DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 36.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Nineveh Jumper

Trui met ronde pas, kantpatroon en A-lijn, gebreid van boven naar beneden. Maat: S - XXXL Het werk wordt gebreid in DROPS BabyMerino en DROPS Kid-Silk.

DROPS 179-8
DROPS design: Patroon nr. bm-036
Garengroep A + A of C
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BABY MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep A)
250-250-300-300-350-400 g kleur 02, naturel
En gebruik:
DROPS KID-SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
100-125-125-150-150-175 g kleur 01, naturel

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep A)” - zie link hieronder.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40, 60 en 80 cm) MAAT 5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 17 steken en 22 naalden in tricotsteek met 1 draad van elke kwaliteit = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 en 80 cm) MAAT 4.5 mm voor randen in ribbelsteek – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 18 steken en 23 naalden in tricotsteek met 1 draad van elk kwaliteit = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 36.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

RIBBEL/RIBBELSTEEK (gebreid in de rondte):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

VERHOGING:
Brei recht over de volgende 8-9-10-10-10-11, keer het werk, trek de draad aan en brei 16-18-20-20-20-22 recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 24-27-30-30-31-33 recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 32-36-40-40-42-44 recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 40-45-50-50-53-55 recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 48-54-60-60-64-66 recht, keer het werk, trek de draad aan en brei tot het begin van de naald recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.5. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor telpatroon A.2).

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, gebruik het totaal aantal steken op de naald (dus 84 steken) en deel dit aantal steken door het aantal te maken meerderingen (dus 6) = 14. In dit voorbeeld meerdert u na ongeveer iedere 14e steek. Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om een gaatje te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor midden onder de mouw):
Begin 4 steken voor de steek met de markeerdraad, 2 recht samen, A.5 (= 5 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald vanaf midden achter. Brei van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop of een korte rondbreinaald.

PAS:
Zet 84-88-92-96-102-108 steken op een korte rondbreinaald 4.5 mm met 1 draad Baby Merino + 1 draad Kid-Silk (= 2 draden). Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven. Brei 1 naald recht en meerder 6-11-16-12-15-18 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 90-99-108-108-117-126 steken. Voeg een markeerdraad in op het begin van de naald (dus tussen de eerste en de laatste steek op de naald) = midden achter. Brei 1 naald averecht. Voor een betere pasvorm kunt u een kleine VERHOGING op de achterkant van de hals maken - zie uitleg hierboven. Als de verhoging is gebreid, ga dan verder met rondbreinaald 5 mm.
Verplaats nu het begin van de naald als volgt:
Brei 4-8-4-4-8-4 recht en voeg een nieuwe markeerdraad in voor de volgende steek. Dit is nu het nieuwe begin op de naald, en dit wordt gedaan om het kantpatroon symmetrisch te maken midden voor! Brei in PATROON in de rondte als volgt: * A.1 (= 2 steken), A.2 (= 7 steken) *, brei van *-* de hele naald (= 10-11-12-12-13-14 keer). Ga zo verder in patroon en meerder volgens het telpatroon. Als A.1/A.2 een keer in de hoogte is gebreid, zijn er 240-264-288-312-338-364 steken op de naald. Brei 1-3-7-1-5-1 naalden in tricotsteek en meerder TEGELIJKERTIJD 2-6-10-2-4-2 steken verdeeld op de eerste naald. LET OP! Om het patroon symmetrisch te krijgen midden voor is het belangrijk hetzelfde aantal steken aan elke kant tussen midden achter en midden voor te meerderen (midden voor is de middelste steek in de 5e-5e-6e-6e-6e-7e herhaling van A.2 op de naald) = 242-270-298-314-342-366 steken. Het werk meet nu ongeveer 20-21-23-25-27-29 cm vanaf de opzetrand (gemeten midden voor). Als deze afmeting niet klopt, brei dan in tricotsteek tot het werk de juiste afmetingen heeft.

Brei de volgende naald als volgt:
Brei de eerste 25-16-32-34-26-44 steken, zet de volgende 50-58-64-66-70-72 steken op 1 hulpdraad (= rechter mouw), zet 7-7-7-9-9-9 nieuwe steken op (= aan de zijkant onder de mouw), brei de volgende 71-77-85-91-101-111 steken in tricotsteek zoals hiervoor (= voorpand), zet de volgende 50-58-64-66-70-72 steken op 1 hulpdraad (= linker mouw), zet 7-7-7-9-9-9 nieuwe steken op (= in de zijkant onder de mouw) en brei de overgebleven 46-61-53-57-75-67 steken op de naald. Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER!

LIJF:
= 156-168-184-200-220-240 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de nieuw opgezette steken onder elke mouw aan elke kant (= 77-83-91-99-109-119 steken tussen de steken met de markeerdraad op het voorpand en achterpand). Brei in tricotsteek in de rondte, terwijl u TEGELIJKERTIJD op de volgende naald A.3 breit over de middelste 5 steken aan elke kant (dus over de steken met de markeerdraad + 2 steken aan elke kant van deze). Ga verder met tricotsteek, brei A.3 aan de zijkanten en meerder op de 7e en 15e naald in telpatroon A.3 (= iedere 8e naald in het telpatroon) tot het werk 31-32-32-32-32-32 cm meet vanaf de scheiding. De meerderingen moeten ongeveer 8 keer aan elke kant gemaakt zijn = ongeveer 188-200-216-232-252-272 steken op de naald. Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm. Brei de volgende naald als volgt: Brei A.4 in de rondte. Als A.4 is gebreid in de hoogte, kant dan af met recht. Om een strakke afkantrand te voorkomen, gebruik een grotere naald of maak een omslag die afgekant wordt na ongeveer iedere 4e steek. De trui meet ongeveer 58-60-62-64-66-68 cm vanaf de schouder en naar beneden.

MOUW:
Zet de 50-58-64-66-70-72 steken van de hulpdraad op breinaalden zonder knop of korte rondbreinaald 5 mm en neem daarnaast 1 steek op aan elke kant van de 7-7-7-9-9-9 opgezette steken onder de mouw (= 57-65-71-75-79-81 steken). Voeg een markeerdraad in, in de middelste steek onder de mouw. Het begin van de naald is na de 7-7-7-9-9-9 nieuwe steken. Brei in tricotsteek in de rondte maar brei A.5 over de middelste 5 steken onder de mouw (= steek met de markeerdraad + 2 steken aan elke kant van deze steek). Minder bij een hoogte van 3 cm in alle maten, 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 8e-5e-4e-3e-3e-2e naald 6-9-11-11-11-10 keer in totaal = 45-47-49-53-57-61 steken. Bij een hoogte van 22-22-21-19-17-15 cm vanaf de overgang tussen de pas en de mouw, voeg 3 markeerdraden in het werk (zonder de steken te breien) als volgt: Voeg de 1e markeerdraad in op het begin van de naald, voeg de 2e markeerdraad na 15-16-17-18-19-21 steken in, voeg de 3e markeerdraad na 15-16-16-18-19-20 steken in = 15-15-16-17-19-20 steken over op de naald na de 3e markeerdraad. Meerder op de volgende naald 1 steek na iedere markeerdraad door 1 omslag te maken (= 3 steken gemeerderd – brei de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen).
Meerder zo iedere 4e naald 6 keer in totaal = 63-65-67-71-75-79 steken op de naald. Brei in tricotsteek en A.5 midden onder de mouw tot het werk
31-31-30-28-26-24 cm meet vanaf de overgang tussen de pas en de mouw. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 4.5 mm. Brei A.4 in de rondte en minder 1 steek op de eerste naald = 62-64-66-70-74-78 steken. Als A.4 is gebreid, kant dan af met recht. Om een strakke afkantrand te voorkomen, gebruik een grotere naald of maak een omslag die afgekant wordt ongeveer iedere 4e steek. De mouw meet ongeveer 35-35-34-32-30-28 cm vanaf de overgang tussen de pas en de mouw. Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = haal 1 steek recht af, brei 2 steken recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
symbols = laatste naald in de verschillende maten in telpatroon A.1
symbols = breirichting
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 179-8

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (38)

country flag Jeanette Grimbergen wrote:

Het bovenstaande patroon is gemaakt met een dubbele draad. De eerste draad heeft een looplengte van 175 meter per 50 gram. De babymerino De tweede draad betreft een kidsilk met looplengte 200 meter per 50 gram Toch zeggen jullie250 gram babymerino = 875 meter te gebruiken in combinatie met 400 meter (100 gram) kidsilk. ik snap helemaal niks van deze logica. Dan kom je meer dan de helft aan meters van de kidsilk te kort lijkt mij. vriendelijke groet jeanette Grimbergen

28.03.2024 - 21:54

DROPS Design answered:

Dag Jeanette,

1 bol Kid-Silk weegt 25 gram (en geen 50 gram), dus dan kom je ongeveer op 840 m. Kid-Silk.

03.04.2024 - 21:09

country flag Gabriele Bauer wrote:

Hallo, bei Diagramm A.2 wurde in Reihe 45 rechts von der Mitte 1 x zusammengestrickt und links davon 2x zusammengestrickt. Ist das korrekt? Und A.3 wird im Rumpfteil rechts und links unter dem Arm gestrickt? Danke und Grüße

18.02.2023 - 11:48

DROPS Design answered:

Liebe Frau Bauer, ja es ist richtig: hier soll man 1 Masche zunehmen (= 4 Umschläge aber nur 3 Abnahmen), so sind es 24 Maschen in jedem A.2 (Größe XL + XXL). A.3 wird gerade unter die Ärmel gestrickt, dh die Markierungen sollen in der mittlere Maschen von A.3 sein - Sie schlagen 9 Maschen unter die Ärmel, die Markierung wird in die 5. von diesen 9 Maschen seine und diese Masche ist die mittlere Masche in A.3. Viel Spaß beim stricken!

20.02.2023 - 09:31

country flag Anita wrote:

Hallo Als ik de verdeling ga maken voor voorpand, armen en achterpand is dit vanaf midden achter? Groetjes Anita

18.01.2023 - 10:18

DROPS Design answered:

Dag Anita,

Dit is niet helemaal midden achter, maar wel ergens halverwege op het achterpand.

18.01.2023 - 20:54

country flag Sandra wrote:

Can this sweater be made with two strands of Drops Kid Silk instead of one of Drops Kid Silk and one of Baby Merino?

06.10.2022 - 18:18

DROPS Design answered:

Dear Sandra, yes, you can work with 2 of DROPS Kid Silk, since both are from the same group (Kid Silk and Baby Merino). But the final garment will not drop and the texture will be different. Happy knitting!

07.10.2022 - 00:03

country flag Catherine Dufour wrote:

Bonjour, je réalise ce modèle, je signale cependant qu’il m’a fallu commander 2 pelotes supplémentaires de kid Silk pour finir l’ouvrage ….. en taille xxl c’est dommage car il aurait été moins onéreux de commander au départ

23.02.2022 - 18:47

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Dufour, merci pour votre retour. Aviez-vous bien la bonne tension tout du long? Aviez-vous bien prévu 7pelotes Kid-Silk? J'arrive à un métrage total de 1470 m en Kid-Silk pour seulement 1400 m en Baby Merino, vous devriez avoir eu assez. Peut-être que Kid-Silk s'est un peu enroulée autour de Baby Merino au moment du tricot?

24.02.2022 - 10:14

country flag Randi Harriet Sørensen wrote:

Har 92 masker og skal øke 16 m jevnt fordelt. \r\n5,75 masker mellom hver økning. \r\nStrike 5 m, øke, strikke 7 m, øke.\r\nEr dette riktig

23.02.2022 - 18:25

DROPS Design answered:

Hei Randi. Du har 92 masker og du skal øke 16 masker jevnt fordelt. Bruk en kalkulator og dividere 92 med 16 så får du 5,75. Det antallet du får skal avrundes ned til hele eller halve nummer. Rund opp til 6, (men du vil få færre masker mellom økningene til slutt). Strikk 6 masker, så øke, strikk 6 masker, så øke osv pinnen/omgangen ut. Når du har igjen 8 masker, kan du strikke 4 masker, så øke, strikk 4 masker så øke. Da skal du ha fått økt 16 ganger. mvh DROPS Design

28.02.2022 - 12:02

country flag Guinevere Phaneuf wrote:

I am a bite confused can this pattern be knitted in Drops Foral with one strand or do I need to hold 2 strands together

24.07.2021 - 16:31

DROPS Design answered:

Hi Guinevere, you should use 2 strands together. Happy knitting!

24.07.2021 - 16:43

country flag Tiziana Ragusa wrote:

Si può realizzare questo maglione all'uncinetto?

21.11.2019 - 19:23

DROPS Design answered:

Buonasera Tiziana, questo modello è lavorato ai ferri, ma nella nostra sezione di modelli a uncinetto può sicuramente trovare un capo di suo gradimento. Buon lavoro!

21.11.2019 - 20:58

country flag Beata wrote:

Proszę o informację, która część swetra jest przerabiana tylko włóczką wełnianą, a która dwiema włóczkami. Włóczki jedwabnej zabraknie, gdyż jest jej mniej o ponad połowę. Nigdzie w opisie nie znajduję takiej informacji.

26.09.2019 - 17:02

DROPS Design answered:

Witaj Beato! Cały sweter jest przerabiany 2 nitkami razem. Włóczka KID-SILK jest bardzo wydajna i wystarczy jej na cały sweterek. Długość nitki w 25 g motku Kid-Silk to 210 m, długość nitki w 50 g motku Baby Merino to ok. 175 m. Powodzenia!

26.09.2019 - 17:37

country flag Cristina wrote:

Perciò , come dite voi,se al 7* giri sono 204 e al 15* giro 208. Ogni motivo sono 8 m in totale. 8 motivi per 8 m sono 64 aumenti. ??????

10.04.2019 - 21:51

DROPS Design answered:

Buonasera Cristina, le istruzioni dicono di ripetere gli aumenti, non il motivo, per 8 volte. Se ci sono 2 aumenti per lato, quindi 4 aumenti a giro: 4x8 volte= 32 aumenti. Buon lavoro!

10.04.2019 - 23:18