DROPS Ull-Tweed
DROPS Ull-Tweed
100% puur wol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

DROPS 71-2

Lang DROPS vest met kabels, capuchon en zakken van "Ull-Tweed". Muts met kabels van "Karisma" . Sjaal in patentsteek van "Higlander" en een spencer / slip-over met kabels van "Igloo". Maat S - XL DROPS spencer / slip-over en muts met kabels van "Karisma Superwash". DROPS sjaal in patentsteek van "Highlander".

DROPS 71-2
VEST
Maat: S/M - M/L - XL
Materiaal: DROPS Ull-Tweed van Garnstudio,
800-900-1000 gr nr. 02, bruin

DROPS Breinaalden 3,5 mm en 4,5 mm, of de breinaalden die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.
DROPS Houten knoop gebrand nr. 512: 7 stk.

MUTS
Maat: M = hoedmaat van ca 56 cm.
Materiaal: DROPS Karisma van Garnstudio,
100 gr nr. 39, donker oudroze.

DROPS Rondbreinaald 2,5 mm en 3,5 mm, of de breinaalden die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.


SJAAL
Maat: Ca 20 x 160 cm.
Materiaal: DROPS Highlander van Garnstudio,
150 gr nr. 01, camel.

DROPS Breinaalden 7 mm, of de breinaalden die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

SPENCER
Maat: S/M - M/L - XL
Materiaal: DROPS IGLOO van Garnstudio
400-500-500 gr nr. 06, pruim.

DROPS Breinaalden 8mm, of de breinaalden die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Ull-Tweed
DROPS Ull-Tweed
100% puur wol
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

VEST:

Steekverhouding:
19 st x 24 nld met Ull-Tweed op breinld 4,5 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje!

Ribbelst (heen en weer breien):
Alle naalden recht breien.

Knoopsgat: Kant af voor de knoopsgaten in de rechter voorbies. 1 knoopsgat = kant de 4e en 5e voorbiessteek vanaf de kant af. Zet in de volgende nld 2 nieuwe st op boven de afgekante st.
Kant af voor de knoopsgaten bij een hoogte van:
Maat S/M: 17, 27, 37, 47, 57 en 67 cm.
Maat M/L: 21, 31, 41, 51, 61 en 71 cm.
Maat XL: 25, 35, 45, 55, 65 en 75 cm.

Achterpand:
Zet 112-122-132 st (inclusief 1 kantsteek aan weerszijden) op met breinld 3,5 mm en Ull-Tweed. Brei 8 nld ribbelst. Wissel naar breinld 4,5 mm. Brei verder in tricotsteek. Let op de steekverhouding! Kant vanaf een hoogte van 6 cm 7-8-8 keer 1 st aan weerszijden af op iedere 7 cm = 98-106-116 st. Brei vanaf een hoogte van 59-62-65 cm het achterpand verder in averechte tricotsteek tot de gewenste afmetingen. Kant vanaf een hoogte van 60-63-66 cm voor het armsgat af aan weerszijden in iedere 2e nld: 0-1-1 keer 3 st, 1-1-2 keer 2 st en 3-2-3 keer 1 st = 88-92-96 st. Kant bij een hoogte van 80-84-88 cm de middelste 26-26-30 st af voor de hals. Kant daarna 2 keer 1 st af aan beide halszijden in iedere 2e nld = 29-31-31 st over voor iedere schouder. Kant alle st af bij een totale hoogte van 82-86-90 cm.

Linker voorpand:
Zet 64-69-74 st (inclusief 1 kantsteek aan de zijkant en 8 voorbiessteken middenvoor) op met breinld 3,5 mm en Ull-Tweed. Brei 8 nld ribbelst. Wissel naar breinld 4,5 mm. Brei verder in tricotsteek, maar brei de 8 voorbiesst steeds in ribbelst – NB: Brei voor een mooie voorbies deze st matig vast. Kant vanaf een hoogte van 6 cm 7-8-8 keer 1 st af aan de zijkant op iedere 7 cm = 57-61-66 st. Brei vanaf een hoogte van 59-62-65 cm het voorpand verder in averechte tricotsteek tot de gewenste afmetingen. Kant vanaf een hoogte van 60-63-66 cm af voor het armsgat aan de zijkant, zoals bij het achterpand = 52-54-56 st over op de breinld. Kant bij een hoogte van 76-80-83 cm de 16-16-18 st (inclusief de voorbiessteken) middenvoor af voor de hals. Kant daarna af aan de halszijde in iedere 2e nld: 2 keer 2 st en 3 keer 1 st = 29-31-31 st over voor de schouder. Kant alle st af bij een totale hoogte van 82-86-90 cm.

Rechter voorpand:
Zet op en brei zoals het linkervoorpand, maar kant voor het armsgat en de hals af in spiegelbeeld. Minder ook voor de knoopsgaten in de voorbies – zie de beschrijving hierboven.

Mouwen:
Zet 50-52-54 st (inclusief 1 kantsteek aan weerszijden) op met breinld 3,5 mm en Ull-Tweed. Brei 8 nld ribbelst. Wissel naar breinld 4,5 mm. Brei verder in averechte tricotsteek. Meerder vanaf een hoogte van 10 cm 16-17-18 keer 1 st aan weerszijden in: Maat S/M: Om en om iedere 5e en 6e nld. Maat M/L: Iedere 5e nld. Maat XL: Om en om iedere 4e en 5e nld = 82-86-90 st. Brei vanaf een hoogte van 18 cm de mouw in tricotsteek tot de gewenste afmetingen. Kant, als de mouw een totale hoogte heeft van 49-48-46 cm, af voor de mouwkop aan weerszijden in iedere 2e nld: 1 keer 4 st, 3 keer 3 st en kant daarna steeds 2 st af tot een totale hoogte van 53-53-52 cm. Kant dan nog 1 keer 3 st af aan weerszijden. De totale hoogte is nu ca 54-54-53 cm. Kant de resterende st af.

Afwerken:
Sluit de schoudernaden.

Capuchon:
Neem ca 86 tot 98 st op rond de hals (ook boven de voorbiezen) met breinld 4,5 mm en Ull-Tweed. Brei 1 nld av (goede kant), maar brei de 8 st boven de voorbiezen aan weerszijden in ribbelst. Meerder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld in de eerste nld tot 110-114-118 st. NB! Meerder niet boven de 8 ribbelst aan weerszijden. Brei verder in averechte tricotsteek. Kant na 1 cm af aan de rechterzijde voor 1 knoopsgat, boven de andere knoopsgaten in de voorbies. Brei tot de capuchon een hoogte heeft van ca 38-39-40 cm, kant de st af. Sluit middenachternaad van de capuchon.

Zakken:
Zet 34 st op met breinld 4,5 mm en Ull-Tweed. Brei averechte tricotsteek. Brei bij een hoogte van 16 cm 8 nld ribbelst. Kant de st af. Naai de zakken op de voorpanden 10-11-11 cm van middenvoor en 16-19-22 cm van de onderkant. Naai de mouwen in het vest. Sluit de mouw- en zijnaden in één keer met de kantsteek als naadtoeslag.

Naai de knopen aan.




MUTS:

Steekverhouding:
22 st x 30 nld met Karisma op breinld 3,5 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje!

Patroon:
Zie teltekening - M.1. De teltekening is van de goede kant van het werk.

Boordsteek:
* 1 r, 1 av *, herhaal steeds *-*.

Muts:
Zet 170 st op met rondbreinaald 2,5 mm en donker oudroze. Brei 7 cm Boordsteek. Wissel naar rondbreinaald 3,5 mm. Brei verder volgens teltekening M.1 en minder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld 9 st in de 1e nld = 161 st. Brei, als M.1 een hoogte heeft van 11 cm, de volgende nld als volgt: Brei 2 av samen tussen alle kabels, dwz minder alle 3 av tot 2 av = 138 st. Brei, als M.1 een hoogte heeft van 16 cm, opnieuw alle 2 st av tussen de kabels samen tot 1 av = 115 st. Brei 1 nld tricotsteek over alle st. Brei in de volgende nld de 2 middelste st in alle kabels r sm = 92 st. Brei 1 nld tricotsteek, brei daarna alle 2 av st in alle kabels r sm = 69 st. Brei 1 nld tricotsteek. Rijg een dubbele draad door de resterende st, trek de draad aan en maak de draad goed vast. De muts heeft nu een totale hoogte van ca 24 cm.




SJAAL:

Steekverhouding:
9 st x 20 nld met Highlander op breinld 7 mm in patentsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje!

Ribbelst (heen en weer breien):
Alle naalden recht breien.

Patentsteek:
1e nld (goede kant): * 1 r, 1 omslag, haal 1 steek av af, *, herhaal steeds *-*
2e nld (verkeerde kant): * 1 omslag, haal 1 steek av af, brei de volgende st en de omslag r sm *, herhaal steeds *-*
3e nld (goede kant): * brei de volgende st en de omslag r sm, 1 omslag, haal 1 steek av af *, herhaal steeds *-*
Herhaal steeds de 2e en 3e nld (Vanaf de 2e nld zijn de st met de omslag altijd rechte st. De omslag ligt over de st, brei de omslag recht samen met de st).

Sjaal:
Zet losjes 19 st op met breinld 7 mm en 2 draden Highlander. Knip 1 draad af en brei verder in patentsteek – zie de beschrijving hierboven – met 1 st ribbelst aan weerszijden. Kant, bij een hoogte van 160 cm, losjes af met 2 draden en r boven r en av boven av.




SPENCER:

Steekverhouding:
9 st x 14 nld met Igloo op breinld 8 in tricotsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje!

Patroon:
Zie teltekening - M.1 tot M.3. De teltekening is van de goede kant van het werk.

Ribbelst (heen en weer breien):
Alle naalden recht breien.

Tip afkanten (geldt voor het armsgat):
Alle minderingen gebeuren aan de goede kant!
Kant af binnen 1 kantsteek, brei de kantst steeds in ribbelst.
Kant af als volgt na 1 kantsteek: Haal 1 st r af, brei 1 st r, haal de afgehaalde st over de gebreide st.
Kant af als volgt voor 1 kantsteek: 2 r sm

Voorpand:
Zet 52-56-62 st (inclusief 1 kantsteek aan weerszijden) op met breinld 8 mm en Igloo. Brei volgens teltekening M.1 (1e nld = goede kant) – begin bij de pijl voor de juiste maat, brei 1 kantst aan weerszijden in ribbelst. Let op de steekverhouding!

Lees eerst de hele beschrijving voor u verder breit!
Brei M.1 5-5-6 keer in de hoogte (de hoogte is nu ca 29-29-34 cm), brei verder volgens teltekening M.2 (1e nld = goede kant) tot de gewenste afmetingen. Brei bij een hoogte van 27-27-32 cm aan weerszijden 2 nld ribbelst over de buitenste 3-4-4 st. Kant in de volgende nld aan weerszijden 2-3-3 st af. Kant daarna 2-3-6 keer 1 st af voor het armsgat - zie Tip afkanten - in iedere 2e nld = 44-44-44 st. Brei steeds 1 ribbelst aan weerszijden tot de gewenste afmetingen. Kant af voor de hals volgens teltekening M.2. Na alle minderingen voor het armsgat en de hals zijn er 13 st over voor iedere schouder. Kant alle st af na M.2, de totale hoogte is nu ca 48-48-54 cm.

Achterpand:
Zet 47-51-57 st (inclusief 1 kantsteek aan weerszijden) op met breinld 8 mm en Igloo. Brei volgens teltekening M.3 - begin bij de pijl voor de juiste maat, brei 1 kantst aan weerszijden in ribbelst. Kant voor het armsgat af als bij het voorpand = 39-39-39 st over op de breinld. Brei verder tot een hoogte van 45-45-51 cm. Brei nu 2 nld ribbelst over de middelste 15 st. Kant in de volgende nld de middelste 13 st af voor de hals = 13 st over voor iedere schouder. Kant alle st af bij dezelfde hoogte als het voorpand.

Afwerken:
Sluit de schoudernaden - zorg dat de st doorlopen. Sluit de zijnaden met de kantsteek als naadtoeslag.

Telpatroon

symbols = recht (muts: 1 recht)
symbols = averecht (muts: 1 averecht)
symbols = zet 2 steken op een kabelnaald voor het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald (muts)
symbols = zet 4 steken op een kabelnaald achter het werk, 4 recht, 4 recht van de kabelnaald
symbols = zet 3 steken op een kabelnaald achter het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = zet 2 steken op een kabelnaald voor het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = zet 1 steek op een kabelnaald achter het werk, 4 recht, 1 recht van de kabelnaald
symbols = zet 4 steken op een kabelnaald achter het werk, 1 recht, 4 recht van de kabelnaald
symbols = zet 2 steken op een kabelnaald achter het werk, 2 recht, 2 averecht van de kabelnaald
symbols = zet 2 steken op een kabelnaald voor het werk, 2 averecht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = Recht aan de verkeerde kant: 2 recht samen
symbols = 2 recht samen
symbols = haal 1 steek recht af, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = 2 averecht samen
symbols = Aan de verkeerde kant: 1 recht en kant deze steek af.
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 71-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (9)

country flag Matilda wrote:

Vars är instruktionerna till västen? Det ser bara ut att finnas några diagram som kanske visar västens mönster.

24.11.2023 - 22:16

DROPS Design answered:

Hei Mathilda. Her manglet den svenske teksten på vesten. Den er nå lagt til. Takk for at du gjorde oss oppmerksom på det. mvh DROPS Design

27.11.2023 - 08:52

country flag Jenny Brown wrote:

On the hat pattern, at 16cm there are instructions for only 5 more rows when the hat should measure 24cm. Is there a bit missing between the 16cm measurement and the final decreases, or am I reading this wrong. Thank you

14.11.2023 - 11:12

DROPS Design answered:

Dear Mrs Brown, the 16 cm are measured only in M.1, ie not including the 7 cm ribbing before. Happy knitting!

14.11.2023 - 15:35

country flag Ingrid Lauryssens wrote:

Bij de mouwkop moet ik aan weerzijden verminderen maar dan staat er 'kant daarna steeds 2 st af' zijn dat 2steken aan elke kant of 1 steek aan elke kant?

17.07.2022 - 10:46

DROPS Design answered:

Dag Ingrid,

Je kant dan steeds 2 steken af aan elke kant.

17.07.2022 - 11:26

country flag Cornelia Cohn Christensen wrote:

Har I også opskriften på vesten?

12.10.2020 - 11:09

country flag Anne Vest wrote:

Det er jakken. Tak for tippet med garnomregneren, det løste problemet.

18.02.2020 - 13:13

country flag Anne Vest wrote:

Hej. Hvilket garnalternativ kan man bruge? Strikkefastheden ligger mellem to garngrupper, så jeg er i tvivl. Hilsen Anne

17.02.2020 - 20:02

DROPS Design answered:

Hej Anne, Hvilken af modellerne er det du vil strikke? Har du prøvet vores garnomregner?

18.02.2020 - 11:46

Paula wrote:

Hola, Primero que todo quiero darles las gracias por compartir todos los patrones con las tejedoras a nivel mundial. Hice un saco partiendo de este patrón y quedé muy feliz con el resultado :) fue muy sencillo de interpretar y solo fue ajustar algunas cosillas. Gracias Paula

20.01.2017 - 00:34

country flag Marianne Young wrote:

I am having trouble with creation of neckline after c/off middle 26 stitches do I complete the purl row, knit a row and then commence further cast off to shape neckline and do I cast off at beg of two consecutive rows after that or just at middle of neck? Just a bit confused.

12.01.2017 - 04:55

DROPS Design answered:

Dear Mrs Young, work 1 row by casting off the middle 26 sts then work to the end of row and slip first sts (before the 26 sts on a thread). Turn piece and work next row from WS, then turn and at the beg of next row from RS dec 1 st for neck, work to the end of row. Repeat the last 2 rows (= 2 sts dec towards neck). Happy knitting!

12.01.2017 - 08:53

country flag Mary wrote:

I think there is a mistake on this pattern. For the fronts, it says to cast on half the number of the stitches on the back + 8 stitches for the front bands. But the front bands overlap so I think this should be an extra 4 stitches not 8.

05.01.2016 - 00:21

DROPS Design answered:

Dear Mary, There are 8 sts on front bands. Ladies body is usually a bit wider in the front than back. Happy knitting!

12.01.2016 - 13:42