DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Sunny Day

Gebreide DROPS trui met V-hals, kantpatroon en splitten aan de zijkanten van ”Paris”. Maat: S - XXXL.

DROPS 170-8
DROPS design: Model nr. w-591
Garengroep C of A en A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS PARIS van Garnstudio
550-650-700-750-850-900 gr. kleur nr. 16, wit

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RECHTE BREINLD 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en BREINLD 4 mm - voor de randen in ribbelst.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

RIBBELST (in de rondte gebreid):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de zijkanten op het lijf, langs de armsgaten en de hals):
Minder naast 2 kant st in ribbelst op het voorpand en achterpand en naast 3 kant st in ribbelst langs de armsgaten en de hals. Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Minder als volgt na 2 of 3 kant st: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.
Minder als volgt voor 2 of 3 kant st: begin 2 st voor kant st en brei 2 r samen.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor midden onder de mouw):
begin 1 st voor de markeerder, maak 1 omsl, 2 r en maak 1 omsl. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Het lijf wordt van onderen naar boven gebreid in twee delen. De mouwen worden in de rondte gebreid.

ACHTERPAND:
Zet 75-85-91-101-111-123 st op met nld 4 mm en Paris. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Plaats 1 markeerder na de eerste 37-42-45-50-55-61 st op de nld (gezien aan de goede kant) = 38-43-46-51-56-62 st op de nld na de markeerder, neem de markeerder in de hoogte mee. Ga verder met nld 5 mm en brei in tricotst met 2 kant st in ribbelst aan elke kant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Minder bij een hoogte van 12 cm 1 st aan elke zijkant - LEES TIP VOOR HET MINDEREN! Herhaal dit minderen elke 8-8-7-7-7-7 cm in totaal 4-4-5-5-5-5 keer aan elke kant = 67-77-81-91-101-113 st. Brei TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 15-16-17-14-15-16 cm in patroon volgens telpatroon A.1 over de middelste st – het patroon begint aan de goede kant na de markeerder in het midden van het werk (zie pijl in telpatroon) – brei de andere st als hiervoor. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, ga dan verder in patroon richting de kant st aan elke kant als hiervoor – pas aan zodat
er ruimte is voor een heel hart of een half hart - zie A.1A en A.1B (brei A.1A aan de rechterkant van het werk en A.1B aan de linkerkant) naast de kant st aan elke kant.

Brei de st die niet in een heel of half hart passen aan de zijkanten in tricotst. Brei bij een hoogte van 40-41-42-43-44-45 cm 2 ribbels over de buitenste 5-7-8-9-10-11 st aan elke kant (brei de andere st als hiervoor). Kant dan de eerste 2-4-5-6-7-8 st af aan het begin van de volgende 2 nld voor de armsgaten.

Ga verder in patroon met 3 kant st in ribbelst aan elke kant (als er geen ruimte is voor een heel of half hart bij de armsgaten, brei de st daar dan in tricotsteek). Minder TEGELIJKERTIJD voor de armsgaten naast de kant st om de nld (dus elke nld aan de goede kant) als volgt: Minder 1-4-4-7-10-14 keer 1 st in totaal – LEES TIP VOOR HET MINDEREN = 61-61-63-65-67-69 st over op nld. Ga verder in patroon met 3 kant st in ribbelst aan elke kant (waar er niet genoeg ruimte is voor een heel of half hart richting de armsgaten breit u deze st in tricotst).

Brei bij een hoogte van 52-54-56-58-60-62 cm 2 ribbels over de middelste 29-29-31-31-33-33 st op de nld (brei de andere st als hiervoor). Kant in de volgende nld aan de goede kant de middelste 23-23-25-25-27-27 st af voor de hals en eindig elke schouder apart. Ga verder als hiervoor met 3 kant st in ribbelst aan elke kant. Minder TEGELIJKERTIJD voor de hals om de nld als volgt: Minder 1 st 3 keer in totaal – LEES TIP VOOR HET MINDEREN = 16-16-16-17-17-18 st over op de schouder. Ga verder tot een totale hoogte van 60-62-64-66-68-70 cm en kant alle st af. Herhaal op de andere schouder.

VOORPAND:
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
Zet op en brei als het achterpand tot het werk 35-37-38-39-40-42 cm meet - LET OP: brei NIET A.1 op het voorpand. Brei nu in patroon volgens telpatroon A.2 over de middelste st – het patroon begint aan de goede kant na de markeerder in het midden van het werk (zie pijl in telpatroon) – brei de andere st als hiervoor.
ARMSGAT: brei TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 40-41-42-43-44-45 cm 2 ribbels over de buitenste 5-7-8-9-10-11 st aan elke kant als op het achterpand (brei de andere st als hiervoor). Minder dan voor de armsgaten aan de zijkanten als op het achterpand.
V-HALS: brei TEGELIJKERTIJD als A.2 een keer in de hoogte is gebreid 2 ribbels over de middelste 9 st middenvoor (brei de andere st als hiervoor). Kant in de volgende nld aan de goede kant na de ribbels de middelste 3 st af voor de hals en brei elk deel apart verder. Ga verder in tricotst en minder voor de armsgaten als hiervoor en minder TEGELIJKERTIJD voor de V-hals om de nld (dus elke nld aan de goede kant) als volgt: minder 13-13-14-14-15-15 keer 1 st in totaal - LEES TIP VOOR HET MINDEREN.
Als alle minderingen voor de armsgaten en de V-hals gedaan zijn, zijn er 16-16-16-17-17-18 st over op de schouder. Ga verder tot een totale hoogte van 60-62-64-66-68-70 cm en kant alle st af. Herhaal op de andere schouder - LET OP: brei eerste nld vanaf middenvoor (= verkeerde kant). Neem als eerste 1 st op in eerste st van de andere kant en brei deze samen met de eerste st op de nld. Dit doet u om een gaatje aan de onderkant te voorkomen.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 32-34-36-38-40-40 st op met breinld zonder knop 4 mm en Paris. Brei 2 ribbels in RIBBELST in de rondte - zie uitleg boven. Ga verder met breinld zonder knop 5 mm en brei in tricotst, plaats 1 markeerder aan het begin van de nld (= midden onder de mouw). Meerder bij een hoogte van 7-6-10-6-6-12 cm 2 st midden onder de mouw - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN. Herhaal dit meerderen elke 3½-3-2½-2½-2-1½ cm 12-14-14-15-17-19 keer in totaal = 56-62-64-68-74-78 st. Brei tot de mouw 48-47-46-43-42-41 cm meet (LET OP: minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders) en kant dan de middelste 4-8-10-12-14-16 st af midden onder de mouw. Eindig de mouwkop heen en weer op de rondbreinld in tricotst en kant TEGELIJKERTIJD af aan het begin van elke nld aan elke kant als volgt: 2-2-3-3-3-3 keer 2 st en 1-1-2-4-7-8 keer 1 st, kant dan 2 st af aan elke kant tot het werk 53-54-54-54-54-54 cm meet, kant dan 3 st af aan begin van de volgende 2 nld en kant dan de overgebleven st af, het werk meet ongeveer 54-55-55-55-55-55 cm. Brei nog een mouw.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen naast de afkantrand. Naai de zijnaden samen – naai met de zijkanten tegen elkaar in de buitenste lusjes van de kant st - begin aan de bovenkant bij het armsgat en naai tot er ongeveer 10 cm over is aan elke kant (= split). Naai de mouwen in de trui – plaats de mouw 1 st van de kant bij de ribbelst langs het armsgat en naai netjes zodat de rand in ribbelst goed te zien is.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = markeerder
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 170-8

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (24)

country flag Marilena wrote:

Il modello non sembra fatto con ferri numero 5 , ma più piccoli

02.05.2022 - 14:12

DROPS Design answered:

Buonasera Marilena, deve lavorare con i ferri che le permettono di ottenere il campione indicato. Buon lavoro!

02.05.2022 - 23:54

country flag Shio wrote:

Hallo liebes drops team ich habe probelme mit den randmaschen bzw mit diesen "2 kraus re beidseitig" wird am anfang und am ende jedesmal die randmasche rechts gestrickt? oder wie muß ich das verstehen? habt ihr dafür evtl auch ein video? wäre für eine antwort sehr dankbar lg shio

23.03.2022 - 23:13

DROPS Design answered:

Liebe Shio, es sind hier 2 Randmaschen kraus rechts, dh so stricken Sie die Hinreichen rechts, und bei den Rückreihen stricken Sie: 2 Maschen rechts, links bis 2 Maschen übrig sind, 2 Maschen rechts, so sind es 2 krausrechte Maschen am Anfang und am Ende der Reihe. Viel Spaß beim stricken!

24.03.2022 - 09:42

country flag Mona wrote:

Hei. Jeg feller på armene. etter at jeg har fellt 10 masker midt under armen stikker jeg frem og tilbake samtidig som jeg skal felle 2 masker 3 ganger. Er det 3 ganger totalt el 3 ganger hver side? altså 6masker el 12 masker ?

04.10.2021 - 21:43

DROPS Design answered:

Hei Mona, Det er 3 ganger i hver side (12 masker). God fornøyelse!

05.10.2021 - 09:05

country flag Bente Madsen wrote:

Hvor mange masker skal der tages op rundt i halskanten og hvor mange pinde ret skal der strikkes

12.12.2019 - 19:41

DROPS Design answered:

Hej Bente, Du strikkede 4 pinde retstrik lige før du lukkede halsmaskerne af, det er dem som er halskanten og der skal ikke strikkes flere masker op til hals. God fornøjelse! :)

16.12.2019 - 15:02

country flag Bente Madsen wrote:

Mønster A1 er der 10 masker imellem mønstrene når man skal strikke 2 og flere ved siden af hinanden Eller er der kun 9 masker.

18.11.2019 - 08:51

DROPS Design answered:

Hej Bente, Ja på 9.pind i A.1 er der 10 masker glatstrik imellem de 2 mønstre. God fornøjelse!

21.11.2019 - 14:48

country flag Karolien wrote:

Hallo, Op het rugpand het onderste 'hart' is het midden dus spreekt voor zich waar te beginnen. De 'harten' erboven...hoe weet ik waar ik moet beginnen? Alvast bedankt voor het antwoord.

18.06.2018 - 20:17

country flag Karolien wrote:

Hallo, Op het rugpand het onderste 'hart' is het midden dus spreekt voor zich waar te beginnen. De 'harten' erboven...hoe weet ik waar ik moet beginnen? Alvast bedankt voor het antwoord.

18.06.2018 - 20:12

DROPS Design answered:

Dag Karolien, Dit kun je uittellen m.b.v. de telpatronen. De harten die erboven komen verschuiven 6 steken naar rechts of links t.o.v. het onderste hart.

19.06.2018 - 14:44

country flag Foiratier Christine wrote:

Bonsoir Je suis arrivée au devant de cet ouvrage. Les explications disent qu'il faut commencer A2 à 35 cm du début, hors la photo montre que le motif est réalisé après les emmanchures et juste avant de diminuer pour l'encolure. Ma question est : à combien de cm faut-il rebellent commencé A2 SVP. Merci pour votre réponse. Cordialement

18.03.2017 - 21:07

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Foiratier, on commence A.2 avant les emmanchures, soit en taille S à 35 cm, puis à 40 cm on tricote 2 côtes mousse sur les 5 m de chaque côté et on forme les emmanchures comme pour le dos. Bon tricot!

20.03.2017 - 09:34

country flag Gio wrote:

Mi scuso ma ho postato inavvertitamente la mia domanda tra i commenti...

04.03.2017 - 03:00

country flag Gio wrote:

Buonasera, non capisco come lavorare il collo a V: nelle spiegazioni si dice di intrecciare le 3 maglie centrali e lavorare ogni parte separatamente ( cioè rimarrebbero i due bordi con 3 maglie legaccio ciascuno visto che le coste a legaccio centrali sono di nove maglie in totale). Ma nel video non si intrecciano maglie centrali e i bordi a legaccio paiono di 4 maglie ( quindi le coste centrali a legaccio dopo A2 sarebbero di 8 maglie?). Grazie infinite

04.03.2017 - 02:57

DROPS Design answered:

Buongiorno Gio. È corretto come trova scritto nel testo: quindi 3 maglie di bordo a legaccio. Il video è valido come esempio generale e serve per mostrare come lavorare la tecnica. Buon lavoro!

04.03.2017 - 13:46