DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 34.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Seiland Jumper

De set bestaat uit: Trui voor kinderen met ronde pas en veelkleurig Noors patroon, van boven naar beneden gebreid. Muts met veelkleurig Noors patroon en pompon. Maat 2 - 12 jaar De set wordt gebreid in DROPS Merino Extra Fine.

DROPS Children 30-5
DROPS design: Patroon me-038-bn
Garengroep B
----------------------------------------------------------

TRUI:
Maat: 2 - 3/4 - 5/6 - 7/8 - 9/10 - 11/12 jaar
Maat in cm: 92 - 98/104 - 110/116 - 122/128 - 134/140 - 146/152
Materiaal:
DROPS MERINO EXTRA FINE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
250-250-300-350-350-400 g kleur nr 31, bosgroen
100-100-100-100-100-100 g kleur 08, lichtbeige
50-50-50-50-50-50 g kleur 28, de noordzee
50-50-50-50-50-50 g kleur 30, mosterd

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep B)” - zie link hieronder.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 + 60 of 80 cm) MAAT 4 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 21 steken en 28 naalden in tricotsteek = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP en RONDBREINAALD (40 + 60 cm) MAAT 3.5 mm - voor de boordsteek
----------------------------------------------------------

MUTS:
Maat: 2 - 3/4 - 5/8 - 9/12 jaar
Voor hoofdomtrek: ongeveer 48/50 - 50/52 - 52/54 - 54/56 cm
Materiaal:
DROPS MERINO EXTRA FINE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
50 g voor alle maten van de volgende kleuren:
kleur 31, bosgroen
kleur 08, lichtbeige:

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep B)” - zie link hieronder.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 cm) MAAT 3 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 23 steken en 32 naalden in tricotsteek = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.

DROPS RONDBREINAALD (40 cm) MAAT 2.5 mm – voor de boordsteek.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 34.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

PATROON:
Trui: Zie telpatronen A.1 tot A.6. Kies het telpatroon voor uw maat.
Muts: Zie telpatroon A.7.
Brei het hele patroon in tricotsteek.

TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN:
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert/mindert, gebruikt u het totaal aantal steken op de naald (dus 84 steken) en deel deze steken door het aantal te maken minderingen/meerderingen (dus 6) = 14.
Dus in dit voorbeeld breit u ongeveer iedere 13e en 14e steek recht samen als u mindert.
Als u meerdert maakt u 1 omslag na iedere 14e steek. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.

VERHOGING:
Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald = midden achter. Begin aan de goede kant met de noordzee en brei recht zoals hiervoor tot er 7-7-8-8-9-9 steken voorbij de markeerdraad zijn gebreid, keer het werk, trek de draad aan aan en brei 14-14-16-16-18-18 averecht. Keer het werk, trek de draad aan en brei 21-21-24-24-27-27 recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 28-28-32-32-36-36 averecht. Keer het werk, trek de draad aan en brei 35-35-40-40-45-45 recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 42-42-48-48-54-54 averecht. Keer het werk, trek de draad aan en brei recht tot midden achter.

TIP VOOR HET BREIEN-1:
Om te voorkomen dat de stekenverhouding te strak wordt wanneer u in patroon breit, is het belangrijk om de draden niet te strak aan te trekken op de achterkant van het werk. Ga verder met een naald in een grotere maat wanneer u in patroon breit en het wordt wat te strak.

TIP VOOR HET BREIEN-2 (geldt voor de pas op de trui):
Als de stekenverhouding niet klopt in de hoogte en er zijn meer naalden in de hoogte op 10 cm dan dat het patroon aangeeft zal de pas te kort zijn en de armsgaten te klein. Om dit te voorkomen breit u 1 extra naald in tricotsteek verdeeld in de effen delen op de pas.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (geldt voor midden onder de mouw):
Begin 2 steken voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, markeerdraad, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

TIP VOOR HET MINDEREN-2 (geldt voor de muts):
Minder als volgt na de markeerdraad: 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd).
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop. De naalden beginnen midden achter.

HALSRAND:
Zet 84-88-88-96-96-100 steken op een korte rondbreinaald 3.5 mm met de noordzee. Brei 1 naald recht. Brei dan 3 cm boordsteek in de rondte (= 2 recht/2 averecht). Brei 1 naald recht en minder 6-4-4-6-6-4 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 78-84-84-90-90-96 steken. Brei dan de pas zoals uitgelegd hieronder.

PAS:
Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei de VERHOGING op de achterkant van de hals - zie uitleg hierboven. Als de verhoging is gebreid, eindig dan door 0-0-2-3-0-2 naalden met de noordzee te breien. Lees TIP VOOR HET BREIEN-1 EN TIP VOOR HET BREIEN-2!
Brei dan A.1 in de rondte (= 13-14-14-15-15-16 herhalingen van 6 steken). Ga verder in patroon en meerder volgens het telpatroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Op de naald gemarkeerd met pijl-1 in A.1 zijn er 117-126-126-135-135-144 steken op de naald. Brei de naald zoals te zien is in telpatroon en meerder TEGELIJKERTIJD 18 steken verdeeld in alle maten - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 135-144-144-153-153-162 steken. Brei A.1 (er is nu ruimte voor 15-16-16-17-17-18 herhalingen van 9 steken). Op de naald gemarkeerd met pijl-2 in A.1 meerder 21-24-24-27-27-30 steken verdeeld = 156-168-168-180-180-192 steken. Als A.1 is gebreid, brei dan A.2 in de rondte (= 13-14-14-15-15-16 herhalingen van 12 steken). Ga verder met A.2 en meerder volgens het telpatroon. Op de naald gemarkeerd met pijl-3 in A.2 zijn er 208-224-224-240-240-256 steken. Brei de naald zoals te zien is in het telpatroon en meerder tegelijkertijd 4-0-12-0-12-8 steken verdeeld op deze naald = 212-224-236-240-252-264 steken.
Als A.2 is gebreid, brei dan A.3 in de rondte (= 53-56-59-60-63-66 herhalingen van 4 steken). Na A.3 meet het werk ongeveer 17-17-18-19-20-21 cm vanaf de opzetrand midden voor. Brei de volgende naald als volgt met lichtbeige: brei 31-33-35-36-38-40 steken in tricotsteek (= ½ achterpand), zet de volgende 45-47-49-49-51-53 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-6-8-8-8 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei 61-65-69-71-75-79 steken in tricotsteek (= voorpand), zet de volgende 45-47-49-49-51-53 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-6-8-8-8 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw) en brei de overgebleven 30-32-34-35-37-39 steken in tricotsteek (= ½ achterpand).
Knip de draad af. Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER!

LIJF:
= 134-142-150-158-166-174 steken. Begin aan een kant van het werk, in het midden van de 6-6-6-8-8-8 opgezette steken onder de mouw. Brei A.4 in de rondte en meerder tegelijkertijd 2 steken verdeeld op de eerste naald = 136-144-152-160-168-176 steken op de naald en 17-18-19-20-21-22 herhalingen van 8 steken.
Als A.4 is gebreid, brei dan A.5 in de rondte (= 17-18-19-20-21-22 herhalingen van 8 steken). Herhaal A.5 tot het werk ongeveer 13-17-20-23-26-29 cm meet vanaf de scheiding – pas zo aan dat 2-4 naalden zijn gebreid na een naald met punten. Brei A.6 in de rondte (= 34-36-38-40-42-44 herhalingen van 4 steken). Als A.6 is gebreid, meet het werk ongeveer 17-21-24-27-30-33 cm vanaf de scheiding. Brei 1 naald recht en meerder 24-28-28-32-32-32 steken verdeeld = 160-172-180-192-200-208 steken. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Brei 4 cm boordsteek in de rondte = 2 recht/2 averecht. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht maar om een strakke afkantrand te voorkomen, maak 1 omslag na iedere 4e steek, terwijl u TEGELIJKERTIJD afkant (kant de omslagen af als normale steken). De trui meet ongeveer 38-42-46-50-54-58 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Zet de 45-47-49-49-51-53 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 4 mm en neem daarnaast 1 nieuwe steek op in elk van de 6-6-6-8-8-8 opgezette steken onder de mouw = 51-53-55-57-59-61 steken op de naald. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 6-6-6-8-8-8 steken onder de mouw en 1 markeerdraad in de middelste steek op de naald (= midden op de bovenkant van de mouw. Lees de rest van de mouw voordat u verder gaat!
Begin op de markeerdraad midden onder de mouw en brei A.4 in de rondte maar let er op dat het patroon niet past in een hele herhaling midden onder de mouw. Begin met de 3e-2e-1e-8e-7e-6e steek in A.4 en herhaal A.4 in de rondte zo lang als u kunt. Het patroon is symmetrisch midden onder de mouw en de steek met de markeerdraad midden op de bovenkant van de mouw zou nu moeten passen in de 4e steek in A.4.
Als A.4 is gebreid, brei dan A.5 in de rondte maar pas zo aan dat A.5 mooi past over A.4 (de steek met de markeerdraad moet passen op de plaats van een punt). Herhaal A.5 verder.
Minder tegelijkertijd bij een hoogte van 2 cm, 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN-1. Minder zo iedere 3-3-5-5-7-6 cm 5-6-5-6-5-6 keer in totaal = 41-41-45-45-49-49 steken.
Als het werk ongeveer 12-16-20-24-28-31 cm meet vanaf de scheiding – pas zo aan dat 2-4 naalden met bosgroen zijn gebreid na een naald met punten, brei dan A.6 in de rondte – begin de naald zodat het patroon mooi past op de punten in A.5. Als A.6 is gebreid, brei dan verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm. Brei 1 naald recht met bosgroen en minder 1 steek verdeeld in alle maten = 40-40-44-44-48-48 steken. Brei 4 cm boordsteek in de rondte = 2 recht/2 averecht. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht maar om een strakke afkantrand te voorkomen, maakt u 1 omslag na iedere 4e steek terwijl u TEGELIJKERTIJD afkant. De mouw meet ongeveer 20-24-28-32-36-39 cm vanaf de scheiding onder de mouw. Brei de andere mouw op dezelfde wijze.
----------------------------------------------------------

MUTS:
Wordt gebreid in de rondte op de rondbreinaald, ga verder met breinaald zonder knop indien nodig. Zet 104-112-112-120 steken op de rondbreinaald 2.5 mm met bosgroen. Brei 1 naald recht. Brei dan 3 cm boordsteek (= 2 recht/2 averecht). Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei 1 naald recht en minder 8 steken verdeeld in alle maten - lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 96-104-104-112 steken. Brei A.7 in de rondte (= 12-13-13-14 herhalingen van 8 steken). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.7 is gebreid, brei dan in tricotsteek met lichtbeige tot het werk klaar is. Voeg bij een hoogte van 15-16-17-17 cm 8 markeerdraden in het werk, 12-13-13-14 steken tussen elke markeerdraad. Minder op de volgende naald na iedere markeerdraad - lees TIP VOOR HET MINDEREN-2 (= 8 steken geminderd). Minder zo in iedere tweede naald in totaal 6-7-7-8 keer = 48 steken over op de naalden in alle maten.
* Brei 1 naald recht, brei op de volgende naald alle steken 2 aan 2 recht samen* = 24 steken. Herhaal van *-* 1 keer = 12 steken over op de naalden. Knip het garen af en haal het door de overgebleven steken, trek samen en hecht af. De muts meet ongeveer 20-21-22-23 cm vanaf de bovenkant en naar beneden.

POMPON:
Maak een pompon met bosgroen met ongeveer een diameter van4-5 cm en hecht hem aan de punt van de muts.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 05.06.2018
Correctie: de twee grootste maten misten voor de instructie van A.4 bij de mouw.

Telpatroon

symbols = de noordzee
symbols = lichtbeige
symbols = mosterd
symbols = bosgroen
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken met de basiskleur in patroonstreep, brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om gaatjes te voorkomen
symbols = meerdernaald
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 30-5

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (38)

country flag Eelke Keessen-Storm wrote:

Ik brei maat 9/10 jaar. In A2 heb ik bij pijl 3 de gevraagde 240 steken. Dan moet ik verder breien in het telpatroon en 12 steken meerderen. Nu klopt het telpatroon niet meer! Ik wil de punt precies boven de ster houden en dan heb ik 12 x een tussenruimte van 8 st ipv de gevraagde 7 st.

07.12.2023 - 22:14

DROPS Design answered:

Dag Eelke,

Door het meerderen krijg je inderdaad de punt niet precies boven de ster. Het is niet zo dat het patroon dan niet klopt, maar dit hoort gewoon zo. Je zou dan een ander telpatroon moeten maken als je de punt boven de ster wilt hebben.

10.12.2023 - 16:32

country flag Marie wrote:

Ich habe eine Frage zum Ärmel - wenn ich erst 2cm stricke und dann alle 7 cm noch 5mal abnehme, komme ich auf 37cm ab der Teilung... Wenn ich insgesamt nur 5mal annehme komme ich auf 30 cm , aber nie auf 28cm ab der Teilung?! Stimmt da etwas in der Anleitung nicht oder was verstehe ich hier falsch?

29.10.2023 - 16:22

DROPS Design answered:

Liebe Marie, Sie sind ja richtig, die letzte Abnahmen stricken Sie nach 30 cm, aber wenn die Ärmel 28 cm misst stricken Sie A.6 dh die letzte Abnahme strickt man in A.6, nach A.6 stricken Sie dann 4 cm Bündchen, so misst die Ärmel 36 cm. Viel Spaß beim stricken!

30.10.2023 - 16:40

country flag Gudrun Winkler wrote:

Was bedeutet "Läusemuster"? Oder "nach einer Laus"?

10.02.2023 - 17:34

DROPS Design answered:

Liebe Frau Winkler, dies betrifft das Muster mit 1 Masche hellbeige und die anderen Maschen waldgrünn wie im A.5 oder bei den oberen Reihen in A.7 (1 Masche waldgrünn und die anderen 7 Maschen hellbeige). Viel Spaß beim stricken!

13.02.2023 - 08:48

country flag Allegra wrote:

Hi, the chart for the yoke pattern is no longer visible in this pattern. I’m halfway through the chart but can’t seem to find it here anymore! Help?! Thank you for such a beautiful pattern! Allegra

25.10.2022 - 01:08

DROPS Design answered:

Hi Allegra, All the charts are at the bottom of the pattern. Happy knitting!

25.10.2022 - 06:58

country flag Sabrina Schmidt wrote:

Hallo. Ich stricke gerade den ersten Ârmel, Grösse 3/4. Ich beginne bei A.4 in jeder Runde mit der 2. Masche. Das habe ich verstanden aber dann kommen ja die Abnahmen. Verschiebt sich durch die Abnahmen das Muster? Stricke ich nach den Abnahmen einfach ganz normal weiter, also weiterhin immer bei der 2. Masche starten? Vielen Dank

12.03.2022 - 22:30

DROPS Design answered:

Liebe Frau Schmidt, am Anfang und am Ende der Runde stricken Sie nicht ein komplett A.4, wenn Sie dann abnehmen werden das erste A.4 und das letzte A.4 auch abnehmen, dh das Muster stricken Sie wie zuvor in der Höhe, damit die Maschen nicht verschoben werden, aber es wird am Anfang/Ende der Runde immer weniger Maschen im Muster. Viel Spaß beim stricken!

14.03.2022 - 10:54

country flag Marit D Lyngstad wrote:

Skal man virkelig øke 32masker (str 9/10) når man begynner med vrangborden nede på genseren+

12.03.2022 - 18:35

DROPS Design answered:

Hei Marit, Dette er anbefalt for at vrangborden ikke blir stram. God fornøyelse!

14.03.2022 - 07:47

country flag Inga Jespersen wrote:

Jeg stikker størrelse 2 år. Efter A 1 skal jeg begynde at tage ud, men hvor mange masker skal jeg tage ud hver gang?

06.12.2021 - 09:10

country flag Pia Sällemark wrote:

Mönster A1 och A2 har försvunnit från mönstret. Jag är mitt i A2. Hur ska jag kunna sticka klart?

23.08.2021 - 20:10

DROPS Design answered:

Hej Pia. Jag ser de diagrammen här på min pc så de finns kvar. Kanske du kan prova en annan webläsare eller uppdatera sidan för att se de? Mvh DROPS Design

24.08.2021 - 09:38

country flag Icca wrote:

Står jag ska ha 40+60 c kabel eller 80.. Men fattar noll ska jag ha 100cm kabel eller 80 tanke på 40+60=100 eller en både 40 & 60cm eller 80

10.08.2021 - 17:25

country flag Anneke Ter Horst wrote:

Ik zou graag de wol willen bestellen maar wil graag de echte kleuren zien. Is het mogelijk kleur staaltjes toe te sturen? Alvast dank voor uw antwoord. Anneke

30.05.2021 - 17:19