DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.39 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 162-3
DROPS design: Model nr. cl-042
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS COTTON LIGHT van Garnstudio
500-550-650-700-750-850 gr. kleur nr. 08, ijsblauw

DROPS HAAKNLD 4,5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 16 stk x 8 toeren = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.39 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1-A.2.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Vervang het eerste stk aan het begin van elke stk-toer door 3 l.

3 STK SAMEN:
Haak 3 stk tot 1 stk als volgt: * haak 1 stk maar wacht met de laatste doorhaling (= 2 lussen op de haak) *, herhaal van *-* nog 1 keer, haak dan het volgende stk maar haal bij de laatste doorhaling de draad door alle st op de haak.
----------------------------------------------------------

ACHTERPAND:
Haak heen en weer.
Haak 94-101-108-122-129-143 l met haaknld 4,5 mm en Cotton Light. Haak 1 stk in 4e l vanaf haak (= 2 stk), 1 stk in elke van de volgende 5 l, * 1 stk in elke van de volgende 6 l, sla 1 l *, herhaal van *-* tot 1 l overblijft, 1 stk in laatste l = 80-86-92-104-110-122 stk.
Haak dan als volgt: 3 l - LEES INFORMATIE VOOR HET HAKEN, sla 1 stk over (wordt vervangen door de 3 l), A.1 (= 6 st) 13-14-15-17-18-20 keer in totaal en eindig met 1 stk in het laatste stk. Ga zo verder in patroon. De gaatjes in A.1 lopen diagonaal naar links, 2 st elke toer (gezien aan de goede kant) totdat het gat bij een stk aankomt aan de linkerkant van het werk. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 een keer in de hoogte is gehaakt, herhaal dan A.z tot het werk klaar is. Hecht af bij een hoogte van 40-41-42-43-44-45 cm. Haak nu het patroon als hiervoor over de middelste 68-74-80-80-86-98 st (= 6-6-6-12-12-12 st aan elke kant voor het armsgat). Haak tot een hoogte van 54-56-58-60-62-64 cm – pas zo aan dat de volgende toer aan de goede kant is. Haak over de eerste 20-23-24-24-24-31 st (= schouder) als volgt: haak 1 stk in elk stk en 2 stk in elke l-lus = 20-23-24-24-24-31 stk. Haak 2 toeren met 1 stk in elk stk. Hecht af. Doe dezelfde op de andere schouder

VOORPAND:
Haak als het achterpand maar haak A.2 in plaats van A.1, dus de gaatjes lopen diagonaal naar rechts (gezien aan de goede kant). Herhaal A.x tot het werk klaar is. Haak tot een hoogte van 45-47-48-50-51-53 cm – pas zo aan dat het na een hele herhaling van A.x – en minder voor de hals (de volgende toer is aan de verkeerde kant) als volgt: haak als hiervoor over de eerste 31-34-37-37-40-46 stk, haak 3 STK SAMEN - zie uitleg boven. Keer het werk. Herhaal dit minderen elke toer richting middenvoor 7-7-8-8-9-9 keer in totaal = 20-23-24-24-25-31 st over voor de schouder. Haak dan 1 toer met 1 stk in elk stk en 2 stk in elke l-lus. Haak 2 toeren met 1 stk in elk stk. Hecht af. Doe dezelfde op de andere schouder

MOUW:
Haak heen en weer.
Haak 45-45-49-49-52-52 l met haaknld 4,5 mm en Cotton Light. Haak 1 stk in 4e l vanaf haak (= 2 stk), 1 stk in elke van de volgende 5-5-7-7-5-5 l, * 1 stk in elke van de volgende 6 l, sla 1 l over *, herhaal van *-* tot er 1-1-3-3-1-1 l overblijft, 1 stk in de laatste 1-1-3-3-1-1 l = 38-38-42-42-44-44 stk. Haak 1 stk in elk van de eerste 1-1-3-3-1-1 stk, A.2 tot er 1-1-3-3-1-1 stk over zijn, (= 6-6-6-6-7-7 keer in de breedte), 1 stk in elke van de laatste 1-1-3-3-1-1 stk. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, herhaal dan A.x tot het werk klaar is. Meerder bij een hoogte van 8-8-8-10-10-10 cm 1 stk door 2 stk te haken in eerste en laatste stk op de toer (= 2 stk gemeerderd). Herhaal dit meerderen elke 4½-4-4-3-3-2½ cm nog 9-10-10-12-12-14 keer = 58-60-64-68-70-74 st. Haak de gemeerderde st in patroon. LET OP: er is altijd 1 stk (of 3 l = 1 stk) aan elke kant van het werk. Hecht af bij een hoogte van 52-52-51-51-51-48 cm (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders). Haak nog een mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Haak de schoudernaden samen aan de verkeerde kant door beide lagen heen als volgt: 1 v in eerste stk, * 1 l, sla 1 stk over, 1 v in volgende stk *, herhaal van *-*. Naai de mouwen in de trui. Haak de onderarmnaden en de zijnaden ook samen aan de verkeerde kant als volgt: * 1 v in buitenste lusjes, 3 l, sla 1 toer over *, herhaal van *-* tot er ongeveer 10 cm over zijn op het lijf voor de split aan elke kant. Hecht af.

HALSRAND:
Haak een rand langs de hals als volgt vanaf midden bovenkant van de schouder: 1 v, * 3 l, sla ongeveer 1 cm over, 1 v *, herhaal van *-* langs de hele hals en eindig met 1 hv in de eerste v op de toer. Hecht af.

Telpatroon

symbols = l
symbols = stk in stk
symbols = stk om l-lus
symbols = eerste toer wordt uitgelegd in het patroon
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Just Me top

Beth, United States

Something violet

Michela, Italy

Laat een opmerking achter voor DROPS 162-3

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (172)

country flag Valeria wrote:

Buongiorno... Temo di aver mal interpretato lo schema ed ora ho un dubbio... Nella parte superiore del dietro ho effettuato una diminuzione in corrispondenza della maniche per intenderci, in modo che venisse una sorta di gradino. Nella parte davanti, questo non avviene o sono io che sto capendo male il lavoro? Grazie

11.09.2016 - 07:32

DROPS Design answered:

Buongiorno Valeria. Gli scalfi sono lavorati in modo uguale sul davanti e sul dietro. Quindi quando il lavoro misura 40-41-42-43-44-45 cm a seconda della taglia non lavora le prime e le ultime m della riga, formando così lo scalino. Buon lavoro!

11.09.2016 - 07:40

country flag Esther wrote:

Welke steek moet ik gebruiken voor het proeflapje om de juiste haaknaald te kiezen stekenverhouding? Er staat 16 stk x 8 toeren = 10 x 10 cm. Is dat met vasten, stokjes, of nog iets anders..? Alvast bedankt!

28.07.2016 - 21:35

DROPS Design answered:

Hoi Esther. Stk = stokjes. Dus 16 stokjes breed x 8 toeren hoog (met stokjes) moet 10 x 10 cm zijn.

29.07.2016 - 10:57

country flag Valentina wrote:

Buongiorno, sono bloccata al passaggio della diminuzione per il collo nel pezzo davanti. Quando inizio a lavorare 3 m.a. insieme devo proseguire con lo schema di prima (A.x)? Se si devo fare 3 m.a. e poi due catenelle? E questa diminuzione va fatta in ogni riga o solo le righe verso il centro e non verso l'esterno? Grazie.

15.07.2016 - 11:32

DROPS Design answered:

Buongiorno Valentina. Le diminuzioni per lo scollo vengono fatte su ogni riga, quindi sia sul rovescio del lavoro che sul diritto. Prosegue lavorando il diagramma A.x facendo attenzione ad allinearlo correttamente sulla parte già lavorata. Buon lavoro!

15.07.2016 - 12:19

country flag Jaana Anttila wrote:

Hej! Jag förstår inte hur man ska virka ihop underarmssöm och sidsöm. Hittar ingen video om det. Vilken är en yttersta maskbågen? Tacksam för instruktion.

03.07.2016 - 15:23

DROPS Design answered:

Hej Janaa. Vi har desvaerre ingen video paa dette, haaber du i mellemtiden har fundet ud af dette, ellers hörer jeg gerne fra dig. Undskyld at du er forsvundet lidt i maengden.

22.11.2016 - 15:52

Laura wrote:

Hi, could you help please, on the back piece - Now work pattern as before over the middle 68-74-80-80-86-98 sts (= 6-6-6-12-12-12 sts in each side for armhole). is this starting with all of the A.1 pattern or just the A.z section? And do I start on the working side? Thank you

22.05.2016 - 00:56

DROPS Design answered:

Dear Laura, at this point you continue in pattern just as before, skipping the first 6-12 sts (see size) at beg of row for 1st armhole, and do not work the last 6-12 sts at the end of row for 2nd armhole. Happy croheting!

23.05.2016 - 09:20

country flag Carla Boonstra wrote:

Hallo, ik haak linkshandig en vraag me af hoe ik het schema moet lezen.Begin ik de tweede rij ,dus de rij boven die met het sterretje, van links naar rechts?

20.05.2016 - 17:48

DROPS Design answered:

Hoi Carla. .Lees hier hoe je onze telpatronen moet lezen. Ben je linkshandig, dan moet je dus het telpatroon in spiegelbeed lezen - dus het tegenovergestelde van wat wij schrijven.

23.05.2016 - 16:41

country flag Amparo wrote:

Hola! Tengo dudas en las mangas. Ya tengo trabajados 8 cm en vertical.y tengo 38 pts.Tengo claro el aumento de 2pa en el primero y ultimo pa=2 pa aum. Me pierdo en lo de repetir aum cada(en mi caso) 4 1/2 cm, 9 vcs mas= 58 ptos y trabajar ptos aum dentro del patron. A ver..¿Repetir aum cada .....cm. es durante la fila? o cada ....cm en vertical. No lo comprendo y busco videos pero no encuentro. Gracias

13.05.2016 - 12:51

DROPS Design answered:

Hola Amparo, los aumentos en las mangas se trabajan con 1 p.a. extra en el primer y el último pt de la fila. Cuando pone repetir cada 4,5 cm (talla S) 9 vcs se refiere a 4,5 cm en vertical desde el aumento anterior.

17.05.2016 - 09:44

country flag Silvana wrote:

Ho difficoltà con le maniche: ho 42 m., lavoro 3 ma. poi A.2x6 v. e altre 3 ma. A questo punto dovrei iniziare A.x ma non capisco se le prime e le ultime 3 ma. rientrano nel motivo traforato o formano una specie di bordo laterale. Grazie

02.03.2016 - 18:38

DROPS Design answered:

Buongiorno Silvana. Deve lavorare il diagramma A.x, sulle stesse maglie su cui ha lavorato il diagramma A.1, in modo che il motivo resti incolonnato correttamente. Man mano che aumenta ai lati, quando ci sono sufficienti m per completare una ripetizione aggiuntiva del diagramma, incorpora le m nel motivo, lasciando sempre 1 m.a (o 3 cat = 1 m.a) da ciascun lato del lavoro. Buon lavoro!

03.03.2016 - 09:31

country flag Silvana wrote:

Ho difficoltà con le maniche: ho 42 m., lavoro 3 ma. poi A.2x6 v. e altre 3 ma. A questo punto dovrei iniziare A.x ma non capisco se le prime e le ultime 3 ma. rientrano nel motivo traforato o formano una specie di bordo laterale. Grazie

02.03.2016 - 18:03

DROPS Design answered:

Buongiorno Silvana. Deve lavorare il diagramma A.x, sulle stesse maglie su cui ha lavorato il diagramma A.1, in modo che il motivo resti incolonnato correttamente. Man mano che aumenta ai lati, quando ci sono sufficienti m per completare una ripetizione aggiuntiva del diagramma, incorpora le m nel motivo, lasciando sempre 1 m.a (o 3 cat = 1 m.a) da ciascun lato del lavoro. Buon lavoro!

03.03.2016 - 09:30

country flag Marie wrote:

Bonjour j'ai de le difficulté à faire les manche. Je ne comprends pas les trois maille en début de rang et à la fin j'ai de la misère à faire le a2 et augmenter les maille

04.02.2016 - 04:01

DROPS Design answered:

Bonjour Marie, vous montez d'abord une chaînette de 45-52 ml puis crochetez le 1er rang en sautant régulièrement des ml= 38-44 B à la fin du 1er rang. Crochetez ensuite 1-3B, puis répétez A.2 et terminez par 1-3 B (cf taille). Quand A.2 a été crocheté 1 fois en hauteur, répétez A.x. Pour augmenter, crochetez 2 B dans la 1ère m en début de rang et 2 B dans la dernière m à la fin du rang (= 2 augm). Bon crochet!

04.02.2016 - 10:14