DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 3.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

My Fairy Booties

Gebreide sokken met kantpatroon voor doopfeesten of speciale geelgenheden in DROPS Cotton Merino. Maten 15 -23.

DROPS Baby 29-2
DROPS Design: Patroon nr. cm-002-by
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maten: 15/17 - 18/19 - 20/21 - 22/23
Voor voetlengte: 10-11-12-13 cm
Materiaal:
DROPS COTTON MERINO van Garnstudio (behoort tot garengroep B)
50-50-50-100 g kleur 01, naturel

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 23 steken en 34 naalden kantpatroon is 10 cm breed en 10 cm hoog.
DROPS HAAKNAALD 3 MM – voor de picotrand.
ACCESSOIRES: Ongeveer 1 meter zijden lint (ongeveer 15 mm breed).
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 3.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELSTEEK (gebreid in de rondte):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatroon A.1.
----------------------------------------------------------

SOK:
Het werk wordt in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop, van boven naar beneden.
Zet 42 steken op voor alle maten met breinaalden zonder knop maat 3 mm en Cotton Merino. Brei 2 RIBBELS – zie uitleg hierboven. Brei 1 naald recht terwijl u 5 steken verdeeld over de naald mindert in alle maten = 37 steken. Brei de volgende naald als volgt: Brei in patroon volgens telpatroon A.1A (= 2 steken), A.1B (= 12 steken) in totaal 2 keer in alle maten en eindig met A.1C (= 11 steken). Ga verder in patroon op deze manier. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 1-1-1-2 keer in de hoogte is gebreid, brei dan 1 naald recht terwijl u 5-5-1-1 steken verdeeld over de naald mindert = 32-32-36-36 steken. Brei 1 naald averecht en brei 1 naald recht. Brei de volgende naald als volgt: * 2 recht samen, 1 omslag *, herhaal van *-* de hele naald (= rand van gaatjes voor het zijden lint). Brei 1 naald recht en 1 naald averecht. Brei dan 1 naald recht terwijl u 2-0-2-0 steken verdeeld over de naald mindert = 30-32-34-36 steken. Knip de draad af.

VOET:
Plaats de eerste 11-12-12-13 steken op het begin van de naald en de laatste 11-12-12-13 steken aan het einde van de naald op een hulpdraad = 8-8-10-10 steken over op de naald (= mid bovenkant van de voet). Brei 10-10-12-14 ribbels heen en weer over deze steken (= 20-20-24-28 naalden en ongeveer 4-4-5-6 cm in ribbelsteek). Knip de draad af. Brei de volgende naald als volgt (aan de goede kant): Brei de 11-12-12-13 steken van de hulpdraad op het begin van de naald, neem 1 steek op in elke ribbel langs de kant van het miden van het werk (= 10-10-12-14 steken), brei de 8-8-10-10 steken op de voorkant van de voet, neem 1 steek op in elke ribbel langs de andere kant van het midden van het werk (= 10-10-12-14 steken) en brei de 11-12-12-13 steken van de draad aan het einde van de naald = 50-52-58-64 steken. Brei 1 naald averecht. Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant van de middelste 8-8-10-10 steken op de voorkant. Brei verder in ribbelsteek in de rondte Terwijl u TEGELIJKERTIJD op de eerste naald 1 steek aan elke kant meerdert, aan de binnenkant van de 2 markeerdraden zodat er 10-10-12-12 steken zijn op het midden van het werk = 52-54-60-66 steken. Als u 3-3½-4-5 cm vanaf de markeerdraden in de voorkant hebt gebreid (eindig na een naald met averecht), brei dan als volgt:
NAALD 1: 3 recht, 1 steek recht afhalen, 2 recht samen, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek, 14-15-17-20 steken recht, 3 recht samen, 6-6-8-8 recht, 1 steek recht afhalen, 2 recht samen, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek, brei recht tot er 6 steken over zijn op de naald, 3 recht samen en eindig met 3 recht (= 8 steken geminderd 44-46-52-58 steken op de naald).
NAALD 2: Averecht.
NAALD 3: 2 recht, 1 steek recht afhalen, 2 recht samen, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek, 12-13-15-18 steken recht, 3 recht samen, 4-4-6-6 recht, 1 steek recht afhalen, 2 recht samen, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek, brei recht tot er 5 steken over zijn op de naald, brei 3 recht samen en eindig met 2 recht (= 8 steken geminderd en 36-38-44-50 steken op de naald).
NAALD 4: Averecht.
NAALD 5: 1 recht, 1 steek recht afhalen, 2 recht samen, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek, 10-11-13-16 steken recht, 3 recht samen, 2-2-4-4 recht, 1 steek recht afhalen, 2 recht samen, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek, brei recht tot er 4 steken over zijn op de naald, 3 recht samen en eindig met 1 recht (= 8 steken geminderd en 28-30-36-42 steken op de naald).
NAALD 6: Averecht.
Stop hier voor Maten 15/17 + 18/19.

MATEN 20/21 + 22/23:
NAALD 7: 1 steek recht afhalen, 2 recht samen, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek, 11-14 steken recht, 3 recht samen, 2-2 recht, 1 steek recht afhalen, 2 recht samen, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek, brei recht tot er 3 steken over zijn op de naald, 3 recht samen (= 8 steken geminderd en 28-34 steken op de naald).
NAALD 8: Averecht.

ALLE MATEN:
Brei 1 ribbel over alle steken.

AFWERKING:
Verdeel de steken over 2 naalden met hetzelfde aantal steken op elke naald (= midden onder de voet). Leg het werk dubbel en naai samen in de lengte met maassteken – naai een steek in elk steek. Brei een andere sok op dezelfde manier.

PICOTRAND:
Haak een picotrand om de bovenkant van een van de sokken. Begin midden achter en haak met haaknaald 3 mm als volgt: 1 vaste in de eerste steek, * 3 lossen, 1 stokje in de eerst gehaakte losse, sla 2 steken over op de sok, 1 vaste in de volgende steek*, herhaal van *-* de hele toer maar eindig met 1 halve vaste in de vaste op het begin van de toer (in plaats van 1 vaste in de volgende steek). Knip en hecht de draad af. Haak een zelfde rand om de andere sok.

ZIJDEN LINT:
Knip het zijden lint in twee gelijke lengtes. Begin midden voor op een van de sokken en rijg het lint op en neer door de naald van gaatjes. Zet een strik midden voor. Doe hetzelfde op de andere sok.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 1 steek recht afhalen, 2 recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken.
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 29-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (21)

country flag Mirjam wrote:

Heb nog steeds niets gehoord, neem aan vanaf middenachter?

06.10.2022 - 12:50

country flag Mirjam Goudswaard wrote:

Goeden avond, Ik ben nu bij de voet en heb 3.5 cm gebreid en heb 54 st. op de naald staan en nu moet ik gaan minderen maar waar op de naald begin je met :NAALD 1: 3 recht,1 steek recht afhalen, 2 recht samen ...... Hoor graag van jullie. Groetjes Mirjam

28.09.2022 - 21:29

country flag Pia Frensdorf wrote:

Starten på sektion A.1.C volder mig problemer. Jeg starter med 11 masker, men ender med 12. Jeg læser diagrammet sektion C således: 2 ret, slå om, 1 maske løs af - strik 1 ret - træk den løse maske over, slå om, 1 ret, slå om, 2 ret sammen, slå om, 2 ret, 1 maske løs af - strik 1 ret og træk den løse maske over. Er det korrekt? Sektion A og B kan jeg godt få til at passe.

23.05.2022 - 18:18

DROPS Design answered:

Hej Pia, A.1C tælles sammen med A.1A, det vil sige at når du tæller antal indtagninger i diagrammet, så stemmer det med at du har samme antal omslag efter hver omgang. God fornøjelse!

25.05.2022 - 13:18

country flag Berbett wrote:

Encore merci ! malgré tout je comptabilise toujours encore 2 m en trop à le fin du rang endroit en décalant les marqueurs. Je dois faire une erreur que je ne parviens pas à comprendre. Bien cordialement. Berbett

08.03.2022 - 11:55

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Berbett, essayons autrement: 2 m ens à l'end (= A); 2m end, 1 jeté, 1 dim, 1 jeté, 1 m end, 1 jeté, 1 dim, 1 jeté, 2 m end, 1 double diminution (= 12m = B x 2), 2 m end, 1 jeté, 1 dim, 1 jeté, 1 m end, 1 jeté, 1 dim, 2 m end, 1 dim (= 11 m = C); au tour suivant, placez vos marqueurs: après 2 m (A), après 12 m (B) x 2; il reste 11 m (C). Bon tricot!

08.03.2022 - 21:52

country flag Berbett wrote:

Bonjour ! désolée se devoir revenir vers vous... j'ai bien compris votre réponse en décalant le marqueur de A. Mais en continuant j'ai à nouveau 13m dans le 2eim B (au lieu de 12) et 12 m dans C (au lieu de 11). Si je décale les marqueurs j'aurai 2 m en trop à la fin du rang. En tout cas un grand merci à vous pour votre patience.

08.03.2022 - 09:08

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Berbett, la 1ère maille de B est attribuée à A = vous tricotez le 1er B sur 12 mailles (la 1ère maille du 2ème B est attribuée au 1er B), vous tricotez le 2ème B sur 12 mailles, la dernière maille du 2ème B sera la dernière maille de C = vous tricotez C sur 11 mailles, vous avez bien 2 + 12 + 12 + 11 = 37 mailles. Bon tricot!

08.03.2022 - 11:24

country flag Berbett wrote:

Bonjour, Merci pour votre rapide réponse mais je comprends pas les réponses. Je pose bien les marqueurs lorsque j'ai les 37m. Ex pour A : 2 m. entre les 2marqueurs puis je diminue à la 1ere ligne du diagramme il n'en reste qu'1. Puis tour en m. endroit, 3eim ligne comment diminuer alors qu'il n'en reste qu'1 ? En B 12m. : 2m, 1 j, 2m ens., 1 j, 1 m, 1j, 2 m ens., 1 j, 2 m, 1 m glissée 2 m ens. et glissée les tricotées ens. égal 13 m (1 de trop) ? Bien cordialement. Berbett

07.03.2022 - 13:00

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Berbett, la diminution de A va être compensée par le 1er jeté de B = autrement dit, quand vous tricotez A, tricotez: 2 m ens, 1 m end, placez votre marqueur = 2 m et continuez ainsi; vous devez avoir 12 m pour chaque B et 11 m pour C; ainsi votre nombre de mailles sera toujours juste. Dans vos 13 m de B, la 1ère de ces 13 m doit être la 2ème m de A. Bon tricot!

07.03.2022 - 20:07

country flag Berbett wrote:

Bonjour, Je ne comprends pas le diagramme. Je débute avec 37 m et à la fin de la 1 ère ligne j'en ai 39. A = 2 m ens. comment tricoter à nouveau 2 m ens. alors qu'il n'en reste plus qu'1, 2 lignes plus haut. B=12m. j'en ai 13m à la fin idem C=11 j'en obtiens 12. Merci pour votre aide.

05.03.2022 - 22:25

DROPS Design answered:

Bonjour Berbett, pensez à bien faire attention au nombre de mailles pour chaque diagramme, car les mailles vont être attribuées à l'un ou l'autre diagramme, par ex; A. doit être toujours sur 2 mailles, B sur 12 et C sur 11 m. Mettez bien un marqueur après chaque rapport de sorte que vous pouvez bien contrôler votre nombre de mailles, le nombre de diminutions doit correspondre à celui des jetés (12 diminutions au total (avec 2 x B) et 12 jetés). Bon tricot!

07.03.2022 - 09:55

country flag Noomi Thomsen wrote:

D.v.s. Det er kun A.1B (=12m) som skal strikkes to gange 👍🙂

07.06.2021 - 00:03

country flag Noomi Thomsen wrote:

Der står at diagrammet er over 37 masker, men tæller vi masker i diagrammet, så er det over 39 masker ?

06.06.2021 - 22:42

country flag Mirja Hosio wrote:

Samma fråga som Marit Sandal ovan. På mönstervarv 5 går ju B och C ihop och hur skickar jag där?

06.06.2021 - 11:37

DROPS Design answered:

Hei Mirja. Mener du rad 5 eller rad 7, som Marit Sandal skrev? I rad 7 strikker du A+B+B+C. Når B er strikket 1 gang er siste maske: "ta 1 maske løs av pinnen som om den skulle strikkes rett, strikk 2 rett sammen, løft den løse masken over maskene som ble strikket sammen" og første maske når B strikkes for andre gang starter med 1 kast. mvh DROPS design

07.06.2021 - 10:47