DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 5.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 175-24
DROPS design: Patroon nr. w-631
Garengroep C of A en A
----------------------------------------------------------
Maat: S/M – L/XL – XXL/XXXL
Materiaal:
DROPS PARIS van Garnstudio (hoort bij garengroep C)
200-250-300 gr. kleur 17, naturel

DROPS HAAKNAALD 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 14 stokjes x 8,5 toeren = 10 cm in de breedte en 10 cm in de hoogte.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 5.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.5.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Vervang aan het begin van elke toer met stokjes het eerste stokje op de toer door 3 lossen.
Haak aan het begin van elke toer met vasten 1 losse (deze losse vervangt niet de eerste vaste).

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 stokje door 2 stokjes in dezelfde steek te haken.
Meerder 1 dubbel stokje door 2 dubbele stokjes in dezelfde steek te haken.
----------------------------------------------------------

GILET:
Het gilet wordt in 3 delen gehaakt. Haak het achterpand als een apart vierkant. Haak de voorpanddelen als een halve cirkel en ga verder tot de schouder. Naai tot slot de voorpanddelen en het achterpand aan elkaar en haak dan 1 toer met picots rondom de hele buitenrand.

ACHTERPAND:
Begin met haaknaald 5 mm en Paris en haak in patroon volgens telpatroon A.2 vier keer in totaal op toer (A.1 laat zien hoe de toeren beginnen en eindigen). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.2 klaar is, zijn er 35 stokjes langs elke kant en 4 hoeken die bestaan uit 2 stokjes, 3 lossen en 2 stokjes. Het vierkant voor het achterpand is klaar voor maat S/M, hecht af. Het gehaakte vierkant meet ongeveer 28 x 28 cm. Ga verder in de rondte voor maat L/XL en XXL/XXXL als volgt:

L/XL:
Herhaal de laatste 2 toeren. Meerder 1 stokje voor en na elke hoek. Er zijn nu 2 stokjes meer op elke van de 4 zijkanten = 39 stokjes langs elke kant. Hecht af. Het gehaakte vierkant meet ongeveer 37 x 37 cm.

XXL/XXXL:
Herhaal de laatste 2 toeren. Meerder 1 stokje voor en na elke hoek. Er zijn nu 2 stokjes meer op elke van de 4 zijkanten = 43 stokjes langs elke kant. Haak halve vasten tot de lossenlus met 3 lossen in de eerste hoek. Haak dan vanaf de 2e toer in telpatronen A.3A tot en met A.3C heen en weer langs een kant als volgt: haak A.3A om deze lossenlus (laat zien hoe de toeren beginnen en eindigen) - LEES INFORMATIE VOOR HET HAKEN. Haak A.3B tot er 1 stokje overblijft voor de lossenlus in de volgende hoek, haak A.3C (= 1 losse, sla 1 stokje over en haak 1 stokje om lossenlus in hoek). Keer en haak de laatste toer in telpatronen.
Hecht af. Haak op dezelfde manier langs de kant aan de tegengestelde kant van vierkant. Hecht af. Het gehaakte vierkant meet ongeveer 47 x 37 cm.

RECHTERVOORPAND:
Haak 4 lossen met haaknaald 5 mm en Paris en vorm een ring met 1 halve vaste in eerste losse. Haak dan een halve cirkel als volgt:
TOER 1: haak 4 lossen, * 1 stokje om lossenring, 1 losse *, herhaal van *-* nog 7 keer, eindig met 1 stokje om de ring.
Keer en haak als volgt aan de goede kant: haak A.4A, A.4B, A.4C. Meerder op de laatste toer in de telpatronen gelijkmatig als volgt - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN: meerder 0-6-6 stokjes boven A.4A (= 27-33-33 stokjes) en 0-9-9 dubbele stokjes boven A.4B (= 30-39-39 dubbele stokjes). Meerder 0-3-3 stokjes voor de hoek in A.4C (= 6-9-9 stokjes) en meerder 0-3-3 stokjes na de hoek (= 13-16-16 stokjes). Er zijn 76-97-97 steken in totaal en de hoek (= 2 stokjes, 3 lossen, 2 stokjes) op de laatste toer. Maat S/M is nu klaar, hecht af. Haak heen en weer voor de 2 volgende maten als volgt:

L/XL- XXL/XXXL:
Keer en haak aan de verkeerde kant. Haak vanaf de toer gemarkeerd met een pijl in de telpatronen als volgt: haak A.5B over de eerste 15 stokjes, A.5A, 3 lossen, (2 stokjes, 3 lossen, 2 stokjes) om lossenlus in hoek, 3 lossen, A.5B over de volgende 9 stokjes, A.5C over de volgende 39 dubbele stokjes, A.5B over de volgende 32 stokjes, eindig met A.5A in het laatste stokje op de toer. Haak de laatste toer in telpatronen op dezelfde manier. Er zijn nu 97 stokjes/dubbele stokjes en 1 hoek (= 2 stokjes, 3 lossen, 2 stokjes) op de laatste toer. Hecht af.

SCHOUDER:
Haak nu heen en weer over de eerste stokjes aan de goede kant in A.4 (in maat S/M) en A.5 (in maat L/XL en XXL/XXXL), begin vanaf 2e toer in telpatronen als volgt: haak A.3A, A.3B 5-6-7 keer in totaal in de breedte. Keer en haak de laatste toer. Herhaal de 2 laatste toeren in de telpatronen nog 3-3-4 keer. Hecht af.

LINKERVOORPAND:
Haak als het rechtervoorpand maar in spiegelbeeld.

AFWERKING:
S/M en L/XL: naai de schouderdelen aan elke kant langs de bovenrand van het gehaakte vierkant/achterpand. Naai de steken een voor een aan elkaar. Op het achterpand zijn nu 17-21 stokjes over voor de hals tussen de schouderdelen. Hecht af.
XXL/XXXL: naai de schouderdelen aan elke kant langs de bovenrand van het gehaakte vierkant/achterpand. Naai de buitenste 6 stokjes van de schouder aan de zijkant van de 2 buitenste toeren op het achterpand en naai de andere steken een voor een aan elkaar. Op het achterpand zijn nu 25 stokjes voor de hals tussen de schouderdelen. Hecht af.

PICOTRAND:
Begin op een schouder, langs de hals, en haak een picotrand als volgt:
Haak * 1 stokje in stokje/om de toer, 3 lossen, 1 halve vaste in eerste van de 3 lossen, 2 stokjes in hetzelfde stokje/om de toer, sla ongeveer 2,5 cm over*, herhaal van *-* rondom het hele gilet, dus langs beide armsgaten, langs de rand op de voorpanddelen, de hals op het achterpand en langs de onderkant op het achterpand. Eindig met een halve vaste in eerste stokje op toer. Hecht af.

GEDRAAID KOORD:
Knip 2 draden af van 1,5 meter elk. Draai de draden om elkaar heen tot ze gaan krullen, vouw ze dan dubbel en laat ze om elkaar heen krullen. Leg een knoopje in elk uiteinde.
Rijg een koord door de picotrand de rand middenvoor op een voorpand en knoop vast. Zet ook een koord vast aan het andere voorpand.

Gebruik de 2 andere koorden om de voorpanden en het achterpand bij elkaar te houden aan elke zijkant: begin ongeveer 21-23-25 cm vanaf de bovenkant een voorpand en het achterpand. Rijg het koord heen en weer tussen voor- en achterpand, door de gaatjes van de picotrand, zigzaggend (als een schoenveter) en knoop ze aan de onderkant aan elkaar – zie foto.
Pas de lengte van het koord zo aan dat de afstand tussen voorpand en achterpand ongeveer 6-6-8 cm is. Herhaal aan de andere kant.

Telpatroon

symbols = 1 losse
symbols = 1 vaste om losse/lossenlus
symbols = 1 halve vaste
symbols = 1 stokje om losse/lossenlus
symbols = 1 stokje in steek
symbols = 1 dubbel stokje om lossenlus
symbols = 1 dubbel stokje in steek
symbols = 1 half stokje om lossenlus
symbols = Stokjegroep met 2 stokjes: Haak 1 stokje om volgende losse/lossenlus maar wacht met de laatste doorhaling (= 2 lussen op haak), haak dan volgende stokje om dezelfde losse/lossenlus maar haal bij laatste doorhaling de draad door alle lussen op de haak.
symbols = haak om lossenlus als volgt: 2 stokjes, 3 lossen, 2 stokjes (= hoek)
symbols = haak 4 lossen en vorm een ring met 1 halve vaste in eerste losse. Zwarte stip op cirkel is begin van toer
symbols = toer wordt uitgelegd in het patroon en is al gehaakt
symbols = toer toont laatste toer op vorige telpatroon en is al gehaakt
symbols = toer begint met 3 lossen en eindigt met 1 halve vaste in 3e losse
symbols = begin op deze toer (= aan verkeerde kant)
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 175-24

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (41)

country flag Trine wrote:

Bindes vesten sammen foran eller hænger den løst?

15.10.2023 - 16:18

DROPS Design answered:

Hej Trine, Vi har lavet 2 snore midt foran, så man kan binde sammen hvis man vil :)

17.10.2023 - 15:41

country flag Mesnier wrote:

Mais pourquoi ne voit on pas ce " coin" sur la photo en bas du gilet ? Merci

07.09.2023 - 13:14

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Mesnier, ce n'est pas forcément important, le coin va se trouver côté bas du gilet, orientez-vous à l'aide des diagrammes et des indications précédentes pour bien vous repérer; n'hésitez pas à demander de l'aide à votre magasin ou via notre DROPS Workshop, ce sera peut-être ainsi plus facile à d'autres crocheteuses de pouvoir vois aider en voyant votre ouvrage. Bon crochet!

07.09.2023 - 17:00

country flag Mesnier wrote:

J'aimerais simplement savoir SI LE COIN (2 brides 3 mailles 2 brides) se trouve EN HAUT ou EN BAS du gilet ? MErci

01.09.2023 - 18:15

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Mesnier, si vous parlez de ce groupe crocheté dans A.4C, c'est alors bien en bas du devant (côté opposé à l'épaule). Bon crochet!

04.09.2023 - 09:23

country flag Mesnier wrote:

Toujours moi, est-ce que le coin (2 brides 3 mailles en l'air 2 brides) se trouve en bas ou en haut du gilet ? J'ai fait les devants et le dos il y a un certain temps et je ne me souviens pas où j'ai terminé mon dernier rang ? Donc coin vers emmenchures ou en bas du gilet ? Cordialement

01.09.2023 - 12:28

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Mesnier, parlez-vous de cette partie du diagramme de A.4C? Alors A.4c se trouve à gauche, vu sur l'endroit (pour le devant droit), autrement dit du côté opposé à celui où on va crocheter l'épaule. Bon crochet!

01.09.2023 - 15:34

country flag Mesnier wrote:

Merci pour votre réponse mais j'aimerais savoir où se trouve le coin (2 brides 3 mailles en l'air 2 brides) par rapport à l'épaule ? Merci pour votre réponse Cordialement

31.08.2023 - 10:01

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Mesnier, je ne suis pas bien sûre de comprendre votre question, vous avez d'abord crocheté un demi-cercle, en terminant soit par A.4 soit par A.5. Pour crocheter l'épaule, vous aller travailler uniquement les premières mailles de droite, vus sur l'endroit autrement dit, vous crochetez au-dessus du diagramme A.4A (en S/M) ou A.5A/B (en L/XL et XXLXXXL). Ai-je bien compris cette fois?

01.09.2023 - 08:28

country flag Mesnier wrote:

Je suis perdue. Où faire les épaules ? Où placer le coin par rapport aux épaules ? Cordialement

29.08.2023 - 10:27

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Mesnier, l'épaule se fait sur les premières brides de A.4/A.5, vu sur l'endroit, autrement dit, sur le côté droit du demi-cercle pour le devant droit. Bon crochet!

30.08.2023 - 07:38

country flag Mesnier wrote:

Je suis complètement perdue... où et comment faire les épaules ? Où placer le \"coin\" par rapport aux épaules ?\r\nMerci pour votre réponse.\r\nCordialement

29.08.2023 - 10:23

country flag Michelle Williamson wrote:

Why does the stitches on the vest look different to the pattern and i think the pattern is slightly off i am counting the stitches on the pictures and they don't line up and i feel the beginning of A.1 and A.2 is off.

30.09.2022 - 11:32

DROPS Design answered:

Dear Mrs Williamson, A.1 is just showing how to start/end each round, then you will work A.2 a total of 4 times in the round - make sure you are reading the appropriate English pattern since UK and US crochet terms are different - maby it can help? Read more about crochet diagrams here. Happy crocheting!

30.09.2022 - 13:19

country flag Ekaterina wrote:

Dear Drops! Thank you for your prompt reply, but I still have problems with the shoulder. I understand that I have to replace the first tr with 3 chains but I don't understand where exactly the row begins. Should I count from the corner= 2tr+3ch +2tr or start the shoulder over 13 trebles and work A. 3A in the tr in stich from previous row?

27.05.2020 - 00:43

DROPS Design answered:

Dear Ekaterina, in the 2nd size you have to work a total of 13 sts in A.3A and A.3B, count the last 13 sts from the end of the previous row (from the left towards the right, seen from RS) and join yarn here, You will then have enough room to work: A.3A and repeat A.3B a total of 6 times in width. Hope this helps. Happy crocheting!

27.05.2020 - 08:55

country flag Ekaterina wrote:

Dear Drops! I need to specify the start of the shoulder- should I start A. 3A = 1 tr at the corner or at the 3 ch stitches after the corner? Should I work A. 3B over the last 13 tr?

25.05.2020 - 22:24

DROPS Design answered:

Dear Ekaterina, you have to replace the first tr with 3 chains (see info crochet), so that A.3A will be worked with 3 chains at the beg of the row and as 1 treble at the end of row from WS - A.3B will end with 1 tr from RS and start with 3 ch (instead of 1 tr) from WS. Happy crocheting!

26.05.2020 - 08:41