DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 1.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 9.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Petronella Top

Gebreide top met raglan en kantpatroon, wordt van boven naar beneden gebreid van DROPS Muskat. Maten S - XXXL.

DROPS 175-32
DROPS Design: Patroon nr. r-707
Garengroep B
-----------------------------------------------------------
Maten: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS MUSKAT van Garnstudio (hoort bij garengroep B)
300-350-400-400-450-500 gr. kleur 20, licht mintgroen

DROPS BREINAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 en 60 of 80 cm) 4 MM – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 steken en 28 naalden in tricotsteek is 10 cm in de breedte en 10 cm in de hoogte.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 1.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 9.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBEL/RIBBELSTEEK (in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1, A.2 en A.3. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien.

RAGLAN:
Meerder elke 2e naald als volgt:
Meerder als volgt voor de markeerdraad:
Begin 1 steek voor de markeerdraad: naak 1 omslag, 1 recht, markeerdraad.
Meerder als volgt na de markeerdraad: markeerdraad, 1 recht, maak 1 omslag.
Brei op de volgende naald de omslagen recht, zodat er gaatjes ontstaan.

Meerder elke 4e naald als volgt:
Meerder als volgt voor de markeerdraad:
NAALD 1: begin 1 steek voor de markeerdraad: maak 1 omslag, 1 recht, markeerdraad.
NAALD 2: brei de omslagen recht, zodat er gaatjes ontstaan.
NAALD 3: begin 3 steken voor de markeerdraad: 2 recht samen, maak 1 omslag, 1 recht, markeerdraad. Er worden geen steken gemeerderd, maar zo loopt het gaatjespatroon door zoals eerder
NAALD 4: brei de omslagen recht, zodat er gaatjes ontstaan.

Meerder als volgt, na de markeerdraad:
NAALD 1: markeerdraad, 1 recht, maak 1 omslag.
NAALD 2: brei de omslagen recht, zodat er gaatjes ontstaan.
NAALD 3: markeerdraad, 1 recht, maak 1 omslag, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal afgehaalde steek over gebreide steek. Nr. meerder in steken, maar de naald van holes continues als hiervoor.
NAALD 4: brei de omslagen recht, zodat er gaatjes ontstaan.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Begin 3 steken voor de markeerdraad: 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad staat tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal afgehaalde steek over gebreide steek = 2 steken geminderd.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad. Maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad staat tussen deze 2 steken) en maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen (de gemeerderd steken worden in tricotsteek gebreid).
---------------------------------------------------------

TOP:
Het werk wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald vanaf middenachter, van boven naar beneden.

PAS:
Zet 80-84-88-92-96-100 steken op met rondbreinaald 4 mm en Muskat. Brei 2 RIBBELS – zie uitleg boven, meerder op de laatste naald van de ribbels 20 steken gelijkmatig verdeeld over de naald = 100-104-108-112-116-120 steken. Plaats 4 markeerdraden in het werk als volgt: eerste markeerdraad na 19-20-21-22-23-24 steken (= helft achterpand), tweede markeerdraad na 12 nieuwe steken (= mouw), derde markeerdraad na 38-40-42-44-46-48 nieuwe steken (= voorpand), vierde markeerdraad na 12 nieuwe steken (= mouw), dan zijn er 19-20-21-22-23-24 steken over op de naald na de laatste markeerdraad (= helft achterpand). Begin met meerderen voor de raglan zoals boven staat beschreven, brei tricotsteek over de steken op het achterpand en voorpand en A.1 over de mouwsteken. LEES HET HELE VOLGENDE DEEL EERST EEN KEER DOOR VOORDAT U VERDER GAAT!
De meerderingen zijn verschillend op het voorpand/achterpand en de mouwen, brei als volgt:

VOORPAND/ACHTERPAND:
Meerder elke 2e naald 12-15-17-25-30-35 keer, dan elke 4e naald 7-7-7-4-3-2 keer.

MOUWEN:
Meerder elke 2e naald 18-23-27-29-26-25 keer, dan elke 4e naald 4-3-2-2-5-7 keer.

Als A.1 een keer in hoogte is gebreid, herhaal dan A.2 in de hoogte. De gemeerderde steken op de mouwen worden gaandeweg in het patroon verwerkt. Ga na de een na laatste keer meerderen op de mouw (er zijn 4 naalden nog te breien) verder met ribbelsteek over de steken van elke mouw; ga over de steken op het voorpand/achterpand verder in tricotsteek als hiervoor. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Na alle meerderingen voor de raglan zijn er 264-296-320-352-372-396 steken op de naald.
Brei de volgende naald als volgt: brei 38-42-45-51-56-61 steken (= helft achterpand), kant de volgende 56-64-70-74-74-76 steken af, brei de volgende 76-84-90-102-112-122 steken (= voorpand), kant de volgende 56-64-70-74-74-76 steken af, brei de volgende 38-42-45-51-56-61 steken (= helft achterpand).

LIJF:
Ga verder als volgt: brei de helft van het achterpand, zet 8-8-10-10-12-14 nieuwe steken op, brei het voorpand, zet 8-8-10-10-12-14 nieuwe steken op, brei de helft van het achterpand. Er zijn nu 168-184-200-224-248-272 steken op het lijf. Plaats een markeerdraad aan elke zijkant, in het midden van de nieuwe steken die u hebt opgezet. MEET HET WERK NU VANAF HIER. Ga verder in tricotsteek over alle steken. Minder bij een hoogte van 4 cm 1 steek aan elke kant van de markeerdraden (= 4 steken geminderd), minder elke 3 cm in totaal 4 keer – LEES TIP VOOR HET MINDEREN = 152-168-184-208-232-256 steken. Meerder bij een hoogte van 19-19-19-18-18-19 cm 1 steek aan elke kant van de markeerdraden (= 4 steken gemeerderd), meerder elke 2 cm in totaal 6 keer – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN = 176-192-208-232-256-280 steken. Brei bij een hoogte van 32-32-32-33-33-32 cm A.3 over alle steken. Kant dan af met rechte steken, het werk heeft ongeveer een hoogte van 54-56-58-60-62-64 cm vanaf de schouder.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 2 recht samen
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Petronella Top

Veerle, Belgium

Petronella Top

Magda, Italy

Laat een opmerking achter voor DROPS 175-32

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (96)

country flag Carol wrote:

Hello, I love this top. Please note that I have only ever knit 1 sweater prior to this and that was in the context of a class, so the instructor was right there to help. I'm a bit confused as to when to switch to 4th row increases for the body (size L). Do I knit a total of 17 rows ( which includes 8 increase rows) or do I knit a total of 34 rows (which includes 17 increase rows) prior to switching to the 4th row increase? Thank you for your time and patience and this beautiful pattern.

19.08.2018 - 23:57

DROPS Design answered:

Hi Carol, You are now measuring from the marker thread at the armholes. When the piece measures 19 cm (in size L) you increase 1 stitch on either side of each marker thread in the sides (4 stitches increased) and then do the same every 2 cm a total of 6 times (so 5 more times). I hope this helps and happy knitting!

21.08.2018 - 07:36

country flag Cindy wrote:

Hallo Ik geraak niet wijs uit het patroon. Ik heb 100 steken opgezet en in de laatste rij van de ribbels, dus de averechte rij heb ik 20 steken gemeerderd. En dan zou ik met A1 moeten beginnen, en hier loop ik al vast. Begin ik dan ook al met de raglan? Maar dan kom ik aan teveel steken op mijn mouwen . Graag wat meer uitleg. Alvast bedankt

10.07.2018 - 20:22

country flag Dee wrote:

Can you tell me if the Petronella Top has negative or positive ease, and if so, how much? I am trying to determine which size to make.

14.06.2018 - 22:34

DROPS Design answered:

Dear Dee, you will find at the bottom of the pattern a measurement chart with all measurements in each size, taken flat from side to side Compare these to a similar garment you have and like the shape to find out the matching size. Read more about sizing here. Happy knitting!

15.06.2018 - 08:24

country flag Francesca wrote:

Je voudrais réaliser ce modèle mais j'aimerais que l'encolure devant soit un peu + basse, moins ras du cou. Pensez-vous que je puisse y parvenir en faisant des rangs raccourcis. Idéalement je voudrais conserver l'aspect "carré" de l'encolure, mais juste que ce soit moins près du cou.

08.03.2018 - 00:35

DROPS Design answered:

Bonjour Francesca, vous pouvez vous aider d'un modèle réalisé avec un fil du même groupe et qui a une réhausse pour l'encolure dos. N'hésitez pas à demander de l'aide à votre magasin, on pourra vous y donner quelques astuces, même par mail, téléphone ou via les réseaux sociaux. Bon tricot!

08.03.2018 - 09:20

country flag JoLaine Jones-Pokorney wrote:

This is the most confusing pattern I've ever tried to make. There are several questions, but let's just start with the one about the first increases. I'm told to increase 20 stitches evenly on the last row of the two ridges - which would be a purl row? Really? Yes, it can be done, but it ain't pretty. Do you mean to complete the four ridge rows and do the increases on the next row?

07.03.2018 - 22:37

DROPS Design answered:

Dear Mrs Jones-Pokorney, you will increase on the last row of the 2 ridges, ie on a Purl round, make a YO to increase 1 st and work this YO twisted on next round to avoid a hole. Happy knitting!

08.03.2018 - 09:06

country flag Shay wrote:

Just starting. When I increase front/back piece, is that the "Raglan" increase? Where does the "Increase as follows after marker thread' start?

06.03.2018 - 14:56

DROPS Design answered:

Dear Shay, the raglan inc on next round after inserting marking thread. You will inc for raglan on front/back piece after the marking thread at the beg of piece and before the marking thread at the end of piece. You will increase for raglan at the beg of sleeve after marking thread and at the end of sleeve before the marking thread. Happy knitting!

06.03.2018 - 16:08

Sue wrote:

Arrr yes that makes perfect sense. I asked the question about which the row to start the increases on on Oct 2nd and was told to increase on even rows after the ridges. That's row 6,8,10, 12. (Row12 is row 2 of A2). But I should inc on row 5,7,9,11 (row 11 is row 1 of A2) . That is what I thought should happen. Thank you. So much. Confusion over :-).

30.10.2017 - 11:54

Sue wrote:

Starting with 18 sleeve stitches. Marker, knit1, YO (raglan inc). Knit 2 tog, Yarn over (8times - A2). Then you need to do a YO, knit 1 for last raglan inc to make 20 stitches. That makes 2 YO's next to each other. If you don't do 2 yo's next to each oth r you end up with 19 stitches!!!

30.10.2017 - 08:49

DROPS Design answered:

Dear Sue, the row with K2tog, YO, is not a row with increase for raglan, you should have increased on row before, then work row 2 in diagram as explained in previous answer (repeating K2 tog/YO the number of sts required as number of sts will inc). Happy knitting!

30.10.2017 - 10:37

Sue wrote:

Im sorry I just don't understand how this can occur. The increase occurs on the 2nd row of the A2 pattern. The row with all knit 2 tog followed by Yarn over. If you follow the pattern as per the chart as well as with the Raglan increase instructions then it should go like this..see above

30.10.2017 - 08:38

DROPS Design answered:

Dear Sue, you inc 1 st on first row in A.2, so that you will work the 12 sts between markers for sleeve as follows: marker, K1, YO, K10, YO, K1 (= 14 sts between markers). On row 2 in A.2 work: K2 (the first K1 + YO), (K2 tog, YO) x 6, K2 (the YO + last K1). Happy knitting!

30.10.2017 - 10:34

Sue wrote:

Also I note that doing 2 Yarn overs next to each other just creates one big hole instead of 2 holes next to each other which I can't imagine is ideal. I'm stumped.

30.10.2017 - 00:53

DROPS Design answered:

Hi Sue, The pattern does not have 2 yarn overs next to each other. They are either between 2 stitches, with 2 stitches either side or have 1 knitted stitch either side. I hope this helps and happy knitting!

30.10.2017 - 08:04