DROPS Brushed Alpaca Silk
DROPS Brushed Alpaca Silk
77% Alpaca, 23% Zijde
vanaf 2.40 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 16.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Weekend Getaway

Gebreide DROPS trui met raglan, splitten aan de zijkanten en strepen, wordt van boven naar beneden gebreid van ”Brushed Alpaca Silk”. Maat S-XXXL.

DROPS 169-7
DROPS design: Model nr. als-052
Garengroep C of A en A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BRUSHED ALPACA SILK van Garnstudio
100-100-125-125-150-150 gr. kleur nr. 01, naturel
75-75-75-100-100-100 gr. kleur nr. 15, licht zeegroen
LET OP: als u de trui in een kleur wilt breien, hebt u in totaal 175-175-200-225-225-250 gr Brushed Alpaca Silk nodig.

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (60 en 80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (60 cm) 4,5 mm - voor de boordsteek.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Brushed Alpaca Silk
DROPS Brushed Alpaca Silk
77% Alpaca, 23% Zijde
vanaf 2.40 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 16.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 nld. * brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*.

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

STREPEN:
Brei strepen als volgt op het lijf en de mouwen:
Brei 9-9-10-10-11-11 cm met naturel. Brei 9-9-10-10-11-11 cm met licht zeegroen. Brei dan met naturel tot het werk klaar is.

RAGLAN LIJF:
LET OP: brei alle omsl recht de volgende nld zodat gaatjes ontstaan.
Meerder 2 st als volgt:
Voor 1e en 3e markeerder: brei tot er 3 st over zijn voor de markeerder, 2 r in volgende st, 1 omsl, 2 r.
Na 2e en 4e markeerder: 2 r, 1 omsl, 2 r in volgende st.
Meerder 1 st als volgt:
Voor 1e en 3e markeerder: brei tot er 2 st over zijn voor de markeerder, 1 omsl, 2 r.
Na 2e en 4e markeerder: 2 r, 1 omsl.

RAGLAN MOUW:
Meerder 1 st na 1e en 3e markeerder als volgt: 2 r, 1 omsl.
Meerder 1 st voor 2e en 4e markeerder als volgt: brei tot er 2 st over zijn voor de markeerder, 1 omsl, 2 r.
Brei op de volgende nld de omsl r zodat gaatjes ontstaan.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder als volgt voor de markeerder: brei tot er 3 st over zijn voor de markeerder, 2 r samen, 1 r.
Minder als volgt na de markeerder: 1 r, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt in tricotst in de rondte gebreid, van boven naar beneden tot de splitten op het lijf. Splits dan het werk en brei het voorpand en achterpand verder heen en weer verder tot het werk klaar is. LET OP: begin van de nld = middenachter.

PAS:
Zet 80-80-85-85-90-90 st op met rondbreinld 4,5 mm en licht zeegroen. Brei 1 nld recht. Brei dan 4 nld boordsteek (= 2 r/3 av). Ga verder met rondbreinld 5 mm en brei 1 nld in tricotst en meerder 18-20-21-25-24-30 st gelijkmatig = 98-100-106-110-114-120 st. Plaats nu 4 markeerders in het werk als volgt: Brei de eerste 15-16-16-16-17-18 st (= helft achterpand), plaats 1e markeerder, brei de volgende 18-18-20-22-22-24 st (= mouw), plaats 2e markeerder, brei de volgende 31-32-33-33-35-36 st (= voorpand), plaats 3e markeerder, brei de volgende 18-18-20-22-22-24 st (= mouw), plaats 4e markeerder, brei de overgebleven 16-16-17-17-18-18 st (= helft achterpand).
Begin de volgende nld met meerderen voor de raglan. LET OP: Meerder verschillend op de mouwen en het lijf - LEES RAGLAN LIJF en RAGLAN MOUW.
Meerder als volgt:
Brei tot 3 st over voor 1e markeerder, 2 r in volgende st, 1 omsl, 4 r (markeerder is in de middelste van deze st), 1 omsl, brei tot 2 st over voor 2e markeerder, 1 omsl, 4 r (markeerder is in de middelste van deze st), 1 omsl, 2 r in volgende st, brei tot 3 st over voor 3e markeerder, 2 r in volgende st, 1 omsl, 4 r (markeerder is in de middelste van deze st), 1 omsl, brei tot 2 st voor 4e markeerder, 1 omsl, 4 r (markeerder is in de middelste van deze st), 1 omsl, 2 r in volgende st, brei de overgebleven st op de nld. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Herhaal dit meerderen om de nld als volgt:
Op de mouwen nog 14-15-16-17-19-20 keer (= 15-16-17-18-20-21 keer in totaal) en op het lijf met 2 st nog 7-9-11-14-16-20 keer (= 8-10-12-15-17-21 keer in totaal) en meerder dan 1 st voor/na de markeerders op het lijf 7-6-5-3-3-0 keer.
Als alle meerderingen gemaakt zijn, staan er 250-268-290-314-342-372 st op de nld en meet het werk 14-15-16-17-18-19 cm vanaf de hals middenvoor naar beneden.

Brei nu als volgt: Brei de eerste 38-42-45-49-54-60 st (= helft achterpand), zet de volgende 48-50-54-58-62-66 st op een hulpdraad (= mouw), zet 8 st op onder de mouw, brei de volgende 77-84-91-99-109-120 st (= voorpand), zet de volgende 48-50-54-58-62-66 st op een hulpdraad (= mouw), zet 8 st op onder de mouw, brei de overgebleven 39-42-46-50-55-60 st op de nld (= helft achterpand). MEET NU HET WERK VAN HIER.

LIJF:
Er zijn nu 170-184-198-214-234-256 st op de nld.
Ga verder in de rondte in tricotst en met STREPEN - zie uitleg boven.
Brei bij een hoogte van 35-36-37-38-39-40 cm als volgt: brei 39-43-46-50-55-61 st in tricotst, brei 6 st in RIBBELST - zie uitleg boven, brei 79-86-93-101-111-122 st in tricotst, brei 6 st in ribbelst, brei tricotst over de overgebleven 40-43-47-51-56-61 st. Ga zo verder tot er 2 ribbels zijn gebreid over de 6 st aan elke zijkant (= boven de splitten). Splits nu het werk in een voorpand en achterpand als volgt:
Brei de eerste 42-46-49-53-58-64 st als hiervoor (dus tricotst en 3 st in ribbelst aan de zijkant), keer en brei de teruggaande nld over 85-92-99-107-117-128 st (brei de eerste en laatste 3 st in ribbelst) = achterpand. Zet de overgebleven 85-92-99-107-117-128 st op een hulpdraad voor het voorpand.

Ga verder heen en weer over de st op de nld tot het werk 42-43-44-48-46-47 cm meet. Ga in de volgende nld aan de goede kant verder met rondbreinld 4,5 mm en meerder 13-16-19-21-21-25 st gelijkmatig (maar niet over de 3 buitenste st) = 98-108-118-128-138-153 st. Brei 1 nld aan de verkeerde kant als hiervoor en brei dan boordsteek (2 r/3 av) met 3 st in ribbelst aan elke kant. LET OP: Begin en eindig met 2 r naast de 3 st in ribbelst aan elke kant. Als de boordsteek 6 cm meet, kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht. Het werk meet 66-68-70-72-74-76 cm in totaal vanaf de schouder. Zet de st van de hulpdraad terug op de nld en brei als het achterpand.

MOUW:
Brei de mouw in tricotst in de rondte op breinld zonder knop. Er zijn 48-50-54-58-62-66 st voor elke mouw. Zet de st van de hulpdraad terug op breinld zonder knop 5 mm en zet 8 nieuwe st op onder de mouw = 56-58-62-66-70-74 st. Brei in tricotst en strepen als op het lijf in de rondte en plaats TEGELIJKERTIJD een markeerder in het midden van de nieuwe st onder de mouw (dus 4 nieuwe st aan elke kant van de markeerder). MEET NU HET WERK VAN HIER. Minder bij een hoogte van 4 cm 1 st aan elke kant van de markeerder - LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen ongeveer elke 4-4-3-3-2½-2½ cm nog 10-10-12-13-14-15 keer = 34-36-36-38-40-42 st. Ga als de mouw 45-45-45-45-44-44 cm meet (LET OP: minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders) verder met breinld zonder knop 4,5 mm en meerder 6-4-9-7-5-8 st gelijkmatig op de volgende nld = 40-40-45-45-45-50 st. Brei 6 cm boordsteek = 2 r/3 av. Als de mouw 51-51-51-51-50-50 cm meet, kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 169-7

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (46)

country flag Kristine Bergsland wrote:

Hei, skulle gjerne sett flere bilder av denne modellen. Fra bakside, og et bedre bilde av hvordan den ser ut nederst. Vh. Kristine

25.02.2024 - 10:09

country flag Nora wrote:

Nora wrote a correction:: Oh no! I was doubling the 2 Xtra stitches for the body ineases, at each side of each PLACE MARKER instead of 4 inside the each body sections and 2 on each side of each sleeve section = 12 total.! That is why the raglan line did not line up !! :( I will have to unravel and only double the 2 stitches inside the body panes and only double one on the slee e sides.!!! Thank you for your patience. I just dont want to give up yet.

18.10.2023 - 22:15

country flag Nora wrote:

Oh no! I was doubling the 2 Xtra stitches for the body ineases, at each side of each!!! That is why the raglan line did not line up !! :( I will have to unravel and only double the 2 stitches inside the body panes only!!!

17.10.2023 - 20:55

country flag Nora wrote:

Thank you for your answer about the raglan increases! It helped :) Now, about the body increases. So there are 2 increases (1 on each side of the sleeve markers, totaling 8 stitches added for a certain number of rows per size. Then, it changes time only 2 increases on each side of the markers for a total of 4 increases, for a certain number of rows, correct?

16.10.2023 - 17:21

DROPS Design answered:

Dear Nora, correct the increases are done on a different rhythm on body and on sleeves, but you will increase either 2 sts or 1 stitch on body and only 2 st on each sleeve, so when increasing 2 sts on body you will increase 12 sts (2 sts at the beg of front/back piece + 2 sts at the end of front/back piece + 1 st at the beg of sleeves + 1 st at the end of sleeves). Then you will increase only 1 stitch at the beg + 1 st at th end of front/back piece (and still 1 st on each side of sleeve). Happy knitting!

17.10.2023 - 09:15

country flag Nora wrote:

I don't understand the body increases: Before 1st and 3rd marker: Work until 3 sts remain before marker, K 2 in next st, 1 YO, K 2. After 2nd and 4th marker: K 2, 1 YO, K 2 in next st. K2 in next stitch means that you k and k through the back loop? And add a nee stitch in addition to yhe YO?

14.10.2023 - 06:43

DROPS Design answered:

Dear Nora, yes, you knit 1 stitch in the front loop and 1 stitch in the back loop. And yes, you will have 2 new stitches for every marker (As shown in the RAGLAN BODY tip, you inc 2 sts on each marker). Happy knitting!

16.10.2023 - 00:28

country flag Jasmine L Copeland wrote:

Hi it is unclear to me when to do inc 1 or inc 2 for the raglan body. I am knitting a small

18.03.2023 - 12:05

DROPS Design answered:

Dear Jasmine, the first 8 times (rounds) that you increase on the body, you will increase 2 stitches, before the 1st and 3rd markers and after the 2nd and 4th markers (as indicated in RAGLAN BODY). After having worked these increases 8 times, the next time you increase on the body you will increase only 1 stitch at each marker. You will continue with this increase 7 times in total (so 6 more times). Happy knitting!

19.03.2023 - 20:25

country flag Pat Lampron wrote:

Now I get it !!! Sorry, really dumb when it comes to math (and I’m knitting???) anyway it finally clicked after reading your explanation several times and the instructions a few dozen!!! One less sweater I have to rip out... thanks so much!!!

15.10.2020 - 18:31

country flag Pat Lampron wrote:

In answer to your question I’m working on a large and then will be making a medium...

15.10.2020 - 11:25

DROPS Design answered:

Dear Mrs Lampron, in size L you cast on 85 sts and increase 21 sts evenly = 106 sts - you then increase for raglan: 2 sts on each sleeve a total of 17 times = 2 x17x2 sleeves = 68 sts inc. Then on body: 4 sts x 12 x 2 (front/back) = 96 sts + 2 sts x 5 x 2 (front/back) = 20 sts = 106+68+96+20=290 sts. Hope this will help you!

15.10.2020 - 11:58

country flag Pat Lampron wrote:

I’m working on this pattern and numbers don’t seem to be adding up in regard to the increases - still working on the beginning before putting sleeve stitches on a holder. If I do the increases the number of times listed, the front and backs definitely don’t add up. Can you look at this and give me some clarification?

14.10.2020 - 21:37

DROPS Design answered:

Dear Mrs Lampron, sure we can explain you, just tell us which size you are working on.

15.10.2020 - 09:04

country flag Helene wrote:

Jeg er prøvd flere Drops oppskrifter, og har som regel vært fornøyd. Men denne oppskriften må det være noe galt med. Jeg bruker vanligvis str. S eller M, og la derfor opp 80 masker for å begynne på bærestykket, som oppskriften sier for str. S og M. Etter å ha strikket ferdig vrangborden, er det tydelig at den er altfor liten. Den går ikke over hodet mitt i det hele tatt. Svært misvisende når bildet av modellen viser en genser med ganske vid hals.

03.07.2020 - 22:00