DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 33.75€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Spring Splendor

Gebreide DROPS omslagdoek in ribbelst met kantpatroon en zigzagpatroon van ”Cotton Merino”

DROPS 170-12
DROPS design: Model nr. cm-040
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maten:
Breedte aan de bovenkant: 140 cm
Hoogte in het midden: 70 cm
Materiaal:
DROPS COTTON MERINO van Garnstudio
450 gr. kleur nr. 17, vanille

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 4,5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 20 st x 26 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 33.75€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.11. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 st door 1 omsl te maken, brei in de volgende nld de omsl gedraaid om gaatjes te voorkomen.
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Wordt heen en weer gebreid, van boven naar beneden.
Zet 6 st op met rondbreinld 4,5 mm en Cotton Merino. Brei 3 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven - en meerder 4 st gelijkmatig elke nld aan de goede kant - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN = 18 st. Brei de volgende nld als volgt aan de goede kant: brei 3 st in RIBBELST – zie uitleg boven - plaats 1 markeerder, * A.1 (= 2 st), plaats 1 markeerder *, herhaal van *-* nog 5 keer en eindig met 3 st in ribbelst = 7 markeerders in het werk. Neem de markeerders gaandeweg mee omhoog.

Ga verder met A.1 en 3 st in ribbelst aan elke kant van het werk. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 138 st op de nld. Brei de volgende nld als volgt aan de goede kant: 3 st in ribbelst, A.2 (= 11 st) tot er 3 st over zijn (= 12 keer in de breedte) en eindig met 3 st in ribbelst. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 186 st op de nld. Brei de volgende nld als volgt aan de goede kant: 3 st in ribbelst, A.3 (= 30 st) tot er 3 st over zijn (= 6 keer in de breedte) en eindig met 3 st in ribbelst. Meerder in de laatste nld aan de goede kant in A.3 1 st door 1 omsl te maken na de 3 st in ribbelst aan het begin van nld. Als A.3 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 277 st op de nld. Het werk meet ongeveer 38 cm op het hoogste punt (gemeten in het midden).

Brei de volgende nld als volgt aan de goede kant: 3 st in ribbelst, brei A.4 (= 3 st), * A.5 (= 40 st), A.6 (= 5 st) *, herhaal van *-* nog 4 keer, brei A.5, A.7 (= 3 st) en eindig met 3 st in ribbelst. De gemeerderde st van A.4/A.6/A.7 zijn getekend als extra st A.5 zodat de patronen blijven aansluiten. Herhaal A.4/A.6/A.7 in de hoogte tot A.5 een keer in de hoogte is gebreid. Als A.5 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 361 st op de nld. Het werk meet ongeveer 53 cm op het hoogste punt (gemeten in het midden).

Brei als volgt aan de goede kant: 3 st in ribbelst, 1 st in ribbelst (deze st wordt in ribbelst gebreid als de andere st in ribbelst worden gebreid in A.8 en in tricotst als er in tricotst wordt gebreid in A.8), herhaal A.8 (= 59 st) tot er 3 st over zijn (= 6 keer in de breedte) en eindig met 3 st in ribbelst. LET OP: de gaatjesrand in A.8 past niet in het telpatroon, omdat A.8 over een oneven aantal steken wordt gebreid, maar deze komt wel uit over het totale aantal steken op de nld; brei de eerste st na 3 st in ribbelst in tricotst aan de goede kant.

Plaats op de laatste nld aan de goede kant 1 markeerdraad in het midden van elke herhaling van A.8, dus als volgt: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh, plaats 1 markeerdraad en 2 r samen. Neem de markeerdraden gaandeweg mee naar boven. Als A.8 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 397 st op de nld. Het werk meet ongeveer 58 cm op het hoogste punt (gemeten in het midden).

Brei als volgt in de volgende nld aan de goede kant: 3 st in ribbelst, A.4 over de volgende 3 st, * herhaal A.9 (= 10 st) 6 keer in totaal in de breedte, A.6 over de volgende 5 st *, herhaal van *-* nog 4 keer, herhaal A.9 (= 10 st) 6 keer in totaal, A.7 over de volgende 3 st, eindig met 3 st in ribbelst. Er worden st gemeerderd in A.4/A.6/A.7 en deze zijn niet getekend in de telpatronen, maar brei deze st in tricotst. Herhaal A.4/A.6/A.7 in de hoogte (zorg dat A.4/A.6/A.7 steeds netjes boven zichzelf geplaatst worden) tot A.9 een keer in de hoogte is gebreid. Als A.9 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 433 st op de nld. Het werk meet ongeveer 65 cm op het hoogste punt (gemeten in het midden).

Brei dan het werk in ribbelst als volgt aan de goede kant: brei 3 st in ribbelst, * A.10 (= 2 st), brei in ribbelst tot er 2 st over zijn voor de markeerdraad, minder als hiervoor (dus 1 r afh, 1 r, afgeh st overh, brei de volgende 2 st r samen), brei in ribbelst tot er 2 st over zijn voor de markeerdraad, brei A.11 over de volgende 2 st *, herhaal van *-* tot er 3 st over zijn, eindig met 3 st in ribbelst. Ga zo verder tot het werk 70 cm meet op het hoogste deel. Kant losjes alle st af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 06.10.2016
SHAWL: Er worden st gemeerderd in A.4/A.6/A.7 en deze zijn niet getekend in de telpatronen, maar brei deze st in tricotst (NIET volgens telpatroon A.5)

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = brei 2 st in dezelfde st
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
symbols = het aantal st op deze nld past hier niet op het telpatroon, maar het komt wel uit over alle steken op de naald van de hele omslagdoek
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 170-12

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (23)

country flag Amanda Karlsson wrote:

I have just started A9 but i think i have the wrong number of st. Shuld i include the 3 first and last st in the ammount, because if not i still have 12 left after doing everything but the last A7 and i dont understand what i am doing wrong

19.03.2023 - 11:47

DROPS Design answered:

Dear Amanda, work the first row as follows. Start with 3 stitches in garter stitch and 3 stitches in A.4. Now, work the next section 5 times in total: 6 repeats of A.9, 5 stitches in A.5. At this point, you should have worked 331 stitches (3+3+(6x10+5)x5). Work 6 repeats of A.9 (=60 stitches), 3 stitches in A.7 and 3 stitches in garter stitch. Now, you have worked over all 397 stitches (331+60+3+3=397). Happy knitting!

19.03.2023 - 19:15

country flag Amanda Karlsson wrote:

I am now starting A5. In the pattern it says that A4 and so on is included in A5, how do you mean? Do I follow all stitches as shown in the pattern or do I need to accommodate for anything?

07.03.2023 - 11:28

DROPS Design answered:

Dear Mrs Karlsson, when working A.4; A.6 and A.7 there are yarn overs not compensated by a decrease (see row 3 and 9), these increases are drawn in A.5, so that you can just consider A.4 and A.7 are always worked over 3 sts and A.6 over 5 sts, and A.5 will then increase by 2 sts as shown in diagram. Happy knitting!

07.03.2023 - 14:34

country flag Magda wrote:

Dzień dobry, chyba właśnie o to chodzi. Markerów powinno być więcej, co na końcu nie jest wyjaśnione. Popróbowałam i wyszło mi, że powinno być tak:3 o. francuskie, A 10, o. dżersejem do markera (po dwa oczka razem z każdej strony), o. dżersejem do schematu A6 i nad nim, po obu stronach środkowego oczka schematu A6, schematy A11 i A10. itd. Na końcu, przed 3 o. oczka schemat A 11. Inaczej kształt chusty nie będzie odpowiedni. Pozdrawiam

25.10.2021 - 08:54

DROPS Design answered:

Dziękuję za feedback Magdo. Już zgłaszam korektę. Pozdrawiamy

25.10.2021 - 09:53

country flag Magda wrote:

Dzień dobry, nie rozumiem ostatniej części. Markerów jest 6, więc wzór nie wychodzi równo. Zaczyna się od A10, potem do markera i po 2 razem z każdej strony markera, do następnego markera i z jednej strony A11, a z drugiej A10 itd. Przy ostatnim markerze z obu jego stron są schematy A11 i A10, potem dżersej do końca. A co przed 3 ostatnimi oczkami francuskimi? Pozdrawiam

21.10.2021 - 17:57

DROPS Design answered:

Witaj Magdo, może chodzić o to, że na początku było włożonych 7 markerów, a później jeszcze 6 nitek markerów (na środku każdego schematu A.8). Wcześniejsze markery nie zostały usunięte. Wydaje mi się, że tu powstał błąd terminologiczny. Powinnaś powtarzać następującą sekwencję: ...*A.10 (= 2 o.), przer. ściegiem francuskim aż zostaje 2 o. przed NITKĄ MARKEREM, zamykać o. jak wcześniej (…..), przer. ściegiem francuskim aż zostaje 2 o. przed MARKEREM, przer. A.11 ponad 2 nast. o.*, powt. od *-*. Napisz czy jest ok. Pozdrawiamy!

24.10.2021 - 20:43

country flag Minu wrote:

Hallo liebes Drops Team. Wie viele markierer müssen es bei A 10 und A 11 sein ?

16.09.2020 - 22:04

DROPS Design answered:

Liebe Minu, die Markierungen werden in der Mitte von jedem A.8 eingesetzt = es sind 6 Markierungen (je in der Mitte von A.6/A.7). Viel Spaß beim stricken!

17.09.2020 - 10:11

country flag Chebot Michèle wrote:

Bonjour,\\r\\nPourrais je avoir la traduction en français pour ce modèle \\r\\nMerci infiniment \\r\\nMChebot

19.07.2018 - 13:06

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Chebot, tous nos modèles sont disponibles en français, cliquez sur le menu déroulant sous la photo pour sélectionner "français". Bon tricot!

19.07.2018 - 14:38

Genevieve wrote:

I'm on row 5 of A5. Started with 3 sts in garter st. Followed by A5 40 stitches and left with on 3 stitches for A6 instead of 5 stitches. Can enlighten what I've done wrong?

17.06.2018 - 06:30

DROPS Design answered:

Dear Genevieve, work A.5 as shown in diagram, ie the decreases in the middle of A.5 should be always worked over the middle sts, on row 4 you see the increases made in the other diagrams - just continue working row 5 as shown staring with K4 before YO (and ending with K4 after last YO) and working the decreases in the middle of repeat as before. Happy knitting!

18.06.2018 - 08:34

country flag Genevieve wrote:

Work next row as follows from RS: 3 sts in garter st, work A.4 (= 3 sts), * A.5 (= 40 sts), A.6 (= 5 sts) *, repeat from *-* 4 more times, work A.5, A.7 (= 3 sts), finish with 3 sts in garter st. Inc in A.4/A.6/A.7 is drawn in A.5 so that the pattern fits. I'm stuck here. Starting this section and can advise where do i do the increase? The pattern chart doesn\'t state any increase.

17.06.2018 - 06:20

DROPS Design answered:

Dear Genevieve, you are increasing in A.4, A.6 and A.7 (= see rows with YOs but without dec = row 3 and 9). These decrease are shown in A.5 - make sure you will always have the correct number of sts in A.4/A.7 (= 3 sts) and A.6 (= 5 sts), and that the YO's in these diagrams will always lined up. Happy knitting!

18.06.2018 - 08:31

country flag Lise wrote:

Je suis dans le modèle 170-12 ,dans la séquence A5 et cela fait trois fois que je détricote le troisième rang. Je comprends qu’il ne faut pas faire les augmentations,mais dans A4, A6 et A7 il y a des mailles glissé et des mailles tricoter ensemble. Donc ma question est les augmentations ont les fait plus mais les diminutions elles oui?

07.06.2018 - 12:00

DROPS Design answered:

Bonjour Lise, tricotez les diagrammes comme indiqué: 3 m point mousse, A.4 (= 3 m), *A.5 (= 40 m), A.6 (= 5 m) *, répétez de *-* encore 4 fois, terminez par A.5, A.7 (= 3 m) et 3 m point mousse. Les augmentations vont se faire dans A.4, A.6 et A.7 mais sont reportées au rang suivant sur les diagrammes A.5. Veillez à toujours bien tricoter A.4 et A.7 sur les mêmes 3 mailles et A.6 sur les mêmes 5 mailles (= pour que les jours soient bien alignés). Bon tricot!

07.06.2018 - 13:26

country flag Lorraine wrote:

Autre question 170-12 je suis à la section A.5 première section il me faut 48 mailles et j'en ai que 45 comment j'intègre le A.4 car il me faut 45 mailles pour le A.5A.6 et j'aurai le même problème à la fin pour A.7 merci

19.08.2017 - 04:14

DROPS Design answered:

Bonjour Lorraine. Avant de commencer le diagramme A.5, vous avez 277 m. Vous tricotez le rang suivant ainsi: 3 m point mousse, A.4 1 fois (=3 m), vous répétez A.5 (=40m) + A.6 (=5 m) 5 fois en total, puis A.5 (40 m), A.7 (3m) et enfin 3 m point mousse. En total : 3+3+(40+5)*5+40+3+3= 277 m. Bon tricot.

20.08.2017 - 17:14