DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.39 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 162-3
DROPS design: Model nr. cl-042
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS COTTON LIGHT van Garnstudio
500-550-650-700-750-850 gr. kleur nr. 08, ijsblauw

DROPS HAAKNLD 4,5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 16 stk x 8 toeren = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.39 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1-A.2.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Vervang het eerste stk aan het begin van elke stk-toer door 3 l.

3 STK SAMEN:
Haak 3 stk tot 1 stk als volgt: * haak 1 stk maar wacht met de laatste doorhaling (= 2 lussen op de haak) *, herhaal van *-* nog 1 keer, haak dan het volgende stk maar haal bij de laatste doorhaling de draad door alle st op de haak.
----------------------------------------------------------

ACHTERPAND:
Haak heen en weer.
Haak 94-101-108-122-129-143 l met haaknld 4,5 mm en Cotton Light. Haak 1 stk in 4e l vanaf haak (= 2 stk), 1 stk in elke van de volgende 5 l, * 1 stk in elke van de volgende 6 l, sla 1 l *, herhaal van *-* tot 1 l overblijft, 1 stk in laatste l = 80-86-92-104-110-122 stk.
Haak dan als volgt: 3 l - LEES INFORMATIE VOOR HET HAKEN, sla 1 stk over (wordt vervangen door de 3 l), A.1 (= 6 st) 13-14-15-17-18-20 keer in totaal en eindig met 1 stk in het laatste stk. Ga zo verder in patroon. De gaatjes in A.1 lopen diagonaal naar links, 2 st elke toer (gezien aan de goede kant) totdat het gat bij een stk aankomt aan de linkerkant van het werk. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 een keer in de hoogte is gehaakt, herhaal dan A.z tot het werk klaar is. Hecht af bij een hoogte van 40-41-42-43-44-45 cm. Haak nu het patroon als hiervoor over de middelste 68-74-80-80-86-98 st (= 6-6-6-12-12-12 st aan elke kant voor het armsgat). Haak tot een hoogte van 54-56-58-60-62-64 cm – pas zo aan dat de volgende toer aan de goede kant is. Haak over de eerste 20-23-24-24-24-31 st (= schouder) als volgt: haak 1 stk in elk stk en 2 stk in elke l-lus = 20-23-24-24-24-31 stk. Haak 2 toeren met 1 stk in elk stk. Hecht af. Doe dezelfde op de andere schouder

VOORPAND:
Haak als het achterpand maar haak A.2 in plaats van A.1, dus de gaatjes lopen diagonaal naar rechts (gezien aan de goede kant). Herhaal A.x tot het werk klaar is. Haak tot een hoogte van 45-47-48-50-51-53 cm – pas zo aan dat het na een hele herhaling van A.x – en minder voor de hals (de volgende toer is aan de verkeerde kant) als volgt: haak als hiervoor over de eerste 31-34-37-37-40-46 stk, haak 3 STK SAMEN - zie uitleg boven. Keer het werk. Herhaal dit minderen elke toer richting middenvoor 7-7-8-8-9-9 keer in totaal = 20-23-24-24-25-31 st over voor de schouder. Haak dan 1 toer met 1 stk in elk stk en 2 stk in elke l-lus. Haak 2 toeren met 1 stk in elk stk. Hecht af. Doe dezelfde op de andere schouder

MOUW:
Haak heen en weer.
Haak 45-45-49-49-52-52 l met haaknld 4,5 mm en Cotton Light. Haak 1 stk in 4e l vanaf haak (= 2 stk), 1 stk in elke van de volgende 5-5-7-7-5-5 l, * 1 stk in elke van de volgende 6 l, sla 1 l over *, herhaal van *-* tot er 1-1-3-3-1-1 l overblijft, 1 stk in de laatste 1-1-3-3-1-1 l = 38-38-42-42-44-44 stk. Haak 1 stk in elk van de eerste 1-1-3-3-1-1 stk, A.2 tot er 1-1-3-3-1-1 stk over zijn, (= 6-6-6-6-7-7 keer in de breedte), 1 stk in elke van de laatste 1-1-3-3-1-1 stk. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, herhaal dan A.x tot het werk klaar is. Meerder bij een hoogte van 8-8-8-10-10-10 cm 1 stk door 2 stk te haken in eerste en laatste stk op de toer (= 2 stk gemeerderd). Herhaal dit meerderen elke 4½-4-4-3-3-2½ cm nog 9-10-10-12-12-14 keer = 58-60-64-68-70-74 st. Haak de gemeerderde st in patroon. LET OP: er is altijd 1 stk (of 3 l = 1 stk) aan elke kant van het werk. Hecht af bij een hoogte van 52-52-51-51-51-48 cm (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders). Haak nog een mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Haak de schoudernaden samen aan de verkeerde kant door beide lagen heen als volgt: 1 v in eerste stk, * 1 l, sla 1 stk over, 1 v in volgende stk *, herhaal van *-*. Naai de mouwen in de trui. Haak de onderarmnaden en de zijnaden ook samen aan de verkeerde kant als volgt: * 1 v in buitenste lusjes, 3 l, sla 1 toer over *, herhaal van *-* tot er ongeveer 10 cm over zijn op het lijf voor de split aan elke kant. Hecht af.

HALSRAND:
Haak een rand langs de hals als volgt vanaf midden bovenkant van de schouder: 1 v, * 3 l, sla ongeveer 1 cm over, 1 v *, herhaal van *-* langs de hele hals en eindig met 1 hv in de eerste v op de toer. Hecht af.

Telpatroon

symbols = l
symbols = stk in stk
symbols = stk om l-lus
symbols = eerste toer wordt uitgelegd in het patroon
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Just Me top

Beth, United States

Something violet

Michela, Italy

Laat een opmerking achter voor DROPS 162-3

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (172)

Rebecca wrote:

Hi, I'm slightly confused about how to joint the underarm seams and side seams. 1sc in outer loops, ch3, skip1 row. Does this mean I am only joining the pieces together with one stich for every other row?

04.04.2017 - 11:52

DROPS Design answered:

Dear Rebecca, you crochet 3 ch between 2 sc, and skip 1 row, the 3 ch will have the same height as 1 row, and the sc have to be crocheted in the first/last st on each row, with 3 ch between each sc. Happy crocheting!

04.04.2017 - 13:36

country flag Catherine wrote:

Thank you for the clear explanation. Kind regards, Catherine

27.03.2017 - 18:46

country flag Cath wrote:

Thank you. Do you also chain 3 immediately before the 3TR TOG on turning or just 3TR TOG without initial 3 chain. Thanks.

27.03.2017 - 15:55

DROPS Design answered:

Dear Cat, you need the 3 ch to turn with and to replace 1st tr, but the 3 ch will count as the first of the 3 tr to work tog. Happy crocheting!

27.03.2017 - 17:48

country flag Cath wrote:

I'm doing front neck shaping decreases XXL size. Do I do the 2nd row 3TR TOG immediately after turning work without a 3 chain start? Also does this part of the pattern comprise 10 rows in total to get to the 25 stitches remaining for the shoulder or are the decreases to be done on alternate WS rows? Thank you.

26.03.2017 - 13:23

DROPS Design answered:

Dear Cath, at the beg of row, replace 1st tr with 3 ch as before, dec for neck are done every row ie both from RS and from WS. Happy crocheting!

27.03.2017 - 09:24

country flag Mc wrote:

Merci

21.03.2017 - 10:26

country flag Mc wrote:

Merci pour la rapidité de votre réponse. Oui, je vais refaire un échantillon avec un crochet plus petit. Ceci dit, pourquoi monter autant de mailles au départ, pour les diminuer le rang suivant ? Cela ne risque t il pas de faire gondoler la bordure ?

21.03.2017 - 09:25

DROPS Design answered:

Bonjour Mc, souvent la chaînette de base est trop serrée, et pour conserver la bonne largeur sans que la base ne soit trop serrée, on monte plus de mailles en l'air que l'on a besoin de mailles, puis au 1er rang, on saute régulièrement des ml pour avoir le bon nombre de mailles = la largeur souhaitée en conservant l'élasticité voulue. Bon crochet!

21.03.2017 - 09:46

country flag Mc wrote:

Bonjour, J'ai fait mon échantillon, petit probléme, il fait 10cm sur la hauteur , mais 13cm sur la largeur ! En général je tricote un modéle taille Xl , j'ai l'impression qu'il faut que je réalise un modele de la taille L Qu'en pensez vous ?

20.03.2017 - 21:27

DROPS Design answered:

Bonjour Mc, essayez un nouvel échantillon avec un crochet plus petit, et essayez de tirer un peu plus vos brides en hauteur pour bien conserver la bonne hauteur si vous avez la bonne largeur mais pas encore la bonne hauteur. Bon crochet!

21.03.2017 - 09:02

country flag Mc wrote:

Merci beaucoup

17.03.2017 - 13:13

country flag Mc wrote:

Je regarde les vidéos sur lesquelles sont expliquées la réalisation de A1 et A2, pouvez vous me dire le nombre de brides faites au premier tour, car lorsque je fais le point sur 16 brides (échantillon de 10 cmx10cm), je n'arrive pas à terminer le point comme sur la vidéo Merci

17.03.2017 - 11:13

DROPS Design answered:

Bonjour Mc, le nombre de mailles de A.1 doit être multiple de 6 + 1 B (= 3 ml) + 1 B à la fin. Pour votre échantillon, il vous faudra au moins 3 motifs x 6 m = 18 + 2 B = 20 B. Bon crochet!

17.03.2017 - 11:48

country flag Charo wrote:

Hola! ¿Podrían indicarme, por favor, si en las disminuciones del escote, después de girar la labor, se comienza la siguiente fila, en la línea del escote, con tres puntos de cadeneta? Muchas gracias.

20.10.2016 - 19:42

DROPS Design answered:

Hola Charo. En la fila con p.a. siempre comenzamos con 3 p.de cad. sustituyendo el 1er p.a. En este modelo, las dism se trabajan con 3 p.a. juntos y el primer p.a. trabajamos como 3 p.de cad.

30.10.2016 - 12:16