DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Forever Yours

Gebreide DROPS bolero met kantpatroon en averechte st van ”Merino Extra Fine”. Maat: S - XXXL.

DROPS 166-15
DROPS design: Model nr. me-081
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S/M - L/XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS MERINO EXTRA FINE van Garnstudio
350-350-450-500 gr. kleur nr. 22, lila

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm, of een herhaling van A.2 = 3,5 cm breed. (gebruik indien nodig 1 extra rondbreinld voor het begin van het werk).
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte gebreid):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld.

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
----------------------------------------------------------

BOLERO:
Brei eerst in de rondte op de rondbreinld. Brei dan het werk in 2 delen heen en weer en naai ze aan elkaar als ze klaar zijn.

Zet 420-480-510-690 st op met rondbreinld 4 mm (gebruik indien nodig 2 rondbreinld zodat alle st goed op de nld passen) met Merino Extra Fine. Brei 2 ribbels in RIBBELST – zie uitleg boven – en brei dan in patroon als volgt: * A.1 (= 9 st), 6 av st *, herhaal van *-* de hele nld (= 28-32-34-46 patroonherhalingen).

Als A.1 klaar is in de hoogte, staan er nog 364-416-442-598 st op de nld. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga verder op dezelfde manier maar brei nu A.2 (= 7 st) boven A.1 en minder TEGELIJKERTIJD in de volgende nld 1 st door 2 av samen te breien na elke herhaling van A.2! Herhaal dit minderen afwisselend links en rechts van elke herhaling van A.2 elke 5e nld nog 4 keer = 224-256-272-368 st. Bij een hoogte van 16 cm in totaal en als er 7 patroonherhalingen van A.2 in de hoogte zijn gebreid, brei dan de eerste 112-128-136-184 st op de nld zoals eerder. Zet deze st op een hulpdraad. Knip de draad af. Brei het werk dan verder in delen heen en weer.

DEEL 1:
Meet nu het werk vanaf hier.
Brei dan heen en weer als volgt: zet 2 st op met rondbreinld 4 mm, ga verder over de overgebleven 112-128-136-184 st op het werk, zet 1 st op aan het einde van de nld = 115-131-139-187 st, keer en brei 1 kant st in ribbelst, 1 r (= av aan de goede kant) ga verder in patroon tot er 2 st over zijn, 1 r (= av aan de goede kant) en 1 kant st in ribbelst.
Bij een hoogte van 8-8-10-10 cm en als 4-4-5-5 herhalingen van A.2 in de hoogte zijn gebreid, zet dan 18-18-26-26 st op aan het einde van de volgende 2 nld = 151-167-191-239 st. Ga verder in patroon als volgt: 3 st in ribbelst, 1 av, * A.2, 1 av *, herhaal van *-* tot er 3 st over zijn, 3 st in ribbelst. Als A.2 6-7-8-9 keer in de hoogte is gebreid vanaf waar de nieuwe st zijn opgezet en het werk meet 36-38-42-44 cm, brei dan 2 ribbels over alle st. Kant alle st af.

DEEL 2:
Zet 1 st op met rondbreinld 4 mm, brei in patroon als eerder over de 112-128-136-184 st van de hulpdraad aan de verkeerde kant en zet 2 st op aan het einde van de nld = 115-131-139-187 st. Ga verder als op het eerste deel.

AFWERKING:
Naai de afkantranden van deel 1 en deel 2 aan elkaar met maassteken / kitchenersteek. Naai de onderarmnaden dicht, dus naai naad A van deel 1 en deel 2 samen en naai naad B van deel 1 en 2 samen. Hecht af.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh = 2 st minder.
symbols = 1 omsl tussen 2 st
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 166-15

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (27)

country flag Amandine wrote:

Bonjour, Bonne année et meilleurs vœux à toute l'équipe ! Merci pour vos explications, mais je ne sais pas où monter les 2m par rapport aux 112m env que j'ai mis en arrête maille arrêtée, car je suis au milieu du rang ; c'est là où je ne sais pas par où commencer les autres parties. Merci d'avance.

03.01.2016 - 22:20

DROPS Design answered:

Bonjour Amandine, quand vous avez mis les 112 première m en attente, coupez le fil. Montez 2 mailles, tricotez les 112 m sur l'aiguille comme avant, montez 1 m à la fin du rang = 115m. Tournez et tricotez 1 rang sur l'envers et continuez ensuite comme avant avec 1 m lis et 1 m jersey env de chaque côté. Bon tricot!

04.01.2016 - 10:06

country flag Amandine wrote:

Bonsoir, Je vais commencer la 1ère partie mais je ne comprends pas ce qu'il faut faire et où elle se situe sur le schéma. Il faut monter 2m puis continuer les 112m restantes et monter 1m en fin de rang. Sachant que nous avons monté les 112 1ère m, où faut-il monter les 2m? Je ne comprends pas non plus la suite des explications où il faut tourner l'ouvrage et tricoter en m lis (vidéo regardée). Il s'agit de tricoter à l'end la 1ère m normalement ? Merci beaucoup et bonnes fêtes.

27.12.2015 - 19:06

DROPS Design answered:

Bonjour Amandine, avant de tricoter le 1er rang de la 1ère partie, montez 2 m, puis tricotez sur l'endroit les 112 m comme avant et montez 1 m en fin de rang = 115 m. Tournez et tricotez le rang suivant sur l'envers avec 1 m lis au point mousse de chaque côté (= à l'endroit) et 1 m jersey envers de chaque côté à 1 m des bords. Bon tricot!

02.01.2016 - 14:09

country flag Amandine wrote:

Bonjour, Merci pour votre réponse. Je ne comprends pas cette partie "À 16 cm de hauteur totale et après 7 fois A.2 en hauteur, tricoter les 112-128-136-184 premières m comme avant et les mettre en attente sur un arrêt de mailles. Couper le fil. Continuer ensuite en allers et retours 2 parties." => Comme avant veut dire retricoter A2 ? Si oui combien de rang ? et la partie ''Continuer ensuite en allers et retours 2 parties." ? Je ne comprends pas non plus.

29.11.2015 - 18:42

DROPS Design answered:

Bonjour Amandine, quand vous avez coupé le fil, vous continuez l'ouvrage en 2 parties distinctes, en suivant les indications sous "partie 1" puis "partie 2", soit: continuez chaque partie en allers-retours (en rangs), en montant 1 m de chaque côté, et en point fantaisie, puis en montant des mailles de chaque côté, et à 36-44 cm de hauteur totale, on rabat après 2 côtes mousse (= 4 rangs end). Bon tricot!

30.11.2015 - 10:55

country flag Amandine wrote:

Re Bonjour, Je ne comprends pas cette partie "EN MÊME TEMPS, au tour suivant, diminuer 1 m en tricotant 2 m ens à l'env après chaque motif A.2. Répéter ces diminutions alternativement à droite et à gauche de chaque motif de A.2 encore 4 fois tous les 5 tours = 224-256-272-368 m. " La partie "4 fois tous les 5 tours" => je suis au 2ème tour, je tricote donc 4 tours (soit le 6ème tour depuis le début de motif A2) puis au 7ème tour, je rediminue comme fait au dessus, etc... ? Merci !

25.11.2015 - 17:40

country flag Amandine wrote:

Bonjour, Je ne comprends pas cette partie "EN MÊME TEMPS, au tour suivant, diminuer 1 m en tricotant 2 m ens à l'env après chaque motif A.2. Répéter ces diminutions alternativement à droite et à gauche de chaque motif de A.2 encore 4 fois tous les 5 tours = 224-256-272-368 m. " => Je tricote un rang (= 1 tour) *A2-6m envers* sans modification. Au 2ème rang, *A2 - 1 diminution envers (2 m prises) - 2m env - 1 diminution envers (2 m prises)* ?

25.11.2015 - 17:39

DROPS Design answered:

Bonjour Amandine, la 1ère diminution se fait au 2ème tour de A.2 en tricotant 2 m ens à l'env après chaque A.2 ainsi: A.2, 2 m ens à l'env, 4 m env. Tricotez 4 tours sans diminuer (en suivant A.2). Au tour suivant, diminuez ainsi: A.2, 3 m env, 2 m ens à l'env. Continuez ainsi à diminuer tous les 5 tours (5 fois au total), une fois à droite de chaque motif et la fois suivante à gauche de chaque motif= il reste 1 m env entre chaque A.2. Bon tricot!

26.11.2015 - 09:28

country flag Christine wrote:

Hallo, ich verstehe leider die Diagramme nicht ganz: Das Kästchen in A1 und A2 wird mit "1 M re in HIn-R, 1 M li in Rück-R" erklärt. Aber nun weiß ich nicht, wie ich in Runden stricken soll. Rechts oder Links oder in jeder Runde abwechselnd?

12.10.2015 - 23:34

DROPS Design answered:

Runden sind immer wie Hin-R zu betrachten, Sie stricken ja in Runden stets von der Vorderseite. Beim Kästchen für "1 M re in Hin-R, 1 M li in Rück-R" stricken Sie also in jeder Rd re.

13.10.2015 - 17:44

country flag Annelise Andersen wrote:

Jeg er begyndt at strikke model 166-15 en flot bolero. Er begyndt på anden rapport. Skal indtagningerne ikke være over hinanden for at få den effekt som på billedet? Det kan jeg ikke få det til når man skal strikke 2 vrang sammen efter hver rapport, så forskyder man jo indtagningerne. Har jeg misforstået noget? Mvh Annelise Andersen

11.10.2015 - 11:17

DROPS Design answered:

Hej Annelise, Jo men du fortsætter diagrammerne over hinanden, det er vrangmaskerne du tager ind i, dvs du får færre vrangmasker imellem diagrammerne for hver gang du tager ind. God fornøjelse!

12.10.2015 - 11:53

country flag Glenda Ruijgrok wrote:

In deel 1 moet je na 4 patroonherhalingen 18 steken meerderen, dit is 115 + 18 = 133. Het patroon geeft 151 steken aan dat is 26 steken gemeerderd worden in de 2 grootste maten. Wat is goed 18 of 26 steken meerderen.

04.10.2015 - 19:23

DROPS Design answered:

Hoi Glenda. Je hebt 115 st. Er staat dan in het patroon: zet dan 18 st op aan het einde van de volgende 2 nld. Dus 2 keer 18 st = 36 = 151 st

06.10.2015 - 17:19

country flag Voorts Micheline wrote:

Je ne comprant pas pour quelle raison il faut tricoter en deux partie et aussi les explications ne son pas tres clair merci pour vouloir me donner quelques conseils

31.08.2015 - 20:41

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Voorts, ce modèle se commence en rond par la bordure tout autour (col, devants et dos) = partie basse du schéma (ouvrage en double dans le schéma). On divise ensuite l'ouvrage en 2 (à partir des points A et B dans le schéma) pour terminer chaque pièce, monter et tricoter les manches - la couture d'assemblage des 2 pièces se trouve dans le dos (côte mousse sur la photo de dos). Pour toute aide complémentaire, vous pouvez contacter votre magasin DROPS ou le forum DROPS. Bon tricot!

01.09.2015 - 10:16

country flag Laura wrote:

Innovativo. Veloce da realizzare, pratico da indossare.

15.06.2015 - 11:40