DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 60.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Beaver Ridge

Gebreide DROPS trui voor heren met structuurpatroon van Karisma en Kid-Silk. Maat S- XXXL

DROPS 174-16
DROPS design: Model nr. u-810
Garengroep B en A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS KARISMA van Garnstudio
600-650-750-800-900-950 gr. kleur nr. 21, grijs
En gebruik:
DROPS KID-SILK van Garnstudio
150-150-175-200-225-250 gr. kleur nr. 10, grijs

DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 5,5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 18 st x 24 nld in patroon met 1 draad van elk garen = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (40 en 60 of 80 cm) 4,5 mm voor de boordsteek – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 20 st x 26 nld in tricotst met 1 draad van elk garen = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 60.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Alle meerder worden gemaakt aan de goede kant.
Meerder 1 st door een omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe st mee in patroon A.1.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld en aan het eind in elkaar genaaid.

ACHTERPAND:
Zet 81-90-96-105-114-126 st op (incl. 1 kant st in ribbelst aan elke kant) met 1 draad Karisma en 1 draad Kid-Silk (= 2 draden) met rondbreinld 4,5 mm . Brei 1 nld av aan de verkeerde kant. Brei dan boordsteek aan de goede kant als volgt: 1 kant st in RIBBELST - zie uitleg boven - * 1 r, 2 av *, herhaal van *-* tot er 2 st over zijn, 1 r en 1 kant st in ribbelst. Ga als de boordsteek 4 cm meet (pas zo aan dat de laatste nld aan de verkeerde kant is) verder met rondbreinld 5,5 mm. Brei in patroon aan de goede kant als volgt: 1 kant st in ribbelst, A.1 (= 3 st) 26-29-31-34-37-41 keer in de breedte, 1 r (= eerste st in A.1), 1 kant st in ribbelst. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei tot een hoogte van 15-16-15-16-15-16 cm, meerder dan 1 st naast de kant st in ribbelst aan elke kant - lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo elke 14-14-15-15-16-16 cm 3 keer in totaal = 87-96-102-111-120-132 st. Brei tot een hoogte van 47-48-49-50-51-52 cm, kant dan 3 st af aan het begin van de volgende 2 nld voor de armsgaten = 81-90-96-105-114-126 st op de nld. Ga verder in patroon als hiervoor met 1 kant st in ribbelst aan elke kant en kant st af voor de armsgaten aan het begin van elke nld aan elke kant als volgt: 1-3-3-3-5-7 keer 2 st en 1-1-1-3-3-3 keer 1 st = 75-76-82-87-88-92 st. Brei tot een hoogte van 66-68-70-72-74-76 cm, en zet dan de middelste 27-28-28-29-30-30 st op een hulpdraad voor de hals en eindig elke schouder apart. Kant op de volgende nld langs de hals 1 st af = 23-23-26-28-28-30 st over voor elke schouder. Kant af bij een hoogte van 68-70-72-74-76-78 cm.

VOORPAND:
Zet op en brei als het achterpand.
Brei tot een hoogte van 61-63-64-66-67-69 cm, zet dan de middelste 15-16-16-17-18-18 st op een hulpdraad voor de hals en eindig elke schouder apart. Kant dan af voor de hals elke nld langs de hals als volgt: 3 keer 2 st en 1 keer 1 st = 23-23-26-28-28-30 st over voor elke schouder. Kant af bij een hoogte van 68-70-72-74-76-78 cm.

MOUWEN:
De mouwen worden heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 51-54-54-57-57-60 st op (incl. 1 kant st aan elke kant) met 1 draad Karisma en 1 draad Kid-Silk (= 2 draden) op rondbreinld 4,5 mm . Brei 1 nld av aan de verkeerde kant. Brei dan als volgt (gezien aan de goede kant): 1 kant st in ribbelst, * 1 r, 2 av *, herhaal van *-* tot er 2 st over zijn, 1 r (= eerste st in A.1), 1 kant st in ribbelst.
Brei tot een hoogte van 4 cm en ga dan verder met rondbreinld 5,5 mm. Ga verder in patroon aan de goede kant als volgt: 1 kant st in ribbelst, A.1 tot er 2 st over zijn, 1 r, 1 kant st in ribbelst.
Brei tot een hoogte van 9-9-9-8-10-10 cm en meerder dan 1 st aan elke kant. Herhaal dit meerderen elke 5-5-3½-3½-2½-2½ cm in totaal 9-9-12-12-15-15 keer = 69-72-78-81-87-90 st – brei de gemeerderde st gaandeweg in telpatroon A.1. Brei tot een hoogte van 53-52-51-50-49-48 cm (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders) en kant dan af aan het begin van elke nld aan elke kant: 1 keer 4 st, 3 keer 2 st en 1-2-4-5-7-8 keer 1 st. Kant dan 2 st af aan elke kant tot het werk 59 cm meet, kant dan 1 keer 3 st af aan elke kant. Kant de overgebleven st af bij een hoogte van ongeveer 60 cm voor alle maten. Brei nog een mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de mouwen in het lijf. Naai dan de onderarmnaad en de zijnaad dicht naast de kant st in ribbelst.

HALSRAND:
Neem nu st op langs de hals met 1 draad Karisma en 1 draad Kid-Silk (= 2 draden) als volgt: neem ongeveer 80-90 st op met rondbreinld 4,5 mm langs de hals - LET OP: neem zo st op dat het aansluit bij de boordsteek op de hulpdraden of het voorpand en achterpand (1 r/2 av) de hele nld. Dus het totale aantal st is deelbaar door 3 en over de st van de hulpdraden breit u verder in recht boven recht en averecht boven averecht over de av st en de ribbelst.
Brei boordsteek = 1 r/2 av tot de boord ongeveer 4 cm hoog is. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Hecht af.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 174-16

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (51)

country flag Roberte wrote:

Pour un pull taille M la quantité de fil Kid Silk est largement insuffisante j'ai du compléter avec 2 pelotes soit 250 g au total , en ayant exactement les dimensions de votre patron

15.03.2020 - 17:41

DROPS Design answered:

Bonjour Roberte, Kid-Silk se présente sous la forme de pelotes de 25 g, en taille M il va donc falloir 150 g / 25 g = 5 pelotes - avez-vous vraiment utilisé 250 g Kid-silk / 25 g = 10 pelotes kid-Silk?

16.03.2020 - 10:15

country flag Anna wrote:

Hi again! I just cast on 51 stitches for the sleeves and did the rib and it looks very very large. Is it possible to reduce the number of stitches? If so how? Thanks!

17.12.2019 - 16:20

DROPS Design answered:

Dear Anna, I guess you already checked your tension before - before adjusting the number of stitches in the round; remember that rib will tighten piece in width - but feel free to adjust to the desired measurements, please contact the store where you bought the yarn for any individual assistance, we are unfortunately not able to work every pattern out to every single request. Happy knitting!

18.12.2019 - 07:37

country flag Mary-Lou McColl wrote:

Why does this pattern mentions to use a circular needle when it can be done on 'regular' needles ?

01.12.2019 - 23:33

DROPS Design answered:

Hi Mary-Lou, We suggest using circular needles because of the number of stitches in each piece. Happy knitting!

02.12.2019 - 07:26

country flag Mary-Lou McColl wrote:

Why does it say to use a circular needle when it can be done on 'regular' knitting needles.

01.12.2019 - 23:31

DROPS Design answered:

Dear Mrs Mc Coll, each piece is worked back and forth on circular needle to get enough room for all stitches - only collar will be here worked in the round. Happy knitting!

02.12.2019 - 10:23

country flag Anna wrote:

Hi! I started your beautiful pattern but now I'm stuck and I don't know what to do! I'm doing the back piece and I just added the increase. My understanding is that I need to add the new stitches after/before the garter stitch edge on both sides. It's mentioned to work the new stitch in the A1 pattern if I do so everything will be change by 1 stitch and the pattern wont look the same at all.... I have 5 stitches ( 1st one is the garter stitch) before the row that is all K. Thanks!

06.11.2019 - 14:14

DROPS Design answered:

Dear Anna, you should work the new stitches as if the pattern would continue, ie after the first edge stitch, the new stitch will be worked as the last st in A.1, then next increase as the 2nd st in A.1 and 3rd inc as the 1st st in A.1. Before edge stitch, work new stitches as a new repeat in width: 1st inc is worked as 2nd st in A.1, 2nd inc as 3rd st in A.1, 3rd inc as 1st st in A.1 and so on. Happy knitting!

06.11.2019 - 16:40

country flag Chantal Martineau wrote:

Peux-t-on faire ce modèle avec la laine karisma seulement?

23.08.2019 - 02:53

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Martineau, il vous faut ici utiliser les 2 fils, Karisma et Kid-Silk, si vous utilisez Karisma uniquement, vous n'aurez pas la bonne tension et donc pas les bonnes mesures. Bon tricot!

23.08.2019 - 09:23

country flag Lydia wrote:

Hallo, kann ich den Pullover auch nur in Karisma stricken¿

17.08.2019 - 11:51

DROPS Design answered:

Liebe Lydia, hier sollen Sie mit beiden Garne = 1 Faden Karisma + 1 Faden Kid-Silk stricken, mit nur Karisma wird die Maschenproben nicht stimmen. Viel Spaß beim stricken!

19.08.2019 - 12:19

country flag Mirjam wrote:

Hallo, was ich nicht ganz verstehe ist das Muster A1. Am Ende der Hinrunde bleiben 2 Maschen übrig die eine wird rechts gestrickt die andere ist die Randmasche. Wie wird die die Rechte dann in der Rückrunde gestrickt? Danke für die Antwort Liebe Grüße

16.05.2019 - 17:43

DROPS Design answered:

Liebe Mirjam, am Ende der Hinreihe stricken Sie die vorletzte Masche wie die 1. Masche in A.1, und enden Sie mit der Randmaschen - so wird das Muster symetrisch. Bein Rückreihen stricken Sie die 1. Masche A.1 (= links bei Rückreihen), dann lesen Sie A.1 links nach rechts (= 2 M rechts, 1 M li). Viel Spaß beim stricken!

17.05.2019 - 08:56

country flag Julie K wrote:

Hi I am having problems with the A.1 pattern I did as you suggested to a previous person “ KPK on right side and KKP on wrong side but the knit line isn’t lining up. I’ve tried everything I’m desperate. Please help

29.03.2019 - 06:41

DROPS Design answered:

Dear Julie K, from RS you are working A.1 (= K,P,K) and finishing with the first stitch in A.1 (= K) - from WS, you will work the first st in A.1 (= P on row 2), then work the sts in A.1 rerading from the left towards the right = K,K,P. this explains here how to read a diagram. Happy knitting!

01.04.2019 - 10:14

country flag Mijo Pappas wrote:

Let me clarify my question. 1. When I do my gauge swatch, am I doing it in rib or stockinette? 2. After I do my gauge swatch holding the two yarns together, whether in stockinette or rib, how many stitches per inch and rows per inch should I achieve? Thank you in advance! Looking forward to your answer. Cheers, Mijo Pappas

30.01.2019 - 18:20

DROPS Design answered:

Dear Mrs Pappas, you should have 18 sts x 24 rows in pattern (see diagram A.1) with 1 strand of each yarn = 4'' x 4'' with larger needles (= size 5.5 mm) and 20 sts x 26 rows in stockinette st with 1 strand of each yarn = 4'' x 4'' with smaller needles (= size 4,5 mm). Happy knitting!

31.01.2019 - 07:53