DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 33.75€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Stonehenge Cardigan

Gebreid DROPS vest met splitten, raglan en pas met de verkeerde kant buiten, wordt van boven naar beneden gebreid van ”Cotton Merino”. Maat: S - XXXL.

DROPS Extra 0-1311
DROPS design: Model nr. cm-054
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS COTTON MERINO van Garnstudio
350-400-450-500-500-550 gr. kleur nr. 18, medium grijs
100-150-150-150-150-200 gr. kleur nr. 20, lichtgrijs

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 4,5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 20 st x 26 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 3,5 mm - voor de ribbelst.
DROPS PARELMOERKNOOP GEBOGEN (wit), NR. 521: 7-7-8-8-8-8 stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 33.75€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 nld. * brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*.

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

RAGLAN:
LET OP: alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant.
Als u av breit, brei dan de omsl r in de volgende nld (= aan de verkeerde kant) zodat er gaatjes ontstaan.
Als u in tricotst breit, brei de omsl dan av in de volgende nld (= aan de verkeerde kant) zodat er gaatjes ontstaan.
Meerder 1 st na/voor de markeerder als volgt:
Na de markeerder: 1 av, 1 omsl (= 1 st gemeerderd).
Voor de markeerder: begin 1 st voor de markeerder, 1 omsl (= 1 st gemeerderd), 1 av.
Meerder 2 st na/voor de markeerder als volgt:
Na de markeerder: 1 av, 1 omsl (= 1 st gemeerderd), 2 av in volgende st (= 1 st gemeerderd)
Voor de markeerder: begin 2 st voor de markeerder, 2 av in volgende st (= 1 st gemeerderd), 1 omsl, (= 1 st gemeerderd), 1 av.
Als u meerdert om de nld aan de goede kant, maak dan nog steeds gaatjes elke nld, maar zonder te meerderen, dus brei als volgt:
Na de markeerder: 1 av, 1 omsl, 1 av afh, 1 av, afgeh st overh
Voor de markeerder: begin 3 st voor de markeerder, 2 av samen, 1 omsl (= 1 st meerder), 1 av.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor het meerderen aan de zijkanten van het lijf):
Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant.
Begin 1 st voor de markeerder, 1 omsl, 2 r (markeerder staat in het midden tussen deze 2 st), 1 omsl (= 2 st gemeerderd). Brei op de volgende nld de omsl gedraaid av om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder midden onder de mouw als volgt: begin 3 st voor de markeerder en 2 r samen, 2 r (markeerder staat tussen deze 2 st), 1 r afh, 1 r, afgeh st overh (= 2 st geminderd).

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechtervoorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Brei aan de goede kant als er 3 st over zijn op de nld als volgt: maak 1 omsl, brei de volgende 2 st r samen, brei de laatste st recht. Brei op de volgende nld de omsl r zodat een gaatje ontstaat.
Maak het eerste knoopsgat bij een hoogte van ongeveer 2 cm. Maak de volgende 6-6-7-7-7-7 knoopsgaten met ongeveer 9-9-8-8-9-9 cm tussen elk volgende knoopsgat.
----------------------------------------------------------

VEST:
Wordt heen en weer gebreid, van boven naar beneden. Brei eerst in averechte tricotst en brei dan in tricotst met de goede kant buiten.

PAS:
Zet 114-118-122-128-132-138 st op met rondbreinld 3,5 mm en medium grijs. Brei 3 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven - heen en weer. Ga verder met lichtgrijs en rondbreinld 4,5 mm en brei 1 nld recht aan de goede kant en meerder 20-20-24-22-22-24 st gelijkmatig = 134-138-146-150-154-162 st. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en plaats 4 markeerders in het werk als volgt:
Brei 30-31-33-32-33-35 st (= voorpand), plaats een markeerder, brei de volgende 12-12-12-16-16-16 st (= mouw), plaats een markeerder, brei de volgende 50-52-56-54-56-60 st (= achterpand), plaats een markeerder, brei de volgende 12-12-12-16-16-16 st (= mouw), plaats een markeerder, brei de overgebleven 30-31-33-32-33-35 st (= voorpand).

LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
Ga verder in averechte tricotst (1e nld = av aan de goede kant) met 5 voorbies st in ribbelst aan elke kant van het werk, begin TEGELIJKERTIJD in de volgende nld met meerderen voor de RAGLAN - zie uitleg boven. LET OP: meerder verschillend op mouwen en lijf - LEES RAGLAN. DENK OM DE KNOOPSGATEN!
Meerder als volgt:
LIJF:
Meerder 1 st na/voor de markeerder elke nld aan de goede kant 8-12-12-23-28-32 keer in totaal, meerder dan 1 st na/voor de markeerder om de nld aan de goede kant 7-6-7-2-1-0 keer in totaal.
MOUWEN:
Meerder 2 st na/voor de markeerder elke nld aan de goede kant 2-4-5-4-2-1 keer in totaal, meerder dan 1 st na/voor de markeerder elke nld aan de goede kant 16-16-17-19-24-27 keer in totaal en tot slot 1 st na/voor de markeerder om de nld aan de goede kant 2 keer in totaal voor alle maten.
Ga TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 19-21-21-22-23-23 cm (vanaf de opzetrand) verder met medium grijs en in tricotst - LET OP: brei de 2 st (dus 1 st aan elke kant van elke markeerder) verder met av (gezien aan de goede kant), brei de rest van de st (en de omsl) recht (gezien aan de goede kant). DENK OM DE STEKENVERHOUDING

Na alle meerderen staan er 282-314-338-366-390-414 st op de nld. Het werk meet ongeveer. 22-24-25-27-29-31 cm vanaf de schouder (19-21-22-23-25-27 cm vanaf de opzetrand en naar beneden langs de voorbies).
Brei nu als volgt:

Brei de eerste 45-49-52-57-62-67 st (= voorpand), zet de volgende 56-64-70-74-76-78 st op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10-10-12-14 nieuwe st op onder de mouw (plaats een markeerder in het midden tussen deze nieuwe st), brei de volgende 80-88-94-104-114-124 st (= achterpand), zet de volgende 56-64-70-74-76-78 st op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10-10-12-14 nieuwe st op onder de mouw (plaats een markeerder in het midden tussen deze nieuwe st), brei de overgebleven 45-49-52-57-62-67 st (= voorpand).
MEET NU HET WERK VANAF HIER!

LIJF:
= 186-202-218-238-262-286 st.
Brei in tricotst heen en weer met de voorbies st in ribbelst. Brei tot een hoogte van 2 cm voor alle maten, meerder aan elke kant van de markeerders aan elke zijkant - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 st gemeerderd). Meerder zo elke 2½-2½-3-3-3-3½ cm in totaal 7 keer voor alle maten = 214-230-246-266-290-314 st. Brei tot een hoogte van 32-32-33-34-34-34 cm, brei dan als volgt (aan de goede kant):

Brei de eerste 56-60-64-69-75-81 st (= linkervoorpand) en zet ze op een hulpdraad, brei de volgende 102-110-118-128-140-152 st (= achterpand) en zet ze op een hulpdraad, brei de overgebleven 56-60-64-69-75-81 st (= rechtervoorpand).

RECHTERVOORPAND:
= 56-60-64-69-75-81 st.
Brei de volgende nld als volgt aan de verkeerde kant: 5 st in RIBBELST - zie uitleg boven, tricotst tot er 5 st over zijn, brei 5 st in ribbelst. Ga verder en brei zo tot het werk 43-43-44-45-45-45 cm meet. Ga verder met lichtgrijs en rondbreinld 3,5 mm, brei 3 ribbels, kant alle st af. Het werk meet 67-69-71-73-75-77 cm in totaal vanaf de schouder.

LINKERVOORPAND:
Brei als het rechtervoorpand.

ACHTERPAND:
= 102-110-118-128-140-152 st.
Brei nu heen en weer op de rondbreinld. Brei de volgende nld als volgt aan de verkeerde kant: 5 st in RIBBELST - zie uitleg boven, tricotst tot er 5 st over zijn, brei 5 st in ribbelst. Ga zo verder tot het werk 43-43-44-45-45-45 cm meet. Ga verder met lichtgrijs en rondbreinld 3,5 mm, brei 3 ribbels, kant alle st af. Het werk meet 67-69-71-73-75-77 cm in totaal vanaf schouder.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid.
Zet de st van de hulpdraad aan een kant terug op rondbreinld/ breinld zonder knop 4,5 mm en zet nog 8-8-10-10-12-14 nieuwe st op onder de mouw = 64-72-80-84-88-92 st. Plaats 1 markeerder in het midden tussen de nieuwe st onder de mouw – MEET NU HET WERK VANAF HIER. Brei in tricotst in de rondte op de rondbreinld/breinld zonder knop. Brei tot een hoogte van 2 cm, minder dan 1 st aan elke kant van de markeerder - LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen elke 2½-2-1½-1½-1½-1 cm 13-16-19-20-21-22 keer in totaal = 38-40-42-44-46-48 st. Brei tot een hoogte van 39-38-37-36-35-33 cm (LET OP: minder cm voor de grotere maten, want deze hebben een langere pas), ga verder met lichtgrijs en breinld zonder knop 3,5 mm, brei 3 ribbels en kant alle st af. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht. Naai de knopen aan op de linkerbies.

Telpatroon

symbols = breirichting
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Extra 0-1311

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (4)

country flag Donna wrote:

What is the bust size for this pattern?

26.06.2020 - 20:18

DROPS Design answered:

Dear Donna, you will find all finished measurements in cm in the measurement chart - read more about chart here and convert into cm here. Happy knitting!

29.06.2020 - 07:28

country flag Oregonborn wrote:

What are the bust size for this patten

26.06.2020 - 20:16

DROPS Design answered:

Dear Mrs Oregonborn, you will find all finished measurements in cm in the measurement chart - read more about chart here and convert into cm here. Happy knitting!

29.06.2020 - 07:34

country flag Kitty wrote:

Me again, I just watched your video and now understand that it's all the RAGLAN increase - makes perfect sense, although I guess I'm starting on the next Purl row to start the increases? Thanks

24.05.2019 - 21:10

DROPS Design answered:

Dear Kitty, right, you will start raglan increases on first row from RS = first row worked purl from WS. Happy knitting!

27.05.2019 - 13:23

country flag Kitty wrote:

Hi there, I'm just about to start this project but already getting a little confused? In the 'READ ALL' section it says...... on the next row begin incr for RAGLAN - this would be the WS? A few rows down it talks about BODY then SLEEVES - is this bit actually the RAGLAN instructions and you use the RAGLAN increase for all of this even though it says SLEEVES and BODY? I'm new to knitting and am finding this a bit confusing. Thanks

24.05.2019 - 19:41

DROPS Design answered:

Dear Kitty, this sweater is a top down cardigan, knitted in one piece, so when youincrease for raglan, you knit the body and the sleeves at the same time., however the rate you are increasing is different, that is why body and sleeves are mentioned. I hope this helps. Happy Knitting!

25.05.2019 - 10:13