DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 1.70 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 176-13
DROPS design: Patroon nr. vs-038
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BELLE van Garnstudio (hoort bij garengroep B)
400-400-450-500-550-600 gr. kleur 16, mauve

DROPS RONDBREINAALD (60 of 80 cm) 4,5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 20 steken en 26 naalden in tricotsteek = 10 cm breed en 10 cm hoog. En 22 steken en 26 naalden in halve patentsteek variant (A.2) = 10 cm breed en 10 cm hoog.
DROPS RONDBREINAALD (40 en 60 of 80 cm) 3,5 mm - voor randen in ribbelsteek.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 1.70 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

RIBBELSTEEK (heen en weer):
1 ribbel = 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Zo berekent u hoe u gelijkmatig kunt meerderen: neem het totale aantal steken op de naald (bijv. 104 steken) minus de kantsteken (bijv. 4 aan elke kant) en deel dit door het aantal te meerderen steken (bijv. 9) = 10,6. In dit voorbeeld meerdert u afwisselend na ongeveer elke 10e en 11e steek. Meerder niet over de kantsteken.
----------------------------------------------------------

TOP:
Brei het voorpand en achterpand apart, heen en weer op de rondbreinaald.


ACHTERPAND:
Zet 104-110-118-128-140-154 steken op met rondbreinaald 3,5 mm en Belle. Brei 4 ribbels in RIBBELSTEEK - zie uitleg boven. Meerder TEGELIJKERTIJD op de 7e naald (= goede kant) 9-11-11-13-13-15 steken gelijkmatig – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN = 113-121-129-141-153-169 steken. Ga verder met rondbreinaald 4,5 mm en brei de volgende naald aan de goede kant als volgt: 4 kantsteken in ribbelsteek, brei A.1A tot er 5 steken over zijn op de naald (= 26-28-30-33-36-40 patroonherhalingen van 4 steken), brei A.1B (= 1 steek) en eindig met 4 kantsteken in ribbelsteek. Brei de teruggaande naald volgens A.1 met 4 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant. Brei de volgende naald als volgt van goede kant: 4 kantsteken in ribbelsteek, brei A.2A tot er 5 steken over zijn op de naald, brei A.2B (= 1 steek) en eindig met 4 kantsteken in ribbelsteek. Ga verder in A.2 in de hoogte met 4 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING.
Brei tot een hoogte van 25-26-27-28-29-30 cm, zet 8-8-10-10-12-12 nieuwe steken op aan het einde van de volgende 2 naalden voor de mouwranden = 129-137-149-161-177-193 steken. Ga verder in A.2 als hiervoor met 12-12-14-14-16-16 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant. Brei tot een hoogte van 43-45-47-49-51-53 cm, zet steken op 1 hulpdraad voor de schuining van de schouder (voorkomt dat u de draad af moet knippen en brei de steken eerst voordat u ze op de hulpdraad zet voor de schuining van de schouder). Zet de eerste 4-5-5-6-6-7 steken aan begin van de naald op 1 hulpdraad, brei de rest van de naald en zet de eerste 4-5-5-6-6-7 steken aan het begin van de volgende naald op 1 hulpdraad. Ga zo verder en zet steeds 4-5-5-6-6-7 steken op hulpdraden, 9 keer in totaal aan elke kant, zet dan de laatste 10-5-11-6-12-11 steken op de hulpdraad voor de schuining van de schouder aan elke kant.
Brei TEGELIJKERTIJD tot een hoogte van 50-52-54-56-58-60 cm en kant dan de middelste 33-33-33-37-41-41 steken af voor de hals en eindig elke schouder apart. Ga verder en zet steken op hulpdraad voor de schuining van de schouder en kant 2 steken af in de volgende naald langs de hals. Als alle steken zijn afgekant voor de hals en op een hulpdraad zijn gezet voor de schouder, staan er 46-50-56-60-66-74 steken op de hulpdraad voor de schouder en meet het werk ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf het hoogste punt op schouder naar beneden.
Zet de steken van de hulpdraad op rondbreinaald 3,5 mm. Begin aan de goede kant en brei 1 naald recht over alle steken, maar voorkomt als volgt gaatjes in de overgangen, waar steken op de hulpdraad zijn gezet: neem de lus op tussen 2 steken en brei deze gedraaid recht samen met de eerste steek op de naald. Brei 1 naald recht aan verkeerde kant en kant af met rechte steken aan de goede kant (zorg dat de afkantrand niet te strak wordt). Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
Zet op dezelfde manier op als het achterpand en brei als het achterpand tot het werk 44-46-48-49-51-53 cm meet. Zet nu de middelste 19-19-19-23-27-27 steken op 1 hulpdraad voor de hals en eindig elke schouder apart. Ga verder en zet steken op een hulpdraad voor de schuining van de schouder en kant af voor de hals aan het begin van elke naald langs de hals als volgt: 3 keer 2 steken en 3 keer 1 steek. Als alle steken zijn afgekant voor de hals/ op een hulpdraad zijn gezet voor de schouder, staan er 46-50-56-60-66-74 steken op de hulpdraad voor de schouder en meet het werk ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf het hoogste punt op de schouder naar beneden. Zet de steken van de hulpdraad op rondbreinaald 3,5 mm en op dezelfde manier als op het achterpand. Kant af met rechte steken aan de goede kant. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen naast de afkantrand zodat er 2 averechte naalden tegen elkaar komen op de schouder (gezien aan de goede kant). Naai de naad onder het armsgat dicht en naai de zijnaad dicht - naai in de buitenste lusjes van de kantsteek voor een platte naad, maar stop als er ongeveer 8 cm over is aan elke kant (= splitten).
Vouw de rand in ribbelsteek langs het armsgat dubbel, naar de goede kant, en zet de mouwrand vast met een paar kleine steken op het midden van de schouder en midden onder de mouw. Herhaal met de andere mouwrand.

HALS:
Neem aan de goede kant ongeveer 90 tot 108 steken op langs de hals (inclusief steken op hulpdraad aan het voorpand) met een korte rondbreinaald 3,5 mm. Brei 1 naald averecht, 1 naald recht en 1 naald averecht. Kant dan losjes af met rechte steken.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = steek de rechternaald door de steek van de vorige naald, 1 recht en laat de steken van de naald glijden
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 176-13

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (25)

country flag Annelies wrote:

Maar bij dit patroon worden het voor- en achterpand afzonderlijk gebreid. Dan heeft het toch geen enkel voordeel om het op een rondbreinaald te breien? Of zie ik dit verkeerd?

15.03.2024 - 10:29

DROPS Design answered:

Dag Annelies,

Daar heb je gelijk aan. Ik denk dat in dit geval een rondbreinaald geadviseerd wordt omdat de steken dan beter op de naald passen, met name bij de grotere maten. In Noorwegen (waar de patronen ontworpen worden) is het veel gebruikelijker om standaard met rondbreinaalden te breien...

15.03.2024 - 10:46

country flag Annelies wrote:

Waarom wordt dit truitje op een rondbreinaald gebreid?

13.03.2024 - 11:54

DROPS Design answered:

Dag Annelies,

Veel truien worden standaard op de rondbreinaald gebreid, zodat je bijvoorbeeld geen zijnaden hebt, maar vaak kun je ze ook op rechte naalden breien.

Om een patroon aan te passen om op rechte naalden te breien hebben we een instructie gemaakt. Deze vind je hier.

14.03.2024 - 22:04

country flag Ania wrote:

What size is the model in the photo wearing?

21.01.2024 - 10:03

DROPS Design answered:

Hi Ania, You will find a size chart at the bottom of the page, with all measurements for the different sizes. Happy knitting!

22.01.2024 - 06:59

country flag Sara wrote:

Når man skal sætte masker på tråd, skal man så starte med kantmaskerne og arbejde sig ind mod midten? Jeg kan ikke helt se det for mig.

02.07.2022 - 09:20

DROPS Design answered:

Hei Sara. Du skal strikke maskene før du setter dem på 1 tråd. I str. S strikkes det da slik: Strikk de første 4 maskene og sett de deretter på 1 tråd, strikk ut pinnen, snu og strikk første 4 maskene på begynnelsen av neste pinne, sett disse maskene på 1 tråd, strikk pinnen ut, snu. Fortsett slik med å sette 4 masker inn på trådene totalt 9 ganger i hver side, deretter settes de siste 10 maskene på tråd til skrå skulder i hver side. mvh DROPS Design

04.07.2022 - 13:00

country flag Lorna wrote:

Hello, \r\nI\'m new to knitting and I\'ve not used circular needles, when the pattern says use circular needles, can I use straight needles instead?\r\n\r\nThank you\r\nLorna

05.04.2022 - 15:35

DROPS Design answered:

Dear Lorna, in this pattern you work back and front piece separately back and forth on circular needle to get enough room for all stitches. Only neck edge is worked in the round, to work it in rows instead sew one shoulder only then pick up sts along neck and finish sewing 2nd shoulder and neck edge together. Read more here. Happy knitting!

05.04.2022 - 16:42

country flag Marit Kronstad wrote:

Hei, når maskene skal settes på tråd til skrå skulder forstår eg det slik at det er i begynnelsen \r\n av pinnen. Vil det sei at det er første maskene i rillekanten ein setter på tråd?

07.04.2021 - 04:32

country flag Andrea wrote:

Wird die 1. Reihe nach dem Bündchen laut Diagramm A. 1A rechts oder links gestrickt? Und dann in der 2. Reihe (also Rückreihe) ist die erste Masche welche?

14.05.2020 - 09:15

DROPS Design answered:

Liebe Andrea, die erste Reihe in A.1 wird eine Hinreihe sein, wiederholen Sie A.1A (von rechts nach links) und enden Sie mit A.1B - bei den Hinreihen stricken Sie A.1B und wiederholen Sie A.1A (von links nach rechts) - mehr über Diagramme lesen Sie hier. Viel Spaß beim stricken!

14.05.2020 - 09:54

country flag Arnhild Klokkertrøen wrote:

Hei! Skjønner ikke hva som menes med ‘stikk høyre pinne gjennom masken fra forrige rad m, strikk 1 rett og slipp maskene av ‘. Jeg har bare en maske å slippe av liksom. Mulig jeg gjør det feil.

25.03.2020 - 22:03

DROPS Design answered:

Hej I denna video ser du hur man ska göra. Mvh DROPS Design

26.03.2020 - 08:28

country flag Ulla Ærbo wrote:

Skal der strikkes frem og tilbage på rundpind ?

21.07.2019 - 17:00

country flag Nathalie wrote:

Je pense qu’il y a une erreur dans la hauteur à laquelle il faut commencer l’encolure devant. Dans les explications on nous demande de les commencer au même niveau que celles du dos ce qui ne correspond pas au dessin technique.

08.05.2019 - 15:50

DROPS Design answered:

Bonjour Nathalie, l'encolure dos se forme à 50-52-54-56-58-60 cm en rabattant les 33-33-33-37-41-41 mailles centrales et l'encolure devant se forme à 44-46-48-49-51-53 cm en glissant en attente les 19-19-19-23-27-27 mailles centrales sur 1 arrêt de mailles, la hauteur de l'encolure est donc différente sur le devant et sur le dos, comme le montre le schéma. Bon tricot!

08.05.2019 - 15:58