DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 45.05€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Winter Sunshine

Trui met ronde pas en Noors veelkleurig patroon, gehaakt van boven naar beneden. Maat: S - XXXL Het werk wordt gehaakt in DROPS Karisma.

DROPS 180-15
DROPS design: Patroon u-812
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS KARISMA van garnstudio (behoort tot garengroep B)
600-650-750-800-900-950 g kleur 55, lichtbruin
150-150-150-200-200-200 g kleur nr 01, naturel
50-50-50-50-100-100 g kleur 77, licht eiken
50-50-50-50-50-50 g kleur 52, mosterdgeel

Het werk kan tevens gehaakt worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep B)” - zie link hieronder.

DROPS HAAKNAALD 4.5 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 18 stokjes x 9 toeren = 10 cm in de breedte en 10 cm in de hoogte.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 45.05€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4. Als A.4 een keer in de hoogte is gehaakt, herhaal dan A.4a tot de gewenste afmetingen.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Het werk wordt zowel in de rondte als heen en weer gehaakt. Haak afwisselend aan de goede kant en de verkeerde kant, en eindig iedere toer met 1 halve vaste in de 3e losse aan het begin van de toer.
Begin iedere toer met stokjes met 3 lossen (= eerste stokje) en eindig met 1 halve vaste in de 3e losse aan het begin van de toer, keer het werk.
Vervang op iedere toer met vasten de eerste vaste met 1 losse. Eindig de toer met 1 halve vaste in de 1e losse op het begin van de toer.

KLEURPATROON:
Bij het wisselen van kleur op het begin van een nieuwe toer haak dan als volgt: Haak het laatste stokje met de eerste kleur maar wacht met de laatste doorhaling. Haak verder met de nieuwe kleur, haak de laatste doorhaling en 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer. Keer het werk en haak 3 lossen (= begin van de nieuwe toer).
Bij het wisselen van kleur in een toer haak dan als volgt: Haak 1 stokje met de eerste kleur maar wacht met de laatste doorhaling. Haak verder met de nieuwe kleur, haak de laatste doorhaling met de nieuwe kleur.
Als u met twee kleuren haakt, plaats de draad dan voor de kleur, waar niet mee gehaakt wordt, over de steken van de vorige toer, haak om de draad heen zodat deze verborgen wordt en meeloopt in de rondte. Zorg ervoor dat de draad niet te strak wordt en trek de draad niet aan wanneer u deze oppakt van de vorige toer.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (voor de pas):
Haak 2 stokjes in dezelfde kleur in 1 stokje op de vorige toer.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor het lijf):
Haak tot er 3 stokjes over zijn voor de markeerdraad, haak 2 stokjes in het volgende stokje, 1 stokje in elk van de volgende 4 stokjes (de markeerdraad zit in het midden van deze steken) en 2 stokjes in het volgende stokje (= 2 stokjes gemeerderd). Herhaal op de volgende markeerdraad (= 4 stokjes gemeerderd in totaal op de toer).

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Haak tot er 4 stokjes over zijn voor de markeerdraad, haak 1 stokje maar wacht met de laatste omslag en doorhaling (= 2 lussen op de haaknaald), haak dan het volgende stokje, maar haal op laatste doorhaling alle 3 lussen op de haaknaald door (= 1 stokje geminderd), haak 1 stokje in elk van de volgende 4 stokjes (de markeerdraad zit in het midden van deze steken), haak de volgende 2 stokjes samen op dezelfde manier (= 1 stokje geminderd = 2 stokjes geminderd op de toer).
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt van boven naar beneden, in de rondte en heen en weer gehaakt. Haak samen aan het einde van iedere toer. Wordt gehaakt vanaf midden achter.

PAS:
Haak 106-110-115-120-124-129 lossen op haaknaald 4.5 mm met lichtbruin en vorm een ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Haak 3 lossen (= 1 stokje) - LEES INFORMATIE VOOR HET HAKEN, 1 stokje in elk van de volgende 0-4-2-0-4-2 lossen, * sla 1 losse over, 1 stokje in elk van de volgende 6 lossen *, herhaal van *-* = 92-96-100-104-108-112 stokjes.
Haak A.1 en A.2 als volgt:
Haak in patroon, meerder in patroon (zie meerderingen in telpatroon) en meerder verdeeld - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-1.
TOER 1 (= goede kant):
Haak A.1 (= 2 stokjes) over de eerste 14-14-16-17-18-18 stokjes en meerder 2-2-2-3-4-4 stokjes verdeeld (= helft van het achterpand).
Haak A.2 (= 4 stokjes), A.1 over de volgende 10 stokjes en meerder 2-4-4-4-4-6 stokjes verdeeld, A.2 over de volgende 4 stokjes (= rechter mouw).
Haak A.1 over de volgende 28-30-32-34-36-38 stokjes en meerder 4-4-4-6-8-8 stokjes verdeeld (= helft van het achterpand).
Haak A.2 over de volgende 4 stokjes, A.1 over de volgende 10 stokjes en meerder 2-4-4-4-4-6 stokjes verdeeld, A.2 over de volgende 4 stokjes (= linker mouw).
Haak A.1 over de laatste 14-16-16-17-18-20 stokjes en meerder 2-2-2-3-4-4 stokjes verdeeld (= helft van het achterpand) = 112-120-124-132-140-148 stokjes (inclusief meerderingen in A.2) – LEES KLEURPATROON!

TOER 2 (= verkeerde kant):
Haak A.1 over de eerste 16-18-18-20-22-24 stokjes, A.2, herhaal A.1 over de volgende 12-14-14-14-14-16 stokjes, A.2, herhaal A.1 over de volgende 32-34-36-40-44-46 stokjes, A.2, herhaal A.1 over de volgende 12-14-14-14-14-16 stokjes, A.2, herhaal A.1 over de laatste 16-16-18-20-22-22 stokjes = 120-128-132-140-148-156 stokjes (inclusief meerdering in A.2). DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

TOER 3 (= goede kant):
Haak in patroon = 8 stokjes gemeerderd in A.2 = 128-136-140-148-156-164 stokjes.

TOER 4 (= verkeerde kant):
Haak A.1 over de eerste 16-18-18-20-22-24 stokjes en meerder 2-0-0-3-4-4 stokjes verdeeld, A.2, haak A.1 over de volgende 12-14-14-14-14-16 stokjes en meerder 0-4-4-4-4-6 stokjes verdeeld, A.2, haak A.1 over de volgende 32-34-36-40-44-46 stokjes en meerder 4-2-4-6-8-8 stokjes verdeeld, A.2, haak A.1 over de volgende 12-14-14-14-14-16 stokjes en meerder 0-4-4-4-4-6 stokjes verdeeld, A.2, haak A.1 over de laatste 16-16-18-20-22-22 stokjes en meerder 2-2-2-3-4-4 stokjes verdeeld = 144-156-162-176-188-200 stokjes (inclusief meerderingen in A.2).

TOER 5 (= goede kant):
Haak A.1 over de eerste 18-18-20-23-26-26 stokjes, A.2, haak A.1 over de volgende 12-18-18-18-18-22 stokjes, A.2, haak A.1 over de volgende 36-36-40-46-52-54 stokjes, A.2, haak A.1 over de volgende 12-18-18-18-18-22 stokjes, A.2, haak A.1 over de laatste 18-18-18-23-26-28 stokjes = 152-164-170-184-196-208 stokjes (inclusief meerdering in A.2).

Het werk meet nu ongeveer 7 cm. Haak nu A.2 zoals hiervoor en A.3 wordt gehaakt over A.1 als volgt:

TOER 6 (= verkeerde kant):
Haak A.3 over de eerste 18-18-18-23-26-28 stokjes en meerder 3-3-3-4-4-2 stokjes verdeeld, A.2, haak A.3 over de volgende 12-18-18-18-18-22 stokjes en meerder 0-0-3-3-3-5 stokjes verdeeld, A.2, haak A.3 over de volgende 36-36-40-46-52-54 stokjes en meerder 3-6-5-5-8-9 stokjes verdeeld, A.2, haak A.3 over de volgende 12-18-18-18-18-22 stokjes en meerder 0-0-3-3-3-5 stokjes verdeeld, A.2, haak A.3 over de laatste 18-18-20-23-26-26 stokjes en meerder 0-3-4-4-4-4 stokjes verdeeld = 162-180-192-207-222-237 stokjes (inclusief meerderingen in A.2).

TOER 7 (= goede kant):
Haak A.3 over de eerste 18-21-24-27-30-30 stokjes, A.2, haak A.3 over de volgende 12-18-21-21-21-27 stokjes, A.2, haak A.3 over de volgende 39-42-45-51-60-63 stokjes, A.2, haak A.3 over de volgende 12-18-21-21-21-27 stokjes, A.2, haak A.3 over de laatste 21-21-21-27-30-30 stokjes = 166-184-196-211-226-241 stokjes (inclusief meerdering in A.2).

TOER 8 (= verkeerde kant):
Haak patroon zoals hiervoor.

TOER 9 (= goede kant):
Haak patroon zoals hiervoor en meerder 2-0-4-5-6-7 stokjes verdeeld op de toer = 168-184-200-216-232-248 stokjes.
Het werk meet ongeveer 11 cm.
Haak dan volgens telpatroon A.4 (= 8 stokjes) – zie meerdering in telpatroon, 21-23-25-27-29-31 keer in totaal in de breedte tot het werk 25-26-28-30-32-34 cm meet. Als alle meerderingen gemaakt zijn, zijn er 252-276-300-324-348-372 stokjes op de toer.
Haak nu het lijf en de mouwen als volgt: Haak A.4 over de eerste 36-41-45-49-54-57 stokjes (= helft van het achterpand), 8-8-8-10-10-10 lossen, voeg 1 markeerdraad in het midden van deze steken, sla de volgende 53-56-60-63-65-71 stokjes over (= mouw), haak A.4 over de volgende 73-82-90-99-109-115 stokjes (= voorpand), 8-8-8-10-10-10 lossen, voeg 1 markeerdraad in het midden van deze steken, sla de volgende 53-56-60-63-65-71 stokjes over (= mouw), haak A.4 over de laatste 37-41-45-50-55-58 stokjes (= helft van het achterpand). Knip het garen af.

LIJF:
= 146-164-180-198-218-230 stokjes en 16-16-16-20-20-20 lossen (= 162-180-196-218-238-250 steken in totaal). Haak nu het werk met het begin vanaf de markeerdraad aan de zijkant. Voeg 1 markeerdraad in het werk. MEET HET WERK NU VANAF HIER! Laat de markeerdraad in het werk zitten, neem de markeerdraad mee tijdens het haken. Ga verder met A.4 De stokjes die niet in het patroon passen aan elke zijkant worden gehaakt in lichtbruin.
Meerder bij een hoogte van 4 cm, 2 stokjes op elke markeerdraad - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-2! Meerder zo iedere 5-9-9-9-9-9 cm 4-3-3-3-3-3 keer in totaal = 178-192-208-230-250-262 stokjes. Haak bij het meerderen de stokjes in patroon, stokjes die niet in het patroon passen aan de zijkant worden gehaakt in lichtbruin. Ga verder tot het werk 29-30-30-30-30-30 cm meet vanaf de markeerdraad (= 54-56-58-60-62-64 cm vanaf de halsrand), eindig na 4 toeren met lichtbruin. Hecht af.

MOUW:
= 53-56-60-63-65-71 stokjes. Ga verder met A.4 Begin met haken in de 5e-5e-5e-6e-6e-6e losse van de 8-8-8-10-10-10 gehaakte lossen in het armsgat op het lijf als volgt: Haak 1 halve vaste, 3 lossen (= 1 stokje), haak 1 stokje in elk van de volgende 3-3-3-4-4-4 lossen, 1 stokje in ieder stokje over de mouw, 1 stokje in elk van de laatste 4-4-4-5-5-5 lossen onder de mouw = 61-64-68-73-75-81 stokjes. De stokjes die niet in het patroon passen onder de mouw worden gehaakt in lichtbruin. Voeg 1 markeerdraad in het midden onder de mouw. Voeg 1 markeerdraad in het werk. MEET NU HET WERK VANAF HIER! Laat de markeerdraad in het werk zitten, neem de markeerdraad mee tijdens het haken.
Minder bij een hoogte van 4 cm, 2 stokjes aan elke kant van de markeerdraad - LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2½-2-2-1½-1½-1 cm 10-12-12-14-13-16 keer in totaal = 41-40-44-45-49-49 stokjes. Ga verder tot het werk 36-36-34-33-31-30 cm meet vanaf de markeerdraad (61-62-62-63-63-64 cm vanaf de halsrand), eindig na 4 toeren met lichtbruin. Hecht af. Haak de andere mouw op dezelfde wijze.

HALSRAND:
Wordt in de rondte gehaakt vanaf midden achter. Haak lossen waar de 1e toer met stokjes is gehaakt (dus de lossen die zijn overgeslagen worden niet gehaakt = 92-96-100-104-108-112 steken).
Haak met lichtbruin als volgt:
TOER 1: Haak een verhoging aan de achterkant van de hals als volgt: Hecht het garen af met 1 halve vaste en haak 3 lossen welke het eerste stokje vervangen, haak 1 stokje in elk van de eerste 18-19-20-21-22-23 steken, 1 half stokje in elk van de volgende 10 steken, 1 vaste in elk van de volgende 34-36-38-40-42-44 steken, 1 half stokje in elk van de volgende 10 steken, 1 stokje in elk van de laatste 19-20-21-22-23-24 steken.
TOER 2: Haak 1 vaste in iedere steek en minder 12 steken verdeeld = 80-84-88-92-96-100 vasten. Hecht af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 01.09.2017
Telpatroon A.4 is aangepast.

Telpatroon

symbols = naturel
symbols = 2 stokjes in hetzelfde stokje met naturel
symbols = lichtbruin
symbols = 2 stokjes in hetzelfde stokje met lichtbruin
symbols = mosterdgeel
symbols = 2 stokjes in hetzelfde stokje met mosterdgeel
symbols = licht eiken
symbols = 2 stokjes in hetzelfde stokje met licht eiken
symbols = geen steek, sla dit vierkant over
symbols = haakrichting
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 180-15

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (87)

country flag Charly wrote:

Hallo ich hänge bei Reihe 9. Ich verstehe nicht,wann der Ärmel getrennt wird. Ich habe A4 gehäkelt bis i A4a beginnt in der Häkelschrift...ist das zuweist? Viele Grüße

05.03.2021 - 20:28

DROPS Design answered:

Liebe Charly, nach der 9. Reihe häkeln Sie A.4 bis die Arbeit 25-26-28-30-32-34 cm misst (= es sind 252-276-300-324-348-372 Stäbchen nach allen Zunahmen). Dann, wenn die Arbeit die richtige Höhe hat, häkeln Sie die Verteilungsrunde. Viel Spaß beim häkeln!

08.03.2021 - 10:10

country flag Carolina wrote:

Tengo problemas para seguir con la fila 9. Entiendo los 8 puntos del diagrama A4, pero no lo de un total de 21 veces en el ancho. Gracias!

01.02.2021 - 22:02

DROPS Design answered:

Hola Carolina, 21 veces en el ancho significa que tienes que trabajar el diagrama A4 21 veces en la fila.

30.04.2021 - 22:29

country flag Helle Bilbo wrote:

Jeg laver trøjen i XXXL og er startet på 4.række. Jeg kan ikke få mønsteret til at passe med alle udtagningerne. Skal jeg selv tilpasse mønster, så det passer?

07.01.2021 - 17:50

DROPS Design answered:

Hei Helle. Husk, der det økes jevnt fordelt i A.1, les ØKETIPS-1 i oppskriften. God Fornøyelse!

18.01.2021 - 11:55

country flag Andreas Spiliotopoulos wrote:

Hello. I am trying for the first time to crochet a sweater and I find it difficult on the beginning. I make XL. I chain 120 and form a ring. I do a ch3 ( first dc) . What does the "0" stand for? dc in the same first ch with ch3 ? Because if I do ch3 and the repeat "skip 1 make 6" I keep ending with 103 dc (ch3 incl), not 104.

03.01.2021 - 18:12

country flag Marie wrote:

Bonjour, je ne comprends pas à quoi servent les 16 mailles en l'air au début du dos devant. J'ai commencé les brides à partir du marqueur ce qui fait que ces 16 mailles sont sur la manche ai-je manqué quelque chose ?

28.12.2020 - 21:30

DROPS Design answered:

Bonjour Marie, ces 16 mailles en l'air correspondent aux 2 chaînettes de 8 mailles en l'air que vous avez monté sous chacune des 2 manches. Vous avez au total 146-164-180 brides pour le dos et le devant + 2 x 8 mailles en l'air soit 16 mailles en l'air sous les manches. Bon crochet!

04.01.2021 - 11:27

country flag Ulla From wrote:

Jeg skal til at hækle ryg og forstykke men forstår ikke opskriften. Der står man skal starte fra mærketråden i siden men de luftmasker skal jo bruges til ærmerne ???

25.09.2020 - 23:46

DROPS Design answered:

Hei Ulla. Nei, merket du har satt i midten av de nye luftmaskene er under ermet og da i siden på genseren. De maskene du hoppet over er ermet og skal hekles senere. God Fornøyelse!

28.09.2020 - 11:31

country flag Maria wrote:

Hi, I am having great difficulty understanding row 1 ( I am making size M). I cannot make the stitches equal 120.....I work 14 st and incr 2, 4, 10 then incr 4, 4, 30 then incr 4, 4, 10 then incr 4, 4, then 16 incr 2. This totals 112. Where am I missing 8 stitches? Thank you in advance.

07.09.2020 - 21:23

DROPS Design answered:

Dear Maria,in each A.2 you will increase 2 sts (= 2 sts in first stitch + 2 sts in last stitch in A.2 - see diagram), so that you will have 2 sts x 4 repeats on A.2 = 8 sts, these should be your 8 missing stitches. Happy knitting!

08.09.2020 - 09:57

country flag Ulla From wrote:

Jeg har stadig ikke fået svar på mit spørgsmål fra d 14.7.20 😏😏😏😏

28.07.2020 - 14:32

DROPS Design answered:

Hej Ulla, vi har haft en lille ferie - vi skal svare så hurtigt som muligt ;) ;) ;)

28.07.2020 - 15:33

country flag Victoria wrote:

Respecto a mi comentario anterior, quizá no haya entendido bien cómo hacer la fila 3. ¿Podrían darme más detalles? ¿Cómo hacer exactamente los aumentos? Porque si seguimos el patrón A2 en la fila 3, salen más de 8 aumentos.

19.07.2020 - 16:43

DROPS Design answered:

Hola Victoria. La base del patrón la puedes ver en la fila 2: durante la vuelta tenemos 4 repeticiones del diagrama A.2. Cada repetición del diagrama incluye 2 aumentos. Es decir, después de trabajar una vuelta completa hay 8 puntos aumentados

20.07.2020 - 20:44

country flag Victoria wrote:

Hola! Creo que hay un error en la fila 4 del canesú (talla M). Si sigo el patrón como se indica, me faltan puntos por tejer. La única manera en que me cuadra todo es tejiendo de esta manera: - 18 pa de A1 - A2 -16 pa + 4 aumentos - A2 -36 pa + 2 aumentos - A 2 - 16 pa + 4 aumentos - A2 -16 pa + 2 aumentos Gracias por vuestro trabajo y vuestros patrones :)

19.07.2020 - 15:02