DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 39.75€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Blossom Lane

Gebreid DROPS vest met kabels en sjaalkraag van ”Karisma”. Wordt van boven naar beneden gebreid. Maat: S - XXXL.

DROPS 165-48
DROPS design: Model nr. u-759
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS KARISMA van Garnstudio
750-800-900-950-1050-1150 gr. kleur nr. 64, grijspaars

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (60 of 80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (60 of 80 cm) 3,5 mm - voor de ribbelst.
DROPS KABELNLD - 2 nld voor de kabel.
DROPS PARELMOER KNOOP: gebogen (wit), NR. 522: 5-5-5-6-6-6 stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 39.75€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte gebreid):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld.

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.3 De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (voor de kant van het lijf):
Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Minder 1 st aan elke kant van de markeerder als volgt: brei tot 2 st voor de markeerder, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh, (de markeerder), brei de volgende 2 st r samen.
Minder de laatste keer als volgt: brei tot er 2 st over zijn voor de markeerder, 2 av samen, (markeerder), brei de volgende 2 st av samen.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de mouw):
Brei tot 2 st over zijn voor de markeerder, 1 omsl, 4 r (markeerder staat tussen deze st), 1 omsl. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid recht (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN-2 (voor boven A.2):
Minder 2 st boven A.2 als volgt: 1 r, 2 gedraaid r samen, 2 r, 2 r samen, 1 r.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechtervoorbies, dus aan de linkerkant van het werk gezien aan de goede kant (gezien in de breirichting). 1 knoopsgat = brei de 3e en 4e st vanaf de kant r samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van (vanaf waar st voor de schouders zijn opgezet):
MAAT S: 24, 32, 40, 48 en 56 cm
MAAT M: 25, 33, 41, 49 en 57 cm
MAAT L: 26, 34, 42, 50 en 58 cm.
MAAT XL: 25, 33, 41, 49, 57 en 65 cm.
MAAT XXL: 26, 34, 42, 50, 58 en 66 cm.
MAAT XXXL: 26, 34, 42, 50, 58 en 67 cm.
----------------------------------------------------------

VEST:
Wordt van boven naar beneden gebreid, heen en weer.

ACHTERPAND:
LINKER SCHOUDER (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet 25-29-32-35-33-41 st op met rondbreinld 4 mm en Karisma. Brei 1 ribbel in RIBBELST - zie uitleg boven. Brei dan als volgt aan de goede kant: 2 av, * 6 r, 3-2-3-2-2-2 av *, herhaal van *-* in totaal 2-3-3-4-3-4 keer, eindig met 5-3-3-1-6-6 r en 0-0-0-0-1-1 av. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Meerder bij een hoogte van 2 cm 1 st aan het einde van de volgende nld aan de goede kant = 26-30-33-36-34-42 st. Laat het werk rusten en brei de rechterschouder.

RECHTERSCHOUDER (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet 25-29-32-35-33-41 st op met rondbreinld 4 mm en Karisma. Brei 1 ribbel. Brei dan als volgt aan de goede kant: 0-0-0-0-1-1 av, 5-3-3-1-6-6 r, * 3-2-3-2-2-2 av, 6 r *, herhaal van *-* in totaal 2-3-3-4-3-4 keer, eindig met 2 av. Meerder bij een hoogte van 2 cm, 1 st aan het begin van de volgende nld aan de goede kant = 26-30-33-36-34-42 st.

ACHTERPAND:
Brei als volgt aan de verkeerde kant (dus brei van de rechterschouder naar de linkerschouder): 2 r, * 6 av, 3-2-3-2-2-2 r *, herhaal van *-* 2-3-3-4-3-4 keer in totaal als hiervoor, 6-4-4-2-6-6 av, 0-0-0-0-2-2 r, zet 21-22-25-26-30-30 st op voor de hals, 0-0-0-0-2-2 r, 6-4-4-2-6-6 av, * 3-2-3-2-2-2 r, 6 av *, herhaal van *-* 2-3-3-4-3-4 keer in totaal, eindig met 2 r = 73-82-91-98-98-114 st.

Brei dan als volgt aan de goede kant: 2 av, A.3, * 3-2-3-2-2-2 av, A.3 *, herhaal van *-* in totaal 7-9-9-11-11-13 keer, eindig met 2 av. Als A.3 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 89-102-111-122-122-142 st op de nld. Brei dan A.1 boven A.3. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Herhaal A.1 in de hoogte. Meerder bij een hoogte van 13-15-16-15-15-17 cm voor de armsgaten aan het einde van elke nld aan elke kant van het werk als volgt: meerder 2-2-2-3-3-2 keer 1 st, zet dan op: 3-2-2-3-3-3 keer 2 st en 1-1-1-1-3-3 keer 3 st = 111-120-129-146-158-176 st. Brei de gemeerderde st in tricotst. Als alle st zijn gemeerderd, laat het werk dan rusten en brei het voorpand (laatste nld = verkeerde kant).

RECHTERVOORPAND:
Brei eerst de sjaalkraag.
Zet 17-18-19-20-22-22 st op met rondbreinld 4 mm en Karisma. Brei in ribbelst en brei TEGELIJKERTIJD verkorte toeren, begin aan de verkeerde kant als volgt: brei 2 nld over alle st, brei 2 nld over de eerste 11-11-16-14-16-16 st. Brei zo tot het werk 8-8-9-9-10-10 cm meet aan de korte kant, pas zo aan dat de volgende nld aan de verkeerde kant is. 17-18-19-20-22-22 r, zet 25-29-32-35-33-41 st op aan het einde van de nld voor de schouder = 42-47-51-55-55-63 st.

Brei 1 ribbel in ribbelst over alle st. Brei dan als volgt in de volgende nld aan de goede kant: 2 av, * 6 r, 3-2-3-2-2-2 av *, herhaal van *-* 3-4-4-5-5-6 keer in totaal, 6 r, 2 av en eindig met 5 voorbies st in ribbelst. Ga zo verder in patroon. Brei bij een hoogte van 2 cm vanaf waar st voor de schouder zijn opgezet de volgende nld als volgt aan de goede kant: 2 av, * A.3, 3-2-3-2-2-2 av *, herhaal van *-* 3-4-4-5-5-6 keer in totaal, A.3, 2 av en eindig met 5 voorbies st in ribbelst. Brei de voorbies st in ribbelst tot het werk klaar is. Als A.3 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 50-57-61-67-67-77 st op de nld. Brei dan A.1 boven A.3. Herhaal A.1 in de hoogte.

Brei tot een hoogte van 13-15-16-15-15-17 cm (pas aan het achterpand aan; het is belangrijk dat u met dezelfde nld eindigt in de kabelpatronen zodat deze straks goed doorlopen) en meerder voor het armsgat aan het einde van de nld aan de verkeerde kant als volgt: meerder 2-2-2-3-3-2 keer 1 st en zet dan op: 3-2-2-3-3-3 keer 2 st en 1-1-1-1-3-3 keer 3 st = 61-66-70-79-85-94 st. Brei de gemeerderde st in tricotst. Als alle st zijn gemeerderd en opgezet, laat het werk dan rusten en brei het linkervoorpand.

LINKERVOORPAND:
Zet op en brei als het rechtervoorpand maar in spiegelbeeld. Dus brei verkorte toeren over de sjaalkraag en begin aan de goede kant. Zet nieuwe st op voor de schouder aan het einde van de nld aan de goede kant. Brei de eerste nld na 1 ribbel op de schouder aan de verkeerde kant als volgt: 5 voorbies st in ribbelst, 2 r, 6 av, * 3-2-3-2-2-2 r, 6 av *, herhaal van *-* 3-4-4-5-5-6 keer, eindig met 2 r. Meerder voor het armsgat aan het einde van de nld aan de goede kant.

LIJF:
Het is belangrijk dat u alle delen in dezelfde naald in patroon geëindigd bent.
Zet alle st op dezelfde rondbreinld 4 mm = 233-252-269-304-328-364 st. Plaats 1 markeerder tussen elk deel (= 2 markeerders aan de zijkanten). Plaats 1 markeerdraad in het werk, MEET NU HET WERK VANAF HIER. Neem de markeerders gaandeweg mee naar boven, de markeerder blijft waar hij is. Ga in de eerste nld (= aan de goede kant) verder in patroon als volgt: 5 voorbies st in ribbelst, 2 av, * A.1, 3-2-3-2-2-2 av *, herhaal van *-* 3-4-4-5-5-6 keer in totaal, A.1, 2 av, 22-18-18-24-36-34 in tricotst (markeerder staat in het midden tussen deze st), 2 av, A.1, * 3-2-3-2-2-2 av, A.1 *, herhaal van *-* 7-9-9-11-11-13 keer in totaal, 2 av, 22-18-18-24-36-34 in tricotst (markeerder staat in het midden tussen deze st), 2 av, * A.1, 3-2-3-2-2-2 av *, herhaal van *-* 3-4-4-5-5-6 keer in totaal, A.1, 2 av, eindig met 5 voorbies st in ribbelst. Maak knoopsgaten - zie uitleg boven - op de rechtervoorbies.

Ga zo verder in patroon. Minder bij een hoogte van 4-4-4-5-2-2 cm 1 st aan elke kant van elke markeerder - LEES TIP VOOR HET MINDEREN-1 (= 4 st geminderd). Herhaal dit minderen elke 4e-6e-6e-4e-4e-4e nld nog 10-8-8-11-17-16 keer. Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 12 cm 1 st in elk av-deel in de volgende nld aan de goede kant als volgt: 5 voorbies st in ribbelst, 2 av, * A.1, 1 omsl, 3-2-3-2-2-2 av *, herhaal van *-* 3-4-4-5-5-6 keer in totaal, A.1, 2 av, tricotst over de overgebleven st in tricotst, 2 av, A.1, * 3-2-3-2-2-2 av, 1 omsl, A.1 *, herhaal van *-* 7-9-9-11-11-13 keer in totaal, 2 av, tricotst over de overgebleven st in tricotst, 2 av, * A.1, 1 omsl, 3-2-3-2-2-2 av *, herhaal van *-* 3-4-4-5-5-6 keer in totaal, A.1, 2 av, eindig met 5 voorbies st in ribbelst. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid averecht (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.

MAAT XXL en XXXL:
Bij een hoogte van 20 cm, herhaal dit meerderen in elk av-deel in de volgende nld aan de goede kant als volgt: 5 voorbies st in ribbelst, 2 av, * A.1, 1 omsl, 3-3 av *, herhaal van *-* 5-6 keer in totaal, A.1, 2 av, tricotst over de overgebleven st in tricotst, 2 av, A.1, * 3-3 av, 1 omsl, A.1 *, herhaal van *-* 11-13 keer in totaal, 2 av, tricotst over de overgebleven st in tricotst, 2 av, * A.1, 1 omsl, 3-3 av *, herhaal van *-* 5-6 keer in totaal, A.1, 2 av, eindig met 5 voorbies st in ribbelst.

ALLE MATEN:
Als alle st in tricotst zijn geminderd, staan er nog 202-233-250-277-298-346 st op de nld.

MAAT M en XL:
Als alle st in tricotst zijn geminderd, minder dan als volgt: Minder in de volgende nld aan de goede kant de 4 av st aan elke kant naar 3 av als volgt: brei de eerste 2 st av samen = 231-275 st.

ALLE MATEN:
= 202-231-250-275-298-346 st.
Er zijn nu 4-3-4-3-4-4 st av in elk av-deel en 2 av richting de voorbies aan elke kant. Brei als volgt aan de goede kant: 5 voorbies st in ribbelst, 2 av, * A.1, 4-3-4-3-4-4 av *, herhaal van *-* tot er 15 st over zijn (= 15-19-19-23-23-27 keer in totaal), A.1, 2 av, eindig met 5 voorbies st in ribbelst. Ga zo verder in patroon tot het werk 23-24-25-26-27-28 cm meet, pas zo aan dat 1 hele herhaling van A.1 klaar is. Brei nu A.2 boven A.1. Herhaal A.2 tot het werk klaar is.

MAAT M en XL:
Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 25-27 cm in de volgende nld aan de goede kant als volgt: 5 voorbies st in ribbelst, 2 av, * A.2, 1 av, 1 omsl, 2 av *, herhaal van *-* tot er 15 st over zijn, A.2, 2 av, eindig met 5 voorbies st in ribbelst (= 19-23 st gemeerderd) = 250-298 st. brei de omsl gedraaid in de volgende nld, dus av aan de goede kant. Er zijn nu 4-4 st av in elk av-deel en 2 av richting de voorbies aan elke kant.

ALLE MATEN:
= 202-250-250-298-298-346 st.
Brei bij een hoogte van 24-26-26-28-28-29 cm als volgt in de volgende nld aan de goede kant: 5 voorbies st in ribbelst, 2 av, * A.2, 1 av, brei dan de kabel over de volgende 2 st als volgt: zet 1 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 1 r, 1 r van de kabelnld, 1 av *, herhaal van *-* tot er 15 st over zijn (= 15-19-19-23-23-27 keer in totaal), A.2, 2 av, eindig met 5 voorbies st in ribbelst. De 2 st in de kabel worden nu in tricotst gebreid.

Meerder bij een hoogte van 25-27-27-29-29-30 cm als volgt in de volgende nld aan de goede kant: 5 voorbies st in ribbelst, 2 av, * A.2, 1 av, 1 r, 1 omsl, 1 r, 1 av *, herhaal van *-* tot er 15 st over zijn, A.2, 2 av, eindig met 5 voorbies st in ribbelst (= 15-19-19-23-23-27 st meerder) = 217-269-269-321-321-373 st. Brei de omsl gedraaid av in de volgende nld, dus de gemeerderde st in tricotst. Herhaal dit meerderen bij een hoogte van 27-28-29-30-31-32 cm, brei de volgende nld aan de goede kant als volgt: 5 voorbies st in ribbelst, 2 av, * A.2, 1 av, 2 r, 1 omsl, 1 r, 1 av *, herhaal van *-* tot er 15 st over zijn, A.2, 2 av, eindig met 5 voorbies st in ribbelst (= 15-19-19-23-23-27 st gemeerderd) = 232-288-288-344-344-400 st. Herhaal dit meerderen met 1 omsl elke 3-4-3-5-4-7 cm afwisselend aan elke kant van A.2 en de av st naast 1 st in tricotst (dus brei de volgende meerdering als volgt: A.2, 1 av, 1 r, 1 omsl, 3 r, 1 av) nog 6-4-5-3-4-2 keer = 12-10-11-9-10-8 st tussen elke A.2 = 322-364-383-413-436-454 st. Brei als volgt aan de goede kant: 5 voorbies st in ribbelst, 2 av, * A.2, 1 av, 10-8-9-7-8-6 r, 1 av *, herhaal van *-* tot er 15 st over zijn, A.2, 2 av, eindig met 5 voorbies st in ribbelst. Ga zo verder tot het werk 52-53-54-55-56-57 cm meet vanaf de markeerder (= 70-72-74-76-78-80 cm in totaal). Eindig als er 5 nld zijn gebreid na een nld met kabels in A.2. Ga verder met rondbreinld 3,5 mm. Brei 2 ribbels over alle st en minder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld 2 st in elke A.2 - LEES TIP VOOR HET MINDEREN-2 (= 32-40-40-48-48-56 st geminderd) = 290-324-343-365-388-398 st. Kant alle st af.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 46-48-50-52-52-54 st op met breinld zonder knop 3,5 mm en Karisma. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met breinld zonder knop 4 mm. Brei de volgende nld als volgt: 19-20-21-22-22-23 r, 1 av, A.3, 1 av, 19-20-21-22-22-23 r. Als A.3 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 48-50-52-54-54-56 st op de nld. Brei dan A.2 boven A.3. Herhaal A.2 tot het werk klaar is. Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld. Meerder bij een hoogte van 12-12-11-9-12-10 cm 1 st aan elke kant van de markeerder – zie TIP VOOR HET MEERDEREN. Herhaal dit meerderen elke 2½-2-2-2-1½-1½ cm nog 13-15-16-17-19-20 keer = 76-82-86-90-94-98 st. Brei tot een hoogte van 48-47-45-44-44-42 cm (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders) en ga verder in patroon en brei TEGELIJKERTIJD heen en weer en kant af voor de mouwkop aan het begin van elke nld aan elke kant van het werk als volgt: 1 keer 4 st, 3 keer 2 st en 6-6-7-7-9-9 keer 1 st, kant dan 2 st af aan elke kant tot het werk 57-56-55-54-55-53 cm meet, kant dan 1 keer 3 st af aan elke kant en minder TEGELIJKERTIJD 2 st over de kabel. Kant de overgebleven st af, het werk meet ongeveer 58-57-56-55-56-54 cm.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de mouwen in het vest. Naai de kraag samen middenachter. Naai de kraag langs de hals op het achterpand. Naai de knopen op de linkervoorbies.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = zet 2 st op kabelnld nr. 1 en houd deze voor het werk, zet de volgende 2 st op kabelnld nr. 2 en houd deze voor het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld nr. 1, 2 r, 2 r van de kabelnld nr. 2.
symbols = zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld
symbols = 1 omsl tussen 2 st, brei de omsl gedraaid av in de volgende nld
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 165-48

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (24)

country flag Jane wrote:

What do you mean by ‘remember the gauge’ when knitting the shoulders?

19.05.2019 - 17:06

DROPS Design answered:

Dear Jane, it's just a small reminder that you should keep same tension as you had when checking your swatch first - to be sure that the finished project will have correct measurements. Happy knitting!

20.05.2019 - 13:48

country flag Crystel wrote:

Bonjour, Ce n'est pas clair pour moi pour le col en rangs raccourcis. Je fais la taille L, est-ce que ça veut dire que je tricote *2 rangs sur 19 mailles et 2 rangs sur 16 mailles * et ainsi de suite sur 9 cm ? D'avance merci pour votre réponse.

30.10.2016 - 10:11

DROPS Design answered:

Bonjour Chrystel, c'est exact, tricotez ainsi jusqu'à ce que le col mesure 9 cm du côté le plus court (pas côté des rangs raccourcis qui sera automatiquement plus long). Bon tricot!

31.10.2016 - 10:43

country flag Metzger Anneliese wrote:

Vos vestes sont tres belle ,la laine aussi .pourquoi commencer les vestes par le haut je trouve cela complique et le tricot devient tres lourd

22.01.2016 - 15:05

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Metzger, nos différents modèles se tricotent de façon différentes: de haut en bas (comme ici), de bas en haut, en 1 pièce jusqu'aux emmanchures ou chaque pièce séparément ... en fonction du choix de la styliste, du modèle etc. Bon tricot!

25.01.2016 - 09:30

country flag Jocelyne Brassard wrote:

Peut on faire ce modèle simplement en point Jersey . Si oui, la quantité de laine est-t-elle la même et le nombre de mailles est-t-il le même? Merci

18.09.2015 - 16:14

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Brassard, pour une veste en jersey, la quantité de fil sera différente mais le nombre de mailles également. Il est recommandé dans ce cas de faire une recherche pour un modèle jersey. Votre magasin DROPS saura vous aider si nécessaire. Bon tricot!

19.09.2015 - 09:45

country flag Eija Auvo wrote:

Ihana jakku! Etukappaleiden nappilistat tosin vetävät kuvassa ryppyyn. Vaihtoehtona on kutoa nappilistassa kerroksen viimeinen silmukka nurin ja nostaa seuraavan kerroksen ensimmäinen silmukka kutomatta. Näin siihen tulee ketjusilmukkareuna, joka ei vedä. // Underbar kofta! Sidorna på knapplistan ser ut att dra sig. Ett alternativ är att sticka den sista maskan på varvet avigt och lyfta den första maskan på följande varv utan att sticka den. Då blir sidan som en kedja som inte drar sig.

24.06.2015 - 16:07

country flag Karin wrote:

Wonderful, thats the pattern I was looking for.

23.06.2015 - 21:28

country flag José wrote:

Mooi getailleerd model met prachtige kabels. Helemaal mijn ding. Wat ik wat jammer vind is dat de voorpanden wat op trekken.

13.06.2015 - 16:23

country flag Ellis wrote:

Very nice jacket, think I make a picot edge that makes it less sloppy. I cannot see if there is a collar or not but I like it if the edges are double knitted. Nice cables.

08.06.2015 - 20:58

country flag Uschi wrote:

Perfekt, auch für grössere Damen :-)

04.06.2015 - 09:23

country flag Monica wrote:

Den känns som jag kan börja sticka nu

03.06.2015 - 21:36