DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 1.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 9.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Woodstock

Gebreide DROPS top met kantpatroon en A-lijn, wordt van boven naar beneden gebreid van ”Belle”. Maat: S - XXXL.

DROPS 167-6
DROPS design: Model nr. vs-027
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BELLE van Garnstudio
300-300-350-350-400-450 gr. kleur nr. 11, oudroze

DROPS RONDBREINLD (60 en 80 cm) 4,5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 20 st x 26 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 1.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 9.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 nld. * brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*.

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.4. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN 1:
Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant.
Meerder 1 st door een omsl te maken. Brei op de volgende nld de omsl gedraaid av (dus brei in de achterste lus van de omsl in plaats van de voorste) om gaatjes te voorkomen. LET OP: brei de nieuwe st in tricotst.

TIP VOOR HET MEERDEREN 2:
Brei tot er 1 st overblijft voor de markeerder aan de zijkant, 1 omsl, 2 st in tricotst, 1 omsl. Herhaal aan de andere zijkant. Brei op de volgende nld de omsl recht zodat gaatjes ontstaan.
----------------------------------------------------------

TOP:
Wordt van boven naar beneden gebreid. Brei eerst het voorpand en achterpand apart, heen en weer tot de armsgaten en brei dan verder in de rondte.

ACHTERPAND:
Brei de rechterschouder als volgt:
Zet 16-17-17-18-20-20 st op met rondbreinld 4,5 mm en Belle. Brei als volgt (1e nld = aan de goede kant): 3 st in RIBBELST - zie uitleg boven (= richting de hals), brei 10-11-11-12-14-14 st in tricotst, 3 st in ribbelst (= richting armsgat). Ga zo verder tot er 4 nld in tricotst zijn gebreid naast de 3 st in ribbelst aan elke kant. Meerder in de volgende nld 1 st naast de 3 st in ribbelst langs de hals - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN 1 = 17-18-18-19-21-21 st. Brei 1 nld aan de verkeerde kant en laat het werk rusten.

Brei de linkerschouder als volgt:
Zet op en brei als de rechterschouder, maar in spiegelbeeld. Dus meerder 1 st voor de 3 st in ribbelst richting de hals op de 5e nld in tricotst. Brei 1 nld aan de verkeerde kant. Keer en brei als hiervoor over alle st. Zet aan het einde van de nld 35-35-37-37-39-39 nieuwe st op voor de hals en brei dan de 17-18-18-19-21-21 st van de rechterschouder op de nld = 69-71-73-75-81-81 st. Brei de nieuwe st die opgezet zijn voor de hals in ribbelst. Als er 2 ribbels zijn gebreid over deze st, ga dan verder met 2 nld in tricotst naast de 3 st in ribbelst aan elke zijkant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Brei nu in patroon als volgt in de volgende nld aan de goede kant (LET OP: begin op de 13e nld van A.1- A.3, zie ster in telpatroon): Brei 3 st in ribbelst, 2-3-4-5-0-0 st in tricotst, A.1 (= 5 st), A.2 (= 16 st) 3-3-3-3-4-4 keer in de breedte, A.3 (= 6 st), 2-3-4-5-0-0 st in tricotst, 3 st in ribbelst. Herhaal A.1-A.3 in de hoogte tot het werk klaar is. Meerder bij een hoogte van 13-12-12-10-10-7 cm vanaf de opzetrand 1 st naast de 3 st in ribbelst aan elke kant voor de armsgaten. Herhaal dit meerderen elke nld aan de goede kant nog 2-4-6-9-11-16 keer = 75-81-87-95-105-115 st. Brei 1 nld aan de verkeerde kant na de laatste meerdering en laat het werk rusten.

VOORPAND:
Brei de rechterschouder als volgt:
Zet 16-17-17-18-20-20 st op met rondbreinld 4,5 mm en Belle. Brei als volgt (1e nld = aan de goede kant): 3 st in ribbelst (= richting armsgat), brei 10-11-11-12-14-14 st in tricotst, 3 st in ribbelst (= richting de hals).
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
Ga zo verder en meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 7-8-7-8-8-9 cm voor de hals en meerder bij een hoogte van 13-12-12-10-10-7 cm voor armsgaten op dezelfde manier als op het achterpand. LET OP: begin voor maat XXXL met meerderen voor de armsgaten voordat u meerdert voor de hals.
MEERDEREN HALS:
Meerder 1 st naast de 3 st in ribbelst richting de hals. Herhaal dit meerderen elke nld aan de goede kant nog 4-4-5-5-6-6 keer = 5-5-6-6-7-7 st gemeerderd voor de hals. Als alle meerderingen gemaakt zijn, brei dan 1 nld aan de verkeerde kant. Laat het werk rusten.

Brei de linkerschouder als volgt:
Zet op en brei als de rechterschouder maar in spiegelbeeld. Dus meerder 1 st voor de 3 st in ribbelst richting de hals.
Als alle meerderingen voor de hals gemaakt zijn, brei dan 1 nld aan de verkeerde kant. Keer en brei als hiervoor over alle st. Zet aan het einde van de nld 27 nieuwe st op in alle maten voor de hals, brei dan alle st van de rechterschouder op de nld. Ga zo verder heen en weer (ga verder meerderen voor de armsgaten) tot er 2 ribbels zijn gebreid over de nieuwe st voor de hals.

Brei in de volgende nld aan de goede kant patroon A.4 (= 27 st) over de middelste 27 st op de nld. LET OP: Brei A.4 1 keer in de hoogte, maar de patroonherhaling zal nog niet klaar zijn in de hoogte als u het voorpand en achterpand samen op een rondbreinld zet om verder te breien in de rondte voor het lijf.

Als alle meerderen voor de armsgaten gedaan is, staan er 75-81-87-95-105-115 st op de nld. Brei na de laatste meerdering 1 nld aan de verkeerde kant. Keer en brei over alle st op het voorpand, zet 4-6-8-10-12-14 nieuwe st op voor het armsgat, plaats een markeerder in het midden tussen deze nieuwe st (= 2-3-4-5-6-7 st aan elke kant van de markeerder), brei 75-81-87-95-105-115 st van het achterpand op dezelfde rondbreinld en zet 4-6-8-10-12-14 nieuwe st op voor het armsgat, plaats een markeerder in het midden tussen deze nieuwe st (= 2-3-4-5-6-7 st aan elke kant van de markeerder) = 158-174-190-210-234-258 st op de nld. Begin van de nld is na de laatste 4-6-8-10-12-14 nieuwe st.

LIJF:
Brei dan in de rondte op de rondbreinld. MEET NU HET WERK VANAF HIER. Ga nu verder in patroon als volgt: brei 3 st in ribbelst, ga verder in tricotst in patroon als hiervoor over de volgende 69-75-81-89-99-109 st - LET OP: ga verder met patroon A.4 tot een hele herhaling in de hoogte is gebreid, brei dan in tricotst over alle st op het voorpand, 10-12-14-16-18-20 st in ribbelst, tricotst over de volgende 5-8-11-15-12-17 st, ga verder in patroon A.1-A.3 als hiervoor over de volgende 59-59-59-59-75-75 st, 5-8-11-15-12-17 st in tricotst, 7-9-11-13-15-17 st in ribbelst. Als er 2 ribbels zijn gebreid over de nieuwe st voor de armsgaten, ga dan verder in tricotst over deze st tot het werk klaar is. Meerder bij een hoogte van 4 cm 2 st aan elke kant van het werk - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN 2! Herhaal dit meerderen elke 4e nld tot het werk klaar is. Brei tot een hoogte van 44-45-46-47-48-49 cm – pas zo aan dat u eindigt na een 10e of 20e nld in A.1-A.3) – en brei dan 1 nld in tricotst. Er staan nu ongeveer 262-278-298-318-346-374 st op de nld afhankelijk van waar u bent in het patroon. Brei dan 2 ribbels. Kant alle st af.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen – zorg dat de naden niet te strak worden.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
symbols = begin op deze nld in het patroon
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 167-6

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (50)

country flag Diana wrote:

Zodra alle steken op de rondbreinaald staan en er verder alleen nog in de rondte gebreid wordt, hoe brei ik dan het ajourpatroon? Er zijn dan geen averechtse naalden meer. Brei ik dan steeds de 2e naald de omslagen gewoon rechts zoals ze voorkomen? Ik heb het idee dat mijn gaatjes niet hetzelfde zijn als toen ik de omslagen averechts breidde? Alvast bedankt .

11.04.2022 - 22:46

DROPS Design answered:

Dag Diana,

Als je in de rondte breit, dan brei je inderdaad steeds de tweede naald recht. De spanning op de draad kan inderdaad soms wat anders zijn als je in de rondte breit. Dit is van persoon tot persoon verschillend. Dit zou je even in de gaten kunnen hebben. Voor de rest heeft het rondbreien verder geen invloed op het patroon (behalve dan dat je de steken recht aan de goede kant breit in plaats van averecht aan de verkeerde kant).

14.04.2022 - 11:45

country flag Isabelle wrote:

Bonjour, Je suis en train de tricoter le devant, j'ai tricote les deux epaules, droite en premier, puis gauche, conformement aux instructions, mais il me semble que le patron devrait etre inverse par rapport au dos; c'est a dire tricoter l'epaule GAUCHE en premier, laisser un fil en attente cote encolure, tricoter l'epaule DROITE et faire les 27 augmentations de l'encolure a partir de l'epaule droite et continuer a tricoter vers l'epaule gauche. Merci de preciser.

18.08.2019 - 23:50

DROPS Design answered:

Bonjour Isabelle, votre commentaire a été transmis à nos stylistes qui vont l'étudier, merci pour votre retour. Si une correction doit être faite, vous la retrouverez en ligne. Bon tricot!

19.08.2019 - 10:48

country flag Isabelle wrote:

Bonjour, Dans les explications du dos: "À 13-12-12-10-10-7 cm depuis le rang de montage, augmenter pour les emmanchures ...", s'agit-il du rang de montage initial (le haut des epaules) ou bien le rang des augmentations de l'encolure? Les jetes des augmentations doivent-ils etre tricotes en mailles torses sur l'envers? Merci!

17.07.2019 - 08:40

DROPS Design answered:

Bonjour Isabelle, on mesure depuis les mailles de l'épaule pour que l'emmanchure soit juste en hauteur. Tout à fait, les augmentations doivent se tricoter torse - cf AUGMENTATIONS-1. Bon tricot!

17.07.2019 - 11:14

country flag Lise Tamara Sand wrote:

Jeg strikker str xxl og med 81 m før økning til ermehull så blir 11 økninger *2 , 11 for hver ermhull, så blir 81+22= 103m ikke 105

13.06.2019 - 00:03

DROPS Design answered:

Hei Lise. Du øker 11 ganger TIL - altså i tillegg til den første gangen som blir forklart. Dvs det økes totalt 12 ganger = 105 masker etter økningene til ermhull. God fornøyelse

13.06.2019 - 09:24

country flag Valerie wrote:

I am at the increase neck section. I have increased the appropriate number of stitches and am increasing for the armhole as well. Do I stop when the stitches for the neck are finished or continue until all the stitches for the armhole are finished?

19.08.2018 - 02:47

DROPS Design answered:

Hi Valerie, You work each shoulder separately, so increase for neck on the right shoulder and then work the left shoulder. Once you have worked both shoulders you cast on stitches for the neck and work the shoulders together. I hope this helps and happy knitting!

21.08.2018 - 07:54

country flag Susanna wrote:

These patterns are great, but I really wish they would be edited better. I couldn't tell which "cast on edge" to measure from when beginning the back armhole increases. I chose the neck cast on, and only after happening to read a comment here did I learn it was supposed to be the shoulders. Also, there is a mistake in the pattern for the front shoulders--the left shoulder should be knitted first, then the right, neck cast on to right shoulder, then left shoulder joined.

03.07.2018 - 20:38

country flag Natalie Hall wrote:

All the keys in every knitting chart are blank on all my devices so I don’t know if I am supposed to k2tog or sl k1 psso. Is there a key chart which is in a different format?

22.05.2018 - 11:41

DROPS Design answered:

Dear Mrs Hall, the dec are symbols 2 , 3 and 5, ie either diagonal line over 2 sts/squares (2nd and 3rd symbol) or black triangle over 3 sts (5th symbol). Happy knitting!

22.05.2018 - 12:47

country flag Margrethe Fauske wrote:

Hei!\r\nJeg har kommet til der jeg legger opp 27 masker til hals. Jeg strikker str. S.\r\nJeg har strikket høyre skulder: legg opp 16 masker, øk 5 masker til hals, øk 3 masker til ermehull = 24 masker. Jeg har gjort det samme med venstre skulder = 48 masker. Pluss de 27 maskene til hals har jeg da 75 masker. Men oppskriften sier at jeg skal fortsette å øke til ermehull til jeg har 75 masker, men det har jeg allerede? Hva har jeg gjort feil?

11.05.2018 - 11:58

KATE ROBINSON wrote:

Hi, When the pattern says "When piece measures 13-12-12-10-10-7 cm / 5"-4 3/4"-4 3/4"-4"-4"-2 3/4'' from cast-on edge, inc 1 st inside the 3 sts in garter st in each side for armhole." what is meant by "inside the 3 sts in garter st"? Where are those stitches to made exactly? Between the last stockinette stitch and the first garter stitch? And how many stitches are we increasing by? Is that one stitch for each garter st border, ie 4 stitches? Thank you!

17.04.2018 - 22:23

DROPS Design answered:

Dear Mrs Robinson, you increase from RS after the first 3 sts in garter st and before the last 3 sts in garter st. These new sts will be worked in stockinette stitch= you will increase 2 sts on each inc row = every RS row. Happy knitting!

18.04.2018 - 09:37

country flag Yvonne wrote:

Der Abschlussrand rollt sich trotz den 2 Reihen kraus rechts immer hoch. Hat jemand ein Tipp???

20.01.2018 - 12:44

DROPS Design answered:

Liebe Yvonne, Sie können das Top mit Stecknadeln auf einer geeigneten Unterlage spannen, anfeuchten (z.B. mit einer Sprühflasche für Blumen) und trocknen lassen, danach entfernen Sie die Stecknadeln, dann sollte sich der Rand nicht mehr rollen. Viel Spaß beim fertigstellen!

22.01.2018 - 09:08