DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale
DROPS 65-18
Maat: S - M - L
Materiaal: DROPS Cotton Viscose van Garnstudio,
350-400-450 gr nr. 17, beige

DROPS Rondbreinaald en breinaalden zonder knop 3 mm en 4 mm, of de breinaalden die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

DROPS Knoop parelmoer nr. 521, 6 stk.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

Steekverhouding:
24 st x 32 nld met Cotton Viscose op breinld 3 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje!

Gerstekorrel:
1e nld: * 1 r, 1 av *, herhaal steeds *. 2e nld: r boven av en av boven r. Herhaal steeds de 2e nld.

Patroon:
Zie de teltekening M.1 tot M.4, één keer de teltekening = 1 rapport. De teltekening geeft het motief weer aan de goede kant.

Knoopsgat:
1 knoopsgat = kant de 3e en 4e voorbiesst vanaf middenvoor af, zet in de volgende nld 2 nieuwe st op boven de afgekante st.
Kant af voor de knoopsgaten bij een hoogte van: 3-4-5 cm, 9-10-11 cm, 15-16-17 cm, 21-22-23 cm, 27-28-29 cm en 33-34-35 cm.

Tip afkanten:
Alle minderingen voor de hals gebeuren aan de goede kant.
Kant af als volgt voor de 5 kantst: 2 r sm.
Kant af als volgt na de 5 kantst: Haal 1 st r af, brei 1 st r, haal de afgehaalde st over de gebreide st.

Panden:
Brei het vest heen en weer op de rondbreinaald vanaf middenvoor. U zou ook rechte breinld kunnen gebruiken. Zet 215-227-251 st (inclusief 5 voorbiesst aan weerszijden van middenvoor) op met rondbreinld 4 mm en beige. Brei volgens teltekening M.1 - met 5 st gerstekorrel aan weerszijden van middenvoor = voorbies. Kant in de rechter voorbies af voor de knoopsgaten - zie hierboven. Let op de steekverhouding! Wissel na M.1 naar rondbreinld 3 mm en meerder tegelijkertijd 12-12-12 st gelijkmatig verdeeld in de 1e nld = 227-239-263 st. Brei volgens teltekening M.3 en brei daarna volgens teltekening M.4 tot de gewenste afmetingen. Brei bij een hoogte van 29-30-31 cm de nld als volgt: 55-58-64 st voorpand, kant 6 st af voor het armsgat, 105-111-123 st achterpand, kant 6 st af voor het armsgat, 55-58-64 st voorpand. Brei ieder deel apart verder.

Rechter Voorpand: = 55-58-64 st.
Kant daarna af voor het armsgat in iedere 2e nld: 3-4-5 keer 2 st en
3-3-5 keer 1 st= 46-47-49 st. Kant bij een hoogte van 33-34-35 cm 19-20-20 keer 1 st af voor de hals binnen 5 kantst in iedere 2e nld - zie Tip afkanten = 27-27-29 st over voor de schouder. Kant alle st af bij een totale hoogte van 48-50-52 cm.

Linker voorpand:
Brei zoals het rechter voorpand, maar in spiegelbeeld - zie Tip afkanten voor de hals!

Achterpand: = 105-111-123 st.
Kant daarna af voor het armsgat zoals bij het voorpand = 87-89-93 st. Brei bij een hoogte van 45-47-49 cm 5 nld gerstekorrel over de middelste 41-43-43 st (brei de resterende st in Patroon). Kant in de volgende nld de middelste 31-33-33 st af voor de hals – brei de buitenste 5 st aan de halszijde steeds in gerstekorrel. Kant in de volgende nld aan beide halszijden nog 1 st af, binnen de 5 kantst - zie Tip afkanten! = 27-27-29 st over voor iedere schouder. Kant alle st af bij een totale hoogte van 48-50-52 cm.

Mouwen:
De mouwen worden in het rond gebreid.
Zet 72-72-84 st op met breinaalden zonder knop 4 mm en beige. Wissel naar breinaalden zonder knop 3 mm en brei volgens teltekening M.2, M.3 en daarna M.4 tot de gewenste afmetingen. Meerder na teltekening M.2 4-6-3 keer 2 st midden in de ondermouw in iedere 9e-6e-11e nld = 80-84-90 st. Kant, als de mouw een hoogte heeft van 15-15-14 cm, midden in de ondermouw 6-6-6 st af. Brei verder heen en weer op de breinld. Kant daarna voor de mouwkop aan weerszijden af in iedere 2e nld: 1-1-1 keer 3 st, 3-3-3 keer 2 st, 8-10-11 keer 1 st, 3-3-3 keer 2 st en 1-1-1 keer 3 st. Kant de resterende st af. De totale hoogte is nu ca 25-26-26 cm.

Afwerken:
Sluit de schoudernaden. Zet de mouwen in het vest. Naai de knopen aan.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 27.08.2009
Zet 72-72-84 st op met breinaalden zonder knop 4 mm en beige. Wissel naar breinaalden zonder knop 3 mm en brei volgens teltekening M.2, M.3 en daarna M.4 tot de gewenste afmetingen. Meerder na teltekening M.2 4-6-3 keer 2 st midden in de ondermouw in iedere 9e-6e-11e nld = 80-84-90 st.

Telpatroon

symbols = r
symbols = av
symbols = 1 omsl
symbols = 1 st afh, 2 st r samen, haal de afgeh st daarover
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 65-18

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (26)

country flag Susanne wrote:

Der Maschenanschlag passt nicht mit dem Muster überein. M1 geht über 12 Maschen, wiederhole ich es 17x sind das 204 Maschen. Dazu an jeder Seite 5 Maschen im Perlmuster = 214 und nicht 215. Wo ist mein Denkfehler?

16.04.2023 - 12:35

DROPS Design answered:

Liebe Susanne, am Ende der Reihe, vor den 5 Blenden-Maschen stricken Sie die 1. Masche M.1, so wird das Muster symmetrisch sein, dh so: 5 Blenden-Maschen, die 12 M in M.1 insgesamt 17 Mal wiederholen, die erste Masche M.1 stricken und mit 5 Blenden-Maschen enden; Viel Spaß beim stricken!

17.04.2023 - 09:35

country flag Mercedes Álvarez wrote:

Para la manga : aumentar 2 puntos bajo la manga ? Que quiere decir ? Donde tengo que aumentar ? Un punto a cada lado ? O en el centro ?

30.03.2022 - 14:55

DROPS Design answered:

Hola Mercedes, es disminuir 2 puntos bajo la manga. Como hacerlo mira TIP PARA LAS DISMINUCIONES (para las mangas). Saludos!

31.03.2022 - 09:26

country flag Isabel Fernández Vicioso wrote:

He realizado una talla mas de la que viene en las instrucciones y ha quedado genial!!!, PRECIOSO!!!

20.10.2021 - 14:18

country flag Lilly wrote:

Jag har 300 g Cotton Viscose kvar (har förstått att garnet utgått). Jag tänkte sticka denna i strl S. Tror ni garnmängden räcker om jag kortar ned ärmarna något?

23.03.2020 - 12:36

DROPS Design answered:

Hej Lilly, Du kan ju sticka ärmarna uppifrån och ner, så ser du hur långa du kan få dom :)

25.03.2020 - 08:00

country flag Geri wrote:

Hallo, ich möchte dieses Modell gerne mit dem Garn DROPS Baby Merino stricken. Ist das Garn gut geeignet? Ich vermute, dass ich dann eine andere Maschen- und auch Reihenzahl benötige. Wie rechne ich das am besten um? Können sie mir dabei helfen?\r\nOder ist ein anderes Garn wesentlich besser geeignet?

14.01.2020 - 19:00

country flag Denise wrote:

By size 3 needle do you mean US 3 or 3mm? Also, the numbers of stitches do not add up at all. The pattern is units of 12 sts, and there are 10 sts for the bands, 5 on each side. This will never be an odd number but the chart has odd numbers all over. 251 sts for the large size, minus 10 edge stitches is 241, divided by 12 sts in the pattern chart means the pattern is used 20.08 times. If the pattern is used 20 times, that would be times 12, equlas 240 st, plus 10 edge sts is 250, not 251.

10.10.2019 - 20:22

DROPS Design answered:

Dear Denise, the needle size are here 3 mm/US 2,5 and 4 mm/US6. When working diagram over 251 sts work as follows: 5 band sts, repeat M.1 in width a total of 20 times, work now the first stitch in M1 (so that pattern is symetrical inside front band edges), 5 band stitches = 5 + 12x20 + 1 + 5 = 251 sts. Happy knitting!

11.10.2019 - 09:01

country flag Lynn wrote:

I have just started this pattern and am already confused! Why oh why do you make them so complicated when they don't need to be?? The A1 chart giving the YO means that you increase by a stitch each time but no decrease to compenate for the increase, therfore you end up with too many stitches. Please explain, should there be a k2tog after this? Having read other questions on here it states that there should be 4 rows of moss stitch to start, this is not clear either!

26.07.2019 - 11:56

DROPS Design answered:

Dear Lynn, there is decreasing to compenate YOs - see the symbol of "roof" = lift 1 st off the needles, K 2 tog, pull the lifted st over, i.e. 2 sts decrease. No more decreasing is needed. Moss st is in diagram shown in first two rows (at the bottom of diagram), where you work alternately knit and purl sts. Happy knitting!

26.07.2019 - 16:53

country flag Lynn Squire wrote:

Hi, as this yarn is discontinued can I substitute it for DROPS Belle?

16.07.2019 - 12:41

DROPS Design answered:

Dear Mrs Squire, DROPS Cotton Viscose is discontinued, you can find alternatives using our yarn converter. Your DROPS store will help you choosing the best matching yarn, do not hesitate to contact them even by mail or telephone. Happy knitting!

16.07.2019 - 14:51

country flag Patricia wrote:

Boa tarde Estive a fazer o diagrama M2, e pelo que percebi, as duas primeiras carreiras são ponto de arroz (carreira direito e avesso), mas na descrição do ponto de arroz diz para fazer 4 carreiras.Quantas carreiras devo fazer? Depois a terceira carreira diz para fazer em ponto meia, penso que será do lado direito, e a quarta carreira uma vez que será pelo avesso como faço a laçada e o outro ponto? Faço em ponto liga o ponto que desliza e a laçada?obrigada

23.06.2019 - 18:46

DROPS Design answered:

Bom dia, O diagrama mostra apenas as carreiras do direito da peça. Ou seja, apenas as carreiras 1, 3, 5, 7, e assim sucessivamente. (Nas carreiras pelo avesso, tricota as malhas como elas se apresentam). Sendo assim, em M,2, faz 4 carreiras em ponto de arroz, a 5. ª carreira em meia (e, pela lógica, a 6.ª carreira, que é pelo avesso, em liga), e, depois, na 7.ª carreira, tricota as laçadas e o outro ponto como indicado, porque está a tricotar uma carreira pelo direito. Bom tricô!

24.06.2019 - 13:46

country flag Carmine wrote:

Buonasera. Sto lavorando con i ferri dritti, vorrei capire se ogni rigo con i quadratini all'interno corrisponde a dritto e rovescio ovvero al solo dritto o al solo rovescio. Grazie.

20.07.2018 - 18:24

DROPS Design answered:

Buonasera Carmine. Nel diagramma, ogni riga corrisponde ad un ferro, quindi un ferro sul diritto oppure un ferro sul rovescio. Buon lavoro!

20.07.2018 - 19:13