DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 2.99 € /50g
DROPS Delight
DROPS Delight
75% wol, 25% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Moorland Jumper

Gebreide trui voor heren met ingezette mouwen van DROPS Fabel en DROPS Delight. Maat S-XXXL.

DROPS 174-9
DROPS design: Model nr. de-165
Garengroep A en A of C
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS FABEL van Garnstudio
300-300-300-350-350-350 gr, kleur nr. 905, zout en peper
En gebruik:
DROPS DELIGHT van Garnstudio
350-350-350-400-400-400 gr. kleur nr. 01, grijs

DROPS RONDBREINLD EN BREINLD ZONDER KNOP (80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst met 1 draad van elk garen = 10 x 10 cm (= 2 draden).
DROPS RONDBREINLD EN BREINLD ZONDER KNOP (40 en 80 cm) 4,5 mm voor de boordsteek - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 18 st x 23 nld in tricotst met 1 draad van elke garen = 10 x 10 cm (= 2 draden).
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 2.99 € /50g
DROPS Delight
DROPS Delight
75% wol, 25% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

TIP VOOR HET MINDEREN (gelijkmatig verdeeld):
Zo berekent u hoe u gelijkmatig kunt minderen: neem het totale aantal st op de nld (bijv. 210 st) en deel dit door het aantal te minderen st (bijv. 40) = 5,3. Dus brei in dit voorbeeld ongeveer elke 4e en 5e st samen.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voorpand en achterpand):
Meerder 1 st door 1 omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid av om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN (mouwen):
Meerder aan elke kant van de markeerder als volgt: brei tot er 4 st over zijn voor de markeerder, 1 omsl, brei 8 st (markeerder staat tussen deze st), 1 omsl. Brei op de volgende nld de omsl gedraaid r om gaatjes te voorkomen.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Brei in de rondte op de rondbreinld tot de armsgaten en eindig dan voorpand en achterpand apart. De nld begint middenachter.

LIJF:
Zet 204-216-234-252-276-300 st op met 1 draad Fabel en 1 draad Delight (= 2 draden) op rondbreinld 4,5 mm. Brei 1 nld recht, brei dan 5 cm in boordsteek = 3 r/3 av. Brei 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 40-40-42-44-52-56 st gelijkmatig - LEES TIP VOOR HET MINDEREN (gelijkmatig verdeeld) = 164-176-192-208-224-244 st. Ga verder met rondbreinld 5 mm en in de rondte in tricotst. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei tot een hoogte van 42-43-44-45-46-47 cm, plaats dan 2 markeerders in het werk; de eerste markeerder aan na 41-44-48-52-56-61 st en de tweede markeerder na 123-132-144-156-168-183 st. Splits nu het werk bij de markeerders en brei elk deel apart verder.

ACHTERPAND:
Brei heen en weer.
= 82-88-96-104-112-122 st.
Brei in de volgende nld aan de goede kant als volgt: zet 1 kant st op (wordt in ribbelst gebreid tot het werk klaar is), * 1 r, 1 av *, herhaal van *-* in totaal 3-3-3-3-4-4 keer, 1 r (= 7-7-7-7-9-9 st in boordsteek), brei in tricotst tot er 7-7-7-7-9-9 st over zijn, herhaal van *-* in totaal 3-3-3-3-4-4 keer, 1 r (= 7-7-7-7-9-9 st in boordsteek), zet 1 kant st op (wordt in ribbelst gebreid tot het werk klaar is) = 84-90-98-106-114-124 st. Meerder in de volgende nld aan de goede kant 1 st aan elke kant van het deel in tricotst - Lees TIP VOOR HET MEERDEREN (voorpand en achterpand). Meerder zo elke 3e-4e-5e-7e-9e-12e nld 10-9-7-6-5-4 keer in totaal = 104-108-112-118-124-132 st. Brei de nieuwe st in tricotst. Ga verder in tricotst en boordsteek tot het werk 58-60-62-64-66-68 cm meet, kant dan de middelste 28-30-32-34-36-36 st af voor de hals en eindig elke schouder apart. Kant 2 st af in de volgende nld langs de hals = 36-37-38-40-42-46 st over op elke schouder. Kant losjes alle st af bij een hoogte van 60-62-64-66-68-70 cm.

VOORPAND:
Brei als het achterpand. Brei tot een hoogte van 52-54-55-57-58-60 cm, zet dan de middelste 16-18-18-18-20-20 st op een hulpdraad voor de hals en eindig elke schouder apart. Kant dan st af elke nld langs de hals als volgt: 1 keer 4 st, 2 keer 2 st en 0-0-1-2-2-2 keer 1 st = 36-37-38-40-42-46 st over op elke schouder. Kant losjes af bij een hoogte van 60-62-64-66-68-70 cm.

MOUWEN:
Worden in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 48-48-54-54-54-60 st op met 1 draad Fabel en 1 draad Delight (= 2 draden) met breinld zonder knop 4,5 mm. Brei 1 nld recht, brei dan boordsteek = 3 r/3 av. Ga verder in boordsteek tot het werk 7 cm meet. Minder op de volgende nld 8-6-10-8-8-12 st gelijkmatig = 40-42-44-46-46-48 st. Ga verder met breinld zonder knop 5 mm. Brei dan in tricotst. Brei tot een hoogte van 8-8-8-8-11-11 cm, plaats dan een markeerder aan het begin van de nld (= midden onder de mouw). Neem de markeerder gaandeweg mee in de hoogte. Meerder op de volgende nld 1 st aan elke kant van de markeerder midden onder de mouw - Lees TIP VOOR HET MEERDEREN (mouwen)! Meerder zo ongeveer elke 10e-9e-9e-8e-6e-5e nld 10-11-11-12-14-16 keer in totaal = 60-64-66-70-74-80 st. Ga verder tot een totale hoogte van 52-52-51-51-50-49 cm (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders). Kant dan losjes alle st af. Brei nog een mouw.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden dicht. Naai de mouwen in de trui naast de kant st.

HALSRAND:
Neem aan de goede kant met rondbreinld 4,5 mm ongeveer 96-114 st op (incl. st van hulpdraad middenvoor) met 1 draad Fabel en 1 draad Delight (= 2 draden). Brei boordsteek * 3 r, 3 av * in de rondte tot de boordsteek 3 cm meet. Kant losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht. Hecht af.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 174-9

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (69)

country flag Paola wrote:

Anyone available to help me with my question?

25.09.2020 - 06:36

country flag Paola wrote:

Taglia XL, dietro: al primo aumento dopo la maglia vivagno fare * 1 m dir, 1 m rov *, ripetere da *-* per un totale di 3-3-3-3-4-4 volte....queste maglie le lavoro a coste fino in alto alle spalle? Finiti gli aumenti, Lavorare le nuove m a maglia rasata. Proseguire a maglia rasata e a coste ....cosa intendete per le nuove maglie? Le maglie di vivagno che abbiamo aggiunto per gli aumenti?

24.09.2020 - 01:45

DROPS Design answered:

Buongiorno Paola, le maglie di vivagno si lavorano a maglia legaccio per tutto il lavoro. Gli aumenti da lavorare poi a maglia rasata sono quelli che iniziano dopo l'avvio delle maglie di vivagno. Buon lavoro!

25.09.2020 - 09:00

country flag Eka wrote:

Hai i'm newbie, i make size XL FRONT PIECE: Work as on back piece. When piece measures 52-54-55-57-58-60 cm / 20½"-21 1/4"-21½"-22½"-22 3/4"-23½". how many stitches total?

08.09.2020 - 05:36

DROPS Design answered:

Dear Eka, you will work front piece as on back piece until piece measures 57 cm, this means you work the 104 sts after dividing piece as you did on back piece increasing the same way as you did on back piece. When front piece measures 55 cm, slip the middle 18 sts on a thread for neck and finish each shoulder separately. Happy knitting!

08.09.2020 - 10:36

country flag Frinkata wrote:

I'm confused again, On next row from RS, inc 1 st in each side of section with stockinette st - Read INCREASE TIP (front and back piece). Inc like this every 3rd-4th-5th-7th-9th-12th row 10-9-7-6-5-4 times in total = 104-108-112-118-124-132 sts. Work the new sts in stockinette st. can you describe the details one by one ? Thank you

07.09.2020 - 17:55

DROPS Design answered:

Hi Frinkata, You have a section of stocking stitch and you increase 1 stitch just before and just after this section. The increased stitches are then worked in stocking stitch, so the next increase will be before and after the new stitches (so the stocking stitch section increases in width each time). Happy knitting!

08.09.2020 - 07:15

country flag Frinkata wrote:

I'm confused about this Cast on 1 edge st (worked in garter st until finished measurements), * K 1, P 1 *, repeat from *-* a total of 3-3-3-3-4-4 times, K 1 (= 7-7-7-7-9-9 sts in rib), work in stockinette st until 7-7-7-7-9-9 sts remain, repeat from *-* a total of 3-3-3-3-4-4 times, K 1 (= 7-7-7-7-9-9 sts in rib), cast on 1 edge st (worked in garter st until finished measurements) = 84-90-98-106-114-124 sts. Can you describe the details one by one so that it becomes 106 ? Thank you

07.09.2020 - 15:09

DROPS Design answered:

Dear Frinkata, work as follows: Cast on 1 edge st, * K 1, P 1 *, repeat from *-* a total of 3 times (= over the next 6 sts), K 1 (= 7 sts in rib), work in stocking st until 7 sts remain (90 sts), * K 1, P 1 *, repeat from *-* a total of 3 times (= over the next 6 sts), K 1 (= 7 sts in rib), cast on 1 edge st = 1+ 7+ 90+ 7+1= 106 sts. Happy knitting!

07.09.2020 - 15:27

country flag GASPARETTO wrote:

Comment puis je monter les manches sur ce modèle pour que les coutures soient peu visibles? Le corps doit il être à l’envers et les manches à l’endroit et les deux à l,endroit. Un tuto est il disponible?

01.09.2020 - 13:06

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gasparetto, le pull se tricote en jersey endroit, le côté endroit du jersey du devant, du dos et des manches sera donc sur l'extérieur - vous trouverez ici comment faire les coutures. Bon tricot!

01.09.2020 - 13:24

country flag Petronelle wrote:

Jeg skal til at strikke skuldrene, skal der strikkes en kantmaske i retstrik ind mod halsen, eller skal det være i glatstrik?

24.08.2020 - 16:43

DROPS Design answered:

Hej Petronelle, ja kantmasken kan du strikke i glatstrik eller i retstrik, det er den du samler masker op i til halskant bagefter. God fornøjelse!

27.08.2020 - 14:37

country flag Robin Preston wrote:

174-9 Moorland jumper my question is, do you have instructions for doing the set in sleeve which is on the Main Picture. i have read the instructions and it only has a dropped sleeve. i am making this for my a gift for a friend as he said he likes the picture. i wouldnt want him to have any dissapointment about having the dropped shoulder instead of the inset sleeve. many thanks for your time Robin

15.07.2020 - 12:47

DROPS Design answered:

Dear Mrs Preston, the pattern for sleeve is the one used for the sleeves on the picture. Happy knitting!

15.07.2020 - 14:25

country flag Gabriele Schuldt wrote:

Ich würde gerne einen Herrenpullover in Gr 52 mit Ihrer Wolle Fabel auf Nadelstärke 3 stricken. Haben Sie hierfür eine Strickanleitung? Kann ich auf Ihrer Internetseite Strickanleitungen nach der Nadelstärke aussuchen. Wenn ja, wo finde ich diese Möglichkeit.

07.07.2020 - 21:19

DROPS Design answered:

Liebe Frau Schuldt, hier finden Sie die Pullover für Herren mit Garngruppe A gestrickt - die mit 23 M unter dem Foto sind die jenigen, die nur mit 1 Faden gestrickt sind. Gerne benutzen Sie unseren Garnumrechner, um die neue Menge in Fabel kalkulieren zu lassen. Viel Spaß beim stricken!

08.07.2020 - 08:05

country flag Lacie wrote:

At the transition from circular knitting on the body to the front/back separation, you knit 41 sts, place marker, knit 82 more sts, place marker, and then to do you NOT finish the row with another 41 sts? But turn and start on the back piece - on the WS? Purl a full row on the back piece (82 sts) then turn to RS and start with the cast on etc? Or how do you start on the upper back piece from the RS - new yarn?

28.04.2020 - 02:01

DROPS Design answered:

Dear Lacie, the rounds are on the middle of back piece, this means you count from beg of round to the next 41 sts = you have worked mid back, insert a marker, count 82 sts = the marker will be after the 123rd stitch, and there are now 41 sts to the beg of the round. Happy knitting!

28.04.2020 - 10:32