DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 0.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Janis

Gehaakte DROPS trui, wordt in een vierkant gehaakt met trompetmouwen en kantpatroon van ”Paris”. Maat: S - XXXL.

DROPS 170-2
DROPS design: Model nr. w-573
Garengroep C of A en A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS PARIS van Garnstudio
600-650-750-800-900-950 gr. kleur nr. 16, wit

DROPS HAAKNLD 4,5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 16 stokjes x 9 toeren = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 0.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

MAGISCHE CIRKEL:
Voorkom een gaatje in het midden met deze techniek:
Houd het draadeinde in de linkerhand en maak een lus om de linkerwijsvinger (van links naar rechts). Houd de lus vast met de linkerduim en –wijsvinger, steek de haak door de lus, pak de draad op die van de bol afkomt en trek hem door de lus, maak 1 omsl op haak en haal de omsl door de lus op de haak = 1 v, haak dan 8 v om de lus en eindig met 1 hv in eerste v = 9 v. Ga verder in patroon – trek TEGELIJKERTIJD aan het losse draadeinde zodat het gaatje in het midden gesloten wordt.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Vervang de eerste v op de toer door 1 l. Eindig de toer met een hv in eerste l van het begin van de toer.
Vervang het eerste stk op de toer door 3 l. Eindig de toer met een hv in derde l van het begin van de toer.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.4.

VIERDUBBEL STK:
Maak 4 omsl om de haak, steek de haak in het eerste stk op de toer en haal de draad door eerste stk, * 1 omsl om de haak, haal de draad door de volgende 2 lussen op de haak *, herhaal van *-* nog 4 keer = 1 lus op de haak.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 stk door de volgende 2 stk samen te haken als volgt: haak 1 stk maar wacht met de laatste doorhaling (= 2 lussen op haak), haak dan volgend stk maar haal bij de laatste doorhaling de draad door alle 3 lussen op de haak.
----------------------------------------------------------

TRUI:

ACHTERPAND:
Haak het achterpand in een cirkel, dan verder als een vierkant vanuit middenachter. Haak langs een kant van het vierkant verder voor de schouders/hals aan het einde.
Haak een MAGISCHE CIRKEL met haaknld 4,5 mm en Paris – zie uitleg boven = 9 v om cirkel. Haak dan volgens A.1 (haak in de eerste toer van A1, 2 v in elke van de 9 v = 18 v). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! LEES INFORMATIE VOOR HET HAKEN! Als A.1 klaar is, zijn er 120 stk op de toer en meet het werk ongeveer 22 cm in diameter.

Haak dan volgens A.2, haak 4 patroonherhalingen van A.2 rondom de cirkel - begin op de tweede toer van A.2. LET OP: de hv aan het begin van A.2 worden alleen gehaakt aan het begin van de toer.

Als A.2 klaar is, ga dan verder volgens A.3. A.X laat 1 herhaling van A.3 in de breedte zien. Haak A.3, haak in elke hoek 1 dstk en 3 l en 1 dstk, haak 2 patroonherhalingen meer van A.3 tussen elke hoek voor elke volgende toer. Ga verder met A.3 tot het werk 23-25-27-29-33-36 cm meet vanuit het midden (46-50-54-58-66-72 cm in totaal), er zijn nu ongeveer 18-20-22-24-28-30 patroonherhalingen van A.3 langs elke kant van het vierkant. Haak nu het werk heen en weer en minder voor de hals in het midden van de eerste kant van het vierkant. Knip de draad af en sla de middelste 6-6-8-8-10-10 patroonherhalingen (= hals) over op de eerste kant van het vierkant, ga verder met A.3 en meerder in de hoeken tot de toer klaar is, haak niet over de 6-6-8-8-10-10 patroonherhalingen die overgeslagen zijn aan het begin van de toer. Hecht af, het werk meet 25-27-29-31-35-38 cm vanuit het midden (50-54-58-62-70-76 cm in totaal), er zijn ongeveer 7-8-8-9-10-11 patroonherhalingen op elke schouder en ongeveer 20-22-24-26-30-32 patroonherhalingen langs elke van de andere 3 zijkanten. Plaats 1 markeerder aan elke zijkant, 16-17-18-19-20-21 cm naar beneden vanaf de schouder – tot hier worden later de mouwen in de trui gezet.

VOORPAND:
Haak als het achterpand tot het werk 17-19-21-23-27-30 cm meet vanuit het midden (32-36-40-44-52-58 cm in totaal), er zijn nu ongeveer 14-16-18-20-24-26 patroonherhalingen van A.3 langs elke kant van het vierkant. Haak nu het werk verder heen en weer en minder voor de hals in het midden van de eerste kant van het vierkant. Knip de draad af en sla de middelste 2 patroonherhalingen over (= hals) op de eerste kant van het vierkant, ga verder met A.3 en meerder in de hoeken tot de toer klaar is, maar haak niet over de 2 patroonherhalingen die overgeslagen zijn aan het begin van de toer. Keer en haak een toer aan de verkeerde kant. Knip de draad af, sla de eerste 2-2-3-3-4-4 patroonherhalingen over, ga verder met A.3 en meerder in de hoeken, maar keer als er 2-2-3-3-4-4 patroonherhalingen over zijn op de toer – er zijn 6-6-8-8-10-10 patroonherhalingen geminderd middenvoor voor de hals. Ga verder heen en weer met A.3 en meerderen tot het werk 25-27-29-31-35-38 cm meet vanuit het midden (50-54-58-62-70-76 cm in totaal), er zijn nu ongeveer 7-8-8-9-10-11 patroonherhalingen op elke schouder en ongeveer 20-22-24-26-30-32 patroonherhalingen langs elke van de andere 3 zijkanten – pas aan het achterpand aan. Hecht af. Plaats 1 markeerder aan elke zijkant, 16-17-18-19-20-21 cm naar beneden vanaf de schouder – tot hier worden later de mouwen in de trui gezet.

MOUW:
Wordt in de rondte gehaakt, van boven naar beneden. Haak 64-64-69-69-74-74 l en vorm een ring met een hv in eerste l. Haak 3 l (= 1 stk), 1 stk in elke van de volgende 6-6-3-3-0-0 l, sla 1 l over, * haak 1 stk in elke van de volgende 7 l, sla 1 st over*, herhaal van *-* de hele toer = 56-56-60-60-64-64 stk. Denk om de INFORMATIE VOOR HET HAKEN! Haak dan in de rondte en volgens A.3. Minder op de 3e toer in A.3, 8 stk gelijkmatig - LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen elke keer dat de 3e toer in het telpatroon wordt gehaakt, 3 keer in totaal = 32-32-36-36-40-40 stk. Haak A.3 tot het werk 33-32-31-30-27-25 cm meet, eindig na een 2e of 4e toer in A.3. Haak 40-40-40-48-48-48 stk in totaal om de l-lussen. Haak dan volgens A.4 (5-5-5-6-6-6 patroonherhalingen in de breedte, het telpatroon laat 2 patroonherhalingen in de breedte zien), haak de eerste toer als volgt: *haak 1 stk in elke van de eerste 7 stk, 1 l, sla 1 stk over*, herhaal van *-* nog 4-4-4-5-5-5 keer. LET OP: de hv aan het begin van A.4 worden alleen aan het begin van de toer gehaakt. Haak A.4 1 keer in de hoogte. Hecht af. De mouw meet ongeveer 48-47-46-45-42-40 cm. Haak nog een mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de zijnaden samen vanaf de markeerders naar beneden. Naai de mouwen in de trui.

GEDRAAID KOORD:
Knip 2 draden af van 3 meter elk. Draai de draden om elkaar heen tot ze gaan krullen, vouw ze dan dubbel en laat ze om elkaar heen krullen. Leg een knoopje in elk uiteinde.
Rijg de strikband op en neer door de gaatjes langs de hals. Knip 8 draden af van 20 cm elk. Rijg een uiteinde van de 8 draden door een uiteinde van de strikband en vouw de draden dan dubbel. Wikkel een draad om de bovenkant van het kwastje. Maak nog een kwastje aan het andere uiteinde van de strikband.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 17.05.2017
MOUW:......LET OP: de halve vasten aan het begin van A.4 worden alleen aan het begin van de toer gehaakt. Haak A.4 een maal in de hoogte. Haak nu 1 toer met 1 stokje in elk stokje, 3 stokjes om elke lossenlus. Hecht af. De mouw meet ongeveer 48-47-46-45-42-40 cm. Haak een andere mouw op dezelfde manier.
Gewijzigd online: 07.08.2017
Aanpassing op de laatste toer in A.2

Telpatroon

symbols = maak een magische cirkel - zie uitleg in patroon
symbols = l
symbols = hv
symbols = v om l-lus
symbols = v in derde l aan de bovenkant van picot
symbols = hstk om l-lus
symbols = stk in st
symbols = stk om l-lus
symbols = dstk om l-lus
symbols = dstk in st
symbols = driedubbel stk om l-lus

symbols = vierdubbel stk om l-lus- zie uitleg in patroon
symbols = picot: haak 3 l, 3 stk in eerste l
symbols = deze toer is al gehaakt
symbols = haak 2 stk samen
diagram
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 170-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (165)

country flag Belinda wrote:

Bij a2 hoeveel picots moet ik in totaal hebben in de hele ronde. Ik ben nu 2 keer opnieuw begonnen met a2 maar kom steeds bij de laatste toer niet uit.

26.05.2023 - 20:01

DROPS Design answered:

Dag Belinda,

Er staan 10 zwarte bolletjes (=picot) in het telpatroon en omdat je A.2 4 keer haakt, zou je 40 picots moeten hebben.

29.05.2023 - 15:32

country flag Monica Donati wrote:

Salve, ho iniziato il modello DROPS 170-2 . Per lavorare il secondo diagramma A.2 si dice di "iniziare sul 2° giro di A.2". Vorrei sapere perché dal 2° giro ? Grazie

15.10.2022 - 12:04

country flag Susana Gonzalez Prieto wrote:

Hola, que tal , me gustaría saber si hay algún video tutorial que poder seguir del jersey al completo desde el principio, ya que con los gráficos me manejo peor. gracias , un saludo.

12.08.2022 - 12:06

DROPS Design answered:

Hola Susana, todos los vídeos para realizar este patrón se encuentran bajo las instrucciones del patrón y los diagramas. Puedes leer la siguiente lección para enteneder mejor cómo leer los gráficos: https://www.garnstudio.com/pattern.php?id=7411&cid=23

14.08.2022 - 21:43

country flag Rokky wrote:

What did u mean by A2 4 repetition does it’s means I have to work A2 4 time

17.02.2022 - 19:10

DROPS Design answered:

Dear Rokky, correct, you repeat A.2 a total of 4 times in the round. Happy crocheting!

18.02.2022 - 08:26

country flag Agnieszka wrote:

Jak zrobić pikotek w schemacie A2 w trzecim rzędzie? Zaczynam od słupka (trzy oczka łańcuszka jako pierwszy) a później pikotek, czyli... kolejne trzy oczka łańcuszka i słupek w te pierwsze oł, czyli bezpośrednio nad słupkiem?

24.11.2021 - 18:59

DROPS Design answered:

Witaj Agnieszko, zaczynasz od 1 słupka, później wykonujesz 3 oczka łańcuszka i przerabiasz 3 słupki w pierwsze z tych przerobionych 3 oczek łańcuszka (czyli w 3-cie oczko łańcuszka od szydełka). To jest bezpośrednio nad 1-szym słupkiem, dokładnie jak piszesz. Pozdrawiamy!

25.11.2021 - 17:20

country flag Stefanie Baggott wrote:

I watched the video about how to crochet the neck, but why are you starting at the (picot, DC)repeat, instead of (DC, Ch3)repeat? Why are the instructions not clear? How many repetitions of A3 do I do around the circle, for a size L? What do you mean by back and forth? I'm so confused 😕!Please help 😭

24.06.2021 - 17:25

DROPS Design answered:

Dear Mrs Baggott, the video shows how to crochet A.3, reason why it starts with 3 ch as 1st dc then 1 picot. For the neck on back piece, you have to cut the y arn at the end of previous round, and now count the middle 8 A.3 on the first side that will be unworked for neck, start on the left side of these 8 A.3 and crochet along all sides back to this one stopping before these 8 repeats. Turn and continue A.3 back and forth leaving these 8 repeats unworked, continue like this back and forth (= alternately from RS and from WS). Happy crocheting!

25.06.2021 - 07:15

country flag Deb Bell wrote:

Hi Is the pattern for UK crochet stitches or US crochet stitches?

12.11.2020 - 02:12

DROPS Design answered:

Hi Deb, If you use the UK version of the pattern the stitches will be UK. If you use the US version they will be US. You can choose your version by clicking on the language box under the photograph. Happy crocheting!

12.11.2020 - 08:20

country flag Marga Van Dijk wrote:

Ik zou willen weten wat de beste manier is om de panden en de mouwen aan elkaar vast te maken het liefst hakend

02.05.2020 - 19:44

DROPS Design answered:

Dag Marga,

Je kan de delen met de goede kanten tegen elkaar aan leggen en dan vasten door beide lagen(/steken) haken.

07.05.2020 - 10:49

country flag Charlotte wrote:

I've just started the pattern and I'm on my second round of A2 but my corners don't seem to be lining up. Any ideas why that might be? Thank you in advance 😊

25.04.2020 - 17:43

DROPS Design answered:

Dear Charlotte, insert a marker at the beg of each A.2 and check your number of stitches in each A.2 so that each A.2 is matching the diagram - this sounds the best to check your stitches and rows. Happy crocheting!

27.04.2020 - 08:41

country flag Chantelle wrote:

Hi, I am busy with A1, but mine is curling up. Not sure what I am doing wrong. Can I please get some advise? I'm using a 4.5 mm needle and hopefully the right wool.

24.04.2020 - 14:03

DROPS Design answered:

Dear Chantelle, make sure your tension is right, the chains should be as wide as a treble/double crochet, so that the chain-spaces will not make A.1 weavy. You can show your work to your store (even per mail) or/and ask other crocheters' advices in our DROPS Workshop. Happy crocheting!

24.04.2020 - 14:12