrote:

Hallo, komme beim Vorderteil im Bereich der Schulter nicht weiter. Wenn ich nach 44cm u. der letzten Hin-R. (= 1.R. A.2) die beschriebene Rückreihe der rechten Schulter häkle, sind die Abnahmen für den Ausschnitt auf der Seite des Armausschnitts. Das Muster ist mir auch nicht klar: Immer 2M A.3, 18M A.2, 12M A.4 u. zurück dann 12M A.4, 18M A.2 und 2M A.3? Das Arbeiten der Armausschnitte fehlt mir hier irgendwie auch komplett. Ich komme überhaupt nicht weiter. Danke und viele Grüße!

21.03.2021 - 17:13

DROPS Design answered:

Liebe Coco, die 1. Reihe beim rechten Schulter muss eine Rückreihe sein, dh vom Schulter: = A.3 = 2 M, A.2 = 18 M und A.4 (über die nächsten 12 M - Reihe mit Sternchen). Bei Hinreihen häkeln Sie: A.4, A.2 und A.3. Für die Armausschnitte werden einfache die 6 ersten und die 6 letzten Maschen nicht mehr gehäkelt = über die mittleren 80 Maschen weiterhäkeln. Viel Spaß beim häkeln!

22.03.2021 - 08:39