DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 17.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Sweet Olivia Vest

Gebreid DROPS vest met korte mouwen in ribbelst met raglan, wordt van boven naar beneden gebreid van "Alpaca". Maat: S - XXXL.

DROPS 164-43
DROPS design: Model nr. z-712
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS ALPACA van Garnstudio
250-300-350-350-400-450 gr. kleur nr. 7233, olijfgroen

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 3 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 24 st x 48 nld in ribbelst = 10 x 10 cm. En 24 st x 32 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 2,5 mm - voor de randen.
DROPS PARELMOER KNOOP: gebogen (wit), NR. 521: 7 stuks voor alle maten.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 17.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

RIBBELST (in de rondte gebreid):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechtervoorbies. 1 knoopsgat = brei tot er 3 st over zijn op de nld (gezien aan de goede kant), maak 1 omsl, 2 r samen en brei de laatste st r.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S: 2, 9, 16, 24, 32, 40 en 48 cm
MAAT M: 2, 10, 18, 26, 34, 42 en 50 cm
MAAT L: 2, 10, 18, 26, 34, 42 en 50 cm
MAAT XL: 2, 10, 18, 26, 34, 43 en 52 cm
MAAT XXL: 2, 10, 18, 27, 36, 45 en 54 cm
MAAT XXXL: 2, 11, 20, 29, 38, 47 en 56 cm

RAGLAN:
Meerder 1 st aan elke kant van de 11 raglan st. Meerder door 2 st r te breien in de st voor en na de 11 raglan st (= 2 st gemeerderd bij elke A.1). Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant.

TIP VOOR HET METEN:
Vanwege de ribbelst zal het kledingstuk iets langer worden tijdens het dragen. Meet daarom alle maten terwijl u het werk omhoog houdt.
----------------------------------------------------------

VEST:
Brei heen en weer op de rondbreinaald van middenvoor naar middenvoor, van boven naar beneden.

PAS:
Zet 106-106-106-114-114-114 st op (incl. 5 voorbies st aan elke kant middenvoor) met rondbreinld 2,5 mm en Alpaca. Brei 3 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met rondbreinld 3 mm en brei 1 nld recht aan de goede kant en meerder 24 st gelijkmatig - LET OP: brei de buitenste 5 st aan elke kant middenvoor av en meerder niet over deze st (= voorbies st) = 130-130-130-138-138-138 st op de nld.

Plaats 4 markeerders in het werk als volgt (aan de verkeerde kant): 5 av (= voorbies st), 19-19-19-21-21-21 r (= rechtervoorpand), plaats 1 markeerder in de volgende st, 20 r (= mouw), plaats 1 markeerder in de volgende st, 38-38-38-42-42-42 r (= achterpand), plaats 1 markeerder in volgende st, 20 r (= mouw), plaats 1 markeerder in volgende st, 19-19-19-21-21-21 r (= linkervoorpand) en eindig met 5 av (= voorbies st).
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT:
Brei dan ribbels (1e nld = goede kant) maar brei in elke overgang tussen lijf en mouwen brei A.1 (= 11 st - LET OP: de st met de markeerder is de st met pijl in het telpatroon), brei de 5 voorbies st av aan elke kant middenvoor elke nld tot het werk klaar is.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING! en denk om de knoopsgaten op de rechtervoorbies - zie uitleg boven.

Begin TEGELIJKERTIJD in de eerste nld aan de goede kant met meerderen voor de RAGLAN – zie uitleg boven. LET OP: meerder verschillend op lijf en mouwen:
LIJF: meerder om de nld (dus elke nld aan de goede kant) in totaal 13-21-26-34-42-53 keer en dan elke 4e nld (dus om de nld aan de goede kant) in totaal 14-11-10-7-4-0 keer.
MOUW: meerder om de nld in totaal 17-19-18-20-18-21 keer, en elke 4e nld in totaal 12-12-14-14-16-16 keer.

Na alle meerderen voor de raglan staan er 354-382-402-438-458-498 st op de nld en meet het werk ongeveer 20-21-22-23-24-25 cm vanaf de schouder.
Brei de volgende nld als volgt aan de verkeerde kant: brei 52-57-61-68-73-80 st (= rechtervoorpand), zet de volgende 78-82-84-88-88-94 st op 1 hulpdraad (= mouw), zet 6-6-8-8-10-10 nieuwe st op (= onder de mouw), brei 94-104-112-126-136-150 st (= achterpand), zet de volgende 78-82-84-88-88-94 st op 1 hulpdraad (= mouw), zet 6-6-8-8-10-10 st op (= onder de mouw), brei de overgebleven 52-57-61-68-73-80 st (= linkervoorpand).

LIJF:
= 210-230-250-278-302-330 st.
Ga verder en brei in ribbelst heen en weer en brei de voorbiezen av - denk om de knoopsgaten op de rechtervoorbies.
Brei tot een hoogte van 33-34-35-36-37-38 cm, gemeten vanaf waar het werk gesplitst is voor de mouwen (of brei tot de gewenste lengte) – LEES TIP VOOR HET METEN, en brei dan 1 nld av aan de verkeerde kant en meerder 2 st gelijkmatig = 212-232-252-280-304-332 st op de nld. Ga verder met rondbreinld 2,5 mm en brei 3 nld boordsteek (= 2 r/2 av) met 5 voorbies st in ribbelst (elke nld av) en 2 r aan elke kant middenvoor (gezien aan de goede kant). Kant dan losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht. Het hele vest meet ongeveer 54-56-58-60-62-64 cm vanaf de schouder.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet de 78-82-84-88-88-94 st van de hulpdraad aan een kant van het werk terug op breinld zonder knop 3 mm en zet nog 6-6-8-8-10-10 nieuwe st op midden onder de mouw = 84-88-92-96-98-104 st. Brei 2 ribbels in RIBBELST in de rondte - zie uitleg boven (zorg dat u goed verder gaat in ribbelst zoals op de pas). Ga verder met breinld zonder knop 2,5 mm en brei 1 nld recht. Brei dan 4 nld boordsteek = 2 r/2 av. Kant losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht. Herhaal voor de andere mouw.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht. Naai de knopen op de linkervoorbies.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 164-43

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (44)

country flag Helena wrote:

Can you please clarify? In the yoke/body part it says to P (purl?) 5 outter most stitches as that is the edge for buttons and button holes. I am aware that this part is usually done with a knit (K) stitch. Is it correct to purl these stitches or could it be a mistake. Thank you.

26.10.2019 - 17:59

DROPS Design answered:

Dear Helena, you are right, that band sts we usually work in garter st, so knit both RS and WS. But as whole this west is knitted in garter st, we need to make some difference for bands - so we changed knitted sts to purl sts. It will also give a kind of garter st, but it will be a bit shifted from rest of garment. Happy knitting!

03.11.2019 - 19:08

country flag Alessia wrote:

Buongiorno, vorrei fare questo modello a maglia rasata perché il cotone che ho è già operato e inoltre vorrei farlo un po' più corto in vita. Come devo regolarmi per gli scalfi a che punto farli ? Devo tenere conto di altre cose, a parte fare un campione con il mio filato?

09.09.2019 - 17:55

DROPS Design answered:

Buongiorno Alessia, purtroppo in questa sede non possiamo fornirle un consiglio così personalizzato, ma può provare a rivolgersi al suo rivenditore DROPS di fiducia. Buon lavoro!

09.09.2019 - 18:07

country flag Ineke Albers wrote:

Kan ik het patroon 164/43 of 164/42 gebreid met Alpaca ook breien met garen Nepal? Ik begrijp het garenvervanger niet zo goed.

14.01.2019 - 22:16

DROPS Design answered:

Dag Ineke,

Nepal valt in garengroep C en is dus een veel dikker garen dan Alpaca, welke in garengroep A valt. De dunne variant van Nepal is DROPS Flora (bestaat ook uit wol en alpaca), deze valt wel in categorie A.

17.01.2019 - 11:04

country flag DUVAL MARIE-THERESE wrote:

Comment dois-je départager le nombre de mailles à monter séparément pour chaque pièce car je veux faire ce gilet mais avec des aiguilles droites (je suis réfractaire aux aiguilles circulaires) ? Et pour les diminutions raglans svp ? merci j'attends votre réponse pour commencer mon ouvrage (j'ai déjà ma laine)

17.06.2018 - 16:15

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Duval, ce modèle se tricote en allers et retours sur aiguille circulaire (seules les manches se tricotent en rond - ajustez en suivant ces indications) pour avoir suffisamment de place pour y loger toutes les mailles. Vous pouvez ainsi utiliser des aiguilles droites, veillez juste à bien conserver la bonne tension car les mailles seront plus serrées. Bon tricot!

18.06.2018 - 09:00

country flag Norinski wrote:

De quoi s\'agit il ??? NOTE: on augmente différemment sur le dos/les devants et sur les manches:\r\nDOS & DEVANTS: Augmenter 13-21-26-34-42-53 fois au total tous les 2 rangs (c\'est-à-dire tous les rangs sur l\'endroit) et 14-11-10-7-4-0 fois tous les 4 rangs (c\'est-à-dire tous les 2 rangs sur l\'endroit)

25.03.2018 - 01:13

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Norinski, les augmentations du raglan dos et devants se font à un rythme différent de celles des manches, par ex en taille S, on augmente sur les devants et le dos 13x tous les 2 rangs et 14x tous les 4 rangs, et sur les manches 17x tous les 2 rangs et 12 x tous les 4 rangs. On va donc augmenter soit 8 m (= manches, dos et devants), soit alternativement 4 m (= sur les manches seulement) et 8 m (= sur les manches et sur le dos/les devants). Bon tricot!

26.03.2018 - 11:26

country flag Barbara wrote:

Für mich stimmt die Raglaneinteilung nicht, das ergibt insgesamt zu viele M 5+19+20+38+20+19+5=126, es sind aber nur 106 angeschlagen.....oder verstehe ich das falsch???

05.10.2017 - 12:20

DROPS Design answered:

Liebe Barbara, so wird es in der Größe M gestrickt: 5 M li (= Blenden-M), 19 M re (= rechtes Vorderteil), 1 Markierer an der nächsten M anbringen, 20 M re (= Ärmel), 1 Markierer an der nächsten M anbringen, 38 M re (= Rückenteil), 1 Markierer an der nächsten M anbringen, 20 M re (= Ärmel), 1 Markierer an der nächsten M anbringen, 19 M re (= linkes Vorderteil) und enden mit 5 M li (= Blenden-M) = 5 + 19 + 1 + 20 + 1 + 38 + 1 + 20 + 1 + 19 + 5 = 130 M. Die Maschen mit den Markierern sollen auch dazu gestrickt bzw gezählt. Viel Spaß beim stricken!

05.10.2017 - 16:14

country flag Ginette wrote:

Merci pour l'information mais après avoir terminé mon rang je suis sur le rang envers au point mousse dois-je faire les 11 mailles de A1 au point mousse ou suivre A1 c'est à dire 11 mailles à l'envers.

08.02.2017 - 18:33

DROPS Design answered:

Bonjour Ginette, les mailles de A.1 se tricotent ainsi sur l'endroit: 1 m env, 1 m end, 2 m env, 3 m end, 2 m env, 1 m end, 1 m env et sur l'envers: 1 m end, 1 m env, 2 m end, 3 m env, 2 m end, 1 m env, 1 m end. Ces mailles de A.1 doivent toujours se tricoter ainsi. Les augmentations du raglan se tricotent au point mousse. Bon tricot!

09.02.2017 - 08:29

country flag Ginette wrote:

Pour le raglan vous indiquez une augmentation au début et la fin du A1 mais la 1ere maille sur le diagramme doit être une maille à l'envers et l'augmentation doit être sur maille endroit et quand je reviens sur le rang envers que dois-je faire?

08.02.2017 - 14:33

DROPS Design answered:

Bonjour Ginette, pour le raglan, on augmente 1 m en tricotant 2 fois à l'endroit la maille avant/celle après A.1 (= pas dans A.1). Bon tricot!

08.02.2017 - 16:12

country flag Kari wrote:

Har funnet ut av problemet :)

04.02.2017 - 22:08

DROPS Design answered:

Hej Kari. Godt at höre.

06.02.2017 - 13:08

country flag Kari wrote:

Jeg strikker Sweet Olivia Cardigan str L. Det står at det er ulik økning på bol og ermer, hvordan definerer dere hva som er hva av bol og ermer? Hvis man tenker deler er det forstykke, (1) erme, (2) bakstykke, (3) erme (4) og forstykke igjen. Hvilket nr (tall) skal det økes som erme og henholdsvis bol?

04.02.2017 - 21:46