DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Wings of Love

Gebreide omslagdoek met kantpatroon in tricotsteek en ribbelsteek. Het werk wordt gebreid in DROPS Lace.

DROPS 181-4
DROPS Design: Patroon nr. la-035
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Afmetingen: ongeveer 52 cm midden achter en ongeveer 207 cm over de bovenkant na opspannen.
Materiaal:
DROPS LACE vanaf Garnstudio (behoort tot garengroep A)
100 g kleur 0501, lichtgrijs

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
"Alternatief garen (Garengroep A)" – zie de link hieronder.

DROPS RONDBREINAALD (80 cm) MAAT 3 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 steken en 32 naalden tricotsteek is 10 cm breed en 10 cm hoog.

STEKENVERHOUDING:
De omslagdoek wordt aan het einde vochtig gemaakt en opgerekt tot de juiste afmetingen, dus de stekenverhouding is niet zo belangrijk, maar om een idee te krijgen of u te strak of te los breit, kunt u een driehoekig proeflapje breien met naald 3 mm en controleren of u ongeveer 24 steken en 32 naalden tricotsteek breit over 10 cm breed en 10 cm hoog.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

RIBBEL/ RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.12. Het telpatroon laat alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. Naald 1 = goede kant.

IN VORM BRENGEN:
Wanneer u ander garen gaat gebruiken van garengroep A, hoeft u de omslagdoek niet op te rekken tot de juiste afmetingen, maar bevochtig het voorzichtig, en leg het plat neer in de juiste vorm. Laat het drogen. Herhaal dit proces iedere keer nadat de omslagdoek gewassen is.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt, kunt u afkanten met een naald in een ½ maat groter.
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Het werk wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei vanaf het midden van de bovenkant van de rand met tricotsteek en kantpatroon en eindig op de onderkant met een rand van het kantpatroon en ribbelsteek.

Zet 3 steken op met rondbreinaald 3 mm en Lace - lees STEKENVERHOUDING hierboven. Brei volgens telpatroon A.1 (= 3 steken) - lees PATROON hierboven. Voeg op de laatste naald 3 markeerdraden in, zoals te zien is in het telpatroon. Als telpatroon A.1 helemaal klaar is in de hoogte, zijn er 27 steken op de naald.

BREI VOLGENS TELPATRONEN A.2 TOT A.6 ALS VOLGT AAN DE GOEDE KANT:
Brei A.2 (= 4 steken), A.3 (= 5 steken – de eerste markeerdraad zit in het midden van A.3), A.4 (= 5 steken – de tweede markeerdraad zit in de laatste steek van A.4), A.5 (= 4 steken), A.3 (= 5 steken – de derde markeerdraad zit in het midden van A.3) en A.6 (= 4 steken). Als telpatronen A.2 tot A.6 helemaal klaar zijn in de hoogte, zijn er 51 steken op de naald.
Herhaal de meerderingen verder zoals te zien is in A.x – meerder afwisselend 4 en 8 steken op elke naald aan de goede kant (dus 12 gemeerderde steken voor iedere herhaling van A.x in de hoogte), de gemeerderde steken worden gebreid in tricotsteek aan elke kant van A.3. Herhaal zoals te zien is in A.x 24 keer in totaal in de hoogte = 339 steken op de naald. Het werk meet ongeveer 36 cm.
Op de volgende naald aan de goede kant, brei en meerder 4 steken zoals te zien is op de eerste naald van A.x = 343 steken. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant (de kantsteek aan elke kant wordt gebreid in RIBBELSTEEK – zie uitleg hierboven, over het hele werk). Brei 1 naald recht aan de goede kant en meerder 1 steek aan de binnenkant van de kantsteek in ribbelsteek aan elke kant en meerder 1 steek alleen bij de midden-steek (= 3 steken gemeerderd) = 346 steken op de naald en brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant. U heeft de 3 markeerdraden vanaf hier niet meer nodig.

BREI VOLGENS TELPATRONEN A.7 TOT A.9 ALS VOLGT AAN DE GOEDE KANT:
Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, A.7 over 4 steken, herhaal A.8 tot er 5 steken over zijn op de naald (= 21 herhalingen van 16 steken), A.9 over 4 steken en 1 kantsteek in ribbelsteek. LET OP! Meerder op de 11e naald in het telpatroon, 2 steken in elke herhaling van A.7, A.8 en A.9. Meerder op de 17e naald, 2 steken in A.7 en A.9. Als telpatronen A.7 tot A.9 helemaal klaar zijn in de hoogte, zijn er 430 steken op de naald.

BREI VOLGENS TELPATRONEN A.10 TOT A.12 ALS VOLGT AAN DE GOEDE KANT:
Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, A.10 over 7 steken, herhaal A.11 tot er 8 steken over zijn op de naald (= 23 herhalingen van 18 steken), A.12 over 7 steken en 1 kantsteek in ribbelsteek. LET OP! Meerder op de 17e naald in het telpatroon 3 steken in A.10, 1 steek in A.11 en 2 steken in A.12. Meerder op de 21e naald 2 steken in A.10 en in A.12. Als telpatronen A.10 tot A.12 klaar zijn in de hoogte, zijn er 496 steken op de naald – kant dan losjes af op de laatste naald aan de verkeerde kant - lees TIP VOOR HET AFKANTEN hierboven.

OPSPANNEN:
Leg de omslagdoek in handwarm water tot het door en door nat is. Knijp voorzichtig het water uit de omslagdoek – hij moet niet gewrongen worden, rol de omslagdoek dan in een handdoek en knijp opnieuw om meer water te verwijderen – de omslagdoek is nu alleen nog vochtig. Als u een ander garen gebruikt van garengroep A - lees dan IN VORM BRENGEN hierboven. Leg de omslagdoek dan op een vloerkleed of matras – breng het voorzichtig in vorm en gebruik spelden om op de plaats te bevestigen. Laat de omslagdoek drogen. Herhaal het proces iedere keer nadat de omslagdoek gewassen wordt.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 01.06.2018
Correctie: Telpatroon A.7, A.8, A.9, A.10, A.11 en A.12 zijn aangepast. Verkeerd telpatroon op de 11e en 17e toer.
Gewijzigd online: 28.06.2019
Nieuwe telpatronen A.3, A.4 en A.5
Gewijzigd online: 13.05.2022
Telpatroon A.5 aangepast

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = recht aan de verkeerde kant
symbols = voeg 1 markeerdraad in deze steek en neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte om het midden van A.3 aan te geven. De steek wordt recht gebreid aan de goede kant en averecht aan de verkeerde kant.
symbols = Voeg 1 markeerdraad in deze steek en neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte (= middelste steek), recht gebreid aan de goede kant en averecht gebreid aan de verkeerde kant
symbols = kantsteek, recht aan de goede kant, recht aan de verkerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei de omslag op de volgende toer averecht, zodat er een gaatje ontstaat
symbols = maak 2 omslagen tussen 2 steken, brei op de volgende toer de ene omslag en laat de andere omslag vallen (= gaatje)
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende toer de omslag gedraaid (= geen gaatje)
symbols = maak 3 omslagen tussen 2 steken, brei op de volgende toer de eerste omslag averecht, brei de volgende omslag gedraaid averecht en laat de derde omslag van de naald glijden (= gaatje)
symbols = BOBBEL: 1 recht, 1 omslag, 1 recht, 1 omslag, brei 1 steek in dezelfde steek (= 5 steken), keer het werk. Brei 4 naalden tricotsteek heen en weer over deze 5 steken. Haal dan de tweede steek op de rechter naald over de eerste steek, haal de derde steek over de eerste steek, haal de vierde steek over de eerste steek en tot slot de vijfde steek over de eerste steek (= 1 steek over)
symbols = 2 recht samen
symbols = haal 1 steek recht af, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = geen steek
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 181-4

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (79)

country flag Eva-Britt wrote:

Vilken sorts maskor ska jag sticka?

16.09.2021 - 12:09

DROPS Design answered:

Hej Eva-Britt. Det stickas från mitten av kanten uppe på sjalen med slätstickning och hålvarv, och det avslutas längst ner med en bård av hålmönster i rätstickning. Det står förklarat i beskrivningen och i diagram-förklaringen hur du ska sticka. Är det någon särskild del du är osäker på? Mvh DROPS Design

16.09.2021 - 13:28

country flag Eva-Britt wrote:

Vad menas med A.x.

15.09.2021 - 17:04

DROPS Design answered:

Hej Eva-Britt. A.x är en del av diagrammen (det är markerat vid sidan av respektive diagram). Mvh DROPS Design

16.09.2021 - 09:15

country flag Ann-Louise Abdellah wrote:

Hej! Eftersom Lace har utgått tänkte jag byta till Alpacka. Är det något speciellt jag bör tänka på? MVH Ann-Louise Abdellah

01.03.2021 - 16:41

DROPS Design answered:

Hei Ann-Louise. DROPS Alpaca er tykkere enn DROPS Lace, men du vil få et deilig og mykt sjal, bare husk garnmengden og strikkefastheten. mvh DROPS design

03.03.2021 - 13:38

country flag Paco wrote:

Désolée, ma dernière question concerne le modèle lacey laurels. et pas Wings of love.

15.02.2021 - 07:55

country flag PAco wrote:

BOnjour, je ne comprends pas, vous dites qu'une fois terminé A2 à A6, on a 51 Mailles, mais j'en compte personnellement sur le dernier rang selon le diagramme : 10 à la fin de A2, 9 à la fin de A3 deux fois, 7 à la fin de A4, 7 à la fin de A5 et10 à la fin de A6 = 10+ 9 +9 +7 +7 +10 soit 52 mailles en tout. Pouvez vous m'aider? Merci

13.02.2021 - 12:59

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Paco, désolée pour le retard de la réponse, votre question a été transmise à nos stylistes pour vérification. Merci d'avance pour votre patience.

20.05.2021 - 09:06

country flag Patricia wrote:

Merci pour votre rapidité. Thanks for your speed

15.12.2020 - 17:45

country flag Patricia wrote:

Bonjour, Après les 339 mailles tricotées on me dit de faire 4 augmentations comme au premier rang Ax mais il n'y a pas 4 augmentations (A2 - A3 - A4) mais bien 8 puisqu'il y a le reste (A5 - A3 - A6) qui représente de l'autre côté du châle où il y a bien 4 autres augmentations cela fait bien 8 augmentations? Là j'avoue que je ne comprends pas trop bien vos explications !!!!🤔

15.12.2020 - 00:16

DROPS Design answered:

Bonjour Patricia, au 1er rang de A.X vous augmentez 4 mailles seulement: 1 maille dans A.2, 1 maille dans A.4, puis 1 maille dans A.5 et 1 maille dans A.6. Dans A.3 vous n'augmentez pas de mailles au 1er rang car les 2 jetés sont compensés par des diminutions. Bon tricot!

15.12.2020 - 08:38

country flag Annelie Gustafsson wrote:

Hej! Jag har stickat så långt att jag har gjort A1-A6 och har nu 339 maskor. Sen har jag stickat det aviga och det räta varvet där jag ökat 4 maskor = 343 maskor och sen det aviga varvet, inget konstigt. Men sen förstår jag inte... Hur ska jag öka enbart 1 maska vid mittmaskan? Kan ju inte göra ett omslag på bara ena sidan? Ska jag göra en vanlig ökning i mittmaskan utan omslag, alltså sticka två maskor av mittmaskan?

08.06.2020 - 13:18

DROPS Design answered:

Hei Annelie. Jo, du gjør bare 1 kast på den ene siden av midtmasken = 346 masker på pinnen og deretter strikkes 1 pinne vrang fra vrangen. Nå skal du ikke benytte deg av de 3 merkene. Du trenger ikke merket for midtmaske og da gjør det ikke noe at man bare øker på den ene siden av midtmasken. God Fornøyelse!

15.06.2020 - 08:32

country flag Regine wrote:

Ich komme nach A7 bis A9 nicht auf 430 Maschen. Eigentlich nehme ich doch in jeder zweiten Reihe nur 2 Maschen am Rand zu. Dazu kommen die Zunahmen in Reihe 11 und 17. Aber am Ende nehme ich doch in den Raporten sogar wieder ab. Wo ist da mein Denkfehler?

18.05.2020 - 15:03

DROPS Design answered:

Liebe Regine, wenn die Diagramme fertig sind sind es: 25 M in A.7, 18 M in jede von den 21 A.8 und 25 M in A.9 = 1 Randmasche + 25 + 18 M x 21 + 25 + 1 Randmasche = 430 Maschen.Viel Spaß beim stricken!

18.05.2020 - 15:46

country flag Julie wrote:

Er kommet til A.x , men iflg diagram bliver der taget 18 nye m ud, og ikke 12 m, som i opskriften. Hvis jeg skal gentage A.x 24 gang i højden, får jeg ialt 483 m og ikke 339m, som i opskriften. Hvis jeg skal følge diagram A.x med 18 x 24 m, og resten af opskriften ikke har flere fejl, ender jeg med 640 m, og ikke 496 m, som i opskriften. Det er en voldsom forskel og undre mig over at I ikke har rette dette, selvom en anden har gjort jer opmærksom på dette i januar 2019.

29.01.2020 - 11:41

DROPS Design answered:

Hej Julie, Husker du indtagningerne? Jette som kommenterede det i januar fandt selv ud af det, hun havde glemt indtagningerne.....

10.02.2020 - 16:37