DROPS Alpaca Bouclé
DROPS Alpaca Bouclé
80% alpaca, 15% wol, 5% polyamide
vanaf 3.79 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 34.11€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Forest Mist

Gebreid vest met sjaalkraag, split in de zijkanten en diagonale schouders. Maten S - XXXL. Het werk wordt gebreid in DROPS Alpaca Bouclé.

DROPS 184-17
DROPS Design: Patroon nr. ab-078
Garengroep C of A + A
-----------------------------------------------------------
Maten: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS ALPACA BOUCLÉ van garnstudio (behoort tot garengroep C)
450-500-500-550-650-700 g kleur 0517, grijs

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
"Alternatief garen (Garengroep C)" – zie link hieronder.

DROPS RONDBREINAALD (60 of 80 cm) MAAT 5 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 17 steken en 22 naalden tricotsteek is 10 cm breed en 10 cm hoog.

DROPS RONDBREINAALD (60 of 80 cm) MAAT 4 MM voor de randen in ribbelsteek – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 19 steken en 25 naalden tricotsteek is 10 cm breed en 10 cm hoog.

DROPS PARELMOERKNOPEN, Gebogen (wit) NR 540: 2 stuks in alle maten.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca Bouclé
DROPS Alpaca Bouclé
80% alpaca, 15% wol, 5% polyamide
vanaf 3.79 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 34.11€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

TIP VOOR HET OPMETEN:
Vanwege het gewicht van het garen, neem alle lengte-afmetingen op terwijl u het werk omhoog houdt, anders wordt het kledingstuk te lang bij het dragen.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de zijkanten):
Minder aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek. Alle minderingen worden gebreid aan de goede kant.
Minder als volgt na de 1 kantsteek in ribbelsteek: 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd).
Minder als volgt voor de 1 kantsteek in ribbelsteek: Begin 2 steken voor de kantsteek en brei 2 recht samen (= 1 steek geminderd).

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de mouwen):
Meerder 1 steek aan de binnenkant de 1 kantsteek in ribbelsteek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid om een gaatje te voorkomen (de gemeerderde steken worden gebreid in tricotsteek).

KNOOPSGATEN:
Brei knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 KNOOPSGAT = brei de 5e en 6e steek vanaf de rand recht samen (= in de overgang tussen de 5 voorbiessteken in ribbelsteek en het deel in tricotsteek) en maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat.
Brei de knoopsgaten als het werk meet:
S: 49 en 59 cm
M: 50 en 60 cm
L: 51 en 61 cm
XL: 52 en 62 cm
XXL: 53 en 63 cm
XXXL: 54 en 64 cm
----------------------------------------------------------

VEST:
Het werk wordt heen en weer gebreid met rondbreinaald en wordt aan het einde samen genaaid.

ACHTERPAND:
Zet 110-116-124-132-140-150 steken op met rondbreinaald 5 mm en Alpaca Bouclé. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei 2 RIBBELS – zie uitleg hierboven. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei tricotsteek met 5 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als het werk 25 cm meet – lees TIP VOOR HET OPMETEN, zet dan 1 steek aan het einde van de volgende 2 naalden op (het split eindigt hier) = 112-118-126-134-142-152 steken. Brei verder in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als het werk 30 cm meet, minder dan 1 steek aan elke kant – lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 2 steken geminderd). Herhaal de minderingen als het werk 50 cm meet = 108-114-122-130-138-148 steken. Als het werk 66-68-70-72-74-75 cm meet, kant dan 4-5-7-9-10-12 steken af op het begin van de volgende 2 naalden voor de armsgaten = 100-104-108-112-118-124 steken. Ga verder met tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant richting de armsgaten. Als het werk 82-85-88-91-94-96 cm meet, plaats dan de steken op een hulpdraad voor de diagonale schouders en kant steken af voor de hals:
Plaats de steken op een hulpdraad voor de diagonale schouders op het begin van elke naald vanaf het armsgat als volgt aan elke kant (brei de steken voordat u ze op een hulpdraad plaatst): Plaats 2 keer 11-12-13-14-15-16 steken op de hulpdraad, dan 1 keer 19-19-18-18-18-19 steken op de hulpdraad.
Als alle steken op de schouder op een hulpdraad zijn geplaatst, zijn er 18-18-20-20-22-22 steken over voor de hals in het midden van het achterpand. Kant deze steken af voor de hals. Alle steken zijn nu afgekant of op een hulpdraad geplaatst en het werk meet ongeveer 85-88-91-94-97-99 cm (gemeten vanaf de bovenkant van de schouder naar beneden).
Plaats de steken van de hulpdraad op de ene schouder terug op de rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant – LET OP. Om gaatjes te voorkomen in de overgangen waar de steken op de hulpdraad staan, neemt u de lus tussen 2 steken op en brei deze gedraaid recht samen met de volgende steek op de naald. Kant af. Om een strakke afkantrand te voorkomen, kunt u afkanten met een grotere naald. Herhaal op de andere schouder.

RECHTER VOORPAND:
Zet 73-76-82-86-92-97 steken op met rondbreinaald 5 mm en Alpaca Bouclé. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei 2 ribbels. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei tricotsteek met 5 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant (= 5 voorbiessteken in ribbelsteek op het begin van de naald aan de goede kant en 5 kantsteken in ribbelsteek aan het einde van de naald in de zijkant). Als het werk 25 cm meet, zet dan 1 nieuwe steek op aan het einde van de naald aan de goede kant (het split eindigt hier) = 74-77-83-87-93-98 steken. Brei dan tricotsteek met 5 voorbiessteken in ribbelsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek in de zijkant. Als het werk 30 cm meet, minder dan 1 steek in de zijkant zoals voor het achterpand (= 1 steek geminderd). Herhaal het minderen als het werk 50 cm meet = 72-75-81-85-91-96 steken. DENK OM DE KNOOPSGATEN - zie uitleg hierboven! Als het werk 66-68-70-72-74-75 cm meet, kant dan 4-5-7-9-10-12 steken af aan het begin van de volgende naald aan de verkeerde kant (= in de zijkant) voor het armsgat = 68-70-74-76-81-84 steken. Ga verder met tricotsteek met 5 voorbiessteken in ribbelsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek richting het armsgat. Als het werk 82-85-88-91-94-96 cm meet, plaats dan steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder:
Plaats steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder op het begin van elke naald vanaf het armsgat als volgt (brei de steken voordat u ze op de hulpdraad plaatst): Plaats 2 keer 11-12-13-14-15-16 steken op de hulpdraad, dan 1 keer 19-19-18-18-18-19 steken op de hulpdraad = 27-27-30-30-33-33 steken over voor de kraag. Het werk meet ongeveer 85-88-91-94-97-99 cm (gemeten vanaf de bovenkant van de schouder).
Ga nu verder met tricotsteek en 5 voorbiessteken in ribbelsteek over de 27-27-30-30-33-33 steken voor de kraag, en brei verkorte toeren zodat de kraag mooi valt. Begin aan de verkeerde kant en brei als volgt:
NAALD 1: brei alle steken, keer het werk.
NAALD 2: brei 9-9-10-10-11-11 steken, trek de draad aan, keer het werk.
NAALD 3: brei terug.
NAALD 4: brei 18-18-20-20-22-22 steken, trek de draad aan, keer het werk.
NAALD 5: brei terug.
NAALD 6: brei alle steken, keer het werk.
NAALD 7: brei terug.
NAALD 8: brei alle steken
Herhaal naalden 1 - 8 totdat de kraag ongeveer 6-6-6-6-7-7 cm meet op het kortste punt (= langs de zijkant richting schouder/armsgat). Kant dan losjes af.
Plaats de steken van de hulpdraad terug op de rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant – LET OP. Om gaatjes te voorkomen in de overgang waar de steken op de hulpdraad hebben gezeten, neemt u de lus op tussen de steken en brei deze gedraaid samen met de volgende steek op de naald. Kant dan af met recht aan de goede kant (zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak is).

LINKER VOORPAND:
Zet 73-76-82-86-92-97 steken op met rondbreinaald 5 mm en Alpaca Bouclé. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei 2 ribbels. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei tricotsteek met 5 steken in ribbelsteek aan elke kant (= 5 kantsteken in ribbelsteek in de zijkant op het begin van de naald aan de goede kant en 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan het einde van de naald aan de goede kant). Als het werk 25 cm meet, zet dan 1 nieuwe steek op aan het einde van de volgende naald aan de verkeerde kant (het split eindigt hier) = 74-77-83-87-93-98 steken. Brei dan tricotsteek met 5 voorbiessteken in ribbelsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek in de zijkant. Als het werk 30 cm meet, minder dan 1 steek in de zijkant zoals voor het rechter voorpand (= 1 steek geminderd). Herhaal het minderen als het werk 50 cm meet = 72-75-81-85-91-96 steken. Als het werk 66-68-70-72-74-75 cm meet, kant dan 4-5-7-9-10-12 steken af op het begin van de volgende naald aan de goede kant (= in de zijkant) voor het armsgat = 68-70-74-76-81-84 steken. Ga verder met tricotsteek met 5 voorbiessteken in ribbelsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek richting het armsgat. Als het werk 82-85-88-91-94-96 cm meet, plaats dan steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder:
Plaats steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder op het begin van elke naald vanaf het armsgat als volgt (brei de steken voordat u ze op de hulpdraad plaatst): Plaats 2 keer 11-12-13-14-15-16 steken op de hulpdraad, dan 1 keer 19-19-18-18-18-19 steken op de hulpdraad = 27-27-30-30-33-33 steken over voor de kraag. Het werk meet ongeveer 85-88-91-94-97-99 cm (gemeten vanaf de bovenkant van de schouder).
Ga nu verder met tricotsteek en 5 voorbiessteken in ribbelsteek over de 27-27-30-30-33-33 steken voor de kraag en brei verkorte toeren zodat de kraag mooi valt. Begin aan de goede kant en brei dan als volgt:
NAALD 1: brei alle steken, keer het werk.
NAALD 2: brei 9-9-10-10-11-11 steken, trek de draad aan, keer het werk.
NAALD 3: brei terug.
NAALD 4: brei 18-18-20-20-22-22 steken, trek de draad aan, keer het werk.
NAALD 5: brei terug.
NAALD 6: brei alle steken, keer het werk.
NAALD 7: brei terug.
NAALD 8: brei alle steken
Herhaal naalden 1 - 8 tot de kraag ongeveer 6-6-6-6-7-7 cm meet op het kortste punt (= langs de zijkant richting schouder/armsgat).
Kant dan losjes af. Plaats de steken van de hulpdraad op de schouder terug op de rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant – LET OP! Om gaatjes te voorkomen in de overgang waar de steken op de hulpdraad zijn geplaatst, neemt u de lus op tussen 2 steken en brei deze gedraaid recht samen met de volgende steek op de naald. Kant dan af met recht aan de goede kant (zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak is).

MOUW:
Het werk wordt heen en weer gebreid met rondbreinaald.
Zet 34-36-38-40-40-42 steken op met rondbreinaald 5 mm en Alpaca Bouclé. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei 2 ribbels. Ga verder met rondbreinaald 5 mm en brei tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als het werk 7-7-11-7-11-9 cm meet, meerder dan 1 steek aan elke kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN (= 2 steken gemeerderd). Meerder op deze manier iedere 4e-4e-3e-3e-2e-2e cm in totaal 9-9-10-11-12-13 keer = 52-54-58-62-64-68 steken. Als het werk 43-42-41-39-38-36 cm meet, voeg dan 1 markeerdraad in aan elke kant. Brei dan tricotsteek heen en weer gebreid over alle steken voor 2-3-4-5-6-7 cm vanaf de markeerdraden (het werk meet nu ongeveer 45-45-45-44-44-43 cm). Kant 5 steken af op het begin van de volgende 2 naalden aan elke kant, kant dan de overgebleven steken af (zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak is).
Brei nog 1 mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen aan de binnenkant van de afkantrand. Naai de mouwen aan het lijf – de markeerdraden aan elke kant van de mouw komen tegen de buitenste steek die afgekant is voor de mouw in het lijf. Naai de naad onder de mouwen dicht en de zijnaden rand tot rand in de buitenste lus van de buitenste steek, maar stop bij de steek die opgezet is na 25 cm op het lijf (= split). Naai de afkantrand op de 2 delen van de kraag samen en naai de hele kraag aan de hals op het achterpand. Knip en hecht de draden af. Naai de knopen op de linker voorbies ongeveer 4 cm vanaf de rand.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 184-17

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (2)

country flag Anna Jas wrote:

Klopt het dat voor het vest model Forest Mist maat S slechts 450 gram Alpaca Bouclé benodigd is, terwijl voor trui model Outlander ( 71 / 36) 550 gram garen nodig is? Hoe kan dit?

15.10.2018 - 13:20

country flag Bauer Jennifer wrote:

Bonjour je suis débutante et je ne sais pas si c'est adapté?

16.03.2018 - 11:53

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bauer, lisez attentivement les explications, consultez nos vidéos pour comprendre les différentes techniques et n'hésitez pas à poser vos questions ici si besoin. Votre magasin saura également vous apporter toute assistance complémentaire. Bon tricot!

16.03.2018 - 14:14