DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 0.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 9.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Athena Cardigan

Gebreid DROPS vest in tricotst en ribbelst met kantpatroon en ronde pas, wordt van boven naar beneden gebreid van ”Paris”. Maat: S - XXXL.

DROPS 161-10
DROPS design: Model nr. w-552
Garengroep C of A en A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS PARIS van Garnstudio
550-600-650-750-800-900 gr. kleur nr. 02, lichtturkoois

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 4,5 mm – voor de ribbelst.
DROPS PARELMOERKNOOP: gebogen (wit), NR. 522: 7 stuks in alle maten
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 0.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 9.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

RIBBELST (in de rondte gebreid):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
Meerder 1 st door 1 omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2:
Meerder door een omsl te maken aan elke kant van de 2 st aan elke zijkant (de markeerder is tussen deze st). Brei de omsl de volgende nld gedraaid.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder als volgt voor 1 st in tricotst en de markeerder: 2 r samen.
Minder na de markeerder en 1 st in tricotst als volgt: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechtervoorbies. 1 knoopsgat = brei de derde en vierde st vanaf de kant samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S: 2, 10, 18, 26, 34, 42 en 51 cm
MAAT M: 2, 10, 18, 26, 34, 43 en 52 cm
MAAT L: 2, 10, 18, 26, 35, 44 en 53 cm
MAAT XL: 2, 11, 20, 29, 38, 47 en 56 cm
MAAT XXL: 2, 11, 20, 29, 38, 48 en 58 cm
MAAT XXXL: 2, 11, 20, 29, 39, 49 en 59 cm
----------------------------------------------------------

VEST:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld, van boven naar beneden.

PAS:
Zet 101-105-109-113-117-121 st op met rondbreinld 4,5 mm en Paris. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met rondbreinld 5 mm en brei zo naast 4 voorbies st in ribbelst aan elke kant (ga verder tot het werk klaar is): A.1, meerder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld in het telpatroon 12-16-18-18-20-20 st gelijkmatig - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 113-121-127-131-137-141 st (brei in de 3e nld in A.1 de laatste st voor de voorbies st recht).
Ga als A.1 in de hoogte is gebreid, verder met rondbreinld 4,5 mm. Brei in ribbelst en meerder TEGELIJKERTIJD 10 st gelijkmatig in de 2e ribbel en 6-7-13-15-21-26 st in de 5e ribbel (LET OP: meerder in een nld aan de goede kant. Meerder niet over de voorbies st) = 129-138-150-156-168-177 st. DENK OM DE STEKENVERHOUDING.
Als er 7-7-8-8-8-10 ribbels zijn gebreid in totaal, meet het werk 7-7-8-8-8-9 cm, ga nu verder met rondbreinld 5 mm. Brei 2 nld in tricotst. Brei nu boordsteek als volgt: * 1 r, 2 av *, herhaal van *-* (brei de laatste st voor de voorbies st recht). Meerder als de boordsteek 2 cm meet door 1 omsl te maken voor de r st in elk av-deel op de nld (= 40-43-47-49-53-56 st gemeerderd) = 169-181-197-205-221-233 st. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid recht (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.
Ga verder met 1 r/3 av. Herhaal dit meerderen voor elke r st als de boordsteek 4-4-4-5-6-6 cm meet = 209-224-244-254-274-289 st. Ga verder met 1 r/4 av tot de boordsteek 6-6-6-7-8-8 cm meet in totaal. Brei 2 nld in tricotst. Ga nu verder met rondbreinld 4,5 mm. Brei 2 ribbels en meerder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld 8-11-11-15-21-28 st gelijkmatig = 217-235-255-269-295-317 st. Ga verder met rondbreinld 5 mm en in A.1 (brei in de 3e nld in A.1 de laatste st voor de voorbies st in tricotst).
Ga als A.1 in de hoogte is gebreid, verder met rondbreinld 4,5 mm. Brei 2 ribbels en meerder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld 8-10-10-16-22-28 st gelijkmatig = 225-245-265-285-317-345 st. Ga nu verder op rondbreinld 5 mm als volgt: Brei de eerste 34-38-41-45-51-56 st (= voorpand), zet de volgende 48-50-54-56-60-64 st op een hulpdraad (= mouw), zet 8 nieuwe st op onder de mouw, brei de volgende 61-69-75-83-95-105 st (= achterpand), zet de volgende 48-50-54-56-60-64 st op een hulpdraad (= mouw), zet 8 nieuwe st op onder de mouw, brei de overgebleven 34-38-41-45-51-56 st (= voorpand).

LIJF:
Er zijn nu 145-161-173-189-213-233 st voor het lijf. Plaats een markeerder aan elke zijkant van het lijf waar nieuwe st zijn opgezet onder de mouw (= 4 nieuwe st aan elke kant van elke markeerder). MEET HET WERK NU VANAF HIER. Ga verder in tricotst. Minder bij een hoogte van 4 cm 1 st aan elke kant van elke markeerder (= 4 st geminderd) - LEES TIP VOOR HET MINDEREN! Herhaal dit minderen bij een hoogte van 11-10-9-8-7-6 cm = 137-153-165-181-205-225 st. Meerder bij een hoogte van 18-17-16-15-14-13 cm 1 st aan elke kant van elke markeerder (= 4 st gemeerderd) LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Herhaal dit meerderen elke 2-2½-3-3-3½-4 cm nog 4 keer = 157-173-185-201-225-245 st. Meerder bij een hoogte van 32-33-34-35-36-37 cm 10-8-11-10-14-8 st gelijkmatig = 167-181-196-211-239-253 st. Ga verder met rondbreinld 4,5 mm en brei 3 ribbels. Kant alle st af.

MOUW:
Brei de mouw in tricotst in de rondte op de rondbreinld/breinld zonder knop. Er zijn 48-50-54-56-60-64 st voor elke mouw. Zet de st van de hulpdraad terug op de rondbreinld/breinld zonder knop 5 mm en zet 8 nieuwe st op onder de mouw = 56-58-62-64-68-72 st. Brei eerst 2 ribbels en brei vervolgens door in tricotst en plaats TEGELIJKERTIJD een markeerder in het midden tussen de nieuwe st onder de mouw. MEET NU DE WERK VAN HIER.
Minder bij een hoogte van 4 cm 1 st aan elke kant van de markeerder – LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen elke 4-3½-3-2½-2½-2 cm nog 7-8-9-9-11-12 keer = 40-40-42-44-44-46 st. Als de mouw 35-35-35-34-34-34 cm meet, brei dan 1 ribbel over alle steken en brei dan A.1. Als A.1 in de hoogte is gebreid, ga dan verder met breinld zonder knop 4,5 mm en meerder 1-1-3-3-3-3 st gelijkmatig = 41-41-45-47-47-49 st. Brei 2 ribbels en kant af, de mouw meet ongeveer 39-39-39-38-38-38 cm.
Brei nog een mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht. Naai de knopen op de linkervoorbies.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 15.09.2016
Correctie MOUW:...Zet de st van de hulpdraad terug op de rondbreinld/breinld zonder knop 5 mm en zet 8 nieuwe st op onder de mouw = 56-58-62-64-68-72 st. Brei eerst 2 ribbels en brei vervolgens door in tricotst.
Gewijzigd online: 07.05.2019
Correctie - MOUW: Als de mouw 35-35-35-34-34-34 cm meet, brei dan 1 ribbel over alle steken en brei dan A.1.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 2 r samen, 1 omsl tussen 2 st
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 161-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (30)

country flag Rita wrote:

Non riesco a ritrovarmi nel seguire le correzioni della manica...che peraltro mi sembrano uguali al testo originale....in pratica...quando io riprendo la manica, mi trovo ad aver già fatto le coste di legaccio... Volevo anche ringraziarvi per la gestione di questo sito ...mi trovo benissimo e mi avete fatto riappassionare al lavoro a maglia....grazie!

29.03.2019 - 08:29

DROPS Design answered:

Buongiorno Rita. Quando riprende le maglie delle maniche, deve lavorare altre due coste a legaccio. Se riesce ad ingradire la fotografia, potrebbe esserle più chiaro. Le correzioni sono sempre già inserite nelle spiegazioni. Buon lavoro!

29.03.2019 - 08:41

country flag Céline wrote:

Bonjour, Pouvez-vous m'expliquer plus précisément la réalisation des côtes 1 maille endroit 2 mailles envers ? de quel côté faut-il commencer ? faut-il continuer ainsi sur l'envers et sur l'endroit ou alterner avec un rang endroit sur le 2ème rang ? Merci d'avance pour ces précisions et pour vos modèles, très jolis et toujours bien expliqués (une tricoteuse autodidacte débutante à qui il manque parfois les bases…)

14.12.2018 - 10:25

DROPS Design answered:

Bonjour Céline et merci. Les côtes 1 m end/2 m env vont se tricoter au début de l'empiècement (après A.1 et 2 rangs jersey) ainsi sur l'endroit: 4 m de bordure devant, *1 m end, 2 m env*, répétez de *-* jusqu'à ce qu'il reste 5 m, terminez par 1 m end, 4 m de bordure devant. Vous augmenterez ensuite dans les sections en mailles envers des côtes (= 1 m end, 3 m env puis 1 m end/4 m env). Bon tricot!

14.12.2018 - 12:37

country flag Tina Saxtorph wrote:

Inden man strikker A1 nederst på ærmet, skal der strikkes en omgang vrang. Dette står der intet om i opskriften.

09.01.2018 - 11:41

Sheila wrote:

En el canesu después de cambiar a la aguja número 5 dice trabajar como sigue, pero como sigue como? Dice punto nuevo en 4 puntos de la cenefa, pero no está explicado bien el como sigue. Gracias

17.07.2016 - 05:45

DROPS Design answered:

Hola Sheila, después de cambiar a la aguja circular de 5.00 mm comenzamos a trabajar el patrón como sigue: 4 puntos de la cenefa en pt musgo A.1( ver el diagrama), al mismo tiempo, en la primera fila del diagrama aumentar 12-16-18-18-20-20 puntos repartidos y finalizar la fila con 4 pt de la cenefa en pt musgo. Espero que se te haya aclarado la duda.

22.07.2016 - 20:39

country flag Fatmonica wrote:

I can't find any explanation to the measurements of your sizes. Just spent all day knitting medium and had to pull it back. Where can I find measurements

29.07.2015 - 22:35

DROPS Design answered:

Dear Fatmonica, you will find at the bottom of the pattern a measurement chart with all measures for each size in cm taken flat from side to side. Compare these to a similar garment you have and like the shape to find out the matching size. We have learned this is the most accurate way. Happy knitting!

30.07.2015 - 11:02

country flag Maria wrote:

Föreslår att man, när det är dags att sticka ärmar respektive fram- och bakstycket sätter alla maskor utom till en ärm, på tråd och så börjar sticka ena ärmen. Man kan då sticka fram o tillbaka på vanliga rundstickan vilket ger en snygg snabb o jämn stickning och man slipper krånglet med strumpstickor. Man slipper oxå de hål som lätt uppstår mellan maskorna i "stickbytet". När ena ärmen klar stickas den andra o så tillsist fram- och bakstycket.

16.07.2015 - 07:27

country flag Karin wrote:

Nach A1 werden 2 Krausrippen gestrickt. Der Ärmel wird von oben nach unten gestrickt.

28.04.2015 - 15:24

country flag Anka wrote:

In der Beschreibung für die Ärmel ist ein Fehler. Bevor das Muster A1 gestrickt wird müssten doch zwei Krausrippen gestrickt werden, oder? Ansonsten tolles Muster. Ich freue mich schon auf die fertige Jacke.

28.04.2015 - 13:28

DROPS Design answered:

Liebe Anka, Antwort siehe oben, Karins Bemerkung ist korrekt. Viel Spaß beim Stricken!

28.04.2015 - 22:12

country flag Benedetta wrote:

Buonasera,vorrei avere notizie sul grafico,potete aiutarmi?grazie

27.04.2015 - 22:35

DROPS Design answered:

Buonasera Benedetta. Il seguente video mostra come lavorare il diagramma A.1. Ci riscriva se ancora in difficoltà. Buon lavoro!

28.04.2015 - 00:13

country flag Rascol Marie-claude wrote:

Bonjour!souhaitant réaliser le modèle drops design n°w-552,j'ai imprimé les explications et je ne trouve pas le diagramme dont j'ai besoin pour réaliser le point fantaisie;Est ce normal,ou bien ai je oublié une manipulation lors de l'impression?Merci de me répondre car j'ai hâte de réaliser ce joli modèle;

14.03.2015 - 16:47

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Rascol, vous trouverez le diagramme A.1 à côté du schéma des mesures (sous la manche), c'est un motif qui se tricote sur 2 m et 4 rangs. Bon tricot!

16.03.2015 - 08:49