DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 0.80 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Astoria

Gehaakte top met ronde pas en kantpatroon, gehaakt van boven naar beneden in DROPS Paris. Maat: S - XXXL.

DROPS 175-15
DROPS design: Patroon w-623
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS PARIS van garnstudio
450-500-550-600-650-700 g kleur 38, koraal

DROPS HAAKNAALD 5 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 14 stokjes en 8.5 toeren of 14 dubbele stokjes en 5.5 toeren = 10 cm in de breedte en 10 cm in de hoogte.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 0.80 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van iedere toer met stokjes vervangt u het eerste stokje met 3 lossen. Eindig de toer met 1 halve vaste in de 3e losse.
Op het begin van iedere toer met dubbele stokjes vervangt u het eerste dubbele stokje met 4 lossen. Eindig de toer met 1 halve vaste in de 4e losse.
Op het begin van iedere toer met driedubbele stokjes vervangt u het eerste driedubbele stokje met 5 lossen. Eindig de toer met 1 halve vaste in de 5e losse.

TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, neem het aantal steken waarover meerderingen gemaakt moeten worden (dus 84 steken) en deel dit door het aantal te maken meerderingen (dus 24) = 3.5. Dus in dit voorbeeld meerdert u na afwisselend ongeveer iedere 3e en 4e steek.
TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 stokje door 2 stokjes als volgt samen te haken:
* Maak 1 omslag, voeg de haaknaald in het volgende stokje, haal het garen op, maak 1 omslag, haal het garen door de 2 eerste lussen op de haaknaald *, herhaal van *-* een keer, maak 1 omslag en haal het garen door alle 3 lussen op de haaknaald (= 1 stokje geminderd).

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2 (A.1a en A.2a laat zien hoe de toeren beginnen en eindigen). Kies het telpatroon voor uw maat.
----------------------------------------------------------

TOP:
Haak in de rondte van boven naar beneden.

PAS:
Begin met haaknaald 5 mm en Paris, haak 100-103-109-115-121-124 lossen en vorm een ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Voeg een markeerdraad in op het begin van de toer = midden achter. Haak 4 lossen (= 1 dubbel stokje) - LEES INFORMATIE VOOR HET HAKEN, haak 1 dubbel stokje in elk van de volgende 3-0-0-0-0-3 lossen, * sla 1 losse over, haak 1 dubbel stokje in elk van de volgende 5 lossen *, herhaal van *-* 15-16-17-18-19-19 keer = 84-86-91-96-101-104 dubbele stokjes. Haak 1 toer met dubbele stokjes en meerder 24-30-29-32-31-40 dubbele stokjes verdeeld - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld) = 108-116-120-128-132-144 dubbele stokjes. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Voeg 4 markeerdraden in het werk zonder te haken als volgt: Voeg de 1e markeerdraad na 8-9-10-11-11-13 dubbele stokjes in. Voeg de 2e markeerdraad in na een andere 38-40-40-42- 44-46 dubbele stokjes, de 3e markeerdraad na een andere 16-18-20-22-22-26 dubbele stokjes en de 4e markeerdraad na een andere 38-40-40-42-44-46 dubbele stokjes. Er zijn nu 8-9-10-11-11-13 dubbele stokjes over tot midden achter.

Haak A.1b (kies het telpatroon voor uw maat). A.1a laat zien hoe de toer begint en eindigt), Meerder tegelijkertijd dubbele stokjes verdeeld over de 38-40-40-42-44-46 steken aan elke kant. Het aantal steken tussen de 2 markeerdraden midden voor en midden achter is constant (= 16-18-20-22-22-26 steken). Meerder in de verschillend maten als volgt:

Maat S en M:
Meerder 14-17 steken aan elke kant op de 2e en 5e toer in A.1b, meerder dan 16-18 steken op de 6e-8e toer = 196-220 steken.
LET OP! Zie de toer gemarkeerd met een pijl voor als de pas klaar is in de verschillende maten.

Maat L, XL, XXL en XXXL:
Meerder 14-16-18-19 steken aan elke kant op de 2e, 5e en 8e toer in A.1b, meerder dan 16-16-20-21 steken op de 9e-9e-11e-11e toer = 236-256-280-300 steken.
LET OP! Zie toer gemarkeerd met pijl voor als de pas klaar is in de verschillende maten.

Haak de volgende toer in alle maten als volgt:
LET OP: in de maten S en XL haakt u om de lossen in plaats van in de lossen. Haak 1 dubbel stokje in elk van de eerste 27-30-32-35-39-43 steken, haak 4-4-6-6-6-8 lossen onder de mouw, sla 44-50-54-58-62-64 steken over voor de mouw, haak 1 dubbel stokje in elk van de volgende 54-60-64-70-78-86 steken, haak 4-4-6-6-6-8 lossen onder de mouw, sla 44-50-54-58-62-64 steken over voor de mouw, haak 1 dubbel stokje in elk van de overgebleven 27-30-32-35-39-43 steken op de toer. Het werk meet ongeveer 17-18-20-21-23-25 cm gemeten vanaf de halsrand en naar beneden in de hoogte.

LIJF:
= 116-128-140-152-168-188 steken. MEET HET WERK NU VANAF HIER! Haak 1 driedubbel stokje in iedere steek. Meerder bij een hoogte van 5 cm, 4-12-0-8-12-12 driedubbele stokjes verdeeld = 120-140-140-160-180-200 driedubbele stokjes. Knip het garen af. Om ervoor te zorgen dat het patroon midden voor en midden achter symmetrisch is op de bovenkant verplaatst u het begin van de toer als volgt: Sla de eerste 15-5-5-15-5-15 driedubbele stokjes op de toer over en hecht de draad aan met 1 vaste in het volgende driedubbele stokje. Begin op de 2e toer in de telpatronen en haak A.2a (laat zien hoe de toer begint en eindigt), haak A.2b (= 6-7-7-8-9-10 herhalingen).
Op de laatste toer in de telpatroon meerdert u stokjes. Om ervoor te zorgen dat het patroon midden voor en midden achter symmetrisch is, meerdert u hetzelfde aantal stokjes aan elke kant. Meerder 20 stokjes aan elke kant verdeeld tussen midden achter en de waaier in het patroon midden voor aan de bovenkant. Meerder 40 stokjes verdeeld in totaal in alle maten = 160-180-180-200-220-240 stokjes. Ga verder vanaf de 2e toer in A.2a en A.2b (= 8-9-9-10-11-12 herhalingen op de toer). Als de telpatronen in de hoogte zijn gehaakt, haak dan de 2e en 3e toer 1 keer. Het werk meet ongeveer 62-63-65-66-68-69 cm vanaf de halsrand midden achter en naar beneden. Hecht af.

HALSRAND:
Begin midden achter van de hals en hecht de draad aan met 1 vaste.
Haak 1 vaste in iedere losse maar haak alleen in de lossen gehaakt met stokjes = 84-86-91-96-101-104 vasten. Hecht af.

MOUWRAND:
Begin midden onder de mouw en haak 4 lossen (= 1 dubbel stokje). Haak 1 dubbel stokje in iedere steek en haak 3 dubbele stokjes om de buitenste steek in de overgang tussen de pas en het lijf. Minder tegelijkertijd 13-15-16-14-12-11 dubbele stokjes verdeeld op de toer – LEES TIP VOOR HET MINDEREN = 41-45-50-56-62-67 dubbele stokjes. Hecht af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 03.04.2019
Correctie - PAS, Maat S en M: Meerder 14-17 steken aan elke kant op de 2e en 5e toer in A.1b, meerder dan 16-18 steken op de 6e-8e toer = 196-220 steken.
Maat L, XL, XXL en XXXL:
Meerder 14-16-18-19 steken aan elke kant op de 2e, 5e en 8e toer in A.1b, meerder dan 16-16-20-21 steken op de 9e-9e-11e-11e toer = 236-256-280-300 steken.

Telpatroon

symbols = 1 losse
symbols = 1 vaste om de lossenlus
symbols = 1 vaste in de steek
symbols = 1 stokje in de steek
symbols = 1 dubbel stokje in de steek
symbols = 1 stokje om losse
symbols = 1 picot: 3 lossen, 1 stokje in de eerste losse
symbols = 6 lossen
symbols = toer begint met 3 lossen en eindigt met 1 halve vaste in de 3e losse
symbols = toer begint met 4 lossen en eindigt met 1 halve vaste in de 4e losse
symbols = toer begint met 1 losse en eindigt met 1 halve vaste in de 1e losse, haak dan halve vasten tot de eerste lossenlus
symbols = toer begint met 1 losse en eindigt met 1 halve vaste in de 1e losse
symbols = deze toer is reeds gehaakt, begin op de volgende toer
symbols = op deze toer meerdert u verdeeld - zie uitleg in patroon
symbols = 1 dubbel stokje om de lossenlus
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 175-15

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (53)

country flag InfiernoC wrote:

Hallo, ich musste das top deutlich schmaler häkeln und habe somit nur 100 Maschen. Wie viele Maschen muss ich überspringen, um das Muster A.2b zu häkeln, damit es symmetrisch bleibt?

27.10.2023 - 09:26

country flag Astrid Smit wrote:

Wat betekend “haak 1 dubbel stokje in elk van de volgende 3-0-0-0-0-3 lossen”

20.05.2023 - 21:18

DROPS Design answered:

Dag Astrid,

Als je de kleinste of de grootste maat haakt, dan haak je 1 dubbel stokje in het volgende stokje van de vorige toer, dan 1 dubbel stokje in het stokje daarna, en tot slot 1 dubbel stokje en het stokje daarna. Bij alle andere maten staat er 0, dus hoef je niks te doen en ga je verder met wat er verderop staat in het patroon.

23.05.2023 - 09:53

country flag Christine wrote:

Bonjour Que veut dire V = le tour commence par 1 maille en l'air et se termine par 1 maille coulée dans la 1ère maille en l'air, crocheter ensuite des mailles coulées jusqu'au 1er arceau Surtout les mailles coulées jusqu'au 1er arceau cordialement Christine

23.03.2023 - 10:27

DROPS Design answered:

Bonjour Christine, au 3ème rang de A.2a, crochetez 1 maille en l'air au début du tour, puis crochetez A.2b comme avant tout le tour, à la fin du tour, crochetez 1 maille coulée dans cette maille en l'air puis crochetez des mailles coulées dans la 1ère ms + les 2 premières mailles en l'air du début du tour précédent pour pouvoir crocheter la 1ère maille serrée du rang 4 autour du 1er arceau du 1er A.2b. Bon crochet!

23.03.2023 - 10:51

country flag InfiernoC wrote:

Hallo, ich verstehe den Teil der Ärmelblende nicht so ganz, könnten Sie mir diesen einmal genauer erklären?

09.10.2022 - 16:21

DROPS Design answered:

Liebe InfiernoC, Ärmel beginnen Sie in der 3. von den 4 Luftmaschen under der Ärmel mit 1 KM, dann 4 LM (1. Doppelstäbchen), 1 Doppelstäbchen in die nächste Luftmasche, 3 Doppelstäbchen um die Masche der 1. Reihe vom Rumpfteil, dann 1 Doppelstäbchen in jede Masche der Ärmel (die 50 die übersprungen wurden) häkeln aber gleichzeitig 15 Maschen abenehmen, 3 Doppelstäbchen um die Masche der 1. Reihe vom Rumpfteil, 1 Doppelstäbchen je in die 2 Luftmaschen, Runde schliessen (= 2+3+ (50-15)+3+2=45 Doppelstäbchen). Viel Spaß beim häkeln!

10.10.2022 - 09:13

country flag InfiernoC wrote:

Mir geht es um die 3.R vom Diagramm, wo ich mit den luftmaschenbögen starte. Wenn man sich das Bild vom Muster oben anguckt, ist der luftmaschenbogen mit 6M über 4fM , dadurch habe ich aber pro Bogen 2M Zunahme.

27.09.2022 - 18:07

DROPS Design answered:

Dear InfiernoC, so wird es gehäkelt damit die Luftmaschenbogen nicht zu eng sind, aber A.2b soll immer als 20 Maschen-Rapport gehäkelt werden - bei der letzten Reihen haben Sie immer noch 20 Stäbchen (5 Stäbchen um jeden Luftmaschenbogen). Am besten setzen Sie eine Markierung zwischen den Rapporten, so können Sie die MaschenanzahL/Luftmaschenbogenanzahl folgen. Viel Spaß beim häkeln!

28.09.2022 - 08:45

country flag InfiernoC wrote:

Hallo, zur Frage davor, ich habe aber durch die Luftmaschenbögen bereits mehr Maschen als 140. Da ich eine fM, 6LM, 1fM habe und die fM mache ich in der Reihe davor ja nicht in die 1.fM, dann 6Maschen überspringen und die fM( nach den 6 LM) die die 8.M. ich habe ja unter dem Luftmaschenbogen nur 4 Maschen, die ich überspringe, wodurch ich natürlich mehr Maschen nach den Luftmaschenbögen habe. Somit habe ich vor der Zunahme schon mehr als 180M.

27.09.2022 - 14:28

DROPS Design answered:

Liebe InfiernoC, bei der Verteilung haben Sie nur 140 Maschen = 32 Doppel-Stb für 1/2 Rückenteil + 6 Lm (unter Ärmel) + 64 Doppel-Stb für Vorderteil + 6 Lm (unter Ärmel) + 32 Doppel-Stb (1/2 Rückenteil), dann häkeln Sie 3-Fach-Stb (ohen Zunahmen in L). Dann häkeln Sie A.2b und gleichezeitig nehmen Sie die 40 Maschen wie unten erklärt. Oder misverstehe ich Ihre Frage?

27.09.2022 - 15:57

country flag InfiernoC wrote:

Hallo, wenn ich mit 140M in das Muster gehe, komme ich mit mehr Maschen raus, da ich durch den Luftmaschenbogen ja immer Maschen zunehme (ich häkel 6 LF und habe dadrunter ja nur 4M, davor udn danach die Masche nutze ich für die fM) Wie kann ich dann, wenn ich in der letzten Runde 40M aufnehmen soll, 180M am Ende haben? Ich komme auf über 300M?

27.09.2022 - 13:04

DROPS Design answered:

Liebe InfiernoC, Sie sollen 20 Stäbchen beidseitig zwischen hinteren Mitte und dem Fächer bei der vorderen Mitte zunehmen = 40 Stäbchen werden in der gleichen Runde insgesamt zugenommmen: 140 Stäbchen nach der Verteilung + 40 Maschen zugenommen = 180 Stäbchen.Es wird aber nur einmal zugenommen, dann haben Sie genügend Maschen um A.2b 9 Mal in der Runde zu häkeln (20 Maschen x 9 Rapporte = 180 Maschen). Viel Spaß beim häkeln!

27.09.2022 - 13:31

country flag InfiernoC wrote:

Zu meiner Frage davor, wenn ich es so häkel Muss ich in R2 und R5 je insgesamt 34 M zunehmen und ich R36M in R6-R8? weil dann habe ich deutlich mehr Maschen als angegeben, oder wie soll ich das verstehen?, dann komm ich auf insgesamt 294 Maschen und ich soll aber auf 220 Maschen nur kommen, das verwirrt mich

21.09.2022 - 17:21

DROPS Design answered:

Liebe InfiernoC, korrekt - so sollen Sie zunehmen: 17 M beidseitig bei der 2. Runde (= 34 M insgesamt) + 17 M beidseitig bei der 5. Runde (= 34 Maschen insgesamt) dann 18 M bei der 6 . Runde und 18 M bei der 8. Runde so sind es 116+34+34+18+18=220 M. Viel Spaß beim häkeln!

22.09.2022 - 09:19

country flag InfiernoC wrote:

Hallo, ich verstehe leider diesen Part nicht ganz "Je 14-17 Maschen an beiden Seiten des Tops in der 2. und 5. Runde von A.1b zunehmen, dann je 16-18 Maschen in der 6.-8. Runde an beiden Seiten des Tops zunehmen = 196-220 Maschen." Muss ich in R2 und R5 je insgesamt 34 M zunehmen und ich R36M in R6-R8? weil dann habe ich deutlich mehr Maschen als angegeben, oder wie soll ich das verstehen?

21.09.2022 - 14:28

DROPS Design answered:

Liebe InfiernoC, ja genau so wird es gehäkelt. Viel Spaß beim häkeln!

21.09.2022 - 17:16

country flag InfiernoC wrote:

Hallo, wie genau häkel ich ein Doppelstäbchen um eine Luftmasche herum, wie es in M 1b beschrieben ist?

18.09.2022 - 18:30

DROPS Design answered:

Liebe InfiernoC, anstatt die Häkelnadel in die Luftmasche einzustechen, stechen Sie die Häkelnadel unter die Luftmasche = in den Luftmaschenbogen ein. Viel Spaß beim häkeln!

19.09.2022 - 11:32