Starry Night |
|||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||
De set bevat: gebreid DROPS vest met ronde pas en Noors patroon, wordt van boven naar beneden gebreid en muts met Noors patroon van ”Karisma”. Maat: S - XXXL.
DROPS 166-24 |
|||||||||||||||||||
VEST: RIBBELST (heen en weer gebreid): Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r. RIBBELST (in de rondte gebreid): * brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot en met A.3. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. Brei het hele patroon in tricotst. TIP VOOR HET BREIEN: Om te voorkomen dat het werk te strak wordt als u in patroon breit, is het belangrijk om de draden aan de achterkant van het werk losjes mee te nemen. Als uw breiwerk in patroon dan toch nog te strak wordt, brei dit deel dan met een grotere maat breinaalden. TIP VOOR HET MEERDEREN-1: Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant. Meerder 1 st door 1 omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid averecht (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zijkanten van het lijf): Meerder aan elke kant van de markeerder: alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant als volgt: brei tot er 2 st over zijn voor de markeerder: maak 1 omsl, 4 r (markeerder staat in midden tussen deze 4 st), maak 1 omsl (= 2 st gemeerderd). Brei in de volgende nld de omsl gedraaid averecht (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen. RAGLAN: Meerder voor de raglan aan elke kant van de markeerder in elke overgang tussen mouwen en lijf. Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant als volgt: Brei tot er 1 st over is voor de markeerder: maak 1 omsl, 2 r st (markeerder staan in het midden tussen deze 2 st), maak 1 omsl (= 2 st gemeerderd). Brei in de volgende nld de omsl gedraaid averecht (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de zijkanten op het lijf en midden onder de mouw): Minder aan elke kant van de markeerder. alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt als volgt: begin 4 st voor de markeerder en 2 r samen, 4 r (markeerder staat tussen deze 4 st), 1 r afh, 1 r, afgeh st overh (= 2 st geminderd). KNOOPSGATEN: Maak knoopsgaten op de rechtervoorbies. 1 knoopsgat = brei tot er 4 st over zijn op de nld (gezien aan de goede kant), maak 1 omsl, 2 r samen en eindig met 2 r. Maak knoopsgaten bij een hoogte van (gemeten vanaf de opzetrand): MAAT S: 2, 10, 18, 27, 36, 45 en 54 cm MAAT M: 2, 11, 20, 29, 38, 47 en 56 cm MAAT L: 2, 11, 20, 29, 38, 48 en 58 cm MAAT XL: 2, 10, 18, 26, 34, 42, 51 en 60 cm MAAT XXL: 2, 10, 18, 26, 34, 42, 51 en 60 cm MAAT XXXL: 2, 10, 18, 26, 35, 49, 53 en 62 cm ---------------------------------------------------------- VEST: Brei heen en weer op de rondbreinld van middenvoor naar middenvoor, brei van boven naar beneden. PAS: Zet 110-116-116-118-122-124 st op (incl. 6 voorbies st aan elke kant middenvoor) met rondbreinld 3 mm en antraciet. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Brei 1 nld recht aan de goede kant met antraciet en meerder 3-9-9-19-23-33 st gelijkmatig - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (meerder niet over de voorbies st) = 113-125-125-137-145-157 st. Ga verder met rondbreinld 4 mm en brei als volgt aan de verkeerde kant: 6 voorbies st in ribbelst, brei A.1 tot er 7 st over zijn, brei de eerste st in A.1 en eindig met 6 voorbies st in ribbelst. Ga verder in patroon en meerder in de 4e nld volgens het telpatroon (meerder ook voor de laatste st voor de voorbies zodat het patroon gelijk is voor de voorbiezen aan elke kant) = 26-29-29-32-34-37 st meerder en 139-154-154-169-179-194 st op de nld – DENK OM STEKENVERHOUDING en denk om de KNOOPSGATEN op de rechtervoorbies – zie uitleg boven. Als A.1 klaar is (eindig na een nld gemarkeerd met de pijl voor de juiste maat), brei dan 1 nld recht aan de goede kant met antraciet en meerder 2-3-3-4-2-3 st gelijkmatig (meerder niet over de voorbiezen) = 141-157-157-173-181-197 st. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant met antraciet (brei de voorbiezen in ribbelst). Brei de volgende nld als volgt aan de goede kant: 6 voorbies st in ribbelst, brei in patroon volgens telpatroon A.2 tot er 7 st over zijn op de nld (kies het telpatroon voor de juiste maat, 16-18-18-20-21-23 patroonherhalingen van 8 st), brei de eerste st in A.2 (zodat het patroon gelijk is aan elke kant van beide voorbiezen) en eindig met 6 voorbies st in ribbelst. Ga zo verder in patroon en meerder volgens het telpatroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als telpatroon A.2 klaar is, staan er 269-301-301-333-349-381 st op de nld en het werk meet ongeveer 17-17-17-19-19-19 cm vanaf de opzetrand. Brei 1 nld averecht aan de verkeerde kant en 1 nld aan de goede kant en meerder 6-4-4-8-10-2 st gelijkmatig in de laatste nld (meerder niet over de voorbiezen) = 275-305-305-341-359-383 st. Brei 1 nld de volgende nld als volgt aan de verkeerde kant met antraciet: Brei de eerste 43-47-49-55-60-65 st (= rechtervoorpand), plaats een markeerder, brei de volgende 57-64-60-66-65-67 st (= mouw), plaats een markeerder, brei de volgende 75-83-87-99-109-119 st (= achterpand), plaats een markeerder, brei de volgende 57-64-60-66-65-67 st (= mouw), plaats een markeerder, brei de overgebleven 43-47-49-55-60-65 st (= linkervoorpand). LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT! Brei volgende nld als volgt aan de goede kant: 6 voorbies st in ribbelst, brei in patroon volgens telpatroon A.3 tot er 11 st over zijn op de nld, brei de eerste 5 st in A.3 (zodat het patroon gelijk is aan elke kant van beide voorbiezen) en eindig met 6 voorbies st in ribbelst. Ga zo verder in patroon. Meerder TEGELIJKERTIJD in de volgende nld aan de goede kant voor de RAGLAN – zie uitleg boven. Herhaal dit meerderen voor de raglan elke 4e nld (dus om de nld aan de goede kant) 3-3-4-3-4-5 keer in totaal – LET OP: Brei de gemeerderde st in patroon maar brei altijd 1 st aan elke kant van elke markeerder met antraciet. Na het meerderen voor de raglan staan er 299-329-337-365-391-423 st op de nld en meet het werk ongeveer 22-22-23-24-25-27 cm vanaf de schouder. Brei nu de volgende nld aan de verkeerde kant als volgt (ga verder in patroon als hiervoor): brei de eerste 46-50-53-58-64-70 st (= rechtervoorpand), zet de volgende 63-70-68-72-73-77 st op een hulpdraad (= mouw), zet 8-8-10-10-12-12 nieuwe st op de nld (= armsgat), brei de volgende 81-89-95-105-117-129 st (= achterpand), zet 8-8-10-10-12-12 nieuwe st op de nld (= armsgat), zet de volgende 63-70-68-72-73-77 st op een hulpdraad (= mouw) en brei de overgebleven 46-50-53-58-64-70 st als hiervoor (= linkervoorpand). LIJF: = 189-205-221-241-269-293 st. Plaats 1 markeerder, MEET NU HET WERK VANAF HIER! Plaats 1 markeerder 50-54-58-63-70-76 st vanaf elke kant middenvoor om de zijkanten aan te geven (= 89-97-105-115-129-141 st tussen de markeerders voor het achterpand). Ga verder heen en weer als hiervoor in patroon volgens telpatroon A.3 en met 6 voorbies st in ribbelst aan elke kant middenvoor - LET OP: ga verder in patroon op de pas - brei de st die niet in het patroon passen aan de zijkanten van het lijf met antraciet. Minder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 4-4-4-5-5-5 cm aan elke kant van de markeerders aan de zijkanten van het lijf - LEES TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 st geminderd). Herhaal dit minderen aan elke kant elke 3-3-3-5-6-6 cm in totaal 4-4-4-3-3-3 keer = 173-189-205-229-257-281 st - LET OP: brei de st die niet in patroon passen door het minderen met antraciet. Stop TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 8-9-10-11-12-13 cm met A.3 en brei verder met antraciet tot het werk klaar is. Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 18-18-19-21-23-23 cm (het werk meet ongeveer 40-40-42-45-48-50 cm vanaf de schouder) aan elke kant van de markeerders aan de zijkanten van het lijf - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= 4 st gemeerderd). Herhaal dit meerderen elke 4-4-4-5-5-5 cm in totaal 4-4-4-3-3-3 keer = 189-205-221-241-269-293 st. Ga bij een hoogte van 34-36-37-38-39-39 cm (het werk meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder) verder met rondbreinld 3 mm. Brei 4 ribbels en kant losjes alle st af. Het vest meet ongeveer 58-60-62-64-66-68 cm vanaf de schouder. MOUW: Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop. Zet de st van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinld zonder knop 4 mm. Ga verder in patroon in de rondte als hiervoor en zet 8-8-10-10-12-12 nieuwe st op aan het einde van de eerste nld = 71-78-78-82-85-89 st. Plaats 1 markeerder in het midden van de 8-8-10-10-12-12 nieuwe st (= midden onder de mouw) – MEET NU HET WERK VANAF HIER. LET OP: ga verder in patroon zoals op de pas - brei de st die niet in het patroon passen midden onder de mouw in antraciet. Minder bij een hoogte van 2-3-3-3-3-4 cm aan elke kant van de markeerder – DENK OM TIP VOOR HET MINDEREN (= 2 st geminderd). Herhaal dit minderen elke 3-2-2-2-2-1½ cm in totaal 11-14-14-15-16-17 keer = 49-50-50-52-53-55 st. Stop TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 4-4-4-6-6-6 cm met A.3 en brei verder met antraciet tot het werk klaar is. Brei tot het werk 39-39-39-39-39-37 cm meet (2 cm nog te breien tot de mouwen klaar zijn, pas het vest eventueel aan voor de beste lengte). Ga verder met breinld zonder knop 3 mm. Brei 4 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven, Kant losjes alle st af. De mouw meet ongeveer 41-41-41-41-41-39 cm (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders). Brei de andere mouw op dezelfde manier. AFWERKING: Naai de openingen onder de mouwen dicht. Naai de knopen op de linkervoorbies. ---------------------------------------------------------- MUTS: PATROON: Zie telpatronen A.4 tot en met A.6. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. Brei het hele patroon in tricotst. TIP VOOR HET BREIEN: Als u een kortere muts wilt maken, brei dan tot 4 cm voor de gewenste lengte en minder dan volgens het patroon. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 st aan elke kant van de middelste 3 st in A.5 volgens het telpatroon. Begin 1 st voor A.5, 2 r samen met licht parelgrijs, brei 1 st antraciet, 1 st licht parelgrijs, 1 st antraciet (= de 3 middelste st in A.5), 1 r afh, 1 r met licht parelgrijs, afgeh st overh (= 2 st geminderd). -------------------------------------------------------- MUTS: Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld, ga verder met breinld zonder knop indien nodig. Zet 104 st op met rondbreinld 3 mm en antraciet. Brei 1 nld recht, brei dan 6 nld boordsteek = 1 r/1 av. Ga verder met rondbreinld 3,5 mm en brei in patroon in de rondte volgens telpatroon A.4. Als A.4 klaar is, meet het werk ongeveer 4½ cm. Brei dan in patroon in de rondte als volgt: * Brei A.5 (= 5 st), A.6 (= 21 st) *, herhaal van *-* 4 keer in totaal. Ga zo verder in patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING EN LEES TIP VOOR HET BREIEN. Als de nld gemarkeerd met een pijl in telpatroon A.6 klaar is, begin dan met minderen aan de bovenkant van de muts. Minder 1 st aan elke kant van de middelste 3 st van A.5 - LEES TIP VOOR HET MINDEREN en zie telpatroon (= 8 st geminderd). Herhaal dit minderen om de nld in totaal 3 keer en dan elke nld 7 keer in totaal = 24 st over op de nld. Brei 1 nld recht met antraciet en brei alle st 2 aan 2 r samen = 12 st. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast. De muts meet ongeveer 24 cm. |
|||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (15)
Elly wrote:
Nog een vraag over de pas: wordt er met de raglan gestart in dezelfde naald waarin met telpatroon A3 wordt begonnen? Of start ik met de raglan in de daarop volgende naald aan de goede kant? (Dus in de derde naald van telpatroon A3.) B.v.d., Elly
30.08.2015 - 14:12DROPS Design answered:
Hoi Elly. Ja, je begint met het meerderen voor de raglan TEGELIJKERTIJD als je het patroon A.3 breit.
01.09.2015 - 17:04Elly wrote:
Ik ben bij de pas, bij telpatroon A3 en de raglan. Er staat 'brei de gemeerdere steken in patroon'. Moet ik bij de raglan dan niet steeds 5 antracietgrijze steken tussen de witte steken breien? Klopt het dat ik bij de raglan moet 'smokkelen' om in de rest van het vest een regelmatig patroon in de witte steken te hebben? Bij voorbaat dank, met vriendelijke groet, Elly
30.08.2015 - 13:55DROPS Design answered:
Hoi Elly. Ik begrijp je verwarring. Maar zoals ik het zou doen zou ik de panden/mouwen als 5 verschillende "delen" zien: voorpand, mouw, achterpand, mouw, voorpand. Je hebt het patroon gebreid over alle steken en gaat nu meerderen 1 st aan elk voorpand, 2 op de mouwen en het achterpand. Bij elk overgang moet je dan de nieuwe st meebreien in het patroon - en dan nu "afzonderlijk en niet gewoon achter elkaar zoals in de eerste naald. Op deze manier hou je ook de symmetrie middenvoor een op de mouwen.
01.09.2015 - 17:09Elly wrote:
Mooi patroon. Ik ga eraan beginnen. Voor het eerst met rondbreinaalden!
21.08.2015 - 18:46José wrote:
Prachtig patroon. Mooi fijn werk.
13.06.2015 - 16:32Mirka wrote:
Milujem "vypletance" ! Práca pribúda ani neviem ako.
01.06.2015 - 15:26