DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 31.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Vintage Honeycomb

Gehaakt DROPS vest met kantpatroon, ruitjes en sjaalkraag van ”Alpaca”. Maat: S - XXXL.

DROPS 166-17
DROPS design: Model nr. z-718
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL -XXXL
Materiaal:
DROPS ALPACA van Garnstudio
450-500-550-600-650-750 gr. kleur nr. 2923, oker

DROPS HAAKNLD 2,5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 28 stk x 16 toeren = 10 x 10 cm.
DROPS PARELMOERKNOOP gebogen (wit), NR. 522: 3 stuks voor alle maten
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 31.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.3. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Vervang het eerste stk aan het begin van elk stk-toer door 3 l.
Vervang de eerste v aan het begin van elke v-toer door 1 l.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 stk door 2 stk samen te haken als volgt:
Haak 1 stk in eerste st maar wacht met de laatste doorhaling, haak 1 stk in volgende st maar haal bij de doorhaling de draad door alle 3 lussen op de haak.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechtervoorbies. 1 knoopsgat = vervang het vierde stk vanaf de kant door 1 l. Haak in de volgende toer de voorbies st als hiervoor (haak 1 stk om de l). Maak voor knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S: 10, 18 en 26 cm
MAAT M: 11, 19 en 27 cm
MAAT L: 12, 20 en 28 cm
MAAT XL: 13, 21 en 29 cm
MAAT XXL: 12, 21 en 30 cm
MAAT XXXL: 13, 22 en 31 cm
----------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt heen en weer gehaakt vanaf middenvoor.
Haak 332-367-402-437-472-507 l (incl. 3 l om mee te keren) met haaknld 2,5 mm en Alpaca. Haak de eerste toer (= aan de verkeerde kant) als volgt: 1 stk in 4e l vanaf haak (= 2 stk) - LEES INFORMATIE VOOR HET HAKEN, haak dan 1 stk in elke van de volgende 3 l, * sla 1 l over, 1 stk in elke van de volgende 4 l *, herhaal van *-* de hele toer = 265-293-321-349-377-405 stk. Haak 1 toer met 1 stk in elk stk. Haak nu in patroon volgens het telpatroon als volgt (1e toer = aan de verkeerde kant): haak 1 stk in elke van de eerste 5 stk (= linkervoorbies), A.3 (= 9 st), herhaal A.2 (= 14 st) 17-19-21-23-25-27 keer in totaal, A.1 (= 8 st), eindig met 1 stk in elke van de volgende 5 stk (= rechtervoorbies).
Als A.1-A.3 een keer in de hoogte zijn gehaakt, herhaal dan A.X in de hoogte. DENK OM DE STEKENVERHOUDING en denk om de KNOOPSGATEN op rechtervoorbies - zie uitleg boven. Haak tot een hoogte van 35-36-37-38-39-40 cm – pas zo aan dat de laatste toer aan de verkeerde kant is – en eindig elk voorpand en het achterpand apart. Plaats 1 markeerder 69-76-83-90-97-104 st vanaf elke kant middenvoor om de zijkanten aan te geven (= 127-141-155-169-183-197 st op het achterpand).

RECHTERVOORPAND:
Haak in patroon (aan de goede kant) als hiervoor tot er 5 st over zijn voor de markeerder (= armsgat) = 64-71-78-85-92-99 st - LET OP: Haak stk in de st aan de zijkant die niet in A.2 passen. Haak tot het werk 52-54-56-58-60-62 cm meet – pas zo aan dat het na 1 hele herhaling van A.2 is (laatste toer = aan de verkeerde kant). In de buitenste 44-51-56-63-67-74 st richting het armsgat (= schouder) wordt niet langer gehaakt.
Haak dan kraag over de eerste 20-20-22-22-25-25 st aan de goede kant als volgt: * haak 1 stk (haak in stk maar om l) in elke van de eerste 12-12-13-13-14-14 st, 1 hstk in elke van de volgende 2 st, 1 v in elke van de volgende 6-6-7-7-9-9 st, keer en haak 1 v in elke van de eerste 6-6-7-7-9-9 v - zie INFORMATIE VOOR HET HAKEN, 1 hstk in elke van de volgende 2 st, 1 stk in elke van de volgende 12-12-13-13-14-14 st, keer *, herhaal van *-* tot de kraag ongeveer 5-5-6-6-7-7 cm meet op het kortste deel. Hecht af.

LINKERVOORPAND:
Haak als rechtervoorpand maar in spiegelbeeld.
Haak niet over de eerste 5 st op de eerste toer aan de goede kant. Haak tot het werk 52-54-56-58-60-62 cm meet – pas zo aan dat het na 1 hele herhaling van A.2 is (laatste toer = aan de verkeerde kant). Knip de draad af. Haak niet meer over de eerste 44-51-56-63-67-74 st richting het armsgat (= schouder). Haak dan de kraag over de laatste 20-20-22-22-25-25 st, begin aan de goede kant als volgt: * Haak 1 v in elke van de eerste 6-6-7-7-9-9 st, 1 hstk in elke van de volgende 2 st, 1 stk in elke van de volgende 12-12-13-13-14-14 st, keer en haak 1 stk in elke van de eerste 12-12-13-13-14-14 st, 1 hstk in elke van de volgende 2 st, 1 v in elke van de volgende 6-6-7-7-9-9 st, keer *, herhaal van *-* tot de kraag ongeveer 5-5-6-6-7-7 cm meet op het kortste deel. Hecht af.

ACHTERPAND:
Haak in patroon als hiervoor over de middelste 117-131-145-159-173-187 st (= 5 st aan elke kant voor de armsgaten) - LET OP: Haak stk in de st aan de zijkant die niet in A.2 passen. Haak tot een hoogte van ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm – pas zo aan dat de volgende toer een 4e toer is in A.X (3 toeren over) en haak nu niet verder over de middelste 27-27-31-31-37-37 stk (= hals) en eindig elke schouder apart = 45-52-57-64-68-75 st voor elke schouder.
Ga verder in patroon als hiervoor over de laatste 3 toeren (LET OP: vervang elke l in het patroon door 1 stk) – minder op de eerste toer 1 stk langs de hals - LEES TIP VOOR HET MINDEREN = 44-51-56-63-67-74 st. Hecht af. Het werk meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm.

MOUW:
Wordt heen en weer gehaakt.
Haak 67-72-75-77-82-85 l (incl. 3 l om mee te keren) met haaknld 2,5 mm en Alpaca. Haak de eerste toer als volgt: 1 stk in 4e l vanaf haak (= 2 stk), haak dan 1 stk in elke van de volgende 3-3-1-3-3-1 l, * sla 1 l over, 1 stk in elke van de volgende 4 l *, herhaal van *-* de hele toer = 53-57-59-61-65-67 stk. Denk om de INFORMATIE VOOR HET HAKEN! Haak 1 toer met 1 stk in elk stk. Haak de volgende toer (= aan de goede kant) als volgt: 1 stk in elke van de eerste 4-6-7-1-3-4 stk, A.1, A.2 2-2-2-3-3-3 keer in totaal, A.3, eindig met 1 stk in elke van de volgende 4-6-7-1-3-4 stk. Als A.1-A.3 een keer in de hoogte gehaakt is, herhaal dan A.X in de hoogte.
Meerder bij een hoogte van 10-10-10-10-8-8 cm 1 stk aan elke kant door 2 stk te haken in het tweede en een na laatste stk aan elke kant. Herhaal dit meerderen aan elke kant van het werk elke 3e toer nog 16-14-7-3-0-0 keer, dan om de toer 4-7-16-21-25-22 keer in totaal en elke toer 0-0-0-0-0-5 keer in totaal = 95-101-107-111-117-123 st. Hecht af bij een hoogte van 49-48-46-45-43-42 cm (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders). Haak nog een mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de kraag samen middenachter, met de zijkanten tegen elkaar en dan de kraag dan langs de hals op het achterpand. Naai de mouwen in het lijf. Naai de mouwnaden samen met de zijkanten tegen elkaar van onderen naar boven.

Telpatroon

symbols = l
symbols = stk in st
symbols = stk om l
symbols = begin hier
symbols = eerste toer wordt uitgelegd in het patroon
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 166-17

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (21)

country flag Christine wrote:

Danke ! Gut, dann ist das eben so : Die dritte Reihe ist beim Rumpfteil eine Rück- , bei den Ärmeln jedoch eine Hinreihe, obwohl bei den ersten beiden Reihen jeweils gleichermaßen nur Stäbchen gehäkelt werden. Warum das so sein soll, bleibt ein Rätsel. Vielleicht soll man das Muster mal von der anderen Seite anschauen ? : )

02.11.2023 - 11:18

country flag Christine wrote:

Danke für die schnelle Antwort ! Ich weiß aber immer noch nicht, ob die Ärmel ebenso beginnen. Dort ist die dritte Reihe ( laut Anleitung ) doch eine Hinreihe... Freundlichen Gruß !

30.10.2023 - 19:20

DROPS Design answered:

Liebe Christine, bei den Ärmeln häkeln Sie zuerst 2 Reihen Stäbchen, dann häkeln Sie die 1. Reihe von den Diagrammen = Hin-Reihen: zuerst A.1, dann A.2 und A.3 (mit Stäbchen beidseitig). Viel Spaß beim häkeln!

31.10.2023 - 15:45

country flag Christine wrote:

Wann genau beginnt das Muster ? Ist das so gemeint : Die 1. Reihe vom Rumpfteil ist eine Rückreihe, die 2. Reihe ( Hinreihe ) sind Stäbchen, die 3. Reihe ( Rückreihe ) entspricht der 1. Reihe des Diagramms und in der 4. Reihe ( 2. Reihe der Diagramms ) beginnt das "Lochmuster" ? Verfährt man bei den Ärmeln dann auch so ? Laut Anleitung ist die 3. Reihe aber eine Hinreihe. Beginnt das "Lochmuster" in dem Fall eher ? Ich bin verwirrt... Freundliche Grüße ! Christine

29.10.2023 - 13:20

DROPS Design answered:

Liebe Christine, ja genau, die 3. Reihe beim Rumpfteil ist eine Rückreihe und die 1. Reihe mit den Diagrammen. Beginnen Sie die Diagramme beim Pfeil, dh lesen Sie diese 1. Reihe / Rückreihe links nach rechts - die Hin-Reihen lesen Sie dann rechts bei links. Viel Spaß beim stricken!

30.10.2023 - 16:28

country flag Sini wrote:

Tolle Modell habt ihr wirklich ABER eure Muster sind eine Katastrophe \r\nDa vergeht einen schon die Lust beim ersten drauf Blick \r\nSo wirr und konfus selbst für Häkelschrift \r\nSelbst meine Mutter die seit über 45 Jahren strickt hat aufgegeben bei Drops was nach zu arbeiten

26.09.2022 - 16:39

country flag Liliia wrote:

Hi, I make size M with Drops Alpaca, hook 2,5 as you recommended. BUT the size of body is enormous 138 cm, I did almost 22 cm of work and seem like need to undo it...so I tried with sleeves and they have perfect feet. So, what am I doing wrong?)

26.11.2021 - 01:06

DROPS Design answered:

Dear Lilia, if your tension is right, then you should get on the very first row on body a total of 293 treble crochets (UK)/double crochets (US), ie approx. 105 cm . You start with 367 chains but you will skip evenly chains on first row to get a lose edge (most of the time the foundation chain is tighter reason why you cast on here more chains than you need stitches). Happy crocheting!

26.11.2021 - 07:47

country flag Sandra wrote:

I mönstret på bakstycket står att de 27 m i mitten virkas det inte längre över. Men två rader under står det " obs: varje lm i mönstret över halsen ersätts med 1 st. Ska det virkas något på de 27m i mitten eller inte? Vintage honeycomb tröjan...

23.12.2020 - 13:31

DROPS Design answered:

Hei Sandra. Det hekles ikke noe mer over de 27 maskene på bakstykket, men kragen som er heklet på forstykkene skal sys sammen midt bak kant i kant og deretter sys kragen til halsrigningen på bakstykket. mvh DROPS design

11.01.2021 - 14:41

country flag BAYE Sophie wrote:

Bonjour. Je suis arrivée aux manches de ce joli modèle. Je voulais savoir si comme on augmente sur les cotes'est ce qu'on reprend le motif ou on continue toujours en brides sur cette partie là merci

21.11.2019 - 08:19

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Baye, vous pouvez crocheter les augmentations en suivant le point ajouré, dès que vous avez suffisamment de mailles pour bien conserver la continuité du motif, ainsi les manches seront plus jolies au niveau du début/fin des tours. Bon crochet!

21.11.2019 - 09:31

country flag Lucienne Brokerhof wrote:

Op de foto's is slechts een klein sjaalkraagje te zien terwijl hij wel groter in het schemapatroon staat.

21.10.2018 - 13:20

country flag Lene Iversen wrote:

Forstår ikke hvordan opskriften startes. 1.rk består af st med lm huller, 2.rk kun st (ignorerer lm hullerne, så =indtagning), dernæst mønster efter diagram. Hvorfor skal man lave hulmønster på første række og ignorere det på næste? Hvorfor ikke bare slå det færre antal maske op og lave to solide rækker (st rk)?

02.10.2018 - 13:38

country flag Christine wrote:

When we work the back section how come it is only 117 sts 265-(69X2)= 127 not 117 would you please explain more

28.02.2018 - 05:07

DROPS Design answered:

Dear Christine, you leave 5 sts unworked for armhole on each piece: front pieces are worked over 64 sts (= 5 sts unworked for armhole) and back piece is worked over 117 sts (= 5 sts unworked for armhole on each side), so that you have: 64 sts (front piece), 10 sts unworked (armhole), 117 sts (back piece), 10 sts unworked (armhole), 64 sts (front piece) = 64+10+117+10+64= 265 sts. Happy crocheting!

28.02.2018 - 10:17