DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 17.52€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 171-56
DROPS design: Model nr. X-417
Garengroep C of A en A
----------------------------------------------------------
MUTS:
Maat: S/M – M/L
Materiaal:
DROPS ALASKA van Garnstudio
100-100 gr. kleur nr. 40, oudroze

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (40 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (40 cm) 4,5 mm voor de boordsteek - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 18 st x 23 nld in tricotst = 10 x 10 cm.

WANTEN:
Maat: S/M - L
Materiaal:
DROPS ALASKA van Garnstudio
100-100 gr. kleur nr. 40, oudroze

DROPS BREINLD ZONDER KNOP 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 19 st x 25 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP 3,5 mm – voor de boordsteek

HALSWARMER:
Maat: één maat
Omtrek aan de onderkant: 85 cm
Omtrek aan de bovenkant: 65 cm
Hoogte: 34 cm

Materiaal:
DROPS ALASKA van Garnstudio
200 gr. kleur nr. 40, oudroze

DROPS RONDBREINLD 5 mm (60 cm) - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD 4,5 mm (60 cm) - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 18 st x 23 nld in tricotst = 10 x 10 cm - voor de boordsteek.

----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 17.52€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.7.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de wanten):
Meerder 1 st door 1 omsl te maken, brei in de volgende nld de omsl gedraaid r om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (voor de wanten):
Minder als volgt voor de eerste markeerder:
Begin 2 st voor de markeerder, 2 r st samen.
Minder als volgt na de markeerder:
1 r afh, 1 r, afgeh st overh

TIP VOOR HET MINDEREN-2 (voor de halswarmer):
Minder aan het begin van het deel in tricotst als volgt: 1 r afh, brei volgende st, afgeh st overh.
Minder aan het einde van het deel in tricotst als volgt: brei tot er 2 st in tricotst over zijn, 2 r samen.

----------------------------------------------------------

MUTS:
Zet 83-95 st op met rondbreinld 4,5 mm en Alaska. Brei 1 nld recht, brei dan als volgt: A.1 (= 17 st), * 2 r, 2 av *, herhaal van *-* over de volgende 64-76 st, eindig met 2 r. Ga zo verder tot het werk 4 cm meet. Ga verder met rondbreinld 5 mm. Brei dan A.2 over st in A.1 (= 17 st), en brei in tricotst over de overgebleven 66-78 st. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei tot een hoogte van 15-16 cm, plaats dan 6 markeerders in het werk als volgt: plaats de eerste markeerder in de eerste st in tricotst na A.2, plaats dan de volgende 5 markeerders met 10-12 st ertussen (= 10-12 st na de laatste markeerder). Ga verder in tricotst en A.2, minder TEGELIJKERTIJD 1 st na elke markeerder (brei st met markeerder r samen met volgende st), minder om de nld 2 keer (= 71-83 st), brei dan A.3 over st in A.2 (pas zo aan dat het na een hele herhaling van A.2 is) en ga verder met minderen in tricotst om de nld nog 6 keer, minder in A.3 tot A.3 klaar is = 27-39 st over op de nld. Brei alle st 2 aan 2 r samen, knip de draad af, haal deze doobrei de overgebleven st r en trek de draad aan. Zet de draad vast. Het werk meet ongeveer 23-24 cm.
----------------------------------------------------------

WANTEN:

LINKERWANT:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 43-47 st op met breinld zonder knop 3,5 mm en Alaska en brei 1 nld recht. Brei dan als volgt: 1-2 r, A.1 (= 17 st), * 2 r, 2 av *, herhaal van *-* over de volgende 24-28 st, eindig met 1-0 r. Brei tot een hoogte van 4 cm, ga dan verder met breinld zonder knop 4 mm. Ga verder als volgt: 1-2 r, A.1, brei de overgebleven st r en minder TEGELIJKERTIJD 7 st over deze st = 36-40 st.

Brei dan als volgt: 1-2 r, A.2 (= 17 st), brei de overgebleven st r. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei tot een hoogte van 8 cm, meerder 1 st aan elke kant van de 34e-38e st op de nld voor de duim (= 2 st gemeerderd) - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN. Herhaal dit meerderen aan elke kant van de gemeerderde st om de nld in totaal 5 keer = 46-50 st.

Zet nu de 11 duim st op 1 hulpdraad. Brei verder in tricotst en A.2 in de rondte en zet TEGELIJKERTIJD 1 nieuwe st op achter de duim st op de volgende nld = 36-40 st. Ga verder in tricotst en A.2 in de rondte tot het werk 21-22 cm meet. Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld en 1 markeerder na 19-21 st. Ga verder met A.3 boven A.2, minder TEGELIJKERTIJD 1 st voor eerste markeerder en 1 st na de tweede markeerder - LEES TIP VOOR HET MINDEREN-1 (= 2 st geminderd). Herhaal dit minderen om de nld nog 6 keer = 14-18 st over op de nld. Brei alle st 2 aan 2 samen. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast.

DUIM:
Zet de 11 duim st terug op breinld zonder knop 4 mm. Neem dan nog 4-5 st op achter de duim = 15-16 st. Brei in tricotst tot de duim ongeveer 4½-5 cm meet (pas de want aan, er is nog ongeveer ½ cm te breien tot het werk klaar is). Brei 2 nld recht en brei TEGELIJKERTIJD alle st 2 aan 2 r samen op beide nld. Knip de draad af en haal deze de de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast.

RECHTERWANT:
Zet op en brei als de linker maar meerder voor de duim aan elke kant van de 21e-23e st.

----------------------------------------------------------

HALSWARMER:
Zet 150 st op met rondbreinld 4,5 mm en Alaska. Brei 1 nld recht, brei dan als volgt: * A.1 (= 17 st), A.4 (= 13 st) *, herhaal van *-* 5 keer in totaal. Brei tot een hoogte van 4 cm, ga verder met rondbreinld 5 mm en brei als volgt: * A.2 (= 17 st), tricotst over de volgende 13 st *, herhaal van *-* 5 keer in totaal. Ga zo verder in patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING. Brei tot een hoogte van 6 cm, minder 1 st aan begin van elk deel in tricotst - LEES TIP VOOR HET MINDEREN-2 = 145 st. Minder afwisselend aan het begin en einde van de delen in tricotst elke 6 cm 4 keer in totaal = 130 st. Brei tot een hoogte van 26 cm, ga verder met A.5 boven alle herhalingen van A.2 en brei de overgebleven st in tricotst. Brei A.5 1 keer in de hoogte (het werk meet ongeveer 30 cm en er zijn 110 st op de nld). Ga verder met rondbreinld 4,5 mm en ga verder als volgt: * A.6 (= 13 st), A.7 (= 9 st) *, herhaal van *-* 5 keer in totaal. Brei 4 cm in A.6 en A.7 en kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht – het werk meet 34 cm.

Telpatroon

symbols = r
symbols = av
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 4 r samen
symbols = 4 gedraaid r samen
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 171-56

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (23)

country flag Dorte Christensen wrote:

Opskriften til hals kan jeg godt følge at jeg skal tage ind hver 6 cm. Skiftevis først og sidst på glatstrikning. Så jeg til sidst ender på 130 masker når arbejdet måler 24 cm. Men når arbejdet måler 30 cm, så er der pludselig kun 110 masker hvor og hvordan tager jeg 20 masker ind på de 6 cm

07.01.2022 - 20:16

DROPS Design answered:

Hej Dorte, når arbejdet måler 26 cm strikkes A.5, du tager ind ifølge 3. og 7.p i A.5. God fornøjelse!

17.01.2022 - 09:16

country flag Cinzia wrote:

Mille grazie per il favoloso supporto !

25.11.2019 - 13:12

country flag Cinzia wrote:

E di nuovo Buongiorno ! Forse ci sono arrivata da sola,dopo una attenta lettura più volte ,ho capito che bisogna specificare nelle spiegazioni che lo schema A2 va lavorato fino ad un'altezza di 15-16 cm è da lì che iniziano le diminuzioni! giusto? Io ho rifatto il lavoro! Speriamo sia giusto😉

24.11.2019 - 06:22

DROPS Design answered:

Buongiorno Cinzia. Sì è corretto. Lavora il diagramma A.2 fino a 15-16 cm, poi diminuisce come indicato. Quando ha 71-83 m, verifica di aver lavorato tutte e quattro le righe di A2; lavora poi il diagramma A3 continuando a diminuire ogni 2 giri per 6 volte. Buon lavoro!

25.11.2019 - 09:23

country flag Cinzia wrote:

Buongiorno eccomi di nuovo! Non sono chiare le spiegazioni Sono ferma! ho lavorato tutto lo schema 3 senza diminuire, a detta delle spiegazioni bisogna diminuire a 15-16 cm dal lavoro. ( io sono a 9cm finito lo schema A3 Ma poi dice diminuire dallo schema A2 (non capisco) inoltre che sequenza seguire sugli schemi? quante volte va lavorato lo schema A2 ? Grazie infinite siete gentilissimi

23.11.2019 - 02:05

country flag Cinzia wrote:

Grazie mille per la Vostra cortese risposta,ma ho un'altra domanda,(sono alle prime armi scusate) come si fa una maglia gettata tra due maglie? Sono arrivata allo schema A2 non riesco a capire dal video tutorial mi sembra quasi una maglia al rovescio Grazie infinite per la pazienza !

21.11.2019 - 19:41

DROPS Design answered:

Buongiorno Cinzia. Per fare un gettato, deve avvolgere il filo intorno al ferro. Le alleghiamo due video. Il primo spiega come fare un gettato. Il secondo può aiutarla per lavorare il diagramma A.3: anche qui si vede come fare i gettati. Ci riscriva se ancora in difficoltà. Buon lavoro!

22.11.2019 - 08:47

country flag Cinzia Mastromatteo wrote:

Buongiorno non mi è chiara la spiegazione dello schema A1 mi rimane una maglia in più con 95 punti forse lo schema a1 lo devo lavorare solo sulle prime 17 maglie? Grazie

21.11.2019 - 08:03

DROPS Design answered:

Buongiorno Cinzia. Sì, lavora il diagramma A.1 solo sulle prime 17 maglie; lavora le altre maglie a coste 2 m dir / 2 m rov e finisce il giro con 2 m dir. Buon lavoro!

21.11.2019 - 08:22

country flag Anna wrote:

Buongiorno, sto facendo il berretto, seguendo il vostro schema. Al momento delle diminuzioni mi viene fuori una antiestetica riga obliqua (diminuzioni) sul lato anteriore del berretto a sinistra del diagramma n.2. Potreste darmi un suggerimento affinché le diminuzioni in questione abbiano un risultato simmetrico? All'inizio delle spiegazioni mettete come occorrente anche dei ferri a doppia punta, poiché non è chiaro, a che punto dovrei usarli? Grazie molte

24.01.2019 - 16:08

DROPS Design answered:

Buongiorno Anna. Potrebbe provare a mettere il primo e l'ultimo segnapunti a distanza uguale dal motivo centrale (p.es a 5 maglie a destra e a sinistra) e posizionare gli altri segnapunti sulle restanti maglie a intervalli regolari. Potrebbe preferire lavorare con i ferri a doppia punta la parte finale del berretto, quando il numero delle maglie è basso. Buon lavoro!

24.01.2019 - 17:00

country flag Lea wrote:

Für die Fäustlinge habe ich noch keine maschenprobe gemacht, aber sollte ich da auch eine größere Nadel brauchen wovon ich ausgehe muss ich dann fürs Bündchen einfach eine halbe Nr. kleiner nehmen? zb wenn ich für die Fäustlinge ne Nadel 6 ermittel dann fürs Bündchen ne 5,5 nadel nehmen?

12.01.2019 - 15:59

DROPS Design answered:

Liebe Lea, also am besten stricken Sie Ihre Maschenprobe, so sind Sie mit der Nadelgrösse sicher, aber wenn Sie 19 M x 25 Reihe glatt gestrickt mit Nadelgrösse 6 bekommen, dann brauchen Sie wahrscheinlich Nadelgrösse 5,5 für das Bündchen. Viel Spaß beim stricken!

14.01.2019 - 10:13

country flag Lea wrote:

Ich brauche laut probe für die Mütze und den schal die Nadeln 6 und 6,5 ändert sich durch die Größeren Nadeln der Wollverbrauch oder bleibt der für die Mütze bei 100g und für den schal bei 200g?

12.01.2019 - 15:59

country flag Mary wrote:

Ciao..Prima di eseguire il diagramma A.3 bisogna lavorare per intero nuovamente 1 volta il diagramma A.2 e poi proseguire con lo schema A3 e fare le diminuzioni per 6 volte?

16.11.2018 - 03:14

DROPS Design answered:

Buongiorno Mary, deve lavorare 1 volta il diagramma A.2 e poi proseguire con A.3. Buon lavoro!

16.11.2018 - 08:50